Hoe moeten wij verder met de vrouwenbeweging?
Een interview met Jo Freeman door Joke Smith
- Verschenen: 1979
- Bron: Hoe moeten wij verder met de vrouwenbeweging?, Opzij, 8ste jaargang, nr. 1, januari 1980, pp. 17-21. (red.)
Jo Freeman (1945) is een nietig uitziend persoon die elektriciteit in de zaal brengt zodra zij gaat spreken. Ze is enig kind en werd grootgebracht door een moeder die aan de armoe kon ontsnappen door in het leger dienst te nemen, het type 'ik heb er hard voor moeten knokken, laat anderen dat ook maar doen'. Jo Freeman studeerde politicologie; haar proefschrift The Politics of Women's Liberation[1] werd bekroond door de Amerikaanse Vereniging voor de Wetenschap der Politiek. Al op haar achttiende was zij ervan overtuigd dat vrouwen de volgende groep zouden zijn die in opstand kwam. Maar dat was met het verstand, zegt ze. Praktiserend feministe werd zij via de studentenbeweging, toen een resolutie over vrouwen als onbelangrijk werd afgedaan en een motie over de First Nations[2] alle aandacht kreeg. Samen met Shulamith Firestone startte zij toen de eerste consciousness-raising group (praatgroep - JS) in dezelfde periode waarin een groep rond Betty Friedan vanuit andere ervaringen met het feminisme begon. Jo Freeman was oprichtster en redactrice van Amerika's eerste landelijke feministische blad Voice of the Women's Liberation Movement. Onder haar redactie verscheen Women, a Feminist Perspective[3] een van de beste verzamelbundels over de vrouwenbeweging; zij schreef vele artikelen waarvan in Nederland The Tyranny of Structurelessness[4] (vert. De tirannie van structuurloosheid) en Trashing[5] het meest bekend zijn.