Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:bronnen_van_het_gezag

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Volgende revisie
Vorige revisie
namespace:bronnen_van_het_gezag [02/03/19 21:45]
defiance aangemaakt
namespace:bronnen_van_het_gezag [16/10/19 10:14] (huidige)
Regel 2: Regel 2:
 //Door [[Jean Grave]]// //Door [[Jean Grave]]//
  
-  * Oorspronkelijke titel: +  * Oorspronkelijke titel: ​Des origines de l'​autorité 
-  * Verschenen:​ +  * Verschenen: ​1897 
-  * Bron: Bronnen van het gezag, J. Sterringa, 1919 Amsterdam+  * Bron: Bronnen van het gezag, J. Sterringa Amsterdam, datum onbekend ​
   * Vertaling: B.P.V.   * Vertaling: B.P.V.
 +
 +Dit is het tweede hoofdstuk van het boek //​L'​individu et la société (vert. Het individu en de samenleving)//​ van Jean Grave. De vertaling is in het Oudnederlands.
  
 ---- ----
Regel 11: Regel 13:
 ====== Bronnen van het gezag ====== ====== Bronnen van het gezag ======
  
-Het individu opgeofferd aan de maatschappij. — Wie is ouder, het individu of de maatschappij?​ — Op welk tijdstip had de vereeniging in de menschsoort plaats? — Het individu is geen cel. — De vereeniging vindt plaats op alle graden van de ontwikkeling. — Verscheidenheid der vormen van groepeering. — Verscheidenheid der regeeringsinstellingen. — Eenheid der stof. — De vereeniging moet de individueele ontwikkeling volgen. — Het gezag vestigt zich door gebrek aan initiatief. — De gewoonte plooit de karakters tot dienstbaarheid. — Gemeenschappelijke oorsprong van gezag en eigendom. — Onderwerping der zwakken, den oorlog versterkt het gezag zich. — De godsdienst verleent het steun. — De beheersching wordt ingewikkelder. — De eischen worden ook ekonomisch. — Nieuwe afgoden. — De meesters veranderen, doch het gezag blijft bestaan. +//Het individu opgeofferd aan de maatschappij. — Wie is ouder, het individu of de maatschappij?​ — Op welk tijdstip had de vereeniging in de menschsoort plaats? — Het individu is geen cel. — De vereeniging vindt plaats op alle graden van de ontwikkeling. — Verscheidenheid der vormen van groepeering. — Verscheidenheid der regeeringsinstellingen. — Eenheid der stof. — De vereeniging moet de individueele ontwikkeling volgen. — Het gezag vestigt zich door gebrek aan initiatief. — De gewoonte plooit de karakters tot dienstbaarheid. — Gemeenschappelijke oorsprong van gezag en eigendom. — Onderwerping der zwakken, den oorlog versterkt het gezag zich. — De godsdienst verleent het steun. — De beheersching wordt ingewikkelder. — De eischen worden ook ekonomisch. — Nieuwe afgoden. — De meesters veranderen, doch het gezag blijft bestaan.//
- +
-* * *+
  
 Men heeft steeds aan de individuen de verzaking van hun persoonlijkheid gepredikt, steeds heeft men tot hen gezegd dat hun wil zich moest buigen voor de maatschappelijke behoeften, die de machthebbers min of meer vertegenwoordigden of voorgaven te vertegenwoordigen. Men heeft steeds aan de individuen de verzaking van hun persoonlijkheid gepredikt, steeds heeft men tot hen gezegd dat hun wil zich moest buigen voor de maatschappelijke behoeften, die de machthebbers min of meer vertegenwoordigden of voorgaven te vertegenwoordigen.
Regel 22: Regel 22:
  
 Men verliest zich in twisten om te weten wie ouder is; de maatschappij of het individu. Men verliest zich in twisten om te weten wie ouder is; de maatschappij of het individu.
 +
 Op welk tijdstip hebben de menschen zich gegroepeerd?​ Op welk tijdstip hebben de menschen zich gegroepeerd?​
  
Regel 52: Regel 53:
 * * * * * *
  
-Dus is het ons onbekend wanneer de eerste beginselen onzer menschelijke maatschappijen zich gevormd hebben, evenmin weten we hoe ze zich hebben gevormd+Dus is het ons onbekend wanneer de eerste beginselen onzer menschelijke maatschappijen zich gevormd hebben, evenmin weten we hoe ze zich hebben gevormd.
  
 Wanneer we teruggaan tot hetgeen we van de voorhistorische tijdperken kunnen vermoeden, wanneer we ons bedienen van hetgeen we uit, de historische herinneringen weten en van hetgeen de reizigers ons verhalen over de nog bestaande oorspronkelijke stammen, kunnen we onderstellen dat deze eerste groepeeringen aanvankelijk zeer beperkt waren de individuen er onder elkander verkeerden op den voet der volmaaktste gelijkheid, zonder leiders en individuelen eigendom. Wanneer we teruggaan tot hetgeen we van de voorhistorische tijdperken kunnen vermoeden, wanneer we ons bedienen van hetgeen we uit, de historische herinneringen weten en van hetgeen de reizigers ons verhalen over de nog bestaande oorspronkelijke stammen, kunnen we onderstellen dat deze eerste groepeeringen aanvankelijk zeer beperkt waren de individuen er onder elkander verkeerden op den voet der volmaaktste gelijkheid, zonder leiders en individuelen eigendom.
Regel 104: Regel 105:
 Toen de hersenen van den mensch zich openbaard verliet de godsdienst zijn grof omhulsel en maakte zich hoe langer hoe meer onstoffelijk. De godsdienst maakte de zedelijke denkbeelden tot wet, die in de maatschappelijke verhoudingen aan het daglicht traden, en soms vooruit bij de menigte: ook vond men er uit in het belang der machtigen: aan hen die hier beneden het meeste deugden zouden hebben vertoond, beloofde men ten slotte een eeuwigheid van gelukzaligheden... in een andere wereld, na den dood. En de deugden: die men moest beoefenen waren: eerbied voor de voor hun tusschenpersonen,​ de priesters, den leider of soeverein en zijn afgevaardigden:​ de diepste nederigheid,​ de volkomenste onderwerping,​ bij hun minste bevelen. Toen de hersenen van den mensch zich openbaard verliet de godsdienst zijn grof omhulsel en maakte zich hoe langer hoe meer onstoffelijk. De godsdienst maakte de zedelijke denkbeelden tot wet, die in de maatschappelijke verhoudingen aan het daglicht traden, en soms vooruit bij de menigte: ook vond men er uit in het belang der machtigen: aan hen die hier beneden het meeste deugden zouden hebben vertoond, beloofde men ten slotte een eeuwigheid van gelukzaligheden... in een andere wereld, na den dood. En de deugden: die men moest beoefenen waren: eerbied voor de voor hun tusschenpersonen,​ de priesters, den leider of soeverein en zijn afgevaardigden:​ de diepste nederigheid,​ de volkomenste onderwerping,​ bij hun minste bevelen.
  
-En daar de staatsmacht en de ekonomische macht nog volstrekt niet van elkander onderscheiden waren, in de bijvoeging onnodig dat de priesters bij hun zedelijke onderrichtingen den eerbied voor de goederen van anderen niet vergaten, de volkomenste zelfverloochening van het individu ten opzichte van zijn eigen goederen, daar hij deze eigendommen slechts ​bezatdoor ​de overgroote welwillendheid der leiders aan wie alles behoorde.+En daar de staatsmacht en de ekonomische macht nog volstrekt niet van elkander onderscheiden waren, in de bijvoeging onnodig dat de priesters bij hun zedelijke onderrichtingen den eerbied voor de goederen van anderen niet vergaten, de volkomenste zelfverloochening van het individu ten opzichte van zijn eigen goederen, daar hij deze eigendommen slechts ​bezat door de overgroote welwillendheid der leiders aan wie alles behoorde.
  
 Daar in dien tusschentijd de groepeeringen zich ontwikkelden en de krijgsevolutie ook haar loop vervolgde, werden de landstreken der verwonnelingen gevoegd bij de landstreken der overwinnaars;​ en zoo werden de onder het juk gebrachte volkeren de slaven der veroveraars. Daar in dien tusschentijd de groepeeringen zich ontwikkelden en de krijgsevolutie ook haar loop vervolgde, werden de landstreken der verwonnelingen gevoegd bij de landstreken der overwinnaars;​ en zoo werden de onder het juk gebrachte volkeren de slaven der veroveraars.
Regel 142: Regel 143:
   * [1] //​Bosjesmannen//​ is verouderde term die vroeger werd gebruikt als een verzamelnaam voor een aantal verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika,​ Namibië, Botswana en Angola. Ze behoren tot de Khoisan-groep en zijn verwant aan de Khoikhoi en worden tegenwoordig ook wel de //San// genoemd. Ze hebben voor zichzelf echter geen collectieve naam. De San-volkeren spreken oorspronkelijk een grote variëteit Khoisan-talen,​ waarvan de meeste een groot aantal klikfonemen kennen. Tegenwoordig spreken de San echter vooral Afrikaans. Ze kennen ook een gebarentaal die wordt gebruikt voor de jacht. ​   * [1] //​Bosjesmannen//​ is verouderde term die vroeger werd gebruikt als een verzamelnaam voor een aantal verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika,​ Namibië, Botswana en Angola. Ze behoren tot de Khoisan-groep en zijn verwant aan de Khoikhoi en worden tegenwoordig ook wel de //San// genoemd. Ze hebben voor zichzelf echter geen collectieve naam. De San-volkeren spreken oorspronkelijk een grote variëteit Khoisan-talen,​ waarvan de meeste een groot aantal klikfonemen kennen. Tegenwoordig spreken de San echter vooral Afrikaans. Ze kennen ook een gebarentaal die wordt gebruikt voor de jacht. ​
  
-{{tag>"​menselijke natuur"​ }}+{{tag>"​menselijke natuur" ​autoriteit hiërarchie geschiedenis}}
  
namespace/bronnen_van_het_gezag.txt · Laatst gewijzigd: 16/10/19 10:14 (Externe bewerking)