Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:de_weg_tot_sociale_bevrijding

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
namespace:de_weg_tot_sociale_bevrijding [31/03/20 19:46]
defiance verwijderd
— (huidige)
Regel 1: Regel 1:
-====== De weg tot sociale bevrijding ====== 
-//Door [[Leo Tolstoj]]// 
- 
-  * Verschenen: onbekend 
-  * Bron: //De weg tot sociale bevrijding//,​ M. Hols, Den Haag 
-  * Vertaling: Anton Ankersmit naar de Duitse vertaling van Dr. Albert Skarvan 
-  * Digitalisering en gedeeltelijke modernisering:​ Tommy Ryan 
- 
----- 
- 
-====== De weg tot sociale bevrijding ====== 
- 
-===== Voorwoord ===== 
- 
-Dit beroep, met het hoofdstuk: „Wat te doen?” als inleiding, wordt in de eerste plaats, ter zake van de Russische Omwenteling,​ waarvan de gehele beschaafde wereld het verloop met de levendigste belangstelling volgt, tot het Russische volk gericht. 
- 
-Maar reeds de buitengewone aandacht, waarmede alle volkeren de gebeurtenissen in dat uitgestrekte Oostelijke rijk gadeslaan, wijst er op dat zij een niet minder krachtige terugwerking op de levensverhoudingen en de sociale toekomst, in ’t bijzonder van de westelijke volken, zullen hebben, dan destijds de grote Franse Revolutie. 
- 
-Voorzeker, wie in de Russische omwenteling niets anders ziet dan een herhaling van het Franse op Russische bodem, welke slechts later plaats vond, omdat het Russische volk wat ontwikkeling betreft achterlijk was gebleven, zal aan deze laatste omwenteling niet zulk een betekenis toekennen. Het is echter een grove dwaling, om in wat daar plaats vindt slechts een herhaling van die vroegere gebeurtenissen in Frankrijk en in het Westen te zien. In de regel pleegt de geschiedenis zich niet aldus te herhalen. De wereld is sedert de Franse omwenteling sterk vooruitgegaan,​ en de volkeren hebben sedert dien tijd veel ervaren dat omtrent de waarde der oude idealen van een vrijen Staat opheldering geeft. 
- 
-Het denkende deel van het Russische volk heeft deze ervaringen in zich opgenomen, en zet zich volstrekt niet met al de vroegere illusies aan ’t werk. Daarnaast geven de hoogst specifieke Russische verhoudingen hier de maatstaf aan, en vooral de omstandigheid dat heden ten dage de overgrote meerderheid der bevolking nog steeds het landbouwbedrijf uitoefent. In overeenstemming met zekere sociale theorieën is men gewoon dit als een achterlijkheid van het Russische volk te beschouwen, en ziet men in dat de overgang tot een industriële Staat slechts een zeer betrekkelijke vooruitgang is; niet het rechtstreeks voortschrijden tot een ruw omlijnd ideaal, maar voorlopig het ziekelijk overwicht der industriële productie, dat zich ten koste van de landbouw, dien gezondste, natuurlijkste en voor aller leven onontbeerlijkste arbeid, gelden doet. Het ideaal der toekomst is voorzeker niet de in grote massa’s in bedompte fabrieken langzaam wegkwijnende mens, verloren in de labyrinten der steeds in om vang toenemende ontzaglijke wereldsteden. Immers, net als dat Tolstoj in andere geschriften aantoont (in zijn brief aan een Chinees over de betekenis van de Russische Omwenteling),​ heeft het parlementaire stelsel, dat de uitbreiding der heersende klassen bevordert, ter voldoening aan de toenemende behoefte aan weelde van deze steeds aangroeiende klassen een aanmerkelijk gedeelte van de arbeidende massa’s van de productieve arbeid tot de niet-productieve overgetrokken,​ zodat dergelijke volken ten slotte niet langer in staat zijn zich uit eigen krachten te voeden. Dit leidt er wederom toe, dat zulke volken andere volkeren — productieve — op verschillende wijze door invallen, handelsverdragen en kolonisatie plunderen, en dus zelf een uitzuigersrol in de kring der natiën spelen en meer en meer tot een parasitair bestaan vervallen. Hetgeen dan, wanneer eens de op deze wijze onderworpen volken (en hier heeft hij vooral het Oosten op het oog) het juk afschudden, de verschrikkelijkste rampen over dergelijke natiën moet brengen. 
- 
-Het is derhalve begrijpelijk,​ wanneer Tolstoj, verre van het voortwoekerende industrialisme als vooruitgang te beschouwen, veeleer van een terugkeer tot de landbouw, althans een daadwerkelijke deelname aan de landelijke arbeid, de verbetering van het praktische leven verwacht. Zodoende wordt het ook duidelijk, waarom Tolstoj zich in de eerste plaats tot de landbouwers wendt, en in hen de waarborg van een betere toekomst ziet, van hen de wezenlijke oplossing van het sociale vraagstuk verwacht. 
- 
-Zeker is het dat Tolstoj zich over de onmiddellijke gevolgen van zijn Beroep geen illusies schept; zich in de eerste plaats als een zaaier beschouwt, die de kiemen der toekomst uitstrooit. De eigenlijke oplossing van het sociale vraagstuk ziet Tolstoj echter in de Christusgedachte,​ vooral in de Bergrede, in de verheven wereldbeschouwing welke daaraan ten grondslag ligt. Het zou een misverstand zijn, dat met betrekking tot Tolstoj vrij algemeen heerst, indien men het wilde opvatten alsof deze moderne profeet door de eenvoudige prediking van een edele zedenleer de wereld dacht te hervormen. Dat dit niet het geval is, heeft hij in verscheidene geschriften,​ meer in ’t bijzonder in dat over godsdienst en moraal, aangetoond. Veeleer moet het zelfbewustzijn van dien goddelijke mens tot heerschappij komen, die zich niet slechts als enkeling ziet, maar het alomvattende leven in zich aanschouwt, en zijn persoonlijk bestaan slechts opvat als het brandpunt van het alverbindende goddelijke licht, dat geest en liefde heet, en in eiken mens een oorspronkelijke individuele vorm aanneemt. Dit christelijke god-menselijke zelfbewustzijn,​ dat in de alomvattende gemeenschap het ware leven aanschouwt, ziet Tolstoj voornamelijk,​ om zo te zeggen typisch, in de aanleg van de Russische landbouwer uitgedrukt, of ziet althans in hem de gezonden maagdelijke bodem waarin de kiem van deze gedachte zich het best kan ontwikkelen. Bovenal komt hem het productieve leven vol opoffering van het landbouwende volk als de enige waren levensgrond voor, waaruit alleen een edeler cultuur van de toekomst kan voortspruiten. Op deze wijze verkrijgt alles, wat Tolstoj hier slechts onmiddellijk tot het Russische volk zegt, een zich ver buiten de grenzen van Rusland uitstrekkende betekenis. 
- 
-Hier springt vooral de tegenstelling tussen Marx en Tolstoj in het oog. Het was voornamelijk het milieu der grote Engelse industrie dat invloed op de sociale theorieën des eersten uitoefende. Juist uit de fundamenten van deze industrie ziet Marx ook de sociale toekomst voortspruiten en zich volgens vaste wetten ontwikkelen. Tolstoj daarentegen,​ uitgaande van een landbouwend milieu, ziet in de voortwoekerende industrie van het gehele Westen, die in Engeland haar toppunt bereikt, een ziekteverschijnsel,​ in zekeren zin een grote etterbuil die verdwijnen moet. Het is juist deze aan de overgrote productie van overtollige voorwerpen gewijde industrie, welke tot het verderf voert van gehele naties, die, zich zelf ten slotte niet meer kunnende voeden, de rol van parasieten in de rij der volkeren vervullen. De kiem echter van deze parasitaire ongezonde wijze van ontwikkeling ziet Tolstoj juist in het voortwoekeren der parasitaire,​ der heersende klassen van die natiën, welke een gevolg is van haar parlementair en politiek stelsel. Aangezien nu Tolstoj zulke toestanden als doodgeboren,​ niet gelijk Marx als waar embryo der toekomst, maar als een misgeboorte der geschiedenis beschouwt, en hij voor deze industriële natiën geen beteren raad weet, dan terugkeer tot het landbouwbedrijf — 't welk alleen op billijke wijze in eigen onderhoud voorziet — en een zo groot mogelijke vermindering van industriële productie, die hem als een kanker voorkomt, zo beschouwt Tolstoj natuurlijk ook alle leerstelsels,​ die de toekomst op deze ziekelijk voortwoekerende industrie willen gronden, als "​doodgeboren doctrine"​. 
- 
-Aan deze nieuwe richting, welke Tolstoj de wetenschap der samenleving geeft, is tot heden nog te weinig aandacht besteed. Het is geenszins een eenvoudige herhaling van de oude fysiocratische leerstellingen. Want Tolstoj houdt zeer goed rekening met het moderne industrialisme,​ en richt daartegen een vernietigende kritiek, welke de hele levensvraag der toekomst, vooral waar het de rol betreft, die de natiën als een geheel (niet slechts de kapitalisten als zodanig) in de uitbuiting van vreemde volkeren spelen, in een volkomen nieuw perspectief beschouwt, wat juist de westelijke natiën in de hoogste mate dienen te overwegen. 
- 
-In het tijdperk van de Renaissance was het, ten gevolge van een hoge intellectuele verfijning van de meer gegoede klassen, noodzakelijk geworden deze, en hier meer in ’t bijzonder de bourgeoisie en het intellect, in het gezag te doen delen; en met de sedert op steeds bredere grondslagen volgende deelname van deze klassen aan het bestuur werden niet slechts deze klassen aan de productieve arbeid onttrokken, maar er ontwikkelde zich door de wedijver om de vroeger alleenheersende klassen na te doen een toenemende weelde, die ook grote massa’s uit de klasse van het arbeidende volk tot onproductieve arbeid, tot het vervaardigen van een menigte nutteloze zaken, bewoog, en dus de eigenlijke voortbrengingskracht van zulke volken in hoge mate verminderde. Zo wijdt zich in Engeland, dat Rijk waar het systeem van volksvertegenwoordiging het eerst in werking trad, nog slechts het zevende deel der bevolking aan de productieve landbouw, in Frankrijk nagenoeg de helft, in Duitsland ongeveer 45 percent. 
- 
-Uit hetgeen hier ter verduidelijking van Tolstojs standpunt in kort bestek uit de reeks zijner vroegere geschriften werd samengevat, kan men zien dat Tolstojs //vraag aan// en //beroep op// het Russische volk niet slechts, zoals het bij een oppervlakkig oordeel zou kunnen schijnen, een grandioze naïveteit is, ontbloot van alle actuele betekenis, maar dat zijn standpunt, dat voorzeker een met zijn groot genie overeenkomende,​ groot aangelegden eenvoud bezit, zeer diepe theoretische grondslagen heeft, en dat de gevolgen zich niet alleen in een omverwerping van de gehele nationale economie zullen doen gelden. Veeleer moet het vermanende woord, dat de //Ziener// en //Profeet// hier tot zijn eigen volk richt, een waarschuwing voor de mensheid zijn om niet verder op de ingeslagen weg voort te gaan; een aansporing om tot inkeer te komen, tot hervorming van de wereldbeschouwing en van het leven naar die beginselen van de verhevenste wijsheid, welke reeds aan de Bergrede ten grondslag liggen. 
- 
-//Dr. Eugen Heinrich Schmitt// 
- 
-===== Wat te doen? ===== 
- 
-<​blockquote>​Weg met uw heiligheid en uw wijsheid, en het volk zal honderdmaal gelukkiger zijn. Weg met uw goedhartigheid en uw gerechtigheid,​ en het volk zal tot de vroegere liefde tussen kinderen en ouders terugkeren. Weg met uw listigheid en uw speculaties,​ en er zullen geen dieven en rovers meer zijn. Men kan deze drie zaken niet door uiterlijkheid alleen verkrijgen. Daartoe moet men eenvoudig, vrij van hartstochten en minder spitsvondig zijn.<​cite>​Lao Tse</​cite></​blockquote>​ 
- 
-Ongeveer een maand geleden kwamen twee jongelieden tot mij, en vroegen om boeken. De één droeg een klep-muts en grove schoenen, de ander een zwarten, eens modieuze hoed en versleten laarzen. 
- 
-Ik vroeg hun wie zij waren. Met onverholen trots deelden zij mij mede dat zij arbeiders waren, uit Moskou gebannen, waar zij aan de gewapenden opstand deelnamen. Onderweg hadden zij zich in ons dorp als bewakers van een tuin verhuurd, en hadden er nog geen volle maand doorgebracht. Gisteren had de eigenaar hen ontslagen, omdat zij, zo het heette, de boeren ophitsten om de tuin te verwoesten. Zij loochenden dit lachend, en verzekerden dat zij niemand hadden opgehitst, maar slechts des avonds het dorp waren ingegaan om met hun kameraden te praten. 
- 
-Beiden — vooral de best bespraakte — waren lachende lieden met zwarte ogen en witte tanden, goed te huis in de revolutionaire literatuur, en gebruikten te pas of te onpas vreemde woorden: podium, proletariaat,​ sociaal-democratie,​ exploitatie en dergelijke. 
- 
-Ik vroeg hun wat zij gelezen hadden. De donkerste antwoordde glimlachend dat hij vele brochures had gelezen. 
- 
-„En welke?” 
- 
-„Verscheiden:​ „Grond en Vrijheid.”” 
- 
-Ik vroeg verder wat zij daarvan dachten. 
- 
-„Wat daarin staat is alles in de haak”, zei de donkerste. 
- 
-„Nu, wat is in de haak?” 
- 
-„Wel. dat het onmogelijk is geworden om te leven.” 
- 
-„Waarom onmogelijk?​” 
- 
-„Waarom.'​ Men heeft geen grond en ook geen werk: en de regering drukt en verworgt het volk om nul of geen reden.” 
- 
-En ze begonnen een verhaal te doen, waarbij zij elkaar in de rede vielen, hoe Kozakken het volk geranseld hadden; hoe de politie de lieden zo maar gevangen nam; hoe zij de woningen van mensen, die geheel onschuldig waren, bombardeerde. 
- 
-Toen ik hun onder het oog bracht, dat de gewapende opstand een boosaardige en domme onderneming was geweest, glimlachte de donkerste en zei kalmpjes: „Wij denken daar anders over.” 
- 
-Toen ik over de zonde van de moord, over God. begon te spreken, zagen zij elkaar aan, en haalde de donkerste de schouders op. 
- 
-„Wat”, riep hij uit, „mag de proletariër volgens Gods wet worden geëxploiteerd?​ Dat was vroeger zoo, maar nu zijn wij tot het besef gekomen dat het zo niet langer gaat....” 
- 
-Ik bracht hun boeken — van overwegend godsdienstige inhoud; zij keken naar de titels, en waren blijkbaar onbevredigd. 
- 
-„Misschien bevallen ze u niet; welnu, in dat geval behoeft u ze niet te nemen”. 
- 
-„Neen, waarom niet?” vroeg de donkerste, stak ze in zijn zak. en vertrok. 
- 
-Hoewel ik geen kranten las, wist ik uit de gesprekken van mijn huisgenoten,​ uit de brieven die ik ontving, en de berichten van bezoekers, wat er in de laatsten tijd in Rusland voorviel, en was, juist omdat ik geen kranten las, bijzonder goed op de hoogte van die in ’t oog vallende verandering in de gezindheid van de maatschappij en van het volk, die in de laatsten tijd had plaats gegrepen; een verandering welke daarin bestaat dat, terwijl vroeger menigeen vele maatregelen der regering laakte, thans allen, op slechts enkele uitzonderingen na, het gehele regeringsbeleid voor misdadig en wetteloos hielden, en de regering alleen voor alle wanordelijkheden aansprakelijk stelden. Zulk een opinie waren zowel professoren als postbeambten,​ schrijvers, winkeliers, arbeiders, ja zelfs politieagenten toegedaan. Na de ontbinding der Doema was deze stemming nog versterkt geworden. Na de elkaar dagelijks opvolgende moorden, die in de laatsten tijd door de regering gepleegd werden, bereikte zij haar toppunt. 
- 
-Dit was mij bekend. Doch het gesprek met die twee mannen had een merkwaardige invloed op mij uitgeoefend. Als met een schok, die plotseling het bevriezende vocht in ijs verandert, was eensklaps een gehele reeks van vroeger ontvangen indrukken van gelijke soort tot stellige en vaste overtuiging geworden. 
- 
-Na het gesprek met deze lieden werd het mij duidelijk dat alle misdaden, die de regering thans pleegt met het doel om de revolutie te onderdrukken,​ deze niet alleen niet onderdrukken,​ maar nog meer aanwakkeren;​ dat, indien de revolutionaire beweging, ten gevolge van de schrik door de misdaden van de regering verwekt, voorlopig tot staan kan gebracht worden, deze daarom niet alleen niet vernietigd is, maar zich slechts gedurende enige tijd schuil houdt, om daarna op nieuw met des te groter geweld uit te barsten; dat het ontstoken vuur zich thans in een stadium bevindt, waarin elke aanraking de brand slechts verergert. Het werd mij duidelijk, dat er alleen een einde kan komen aan dezen afschuwelijke strijd van verdierlijkte mensen, wanneer de regering alle maatregelen van bedwang opschort, en zowel van hare terechtstellingen en arrestaties,​ als van haar verbanningen,​ vervolgingen en verbodsbepalingen afziet. 
- 
-Ik was vast overtuigd, dat de regering thans niet beter kan doen dan de revolutionairen in alles hun zin te geven, hun toe te staan zich zo in te richten als zij zelf het beste oordelen. Maar ik was er even vast van overtuigd, dat zulk een voorstel mijnerzijds slechts als een bewijs van mijn volslagen krankzinnigheid zou worden beschouwd. Daarom heb ik dan ook, niettegenstaande het mij volkomen duidelijk was dat een voortzetting van de vreselijke werkzaamheid der regering de toestand slechts verergeren en in geen enkel opzicht verbeteren kan, niet beproefd daarover te schrijven of te spreken. 
- 
-Er was ongeveer een maand verlopen, en mijn onderstelling werd helaas meer en meer bevestigd. De terechtstellingen namen steeds toe, eveneens de moorden en plunderingen. Ik wist dit zowel uit ontvangen berichten als door toevallige blikken, die ik af en toe in de nieuwsbladen wierp. En ik wist eveneens dat de stemming van het volk, alsook die van de gehele maatschappij,​ der regering steeds vijandiger werd. zo ontmoette ik onlangs op een rijtoer een jonkman die in dezelfde richting reed; hij sprong van zijn telega[1] en kwam naar mij toe. Hij was kort gebouwd, met een kleinen, donkerblonde knevel; zijn sluw, boosaardig gelaat had een ongezonde tint; zijn blikken waren somber. Hij droeg een tot op de draad versleten wambuis en kaplaarzen; op het hoofd had hij een blauwe muts van recht oplopend fatsoen, zoals die, naar ik vernam, in de laatsten tijd door de revolutionairen wordt gedragen. 
- 
-Hij vroeg mij om boeken, klaarblijkelijk om een voorwendsel tot een gesprek te hebben. 
- 
-Ik vroeg hem waar hij thuis hoorde. 
- 
-Het was een boer uit een naburig dorp, vanwaar onlangs vrouwen tot mij kwamen, wier echtgenoten in de gevangenis waren geworpen. 
- 
-Ik ken dit dorp goed. Ik had er de Urbariale wet ingevoerd, en heb het daar wonende, bijzonder flink gebouwde en brave volk altijd met welgevallen beschouwd. Uit dit dorp had ik buitengewoon begaafde leerlingen op mijn school.[2] 
- 
-Ik ondervroeg hem aangaande de boeren, die in de gevangenis zaten. Hij verhaalde mij met dezelfde, allen twijfel uitsluitende zekerheid, die ik in de laatsten tijd overal heb waargenomen,​ dat de regering alleen de schuld van alles is. Hij verhaalde mij, dat men volkomen onschuldige lieden gevat, geranseld en in hechtenis genomen had. 
- 
-Het kostte mij veel moeite van hem te weten te komen waarvan deze lieden werden beschuldigd. 
- 
-Het bleek dat het redenaars waren, die vergaderingen belegden, waar de noodzakelijkheid van grondonteigening besproken werd. 
- 
-Ik zei dat een gelijk recht van allen op de grond zich slechts dan kon doen gelden, wanneer de grond geheel en al opgehouden had iemands eigendom te zijn, niet echter door onteigening of enige andere gewelddadige maatregelen. 
- 
-Hij was het niet met mij eens. 
- 
-„Waarom?​” vroeg hij, „als men zich maar organiseert.” „Wat bedoelt u met organiseren?​” 
- 
-„Dat zal later wel blijken.” 
- 
-„Misschien weer tot een gewapenden opstand?” 
- 
-„Dat is een treurige noodzakelijkheid.” 
- 
-Ik zei hem. wat ik altijd in dergelijke gevallen zeg, dat men het kwade niet door het kwade kan overwinnen — maar slechts door niet deel te nemen aan geweld. 
- 
-„Maar het is immers onmogelijk geworden om te leven; men krijgt geen werk, men heeft geen land. Waar moet men dan heen?” merkte hij op en keek mij toornig aan. 
- 
-„Ik kon uw grootvader zijn,” zei ik, „en ik wil niet met u twisten; één ding echter wil ik u, als een jonkman die pas het leven aanvangt, toch zeggen: indien wat de regering doet slecht is, dan is wat u voornemens zijt te doen evenzeer slecht. Als een jonkman, die zich nog kan ontwikkelen,​ behoort u uzelf één ding tot plicht te stellen: oprecht te leven, geen zonden te begaan, in niets tegen Gods wet te handelen.” 
- 
-Hij schudde ontevreden het hoofd. 
- 
-„Elk heeft zijn eigen God; miljoenen mensen — miljoenen Goden.” 
- 
-„Toch,” zei ik, „zou ik u aanraden, om niet voort te gaan u met de revolutie in te laten.” 
- 
-„Maar wat dan te doen? Men kan toch niet verdragen en maar weer verdragen,​” antwoordde hij.  
-„Wat moet men doen?” 
- 
-Ik bemerkte dat ons gesprek tot niets zou leiden, en wilde doorrijden; maar hij hield mij tegen. 
-„Kunt u mij niet helpen om op een courant te abonneren?​” vroeg hij. 
- 
-Ik weigerde, en reed met een bezwaard gemoed verder. 
- 
-Dat was nu niet een arbeider zonder werk, zoals er tegenwoordig duizenden in Rusland rondlopen, maar een boer, een landbouwer uit het dorp. 
- 
-Bij mijn terugkomst vond ik mijn huisgenoten in een gedrukte stemming. Zij hadden de pas ontvangen krant gelezen (het was de 6e oktober). 
- 
-„Tweeëntwintig terechtstellingen weer. Het is verschrikkelijk,​” sprak mijn dochter. 
- 
-„Niet alleen verschrikkelijk,​ maar ook onzinnig,​” riep ik uit. 
- 
-„Wat moet men dan doen? Men kan hen toch niet ongestraft laten moorden en plunderen,​” merkte iemand op, gelijk dit steeds in zulke gevallen wordt gezegd, en ik zo vele malen heb gehoord. 
- 
-De woorden: Wat moet men doen? waren dezelfde die door de twee mannen uit de tuin, alsook door dien revolutionairen boer van zo-even waren gebezigd. 
- 
-„Men kan toch maar niet stilzwijgend de waanzinnige gruweldaden verduren van een Regering, die de Staat en het volk ten verderve voert. Wij verafschuwen de maatregelen die wij moeten aanwenden, maar wat moet men doen?” zeggen de revolutionairen van hun kant. 
- 
-„Men kan toch niet toelaten, dat sommige lieden, die zich als ordestichters opwerpen, zich de macht toe-eigenen,​ en het Russische volk naar eigen goeddunken leiden, het demoraliseren en ten verderve voeren! Natuurlijk zijn de voorlopig genomen maatregelen gestreng — maar wat moet men doen?” zeggen de conservatieven van hun kant. 
- 
-En ik herinnerde mij onder de mij van nabij bekende personen sommigen die revolutionair,​ anderen die conservatief waren, alsook de zo-even vermelden boer, en de ongelukkige revolutionairen die bommen laten maken of zelf vervaardigen,​ die moorden en plunderen, ook die niet minder ongelukkige verdwaalde lieden die veldrechtbanken toestaan, instellen of voorzitten, die mensen laten doodschieten en ophangen, en daarbij zichzelf en anderen wijs maken dat zij doen wat gedaan moet worden; en hoe dezen, zowel als genen, steeds dezelfde woorden herhalen: „Wat moet men dan doen?” 
- 
-Inderdaad, wat moet men doen? zeggen dezen zo wel als genen; zeggen het echter niet in de zin van de vraag: wat moet ik doen? maar in dien zin, dat allen er nog veel slechter aan toe zouden zijn, indien zij ophielden te doen wat zij doen. 
- 
-En allen zijn zodanig gewoon geraakt aan deze zonderlinge vraag, die zowel de verklaring als de rechtvaardiging van de verschrikkelijkste en onzedelijkste handelingen in zich sluit, dat het in niemand opkomt zich af te vragen: „Wie zijt u dan, dat u vraagt: wat te doen? Wie zijt u dan, dat u uzelf geroepen acht het lot van anderen te regelen door middel van daden, welke door alle mensen, ja ook door uzelf als afschuwelijk en misdadig worden beschouwd? Hoe weet u, dat wat u wenst te veranderen of in zijn bestaande vorm te behouden, juist zóó moet worden veranderd als u goed schijnt, of moet blijven bestaan, zoals het vroeger was? U weet toch dat er velen zijn, juist zulke mensen zoals u, die voor slecht en schadelijk houden, wat u goed en nuttig acht. En hoe weet u dat wat u doet de door u verwachtte gevolgen zal hebben, daar u het toch onmogelijk weten kunt, omdat daden, vooral die waarbij het leven van hele naties op het spel staat, meestal tot uitkomsten leiden, die geheel tegenovergesteld zijn aan die tot welke doeleinde zij ondernomen werden? En bovenal, welk recht hebt u om daden te verrichten, die tegen Gods wet indruisen, in geval u Hem erkent, of — zij het slechts — tegen de door de hele wereld erkende zedewetten gekant zijn, in geval u niets buiten deze erkent? Op grond van welk recht gelooft u uzelf ontheven van deze allereenvoudigste en ontwijfelbaar algemeen menselijke wetten, die noch met uw revolutionaire,​ noch met uw zedelijke oogmerken verenigbaar zijn? 
- 
-Stelt u echter de vraag: Wat te doen? werkelijk als vraag en niet als een rechtvaardiging,​ en stelt u haar, zoals zij behoort gesteld te worden, op zich zelf, dan volgt daarop het allereenvoudigste en alle duidelijkste antwoord als vanzelf. Het bestaat daarin: dat u niet te doen hebt, wat u als Tsaar, minister, soldaat of voorzitter van dit of dat revolutionaire comité, of als lid van een tot strijd georganiseerde partij uw plicht acht, maar wat met uw menselijke natuur overeenkomt,​ wat die Kracht van u verlangt, welke u, ten dienste van haar bepaalde doeleinden, een duidelijke, vaste wet schonk, die in uw binnenste, evenals in dat van alle mensen, staat geschreven. 
- 
-En op de vraag: Wat te doen? behoeft men slechtste antwoorden, dat een ieder steeds behoort te doen, wat God te allen tijde van eenieder verlangt; dan zal die verderfelijke nevel onmiddellijk opklaren, waardoor de verdoolde mensen zich inbeelden, dat, om de een of andere reden, zij alleen — onder miljoenen bijna altijd de meest verdwaalden,​ het verst van de ware levensweg afgewekenen — dat juist zij de geroepenen zouden zijn om over het lot van miljoenen te beschikken, en voor het vermeende heil van deze miljoenen daden te verrichten, die aan deze zelfde miljoenen niet slechts een voorgewend, maar inderdaad een zeer wezenlijk onheil berokkenen. 
- 
-Er bestaat een algemene, door alle redelijke lieden erkende wet, die zowel door de overlevering als door alle godsdiensten van alle volkeren, door de ware wetenschap als door het geweten van een ieder wordt bevestigd. Deze wet bestaat daarin, dat alle mensen ter vervulling van hun roeping, alsook tot het doel der bereiking van het hoogste goed elkaar behulpzaam zijn, elkaar liefhebben, in geen geval een aanslag op de vrijheid en het leven van anderen mogen ondernemen. Nu zijn er echter mensen die zich verschillende rollen toedelen: dezen houden zich voor koningen, ministers, soldaten; genen voor leden van comités en verenigingen — en deze lieden denken zich zodanig in hunne rollen in, dat zij, hun werkelijke toestand vergetend, elkaar wijsmaken, dat men zich volstrekt niet aan deze, de mensen ingeschapen wet behoeft te houden, omdat zich gevallen voordoen, waar men in strijd daarmede kan en moet handelen, en dat zulke afwijkingen van de eeuwige wet meer tot heil van de enkelen, alsook van de menselijke samenleving bijdragen, dan het opvolgen van deze verstandigste,​ hoogste, allen mensen ingeschapen wet. 
- 
-De arbeiders van een grote, ingewikkelde fabriek hebben van hun meesterknecht een duidelijke en door hen zelf erkende opdracht ontvangen, wat zij te doen en te laten hebben, om de fabriek goed aan de gang te houden en hun eigen voordeel te bevorderen. Nu komen er echter lieden, die volstrekt geen begrip van het gecompliceerde raderwerk der fabriek hebben, en dezen verzekeren de arbeiders dat zij moeten ophouden te doen, wat hun leidsman voorschrijft,​ dat zij veeleer juist het tegenovergestelde moeten verrichten, opdat alles in de fabriek geregeld loopt, en de arbeiders er het meeste voordeel van trekken. 
- 
-Doen nu de lieden die in geen enkel opzicht in staat zijn om al de gevolgen, welke uit de gemeenschappelijke werkzaamheid van de mensheid voortvloeien,​ te begrijpen, niet precies hetzelfde? Niet alleen gehoorzamen zij geenszins aan de algemeen erkende, eeuwige wetten, maar doen deze rechtstreeks en welbewust geweld aan door het nastreven van kleingeestige doeleinden, welke velen hunner (gewoonlijk de meest verdwaalde) zich voorstellen,​ terwijl zij zich inbeelden (niettegenstaande anderen zich precies het tegenovergestelde inbeelden), dat zij daardoor veel heilzamer uitkomsten zullen bereiken, dan die welke door het nakomen van de allen mensen ingeschapen,​ met de menselijke natuur overeenstemmende wet kunnen worden bereikt. 
- 
-Ik weet dat dit eenvoudige en duidelijke antwoord aan hen, die van de rechtmatigheid der rollen, welke zij op zich genomen hebben, doordrongen zijn, abstract en onpraktisch voorkomt. Zulke lieden houden een antwoord voor praktisch, dat daarin bestaat, dat mensen die toch niets van de gevolgen hunner daden kunnen weten; die niet kunnen weten of zij het volgende uur nog zullen leven; die zeer goed weten dat moord en elke daad van geweld slecht is, onder voorwendsel van de verwezenlijking van een ingebeeld toekomstig heil voor andere mensen, toch zo moeten handelen, alsof zij stellig wisten welke gevolgen hun daden zullen hebben, en alsof zij in het geheel niet wisten, dat het misdadig is om mensen te doden en te martelen, alsof zij wisten dat deze of gene monarchie, deze of gene constitutie de noodzakelijke is. 
- 
-Dit zal het geval zijn met vele mensen, die het heldere besef van hun menselijkheid en roeping verloren hebben; maar de overgrote meerderheid der mensen, die van al de thans plaatsgrijpende gruwelen en misdaden te lijden hebben, zal, geloof ik, het verschrikkelijke zelfbedrog, waaronder dergelijke lieden tegenwoordig gebukt gaan, eindelijk begrijpen, en zich, dit bedrog erkennend, voor goed van de onzinnigheid en het misdadige, dat zowel in deelname aan de heerschappij van het geweld, als in de onderwerping daaraan bestaat, losmaken. Indien alle mensen slechts wilden begrijpen, dat een ieder altoos maar één ding te doen heeft: dat te volbrengen, wat het grondbeginsel der wereld van hem eist, welks vorderingen een iegelijk, die zijn verstand en geweten niet verloren heeft, moet erkennen, wanneer hij al zijn posten: minister, ambtenaar, voorzitter en lid van allerlei strijdende en niet strijdende partijen vergeet, dan zouden al die verschrikkingen en al dat leed, waaronder het menselijke leven, en tegenwoordig vooral het leven der Russen gebukt gaat, niet slechts ophouden, maar zou het Godsrijk op aarde gekomen zijn. 
- 
-En indien ook slechts een gedeelte der mensen zo handelde, dan zou het kwade op aarde des te sterker verminderen naarmate er meer dergelijke mensen waren; het Godsrijk echter, waarnaar alle mensenharten onophoudelijk streven, zich in dezelfde mate verwezenlijken. 
- 
-====== Beroep op de Russen; op de regering, de revolutionairen en het volk ====== 
- 
-===== I. Beroep op de regering. ===== 
- 
-(Ouder regering versta ik de mensen die, gebruik makend van het bestaande gezag, de geldende wetten veranderen en ten uitvoer brengen kunnen. In Rusland waren zulke mensen tot op heden, en gaan voort het te zijn: de Tsaar, de ministers en de hoogste raadslieden). 
- 
-Het openlijk verkondigde grondbeginsel van iedere staatsmacht is één en hetzelfde: het welzijn van het volk waarover zij gezag uitoefent te dienen. 
- 
-Maar wat doet u tegenwoordig,​ u regeerders van Rusland? 
- 
-U strijdt tegen de revolutionairen met listen en uitvluchten,​ en, wat nog erger is, met een wreedheid, welke even slecht, ja slechter is dan die waarmede dezen u bevechten. Maar altijd zal van twee strijdende partijen niet die overwinnen, welke doortrapter,​ sluwer, of boosaardiger en wreder is, maar die welke het dichtst bij het doel staat dat de mensheid tegemoet streeft. 
- 
-Of nu de revolutionairen zich de doeleinden, waarnaar zij streven, juist of onjuist voorstellen,​ toch streven zij naar de een of andere nieuwe levensinrichting;​ u echter hebt slechts één verlangen: de voordelige positie, waarin u zich bevindt, te behouden. Daarom kunt u tegen de revolutie geen stand houden met uw banier der autocratie — al is deze ook constitutioneel opgetooid —, en met het verdorven christendom,​ ondanks een patriarchaat en allerlei mystieke uitleggingen. Dat alles heeft zijn tijd gehad en kan niet meer dienen. Uw heil ligt niet in de een of andere Doema met dit of dat kiesstelsel,​ en in ’t geheel niet in mitrailleuses en terechtstellingen,​ maar hierin: dat u uw zonde voor het volk belijdt, er boete voor doet en tracht ze goed te maken, zolang u nog in de gelegenheid zijt. Geeft het volk hoger en waarachtiger idealen van gerechtigheid,​ goedheid en waarheid dan uw tegenstanders aanbieden! Houdt de mensen zulk een ideaal voor, en doet dat niet slechts met het doel om u zelf te redden, maar wijdt u ernstig en oprecht aan zijn verwezenlijking,​ en u zult niet alleen u zelf, maar ook geheel Rusland van de gruwelen, die reeds plaats grepen en nog te wachten staan, bevrijden. 
- 
-Zulk een ideaal behoeft gij niet eerst uit te vinden; want het is van oudsher het ideaal van het Russische volk, en bestaat in het herstel van het natuurlijke en wettige recht, niet slechts van de boeren, maar van het gehele volk op zijn land. 
- 
-Dit ideaal komt lieden, die niet gewend zijn om zelfstandig te denken, onbereikbaar voor, want het is geen herhaling van wat in Europa en Azië reeds verwezenlijkt is. Maar juist omdat dit ideaal nog nergens is bereikt, is het een waar ideaal van onzen tijd, en bovendien het meest nabij liggende, dat, eerder dan in andere landen, juist tegenwoordig in Rusland kan en moet worden verwezenlijkt. Wis uw zonde uit door een goede daad; tracht, zo lang u daartoe de macht bezit, het oude hemeltergende,​ gruwelijke onrecht van privaat grondbezit, dat zo diep door het landbouwende volk wordt gevoeld, en waaronder het zo vreselijk lijdt, af te schaffen —en u zult de besten, de zogenaamde intellectuelen op uw zijde hebben. U zult de steun verlangen van alle oprechte constitutionelen,​ die niet kunnen nalaten in te zien dat het volk, alvorens in zijn geheel tot de stembus te worden opgeroepen, van de grondslavernij,​ waarin het leeft, moet bevrijd worden. Ook de socialisten zullen zich bij u moeten aansluiten, omdat het ideaal dat zij zich voorstellen — het gemeenschappelijk maken der voortbrengingsmiddelen — in de eerste plaats door het gemeenschappelijk maken van het voornaamste voortbrengingsmiddel van de arbeid: grond en bodem, wordt bereikt. Ook de revolutionairen zullen zich aan uw zijde scharen, omdat die omwenteling,​ welke u door de onttrekking van de grond aan het privaatbezit in het leven zult roepen, de verwezenlijking van een der hoofdpunten van hun programma uitmaakt. Bovenal zal met u zijn dat honderd miljoen tellende Russische volk, dat enkel en alleen de ware Russische natie vormt. 
- 
-Doet slechts wat u verplicht zijt te doen, terwijl u de regeringsambtenaar bekleedt, en stelt u, zolang het nog tijd is, de verwezenlijking van het waarachtige volksheil tot taak, en u zult, in plaats van dat gevoel van angst en verbittering,​ dat u nu ondervindt, de vreugde van een innige toenadering tot, en overeenstemming met de honderd miljoenen van het Russische volk genieten; u zult het gevoel van liefde en dankbaarheid van dit zachtmoedige volk leert kennen, dat u uwe zonden niet verwijten, maar u liefhebben zal voor de goeden dienst, dien u het bewijst, evenzeer als het thans hen en hem liefheeft, die het van de lijfeigenschap hebben bevrijd. 
- 
-Bedenkt dat u niet zijt koningen, ministers, senatoren en stedehouders,​ maar mensen; en zodra u dat hebt gedaan zult u, in plaats van smart, vertwijfeling en angst, de vreugde smaken, welke vergiffenis en liefde verschaffen. 
- 
-Ter bereiking van dit doel moet u uw werk echter niet slechts uiterlijk en als een redmiddel, maar oprecht, ernstig en met al uw zielskracht aanvatten, en u zult zien hoeveel begeesterde,​ schrandere en eendrachtige werkzaamheid de beste lagen der samenleving zullen ontwikkelen,​ wanneer zij de besten uit alle standen kiezen en hen, die thans wanorde in Rusland veroorzaken,​ laten vallen, zodat zij alle betekenis verliezen. Doet dat, en al de vreselijke dierlijke instincten van wraak, boosaardigheid,​ hebzucht, nijd, zucht naar eer en roem, bovenal ook de onwetendheid,​ die thans aan de oppervlakte komen en het Russische volk verpesten, verontrusten en kwellen — waarvan u de schuld draagt — zullen verdwijnen. 
- 
-Inderdaad voor u, regeerders, staan er slechts twee wegen open: een broedermoordende slachting met al de verschrikkingen der revolutie, en niettemin een onvermijdelijke,​ schandelijke ondergang, of — de vreedzame voldoening aan de eeuwige en rechtmatige vordering van het hele volk, een wegwijzing tevens voor andere christelijke natiën, en de mogelijkheid om die ongerechtigheid,​ waaronder de mensen zo lang en zo vreselijk geleden hebben, op te heffen. 
- 
-En al moge nu de vorm der maatschappelijke organisatie,​ waaraan u uw macht ontleent, haar levenskracht verloren hebben of niet, gebruikt ze, zolang u ze uitoefent, niet om het kwaad dat u gesticht, en de haat dien u verwekt hebt, te vertienvoudigen,​ maar om een groot en goed werk niet slechts voor uw eigen volk, maar ook voor de gehele wereld te volbrengen. Heeft echter deze vorm zijn recht van bestaan verloren, — welnu, moge dan uw laatste daad een daad zijn van goedheid en waarheid, en niet een daad van leugen en wreedheid! 
- 
-===== II. Beroep op de revolutionairen. ===== 
- 
-(Onder revolutionairen versta ik die mensen, van de vreedzaamste constitutionelen tot de meest gewelddadige revolutionairen,​ die de bestaande regering door een andere, anders ingerichte en door andere lieden samenstelde,​ wensen te vervangen.) 
- 
-Revolutionairen van allerhande kleur en naam, u beschouwt de bestaande regering als schadelijk, en u tracht op verschillende wijze — door het oproepen tot vergaderingen,​ die de regering al of niet toelaat; door wetsontwerpen;​ door het openbaar maken van geschriften;​ door openbare redevoeringen,​ of door stakingen, betogingen en ten slotte, als natuurlijk en onvermijdelijk gevolg van al deze bemoeiingen,​ door moord, terechtstellingen,​ gewapenden opstand — de bestaande macht door een andere te vervangen. 
- 
-Ofschoon u allen onder elkaar over de aard van deze nieuwe macht van mening verschilt, laat u uzelf toch, ten einde de door elk uwer partijen voorgestelde inrichtingen door te voeren, door geen misdaden als moord, explosies, terechtstellingen,​ burgeroorlog terughouden. 
- 
-U kunt geen woorden vinden verachtelijk genoeg om uw doemvonnis over de regerende personen, die u bestrijden, uit te spreken. Maar alle gruweldaden,​ door de regerende personen in hun strijd tegen u begaan, worden in hun ogen daardoor gerechtvaardigd,​ dat zij allen, van de Tsaar tot de minsten politieagent,​ in de onbegrensde eerbied voor de ingewortelde,​ door ouderdom en overlevering geheiligde orde van zaken opgevoed, volkomen overtuigd zijn dat zij, deze orde van zaken beschermend,​ juist doen wat miljoenen mensen, die de wettigheid der bestaande orde en het goed recht hunner positie erkennen, van hen verlangen; zodat de zedelijke verantwoordelijkheid voor hun gruweldaden niet op hen alleen valt, maar zich over een menigte personen verdeelt. U echter, lieden uit de meest verschillende standen en beroepen: artsen, leraren, technologen,​ studenten, spoorwegbeambten,​ arbeiders, advocaten, kooplieden, grondbezitters,​ die tot heden uw bijzondere bezigheden hebt verricht, welke niets met het staatsbestuur gemeen hebben; u, die door niemand dan uzelf geroepen en erkend zijt — u heeft eensklaps en met volle zekerheid uitgevonden welke staatsregeling Rusland thans nodig heeft, en u neemt krachtens de aan te brengen verbetering,​ welke ieder uwer op zijn eigen wijze opvat, alleen de gehele verantwoordelijkheid op u voor de gruweldaden,​ welke u pleegt door het werpen van bommen, vernielen, moorden en terechtstellen. 
- 
-Duizenden mensen zijn gedood, alle Russen zijn in vertwijfeling en woede ontstoken, zijn verdierlijkt. En waarom dat alles? Omdat onder een kleine groep lieden - nauwelijks een tienduizendste van de gehele bevolking — enkelen besloten hebben dat, tot bevordering van de beste inrichting van het Russische Rijk, het in stand blijven van die Doema, welke in de laatsten tijd vergaderde, vereist wordt; anderen daarentegen dat een Doema 
- 
-met algemeen, geheim, gelijk stemrecht enz.; nog anderen dat een republiek, en weer anderen dat niet een gewone, maar een socialistische republiek nodig is. En op grond hiervan lokt u tot de burgeroorlog uit. 
- 
-U doet dat voor het volk, zegt u; het heil van het volk is daarbij uw hoofddoel. Maar het honderd miljoen tellende volk, waarvoor u dat doet, vraagt er u toch niet om, en heeft al wat u met zulke vreselijke middelen tracht te bereiken volstrekt niet nodig. Het volk heeft u geen van allen nodig, en heeft, u steeds beschouwd, beschouwt u en kan u niet anders beschouwen dan als onnutte broodeters, die het op de een of andere wijze van de vruchten van zijnen arbeid beroven en het leven moeilijk maken. Vormt u slechts een duidelijke voorstelling van deze honderd miljoen grote Russische landelijke bevolking, die, streng genomen, alleen het lichaam van het Russische volk uitmaakt, en leert begrijpen, dat u allen — professoren,​ fabrieksarbeiders,​ artsen, werktuigkundigen,​ dagbladschrijvers,​ studenten, grondbezitters,​ vrouwelijke studenten, veeartsen, kooplieden, advocaten, spoorwegbeambten — u allen, die u zo om zijn heil bekommert slechts schadelijke parasieten op dit lichaam zijt, welks sappen u uitzuigt, totdat u zelf met dat lichaam aan verrotting en verderf ten prooi valt. 
- 
-Maakt u slechts een levendige voorstelling van deze miljoenen aldoor geduldig arbeidende en al uw onnatuurlijk,​ kunstmatig leven op de schouders van zwoegende mensen, en past al de hervormingen waarnaar u streeft op die mensen toe, en u zult zien hoe vreemd dat alles, wat u tot zijn heil nastreeft, aan dit volk is. Het volk heeft andere vraagstukken op te lossen; het ziet veel dieper wat zijn meest nabij liggend doel is; het geeft aan de erkenning van deze zijn bestemming geen uitdrukking in dagbladartikels,​ maar in het gehele leven van zijn honderd miljoen mensen. 
- 
-Maar nee, u kunt dat niet begrijpen; u zijt vast overtuigd dat dit ruwe volk geen eigen grondbeginsel beeft, en dat het een groot geluk is, wanneer u hen het laatste artikeltje, dat u gelezen hebt, aan het verstand brengt, en tot even deerniswekkende,​ hulpeloze en gedemoraliseerde wezens, als u zelf zijt, omschept. 
- 
-U zegt dat u rechtmatige levensvoorwaarden wenst; toch kunt u slechts in een verkeerd en onbillijk ingerichte samenleving uw bestaan ophouden. Bij het in werking treden van een waarachtig rechtvaardige levens-regeling,​ waarbij voor mensen, die vreemden arbeid benuttigen, geen plaats meer is, moet u allen, grondeigenaars,​ kooplieden, professoren,​ advocaten, leraren, alsook u, fabrieksarbeiders,​ fabrikanten,​ technici, vervaardigers van kanonnen, sterken drank, tabak, spiegels, fluweel enz. — allen tezamen met het regeringspersoneel van honger omkomen. 
- 
-Niet alleen hebt u geen behoefte aan een waarlijk rechtvaardige levensinrichting,​ maar niets kan gevaarlijker voor u zijn dan een levensregeling,​ waarbij alle mensen op gelijke wijze een voor alle mensen nuttigen arbeid moeten verrichten. 
- 
-Maakt slechts een einde aan uw zelfbedrog, en onderzoekt eerlijk de plaats die u onder het Russische volk inneemt, opdat het u duidelijk wordt, dat uw strijd tegen de regering een strijd van twee parasieten op een gezond lichaam is, en dat beide strijdende partijen even schadelijk voor het volk zijn. Spreekt daarom van uwe belangen, maar niet van die van het volk; liegt niet terwijl u over dat volk spreekt, en laat het met rust. Strijdt tegen de Regering, als u uzelf daarvan niet kunt onthouden, maar weet dat u voor u zelf en niet voor het volk strijdt, en dat er in dezen gewelddadige strijd niet alleen niets goeds of edels ligt, maar dat het een zeer onverstandige,​ schadelijke en bovenal onzedelijke strijd is. 
- 
-Uw ijveren heeft, volgens uw zeggen, de verbetering der algemene verhoudingen van de mensheid ten doel. Voordat echter de toestand der mensen beter kan worden, moeten zij zelf beter worden. Dit is een gevolgtrekking soortgelijk aan deze, dat, om een ketel water te verwarmen, alle daarin vervatte droppels een hogere warmtegraad moeten bereiken. Opdat de mensen beter w orden, is het nodig dat zij steeds meer aandacht wijden aan zich zelf en hun innerlijk leven. De uitwendige sociale werkzaamheid echter, in ’t bijzonder de sociale strijd, trekt steeds de aandacht der mensen van het innerlijke leven af, en demoraliseert hen daarom ontegenzeggelijk,​ drukt het peil der sociale zedelijkheid naar omlaag, zoals dat overal het geval is geweest, en zoals wij het tegenwoordig op in het oog vallende wijze in Rusland kunnen waarnemen. Het zinken van het peil der maatschappelijke zedelijkheid heeft echter ten gevolge, dat de onzedelijkste elementen der samenleving steeds meer naar boven komen, en er dus een onzedelijke openbare mening ontstaat, die misdaad, plundering, losbandigheid en moord toelaat, ja deze zelfs billijkt. En er vormt zich een //circulus vitiosus//​[3] in het leven: de door de socialen strijd te voorschijn geroepen slechtste elementen der samenleving wijden zich ijverig aan een sociale actie, die met hun laag peil van zedelijkheid overeenkomt,​ maar deze werkzaamheid zelf trekt wederom de slechtste elementen der samenleving aan. En zo zinkt de zedelijkheid steeds dieper, en de onzedelijkste lieden, als bijv. een Danton, Marat, Napoleon, Talleyrand e.d. worden de helden van de dag, zodat de deelname aan de sociale beweging en aan de socialen strijd niet alleen geen verhevene, nuttige, goede daad is, zoals zij, die zich in dezen strijd mengen, plegen te denken en te zeggen, maar daarentegen ongetwijfeld een onverstandige en onzedelijke handeling. 
- 
-Bedenkt dat vooral, u jongelieden,​ die nog niet in de slijmerige poel van politieke werkzaamheid verzonken zijt, ontrukt u aan de vreselijke hypnose die u bevangen heeft, scheurt u los van de leugen van een vermeenden dienst aan het volk, in welks naam u alles voor geoorloofd houdt; denkt bovenal aan die edeler eigenschappen uwer ziel, die van u noch rechtstreekse,​ geheime of andere verkiezingen,​ noch gewapenden opstand of constituerende nationale vergaderingen,​ en dergelijke domheden en wreedheden verlangt, maar slechts dit: dat u een oprecht en waar leven leidt. 
- 
-Ten einde echter een oprecht en waar leven te leiden moogt u uzelf vooral niet bedriegen, moogt u niet denken dat, wanneer u uzelf aan uw kleinzielige hartstochten — zucht naar eer en roem, afgunst, snoeverij, de begeerte om aan de overmaat uwer krachten de vrije loop te laten — overgeeft, of de wens koestert om uw persoonlijke positie te verbeteren, u daarmede het volk dient: maar u moet tot uzelf keren en trachten uw gebreken te verbeteren en zelf beter te worden. Wilt u echter over het maatschappelijk leven denken, denkt dan vooral aan uw tekortkomingen tegenover het volk, en tracht zijn arbeid zo min mogelijk tot eigen voordeel aan te wenden, en, indien u het al niet behulpzaam kunt zijn, het in geen geval in moeilijkheden en verwikkelingen te brengen; niet die vreselijke misdaden te begaan, zoals velen onder u doen, die het volk om de tuin leiden, opruien, tot plundering en opstand aanzetten; dat alles eindigt immers slechts in groter lijden en dieper slavernij van dat zelfde volk! 
- 
-De verwarde en moeilijke toestanden, waaronder wij tegenwoordig in Rusland leven, vorderen van u thans geen dagbladartikels,​ geen redevoeringen in vergaderingen,​ geen met geladen revolvers rondslenteren langs de straten, geen geheime opruiingen van de boeren, waarbij u uzelf menig maal aan alle verantwoordelijkheid onttrekt, maar een rondborstig,​ streng optreden tegen uzelf, tegen uw eigen leven, het leven dat enig en alleen in onze macht is, en welks veredeling alleen de algemene toestand van de mensheid verbeteren kan. 
- 
-===== III. Beroep op het volk ===== 
- 
-(Onder volk versta ik het gezamenlijke Russische volk, voornamelijk echter het arbeidende, landbouwende volk, op welks arbeid het leven van alle anderen berust.) 
- 
-Russische arbeiders, meer in ’t bijzonder u landbouwers,​ boeren, u bevindt u thans in Rusland in een buitengewoon moeilijke toestand. Hoe zwaar u het ook had met weinig land, hoge belasting, inkomende rechten en oorlogen door de regering uitgelokt, tot heden hebt u in het geloof aan de Tsaar geleefd, in het vertrouwen, dat men zonder zijn macht niet kan leven, en u hebt u nederig aan de regering onderworpen. 
- 
-Hoe slecht de Tsaristische regering u ook bestuurde, u hebt u nederig onderworpen,​ zolang zij de enige was. Maar nu, nadat een gedeelte van het volk in opstand is gekomen en opgehouden heeft aan de regering van de Tsaar te gehoorzamen,​ haar begon te bestrijden, nu er op vele plaatsen twee regeringen ontstaan zijn, in plaats van een, en elk van beide gehoorzaamheid eist, nu kunt u uzelf niet langer, evenals vroeger, nederig onderwerpen,​ zonder te onderzoeken of de regering u ten goede of ten kwade leidt, maar moet u kiezen welke van beide u te gehoorzamen heeft. Wat zult u nu doen? Niet de myriaden arbeiders, die in de steden rondlopen, en zich voortdurend verplaatsen;​ maar u, het werkelijke, grote, honderd miljoen tellende, akkerbouwende volk! 
- 
-De oude Tsaristische regering zegt tot u: „Luistert niet naar de oproerlingen;​ zij beloven u veel, doch zullen u misleiden. Blijft mij getrouw, en ik zal al uw noden lenigen.” 
- 
-De oproerlingen zeggen tot u: „Gelooft de Tsarenregering niet; zoals zij u steeds gemarteld heeft, zal zij voortgaan u te martelen. Sluit u bij ons aan, helpt ons, en wij zullen u een regering geven, gelijk aan die der meest vrije staten. U zult dan zelf uw ambtenaren kiezen, uzelf regeren en zelf uw misstanden te verbeteren.” 
- 
-Wat zult u doen? 
- 
-De oude regering ondersteunen?​ Maar de oude regering heeft reeds zolang beloofd u uit uw ellende op te hellen, en niet alleen heeft zij dit niet gedaan, maar doet de ergste misstanden nog toenemen: de ellende van grondbezit, belasting en militarisme. 
- 
-U aansluiten bij de oproerlingen?​ Dezen beloven u een even goede regering als er in de meest vrije landen bestaat. Maar overal waar zulke uit verkiezingen voortkomende regeringen bestaan, als bijv. in de Franse en Amerikaanse republieken,​ wordt, evenals bij ons, niets aan de grote nationale misstanden verbeterd; overal bevindt zich, evenals bij ons, en meer nog dan bij ons, de grond in de handen der rijken; overal wordt het volk, evenals bij ons, ongevraagd met belastingen en tolrechten overladen, ook worden overal, evenals bij ons, zonder het volk er in te kennen, legers onderhouden,​ oorlogen verklaard en gevoerd, zodra de machthebbers het voor hun belang nodig achten. Bovendien heeft zich hier nog geen nieuwe regering gevestigd, en men weet nog niet van welken aard zij zijn zal. 
- 
-Maar niet alleen dat bet u geen voordelen aanbiedt u bij deze of gene regering aan te sluiten: u kunt het voor God en uw geweten niet verantwoorden. De oude regering bijstaan betekent hetzelfde te doen, wat in de laatsten'​ tijd in Odessa, Sebastopol, Kiev, Riga, Moskou en de Kaukasus is geschied; betekent: in de gevangenis werpen, moorden, ophangen, levend verbranden, terechtstellen,​ op de straat neerschieten,​ kinderen en vrouwen doden. Zich bij de revolutionairen aansluiten betekent hetzelfde te doen: mensen doden, bommen werpen, brandstichten,​ plunderen, tegen de soldaten vechten, ter dood veroordelen. ophangen. 
- 
-Daarom kunt en moet u thans, arbeidend christelijk volk, nu de Tsarenregering u tot een strijd tegen uw broeders oproept, en de revolutionairen u tot hetzelfde trachten over te halen, niet langer ter wille van uw voordeel, maar voor God en uw geweten, slechts dit doen: u noch bij de oude noch bij de nieuwe regering aansluiten, en noch de een noch de andere in haar onchristelijke handelingen ondersteunen. 
- 
-Zich onthouden van medeplichtigheid aan de daden der oude regering betekent echter: niet bij het leger, niet bij de politie dienen; geen desjatsky[4] en nachtwacht-dienst verrichten; aan geen rijksinstellingen,​ gemeenten, landsvertegenwoordigingen,​ vergaderingen en Doema’s uw medewerking verlenen. Geen deelnemen aan de daden der revolutionairen betekent echter: geen vergaderingen beleggen, geen verenigingen vormen, geen stakingen veroorzaken;​ geen brand stichten, geen vreemde woningen binnendringen,​ zich bij geen gewapenden opstand aansluiten. 
- 
-U bevindt u tegenover twee elkaar vijandig gezinde regeringen, en beide zetten u aan tot slechte, onchristelijke handelingen. Wat kunt u dus anders doen dan u verre houden van iedere regering'?​ 
- 
-Men beweert dat het moeilijk, zo niet onmogelijk is zonder een regering te leven. U Russische arbeiders, bovenal u landbouwers,​ weet echter dat, wanneer u in uw dorpen een vreedzaam en arbeidzaam leven leidt, met gelijke rechten op de grond, wanneer u zelf uwe gemeente aangelegenheden in de Mir[5] regelt, dat u dan hoegenaamd geen regering nodig hebt. 
- 
-De regering heeft u nodig, maar u landbouwers hebt de regering niet nodig. Daarom handelt u goed en verstandig, wanneer u uzelf in de tegenwoordige moeilijke omstandigheden,​ onder welke het even slecht is zich bij de een of de andere regering aan te sluiten, aan geen enkele onderwerpt. 
- 
-Als dit plaats grijpt met betrekking tot de landelijke bevolking, wat moeten dan de arbeiders in de fabrieken en werkplaatsen doen, die in vele streken talrijker zijn dan de landbouwers,​ en wier leven geheel in de macht der regering staat? 
- 
-Precies hetzelfde als de arbeiders op het land: geen regering gehoorzamen,​ en al hun krachten inspannen om tot het landleven terug te keren. 
- 
-U, in de steden wonende arbeiders, behoeft slechts, evenals de landlieden, op te houden met de regering te gehoorzamen,​ haar te dienen, en er zal een einde komen aan de macht der Regering, en met de vernietiging van deze macht zullen ook vanzelf die toestanden van slavernij, waarin u verkeert, opgeheven worden, aangezien deze slechts door de gewelddadige macht der regering in stand worden gehouden. U zelf echter levert deze gewelddadige macht. Het is alleen deze macht die in- en uitgaande rechten heft, die de voorwerpen, in eigen land geproduceerd,​ belast; alleen deze macht is het, die wetten uitvaardigt om monopolies en het eigendomsrecht op de grond te beschermen, die over het leger, dat u zelf levert, beschikt, om u in aanhoudende afhankelijkheid en gehoorzaamheid aan zichzelf en aan haar handlangers,​ de rijken, te houden. 
- 
-Hoe zal men echter zonder regering alle grote maatschappelijke aangelegenheden regelen, wanneer allen in gescheiden gezelschappen leven? Hoe zullen verkeerswegen,​ spoorwegen, telegrafen, posterijen, stoomvaartlijnen,​ instellingen van hoger onderwijs, bibliotheken,​ alsook de handel, zich organiseren,​ wanneer er geen regering is? 
- 
-De runensteen zijn er zo aan gewend dat de regeringen alle maatschappelijke aangelegenheden regelen, dat zij deze als door de regeringen in het leven geroepen beschouwen, en menen dat men zonder regering noch hogescholen,​ noch verkeerswegen,​ posterijen, bibliotheken en handels verbindingen in ’t leven zou kunnen roepen. Dat is echter niet juist. De grootste maatschappelijke ondernemingen worden niet slechts bij de een of andere natie, maar bij de meest verschillende volkeren zonder enige hulp der regering door particulieren op touw gezet. Aldus ontstaan allerlei internationale wetenschappelijke,​ commerciële en industriële verenigingen. Niet slechts zijn de regeringen voor zulke door vrijwillig initiatief ontstane verbindingen,​ wanneer zij er zich mede gaan bemoeien, niet bevorderlijk,​ maar zelfs hinderlijk. 
- 
-„Maar als u de regering niet wilt gehoorzamen,​ geen belasting betalen en geen soldaten leveren, dan zullen vreemde volken komen en u onderwerpen,​” — zo spreken in de regel de lieden, die het nodig achten om over u te heersen. Gelooft hen niet. Leeft slechts, de grond als gemeen goed beschouwend,​ zonder soldaten te leveren en zonder belasting te betalen, behalve zoveel als u vrijwillig voor gemeenschappelijke doeleinden bijdraagt; regelt op vreedzame wijze uw onderlinge onenigheden,​ en als vreemde volken deze, uw levenswijze leren kennen, zullen zij niet komen om u onder het juk te brengen; en al mochten zij komen, dan zullen zij, bij het aanschouwen van zulk een levenswijze,​ deze van u overnemen, en, in plaats van u de oorlog aan te doen, zich bij u aansluiten. Alle volken hadden immers, en hebben nog, evenals u, van hun regeringen te lijden en van hun twisten, om ’t even of het een gewapenden, een handels- en industrie- of een klassenstrijd van verschillende partijen betreft. Bij alle christelijke volken bestaat een streven, welks hoofddoel is: zich van de regering te bevrijden. Maar deze bevrijding levert aan de volken, waarvan de meeste de landbouw hebben opgegeven, en een industrieel stadsleven leiden, waarbij zij zich de arbeid van andere volken ten nutte maken, buitengewoon grote moeilijkheden op. Zulk een bevrijding wordt thans onder hen door het socialisme voorbereid. Maar voor u, Russische arbeiders, die hoofdzakelijk van de landbouw leeft en in uw eigen behoeften voorziet, is deze bevrijding bijzonder gemakkelijk. Sedert lang is de regering voor u geen noodzakelijkheid,​ zelfs geen gemak meer, maar een grote last en ellende, waarvoor u niet de minste vergoeding wordt geboden. 
- 
-De Regering, en deze alleen, ontneemt u het land, op grond van haar gezag; de regering legt in de vorm van belasting en in- en uitgaande rechten beslag op een groot gedeelte van de vruchten van uw arbeid; zij alleen berooft u van de arbeidskrachten uwer zonen, als zij hen als soldaten in de gelederen plaatst en tot moorddadige oorlogen uitzendt. 
- 
-De regering is immers geen door God ingestelde onvermijdelijke voorwaarde van het menselijk leven, evenals bijv. de landbouw, het huwelijk, het gezin, het onderling verkeer der mensen — instellingen die zullen blijven bestaan zolang er mensen zijn. De regering is een menselijke instelling, in ’t leven geroepen, wanneer zij nodig is, om, evenals alle andere menselijke instellingen,​ te worden afgeschaft, wanneer zij heeft opgehouden nodig te zijn. 
- 
-In de oudheid had men mensenoffers,​ afgodendienst,​ orakels, folteringen,​ slavernij en zo veel meer. En dat alles werd afgeschaft, zodra het volk duidelijk had ingezien, dat die instellingen slechts last en ellende veroorzaakten. Hetzelfde is het geval met de regeringen. De regeringen hebben haar ontstaan te danken aan een tijd toen het volk wild, wreedaardig en ruw was. De regeringen die men instelde waren even wreedaardig en ruw. Bijna alle regeringen hebben hare wetten van de heidense Romeinen overgenomen,​ en zijn tot heden dezelfde ruwe instellingen gebleven, met gewelddadige afpersingen,​ soldaten, gevangenissen,​ terechtstellingen,​ zoals die in de voorchristelijke tijd bestonden. Maar het volk, dat langzamerhand helderder begon te denken, had zulke regeringen steeds minder nodig; en zodoende zijn de meeste christelijke volken thans tot een punt gekomen, waar regeringen nog slechts een hinderpaal voor hen zijn. 
- 
-Het ei kan de schaal niet missen, zolang het kuiken nog niet is uitgebroed. Maar zodra de jonge vogel gereed is, vormt de schaal slechts een beletsel. Evenzo staat het met de regeringen: de meeste christelijke volken zijn zich daarvan bewust. Buitengewoon levendig wordt dit thans door het Russische volk gevoeld. 
- 
-„De regering is noodzakelijk;​ zonder regering kan men niet leven”, zeggen de mensen, thans te meer van deze noodzakelijkheid doordrongen,​ nu er troebelen onder het volk ontstaan. Wie zijn dan deze lieden, wien de integriteit der regering zozeer ter harte gaat? Het zijn dezelfde lieden, die van de arbeid van het volk bestaan en, van hun zonde bewust, vrezen overrompeld te worden, en zich er op verlaten, dat de door gelijkheid van belangen met hen verbonden regering hun leugen in bescherming zal nemen. Deze lieden hebben een regering hoog nodig, maar u, het volk, hebt die niet nodig. Voor u is de regering nooit iets anders dan een last geweest, is echter thans, nadat zij door haar slecht bestuur een opstand en een splitsing in twee regeringen heeft veroorzaakt,​ een klaarblijkelijk onheil en een grote zonde geworden, van welke u uzelf in ’t belang van uw stoffelijk en geestelijk welzijn behoort los te maken. 
- 
-Russische arbeiders, of u zich nu met één slag aan de ondergeschiktheid van iedere regering onttrekt, of dat u nog van lieden der oude of nieuwe regering, of eventueel van de regeringen van vreemde volken te lijden zult hebben, er blijft u ten slotte niets anders over dan op te houden u aan de regering te onderwerpen en, zonder haar, een nieuw leven te beginnen. 
- 
-Arbeiders op het land en in de stad, al zult u ook in de eersten tijd, wegens uw ongehoorzaamheid,​ van de oude zowel als de nieuwe regering te lijden hebben; al zult u ook niet aan de gevolgen van onderlinge twisten kunnen ontkomen, toch is al de ellende, hierdoor veroorzaakt,​ niets in vergelijking met de ellende en het leed, dat u thans van de regering te dulden hebt en nog dulden moet, indien u, de een of de andere regering, gehoorzamend,​ in die misdaden betrokken wordt, welke reeds hebben plaats gegrepen en welke de strijdende regeringen zullen voortgaan te plegen, indien u er door uw losscheuring van haar niet een einde aan maakt. 
- 
-Berust slechts in wat de een of andere regering van u verlangt, en waartoe zij u uitnodigt, begint slechts, de oude regering ondersteunend,​ een strijd tegen de revolutionairen,​ door u bij het leger, de politie of de scharen der zwarte bende aan te sluiten; of neemt van de anderen kant, de revolutionairen steunend, deel aan de stakingen, plunderingen,​ gewapenden opstand of welke verenigingen,​ verkiezingen en Doema’s ook — en u zult, daargelaten de vele zonden waarmede u uwe ziel bezwaart, u nauwelijks kunnen bezinnen, voordat de een of de andere regering. die de overwinning behaalt, u wederom de keten der slavernij om de nek werpt, al zijt u het ook geweest die haar de overwinning heeft helpen behalen. 
- 
- 
-Geeft slechts niet toe, onderwerpt u noch aan de een noch aan de andere, en u zult u van al uw onheil los maken, en vrij zijn. 
- 
-Voor u, Russisch arbeidersvolk,​ is er onder de tegenwoordige moeilijke omstandigheden slechts één uitweg: gehoorzaamheid te weigeren aan alle gewelddadig gezag, de daad van geweld vroom en ootmoedig te verdragen, maar u van alle deelname daaraan te onthouden. 
- 
-Deze uitweg is eenvoudig en gemakkelijk,​ en leidt zeker tot uw heil. Echter moet u, om zo te kunnen handelen, de macht van God en Zijn wet erkennen. 
- 
-„Wie tot het einde volhardt, zal het heil deelachtig worden!” Uw heil ligt in uwe handen. 
- 
-Gij arbeiders behoeft slechts op te houden de regering te gehoorzamen,​ en gij zult niet langer genoodzaakt zijn de voorwaarden,​ welke de fabrikanten u stellen, aan te nemen, maar gij zult zelf uw voorwaarden stellen, of zult uw eigen coöperatieve fabrieken oprichten van waren die het volk nodig heeft, of gij zult, na afschaffing van het grondbezit, tot het natuurlijke leven van de landbouwers overgaan. 
- 
-„Indien wij Russen echter terstond ons leven zóó gingen inrichten, dat wij de gehoorzaamheid aan de regering opzeiden, dan zou er geen Rusland meer zijn,” zullen diegenen zeggen, wien het voorkomt dat het iets van groot gewicht, nut en belang is, dat er een Rusland, d.w.z. een vereniging van vele en verschillende volken onder één scepter bestaat. 
- 
-Deze vereniging van vele en verschillende volkeren, die zich Rusland noemt, is echter voor u, Russische arbeiders, niet alleen niet noodzakelijk,​ maar het is juist deze vereniging, die een der hoofdoorzaken van uw ellende is. 
- 
-Wanneer men belastingen van u heft, wanneer men u onder in- en uitgaande rechten laat zuchten, zoals men dat met uw voorouders gedaan heeft, daarbij zware schulden aangaat, die u moet betalen; wanneer men soldaten uit uw midden wegneemt en hen dan naar alle wereldstreken uitzendt, om tegen mensen te strijden, die niets met u te maken hebben, en met wie u niets te maken hebt, dan geschiedt het alleen om dit Rusland, d.w.z. de gewelddadige vereniging van Polen, Finland, de Kaukasus, Midden-Azië,​ Mantsjoerije en andere landen en volken, onder ene heerschappij te houden. Maar daargelaten dat uit deze vereniging, die Rusland heet, al onze ellende voortkomt — zij berust tevens op een grote zonde, waaraan u uzelf ook onwillekeurig schuldig maakt, zolang u de regering gehoorzaamt. Om het bestaan van een Rusland, zoals het thans is, mogelijk te maken, moet men de Polen, Finnen, Letten, Georgiërs, Tartaren, Armeniërs en anderen in onderwerping houden. Om hen echter in onderwerping te houden, moet men hun verbieden te leven, zoals zij zouden willen leven, en, wanneer zij zich niet naar het verbod gedragen, hen tuchtigen en doden. Waarom zou u nu aan zulke euveldaden deelnemen, te meer daar zij ook de oorzaak van uw eigen ellende zijn? Laat hen, voor wie het bestaan van zulk een Rusland met heerschappij over Polen, Georgië en Finland nodig is, hun doeleinden zelf trachten te bereiken zo goed zij kunnen. U, arbeiders, hebt dat echter in ’t geheel niet nodig; uwe behoeften zijn van heel anderen aard. Wat u nodig heeft, is voldoende land, dat niemand u met geweld uw have en goed ontneemt, uw zonen tot soldaten maakt; en bovenal, dat niemand u ooit tot slechte handelingen dwingt. En dat alles zal worden vermeden, wanneer u slechts aan de eisen der regeringen, die u naar lichaam en ziel verwoesten en verderven, verder geen voldoening schenkt! 
- 
-===== Voetnoten ===== 
- 
-  * [1] Telega: (Russisch) platte kar, door paarden getrokken. 
-  * [2] Leo Tolstoj stichtte in vroeger jaren een school voor het volk, waar hij zijn eigen vrijzinnige,​ pedagogische grondbeginselen ingang trachtte te doen vinden. 
-  * [3] Circulus vitiosus: vicieuze cirkel 
-  * [4] „Desjalsky” is een helper of dienaar van een dorpsschout. 
-  * [5] Mir: de Russische gemeenteraad. 
- 
-{{tag>​pacifisme christen-anarchisme religie staat politiek revolutie}}