Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:gustav_landauer

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
namespace:gustav_landauer [27/12/19 17:08]
defiance
namespace:gustav_landauer [09/03/20 08:04] (huidige)
defiance
Regel 34: Regel 34:
 ==== Landauer en religie ==== ==== Landauer en religie ====
  
-Bij de religie moet bij Landauer een onderscheid gemaakt worden tussen zijn periode tot 1900 en de tijd daarna. Tot 1900 vertegenwoordigde Landauer in zijn verhandeling //“[[Christendom en Anarchisme]]”// (dat in 1895 verscheen in //De Socialist//) een standpunt dat de religie afwees. Vooral de monotheïstische religies (christendom,​ jodendom en islam) wees Landauer af op grond van het feit dat hij elke openbaring loochende. Dat bleek ook uit een tekst uit 1895 //“Over de Ontwikkelingsgeschiedenis van het Individu”//,​ waarin Landauer zich vooral uitspreekt ten gunste van Boeddha. Zijn hoogachting voor Boeddha baseerde hij op het feit, dat deze argumenten voor zijn beweringen leverde, terwijl alle andere godsdienststichters dat niet deden. Hij (Boeddha) gelooft dat hij onder het mystiek-symbolische gewaad van de leer der zielsverhuizing de diepe “kern der waarheid” heeft ontdekt en dat hij nu zonder dat gewaad de waarheid kan formuleren. Tot 1903 wees Landauer de religieuze begrippen (God, onsterfelijkheid,​ openbaring enz.) eenduidig af. Daartegenover stelt hij dan de eis tot rationaliteit en verheldering.+Bij de religie moet bij Landauer een onderscheid gemaakt worden tussen zijn periode tot 1900 en de tijd daarna. Tot 1900 vertegenwoordigde Landauer in zijn verhandeling //​Christendom en Anarchisme//​ (dat in 1895 verscheen in //Der Sozialist//) een standpunt dat de religie afwees. Vooral de monotheïstische religies (christendom,​ jodendom en islam) wees Landauer af op grond van het feit dat hij elke openbaring loochende. Dat bleek ook uit een tekst uit 1895 //“Over de Ontwikkelingsgeschiedenis van het Individu”//,​ waarin Landauer zich vooral uitspreekt ten gunste van Boeddha. Zijn hoogachting voor Boeddha baseerde hij op het feit, dat deze argumenten voor zijn beweringen leverde, terwijl alle andere godsdienststichters dat niet deden. Hij (Boeddha) gelooft dat hij onder het mystiek-symbolische gewaad van de leer der zielsverhuizing de diepe “kern der waarheid” heeft ontdekt en dat hij nu zonder dat gewaad de waarheid kan formuleren. Tot 1903 wees Landauer de religieuze begrippen (God, onsterfelijkheid,​ openbaring enz.) eenduidig af. Daartegenover stelt hij dan de eis tot rationaliteit en verheldering.
  
 In de verhandeling //​“[[Scepsis en Mystiek]]”//,​ die in 1903 is verschenen, blijkt sprake te zijn van een ommekeer in het denken van Landauer naar de mystiek. Verder zijn er voor hem beslist argumenten aanwezig zijn om over pantheïsme te spreken. Landauer heeft, vooral waardering voor Spinoza. Landauers visie op de religie, in de jaren dat hij zich op de mystiek richtte, is als volgt te karakteriseren:​ de concrete verschijningsvorm van het “kerkelijke christendom” ziet hij nog steeds als iets negatiefs. Met sympathie beziet hij diegenen, “die hartstochtelijk naar rust verlangden, maar die door niets tot rust konden komen : de ketters, sektariërs en mystici"​. Zijn achting voor de mystiek maakt het voor Landauer mogelijk om een positief verband te leggen met Christus. Hij interpreteert Christus als "​Symbool voor de Godwording van de mens”. Godwording betekent voor Landauer het opgaan van het Ik in de wereld, en juist dat heeft Christus laten zien. In de verhandeling //​“[[Scepsis en Mystiek]]”//,​ die in 1903 is verschenen, blijkt sprake te zijn van een ommekeer in het denken van Landauer naar de mystiek. Verder zijn er voor hem beslist argumenten aanwezig zijn om over pantheïsme te spreken. Landauer heeft, vooral waardering voor Spinoza. Landauers visie op de religie, in de jaren dat hij zich op de mystiek richtte, is als volgt te karakteriseren:​ de concrete verschijningsvorm van het “kerkelijke christendom” ziet hij nog steeds als iets negatiefs. Met sympathie beziet hij diegenen, “die hartstochtelijk naar rust verlangden, maar die door niets tot rust konden komen : de ketters, sektariërs en mystici"​. Zijn achting voor de mystiek maakt het voor Landauer mogelijk om een positief verband te leggen met Christus. Hij interpreteert Christus als "​Symbool voor de Godwording van de mens”. Godwording betekent voor Landauer het opgaan van het Ik in de wereld, en juist dat heeft Christus laten zien.
namespace/gustav_landauer.txt · Laatst gewijzigd: 09/03/20 08:04 door defiance