Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:ik_ben_een_werktuig_van_niets_en_niemand

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

namespace:ik_ben_een_werktuig_van_niets_en_niemand [15/09/20 07:40]
defiance aangemaakt
namespace:ik_ben_een_werktuig_van_niets_en_niemand [15/09/20 07:55] (huidige)
defiance
Regel 4: Regel 4:
   * Verschenen: 1987   * Verschenen: 1987
   * Bron: De Vrije Gedachte, Rotterdam , 1987   * Bron: De Vrije Gedachte, Rotterdam , 1987
 +  * Digitalisering:​ [[Jeroen ten Dam]]
  
-Een brochure van Pszisko Jacobs over [[Max Stirner]] (Johann Caspar Schmidt).+Een brochure van Pszisko Jacobs over [[Max Stirner]] (Johann Caspar Schmidt) ​en zijn [[individualisme|individualistische]] filosofie.
  
 ---- ----
Regel 32: Regel 33:
 En voor het overige is het zo dat een persoon ons eerder aanspreekt dan zijn ideeën. Het concrete gaat voor het abstracte. Maar het kan ook een beletsel vormen: de voorstelling die wij van de betrokkene hebben gekregen kan verhinderend,​ althans belemmerend,​ werken bij het verstaan van de desbetreffende opvattingen. Denk maar eens aan de persoonsbeschrijving die mijn moeder destijds van Max Stirner gaf. En voor het overige is het zo dat een persoon ons eerder aanspreekt dan zijn ideeën. Het concrete gaat voor het abstracte. Maar het kan ook een beletsel vormen: de voorstelling die wij van de betrokkene hebben gekregen kan verhinderend,​ althans belemmerend,​ werken bij het verstaan van de desbetreffende opvattingen. Denk maar eens aan de persoonsbeschrijving die mijn moeder destijds van Max Stirner gaf.
  
-Mijn moeder staat in dat opzicht stellig niet alleen, zeker niet waar het om deze filosoof gaat. Ik moet in dit verband allereerst denken aan de man die Stirners werk weer onder de aandacht heeft gebracht, aan John Henry Mackay (1864-1933). Het zal ons pas na grondig lezen van Stirners teksten en na serieuze kennisname van zijn tijd en milieu lukken een wat passender beeld van zijn persoon te vormen. Mackay was namelijk een te geëxalteerd persoon om een enigermate objectieve beschrijving van de filosoof in kwestie te kunnen brengen. Mackay'​s //​Stirner//​[1] heeft al te veel weg van Mackay zelf en van diens kijk op de wereld. Overigens geldt dit bezwaar in meer of mindere mate voor iedere beschouwing,​ dus ook voor de mijne.+Mijn moeder staat in dat opzicht stellig niet alleen, zeker niet waar het om deze filosoof gaat. Ik moet in dit verband allereerst denken aan de man die Stirners werk weer onder de aandacht heeft gebracht, aan [[John Henry Mackay]] (1864-1933). Het zal ons pas na grondig lezen van Stirners teksten en na serieuze kennisname van zijn tijd en milieu lukken een wat passender beeld van zijn persoon te vormen. Mackay was namelijk een te geëxalteerd persoon om een enigermate objectieve beschrijving van de filosoof in kwestie te kunnen brengen. Mackay'​s //​Stirner//​[1] heeft al te veel weg van Mackay zelf en van diens kijk op de wereld. Overigens geldt dit bezwaar in meer of mindere mate voor iedere beschouwing,​ dus ook voor de mijne.
  
 ===== 2. Van fluitenmakerszoon tot Laufbursche ===== ===== 2. Van fluitenmakerszoon tot Laufbursche =====
Regel 48: Regel 49:
 In 1837 - hij is dan ruim dertig jaar - trouwt hij met Anna Clara Kunigunde Burtz (1815-1838),​ een dan eenentwintigjarige. Het jaar daaropvolgend sterft zij in het kraambed, tezamen met hun kind. Hoewel Stirners biograaf meent dat haar dood een slag voor hem is geweest, laat zich dat nergens bewijzen. Maar zelfs wanneer Stirner van haar gehouden heeft - en waarom zou dit niet het geval zijn geweest - dan is hij toch vooral iemand die in en door boeken en publicaties bestaat. Hij is het type van de intellectueel en in dat opzicht bepaald niet vrij van idées fixes. In 1837 - hij is dan ruim dertig jaar - trouwt hij met Anna Clara Kunigunde Burtz (1815-1838),​ een dan eenentwintigjarige. Het jaar daaropvolgend sterft zij in het kraambed, tezamen met hun kind. Hoewel Stirners biograaf meent dat haar dood een slag voor hem is geweest, laat zich dat nergens bewijzen. Maar zelfs wanneer Stirner van haar gehouden heeft - en waarom zou dit niet het geval zijn geweest - dan is hij toch vooral iemand die in en door boeken en publicaties bestaat. Hij is het type van de intellectueel en in dat opzicht bepaald niet vrij van idées fixes.
  
-Ruim een jaar na haar dood slaagt Stirner erin leraar te worden aan een particuliere school voor meisjes. Dat verschaft hem een zeker inkomen en maakt het hem mogelijk zich wat meer onder de mensen te begeven. Doordat hij stellig geen gezelschapsmens is en op grond van zijn eruditie en interesses ongeschikt om in kleinburgerlijke kring te verkeren, zoekt hij kontakten in bierlokalen en wijnschenkerijen. Dergelijke contacten zijn weinig verplichtend. Overigens is deze manier van zich onder de mensen begeven heel niet uitzonderlijk in die dagen. Veel mannen deden dat, om wat te spelen, om veel te praten en zelfs om echt te discussiëren. Zo wordt Stirner stamgast in het Berlijnse wijnlokaal Hippel, wordt er zelfs opgenomen in de kring van de '​Freien von Hippel'​. Die contacten met lieden van allerlei slag - waaronder voor- en tegenstanders van Hegel, en mensen als Marx (1818-1883) en Engels (1820-1895) - sporen hem aan tot publiceren. Daarmede begint hij in 1842, aanvankelijk in hoofdzaak in de Rheinische Zeitung, een krant die in 1843 verboden wordt. Stirner schrijft voornamelijk over opvoeding, religie en kunst.+Ruim een jaar na haar dood slaagt Stirner erin leraar te worden aan een particuliere school voor meisjes. Dat verschaft hem een zeker inkomen en maakt het hem mogelijk zich wat meer onder de mensen te begeven. Doordat hij stellig geen gezelschapsmens is en op grond van zijn eruditie en interesses ongeschikt om in kleinburgerlijke kring te verkeren, zoekt hij kontakten in bierlokalen en wijnschenkerijen. Dergelijke contacten zijn weinig verplichtend. Overigens is deze manier van zich onder de mensen begeven heel niet uitzonderlijk in die dagen. Veel mannen deden dat, om wat te spelen, om veel te praten en zelfs om echt te discussiëren. Zo wordt Stirner stamgast in het Berlijnse wijnlokaal Hippel, wordt er zelfs opgenomen in de kring van de '​Freien von Hippel'​. Die contacten met lieden van allerlei slag - waaronder voor- en tegenstanders van Hegel, en mensen als Marx (1818-1883) en Engels (1820-1895) - sporen hem aan tot publiceren. Daarmede begint hij in 1842, aanvankelijk in hoofdzaak in de //Rheinische Zeitung//, een krant die in 1843 verboden wordt. Stirner schrijft voornamelijk over opvoeding, religie en kunst.
  
 In dat wijnlokaal leert hij Maria Dähnhardt (1818-1902) kennen, een ongewone vrouw. Dat ongewone zat hem niet alleen in het feit dat zij sigaren rookte. Veel uitzonderlijker was dat zij als gelijkwaardige verkeerde - en ook het woord voerde - in een milieu waar zulks heel niet gebruikelijk was. Maar sinds de juli-revolutie in 1830 en, verder terug, de Franse revolutie had de wereld een wat ander aanzien gekregen. In dat wijnlokaal leert hij Maria Dähnhardt (1818-1902) kennen, een ongewone vrouw. Dat ongewone zat hem niet alleen in het feit dat zij sigaren rookte. Veel uitzonderlijker was dat zij als gelijkwaardige verkeerde - en ook het woord voerde - in een milieu waar zulks heel niet gebruikelijk was. Maar sinds de juli-revolutie in 1830 en, verder terug, de Franse revolutie had de wereld een wat ander aanzien gekregen.
  
-Maria zal zoiets als een 'vrije vrouw' geweest zijn. Tussen haar en de kleine hoogvoorhoofdige klikte het, zodat ze in 1843 trouwden. Vanaf dat moment heeft Stirner mede de beschikking over flink wat geld. Eindelijk kan hij doen wat hij al zo lange tijd beoogt: handelen als de intellectueel die hij is. Hij zet zich nog meer aan het schrijven en het jaar daaropvolgend wijdt hij zich geheel aan het publiceren. Stirner is er van overtuigd dat het manuscript waaraan hij de laatste hand legt hem beroemd zal maken. Zijn boek, waarin hij alles zal zeggen wat hij tegen de wereld en het leven heeft, komt uit: Der Einzige und sein Eigentum verschijnt.+Maria zal zoiets als een 'vrije vrouw' geweest zijn. Tussen haar en de kleine hoogvoorhoofdige klikte het, zodat ze in 1843 trouwden. Vanaf dat moment heeft Stirner mede de beschikking over flink wat geld. Eindelijk kan hij doen wat hij al zo lange tijd beoogt: handelen als de intellectueel die hij is. Hij zet zich nog meer aan het schrijven en het jaar daaropvolgend wijdt hij zich geheel aan het publiceren. Stirner is er van overtuigd dat het manuscript waaraan hij de laatste hand legt hem beroemd zal maken. Zijn boek, waarin hij alles zal zeggen wat hij tegen de wereld en het leven heeft, komt uit: //Der Einzige und sein Eigentum// verschijnt.
  
 Helaas blijkt de wereld niet op zijn schokkende uiteenzettingen te zitten wachten. Het boek trekt wel de aandacht, maar dit in zeer beperkte kring, in hoofdzaak onder filosofen en maatschappijcritici. Marx levert er een uitvoerige kritiek op, een negatieve overigens. Hoe dan ook: het werk wordt vrijwel niet verkocht. De aanmaak ervan heeft veel geld gekost. Stirner is gedwongen om vertalingen te gaan maken. Maar dat levert niet veel op. En zo maakt de slinkende voorraad munten in hun geldkist een almaar holler geluid. ​ Helaas blijkt de wereld niet op zijn schokkende uiteenzettingen te zitten wachten. Het boek trekt wel de aandacht, maar dit in zeer beperkte kring, in hoofdzaak onder filosofen en maatschappijcritici. Marx levert er een uitvoerige kritiek op, een negatieve overigens. Hoe dan ook: het werk wordt vrijwel niet verkocht. De aanmaak ervan heeft veel geld gekost. Stirner is gedwongen om vertalingen te gaan maken. Maar dat levert niet veel op. En zo maakt de slinkende voorraad munten in hun geldkist een almaar holler geluid. ​
  
-Zijn vrouw, de zo zelfstandige Maria, raakt er steeds meer van overtuigd dat zij met dit huwelijk een misgreep heeft gedaan: haar echtgenoot heeft alle geld verbruikt, kan niet voor inkomsten zorgen, blijft een onopvallende en onbekende figuur die er niet in slaagt zijn plannen te verwerkelijken. Ook op andere wijze moet de liefde tot hem in wrevel veranderd zijn. Na nog geen drie jaar wordt er gescheiden. Maria vertrekt diep teleurgesteld naar Engeland, waar Mackay haar een halve eeuw later zal spreken. In alle opzichten gaat het dan ononderbroken met hem bergafwaarts. In die situatie is het hem natuurlijk niet langer mogelijk met de '​Freien'​ te verkeren. Aan zijn hoofdwerk Der Einzige und sein Eigentum valt goed af te lezen dat hij zich niet gemakkelijk bij anderen aansluit, in feite een eenmansganger is. Zoiets versterkt weliswaar het gevoel van enig te zijn, maar vergroot ook de eenzaamheid.+Zijn vrouw, de zo zelfstandige Maria, raakt er steeds meer van overtuigd dat zij met dit huwelijk een misgreep heeft gedaan: haar echtgenoot heeft alle geld verbruikt, kan niet voor inkomsten zorgen, blijft een onopvallende en onbekende figuur die er niet in slaagt zijn plannen te verwerkelijken. Ook op andere wijze moet de liefde tot hem in wrevel veranderd zijn. Na nog geen drie jaar wordt er gescheiden. Maria vertrekt diep teleurgesteld naar Engeland, waar Mackay haar een halve eeuw later zal spreken. In alle opzichten gaat het dan ononderbroken met hem bergafwaarts. In die situatie is het hem natuurlijk niet langer mogelijk met de '​Freien'​ te verkeren. Aan zijn hoofdwerk ​//Der Einzige und sein Eigentum// valt goed af te lezen dat hij zich niet gemakkelijk bij anderen aansluit, in feite een eenmansganger is. Zoiets versterkt weliswaar het gevoel van enig te zijn, maar vergroot ook de eenzaamheid.
  
 Zijn boek is behalve al het andere een weerbarstige erkenning van zijn eigen plaats in het leven. Men zou mogen zeggen dat hij van zijn sociale minus - want als zodanig moet zijn probleemrijke contactloosheid toch wel worden gedefinieerd - een morele plus heeft gemaakt. De in zijn werk verwoorde filosofie heeft hem hoe dan ook verzoend met zijn eenzaamheid,​ deze zelfs tot middelpunt ervan gemaakt. Over de inhoud ervan straks vanzelfsprekend nog veel meer. Zijn boek is behalve al het andere een weerbarstige erkenning van zijn eigen plaats in het leven. Men zou mogen zeggen dat hij van zijn sociale minus - want als zodanig moet zijn probleemrijke contactloosheid toch wel worden gedefinieerd - een morele plus heeft gemaakt. De in zijn werk verwoorde filosofie heeft hem hoe dan ook verzoend met zijn eenzaamheid,​ deze zelfs tot middelpunt ervan gemaakt. Over de inhoud ervan straks vanzelfsprekend nog veel meer.
Regel 82: Regel 83:
 Nu we het hier toch over de heersende tradities in die dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw hebben, moet opgemerkt dat er toen duidelijk al aan de bestaande verhoudingen werd gemorreld. Zonder ons schuldig te maken aan overdrijving mogen wij zeggen dat er sprake was van een roerige overgangsperiode. De eerste jaren na het verdwijnen van Napoleon kenmerken zich door een zekere ontspanning:​ de vrees voor oorlog en geweldpleging was voorbij. De gebeurtenissen konden weer hun normale verloop hebben. Maar wat heet hier normaal? Het feodale tijdperk had met en door de Franse revolutie in essentie zijn einde gevonden. De bourgeoisie was aan de macht gekomen, niet zomaar door legers en regeringsbesluiten maar door haar almaar groeiende economische betekenis: de moderne kapitalistische productiewijze had definitief haar plaats ingenomen. Nu we het hier toch over de heersende tradities in die dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw hebben, moet opgemerkt dat er toen duidelijk al aan de bestaande verhoudingen werd gemorreld. Zonder ons schuldig te maken aan overdrijving mogen wij zeggen dat er sprake was van een roerige overgangsperiode. De eerste jaren na het verdwijnen van Napoleon kenmerken zich door een zekere ontspanning:​ de vrees voor oorlog en geweldpleging was voorbij. De gebeurtenissen konden weer hun normale verloop hebben. Maar wat heet hier normaal? Het feodale tijdperk had met en door de Franse revolutie in essentie zijn einde gevonden. De bourgeoisie was aan de macht gekomen, niet zomaar door legers en regeringsbesluiten maar door haar almaar groeiende economische betekenis: de moderne kapitalistische productiewijze had definitief haar plaats ingenomen.
  
-Door dat alles was er een sfeer van ruimte en opnieuw beginnen ontstaan, een verheugende maar ook een beangstigende sfeer. De zich verheugenden waren de bezitters van fabrieken, werkplaatsen en machines, tezamen met de relaties van die bezitters. De beangstigden waren de uit hun levensbaan gestoten kleine zelfstandigen,​ de ambachtslieden en de (keuter)boeren. De eerste goed waarneembare stappen op de weg naar het grootkapitalisme ​waren gezet, waarmede tegelijkertijd de grote sociaaleconomische neergang der '​kleyne luyden'​ een aanvang had genomen. Hoewel Stirners eigen economische en sociale neergang onmiskenbaar is, kan niet gezegd worden dat dit rechtstreeks zijn oorzaak vond in plotselinge negatieve ontwikkelingen. Anders geformuleerd:​ dat hij verarmde, lag aan zijn eigen karakter, aan zijn psychisch onvermogen. En vanaf deze conclusie komen wij meteen op een andere conclusie: zijn opvoeding moet hem belet hebben om een zogenaamd geslaagd lid van de samenleving te worden. We laten hier in het midden of dit negatief dan wel positief moet worden beoordeeld. Kapitalistisch ingestelde lieden en conservatieven zouden hier een negatief oordeel vellen, progressieve lieden - en zeker de anarchisten onder hen - zouden zo'n sociale ongeschiktheid als positief zien.+Door dat alles was er een sfeer van ruimte en opnieuw beginnen ontstaan, een verheugende maar ook een beangstigende sfeer. De zich verheugenden waren de bezitters van fabrieken, werkplaatsen en machines, tezamen met de relaties van die bezitters. De beangstigden waren de uit hun levensbaan gestoten kleine zelfstandigen,​ de ambachtslieden en de (keuter)boeren. De eerste goed waarneembare stappen op de weg naar het groot-kapitalisme ​waren gezet, waarmede tegelijkertijd de grote sociaaleconomische neergang der '​kleyne luyden'​ een aanvang had genomen. Hoewel Stirners eigen economische en sociale neergang onmiskenbaar is, kan niet gezegd worden dat dit rechtstreeks zijn oorzaak vond in plotselinge negatieve ontwikkelingen. Anders geformuleerd:​ dat hij verarmde, lag aan zijn eigen karakter, aan zijn psychisch onvermogen. En vanaf deze conclusie komen wij meteen op een andere conclusie: zijn opvoeding moet hem belet hebben om een zogenaamd geslaagd lid van de samenleving te worden. We laten hier in het midden of dit negatief dan wel positief moet worden beoordeeld. Kapitalistisch ingestelde lieden en conservatieven zouden hier een negatief oordeel vellen, progressieve lieden - en zeker de anarchisten onder hen - zouden zo'n sociale ongeschiktheid als positief zien.
  
 Hoe het ook zij, vanuit Stirners oorspronkelijke milieu bekeken was hij een maatschappelijke mislukkeling. Zo'n milieu laat dit weten, doet er zeker niet het zwijgen toe. De betrokkene kan daarop reageren door deemoedig het hoofd te buigen dan wel zich op bescheiden toon te verdedigen. Maar een andere reactie komt ook voor, zij het wat minder frequent: de persoon in kwestie wijst alle persoonlijke schuld van de hand, wijt de situatie waarin hij verkeert aan anderen en aan toevallige pech. Hoe het ook zij, vanuit Stirners oorspronkelijke milieu bekeken was hij een maatschappelijke mislukkeling. Zo'n milieu laat dit weten, doet er zeker niet het zwijgen toe. De betrokkene kan daarop reageren door deemoedig het hoofd te buigen dan wel zich op bescheiden toon te verdedigen. Maar een andere reactie komt ook voor, zij het wat minder frequent: de persoon in kwestie wijst alle persoonlijke schuld van de hand, wijt de situatie waarin hij verkeert aan anderen en aan toevallige pech.
Regel 112: Regel 113:
 Alvorens dieper op Stirners hoofdwerk en de daarin vervatte filosofie in te gaan volgen hier eerst wat beoordelingen ervan. Alvorens dieper op Stirners hoofdwerk en de daarin vervatte filosofie in te gaan volgen hier eerst wat beoordelingen ervan.
  
-Eerst maar wat tijdgenoten van hem. Karl Marx (1818-1883) en Friedrich Engels (1820-1895) leerden Stirner kennen in de kring van de '​Freien von Hippel'​ in Berlijn. Zeker is dat ze daar met elkaar in debat zijn geweest, aanhangers-bestrijders van Hegel die ze allen waren. Stirner gaat publiceren in Marx’ //​Rheinische Zeitung//. Van Stirners hoofdwerk zegt Engels in een brief aan Marx: "die opstandige woede van Stirner",​ een uitspraak die wij in gedachten moeten houden. Marx heeft Der Einzige op zijn bekende langademige manier bekritiseerd in zijn //Die Deutsche Ideologie//​.[2] En Ludwig Feuerbach (1806-1872) zegt ergens letterlijk: "​Stirner ist der gewaltigste und freieste Schriftsteller,​ den ich kennen gelernt [habe]"​.+Eerst maar wat tijdgenoten van hem. Karl Marx (1818-1883) en Friedrich Engels (1820-1895) leerden Stirner kennen in de kring van de '​Freien von Hippel'​ in Berlijn. Zeker is dat ze daar met elkaar in debat zijn geweest, aanhangers-bestrijders van Hegel die ze allen waren. Stirner gaat publiceren in Marx’ //​Rheinische Zeitung//. Van Stirners hoofdwerk zegt Engels in een brief aan Marx: "die opstandige woede van Stirner",​ een uitspraak die wij in gedachten moeten houden. Marx heeft //Der Einzige// op zijn bekende langademige manier bekritiseerd in zijn //Die Deutsche Ideologie//​.[2] En Ludwig Feuerbach (1806-1872) zegt ergens letterlijk: "​Stirner ist der gewaltigste und freieste Schriftsteller,​ den ich kennen gelernt [habe]"​.
  
 Met dat al mogen wij niet uit het oog verliezen dat de mart in kwestie erop uit geweest is om de opvattingen van genoemde lieden naar de mestvaalt te verwijzen. De schrijver en zijn boek raakten in de vergetelheid. Maar er zijn gelukkig altijd weer mensen die met hun speuren in het verleden geestelijke schatten opdelven. Zo'n speurder was John Henry Mackay (1864-1933),​ een van origine rijke Schot die zich tot Duitser liet naturaliseren. Hij publiceerde een nogal geëxalteerde biografie over Stirner, een biografie die behalve informerend ook versluierend was.[3] Met dat al mogen wij niet uit het oog verliezen dat de mart in kwestie erop uit geweest is om de opvattingen van genoemde lieden naar de mestvaalt te verwijzen. De schrijver en zijn boek raakten in de vergetelheid. Maar er zijn gelukkig altijd weer mensen die met hun speuren in het verleden geestelijke schatten opdelven. Zo'n speurder was John Henry Mackay (1864-1933),​ een van origine rijke Schot die zich tot Duitser liet naturaliseren. Hij publiceerde een nogal geëxalteerde biografie over Stirner, een biografie die behalve informerend ook versluierend was.[3]
  
-Desondanks blijft het Mackay'​s grote verdienste dat hij man en werk weer onder de aandacht heeft gebracht. Dat onze middelaar zich in het algemeen bediende van een wat opgeklopte schrijfwijze valt goed af te lezen aan zijn eigen publicaties,​ zoals Die Anarchisten[4] en //Der Freiheitsucher//​.[5]+Desondanks blijft het Mackay'​s grote verdienste dat hij man en werk weer onder de aandacht heeft gebracht. Dat onze middelaar zich in het algemeen bediende van een wat opgeklopte schrijfwijze valt goed af te lezen aan zijn eigen publicaties,​ zoals Die Anarchisten[4] en //[[De vrijheidszoeker|Der Freiheitsucher]]//.[5]
  
-Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919) stond zeker niet afwijzend tegenover Stirners opvattingen. Hij noemde hem een consequente individualist en een analytisch denker die de werkelijkheid beschrijft, een ontrafelaar van de realiteit dus. Met deze definitie heeft Domela Nieuwenhuis Stirner bijgezet in het panopticum van grote en minder grote anarchisten. Dat Domela hem hierbij abusievelijk de doctortitel ​meegeeft, zullen wij hem maar vergeven.+Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919) stond zeker niet afwijzend tegenover Stirners opvattingen. Hij noemde hem een consequente individualist en een analytisch denker die de werkelijkheid beschrijft, een ontrafelaar van de realiteit dus. Met deze definitie heeft [[Ferdinand ​Domela Nieuwenhuis]] Stirner bijgezet in het panopticum van grote en minder grote anarchisten. Dat Domela hem hierbij abusievelijk de doctorstitel ​meegeeft, zullen wij hem maar vergeven.
  
 Een heel wat minder positief oordeel heeft H.P.G. Quack (1834-1917),​ de bekende schrijver van //De socialisten//​[6] over Stirners boek. Hij zegt daarvan: "​pikant in den slechten zin van het woord, want door het geheele boek straalt het doel van den schrijver heen, om ten koste van alles opzien te baren."​ En hij vindt dat er "een atmosfeer van bier en tabakswalm uit lange Duitsche pijpen over dit boek hangt"​. Een heel wat minder positief oordeel heeft H.P.G. Quack (1834-1917),​ de bekende schrijver van //De socialisten//​[6] over Stirners boek. Hij zegt daarvan: "​pikant in den slechten zin van het woord, want door het geheele boek straalt het doel van den schrijver heen, om ten koste van alles opzien te baren."​ En hij vindt dat er "een atmosfeer van bier en tabakswalm uit lange Duitsche pijpen over dit boek hangt"​.
Regel 128: Regel 129:
 De bekende schrijver van revolutionair-proletarische '​romans'​ B. Traven (1882 - 1969) moet uitgesproken hebben dat hij een volgeling, zo niet een aanhanger van Max Stirner was. In het werk dat Traven beroemd zou maken (Dodenschip[7]) formuleert hij aldus: "Het tijdperk van de tirannen, despoten, absolute heersers, koningen, keizers en hun lakeien en minnaressen is overwonnen door een grotere tirannie, namelijk door het tijdperk van de vlag en dat van de staat met zijn lakeien"​. Hij bezigt hiermede de woorden die ook Stirner veelvuldig gebruikt heeft. De bekende schrijver van revolutionair-proletarische '​romans'​ B. Traven (1882 - 1969) moet uitgesproken hebben dat hij een volgeling, zo niet een aanhanger van Max Stirner was. In het werk dat Traven beroemd zou maken (Dodenschip[7]) formuleert hij aldus: "Het tijdperk van de tirannen, despoten, absolute heersers, koningen, keizers en hun lakeien en minnaressen is overwonnen door een grotere tirannie, namelijk door het tijdperk van de vlag en dat van de staat met zijn lakeien"​. Hij bezigt hiermede de woorden die ook Stirner veelvuldig gebruikt heeft.
  
-Albert de Jong (1891-1970),​ de bekende antimilitarist en anarcho-syndicalist,​ heeft een spitse definitie omtrent Stirners ideeën: "​Stirner ontwikkelt het standpunt dat het individu (het Ik) de enige werkelijkheid is. Al het andere heeft alleen waarde voorzover het dit Ik dient"​. En deze definiëring roept dan bij mij de herinnering op aan de vele discussies die zijn gevoerd over het individu en de massa.+[[Albert de Jong]] (1891-1970),​ de bekende antimilitarist en anarcho-syndicalist,​ heeft een spitse definitie omtrent Stirners ideeën: "​Stirner ontwikkelt het standpunt dat het individu (het Ik) de enige werkelijkheid is. Al het andere heeft alleen waarde voorzover het dit Ik dient"​. En deze definiëring roept dan bij mij de herinnering op aan de vele discussies die zijn gevoerd over het individu en de massa.
  
-[[Henk Eikeboom]] (1898-1945) kende Stirner voornamelijk op indirecte manier. Hij heeft Mackay, de herontdekker van de filosoof, goed gekend - ook persoonlijk ontmoet - en hij heeft samen met Carlo Dinaux (1898-1980),​ de bekende literaire recensent van later jaren, //Der Freiheitsucher//​ vertaald en uitgegeven. In zijn aan Mackay gewijde in memoriam (1933) noemt Eikeboom als diens belangrijkste publicatie Max Stirner, sein Leben und sein Werk, "​waarin hij den reeds geheel vergetene weer in het volle licht der verdiende belangstelling zette",​ later gevolgd door de publicatie Max Stirners kleinere Schriften. Eikeboom was overigens een merkwaardige sociaal-anarchist met een sterk individualistische inslag. Zie hiervoor mijn boek Henk Eikeboom, anarchist.+[[Henk Eikeboom]] (1898-1945) kende Stirner voornamelijk op indirecte manier. Hij heeft Mackay, de herontdekker van de filosoof, goed gekend - ook persoonlijk ontmoet - en hij heeft samen met Carlo Dinaux (1898-1980),​ de bekende literaire recensent van later jaren, //Der Freiheitsucher//​ vertaald en uitgegeven. In zijn aan Mackay gewijde in memoriam (1933) noemt Eikeboom als diens belangrijkste publicatie Max Stirner, sein Leben und sein Werk, "​waarin hij den reeds geheel vergetene weer in het volle licht der verdiende belangstelling zette",​ later gevolgd door de publicatie Max Stirners kleinere Schriften. Eikeboom was overigens een merkwaardige sociaal-anarchist met een sterk individualistische inslag. Zie hiervoor mijn boek //[[Henk Eikeboom, anarchist]]//.
  
 Jan Hoving (1877-1939),​ de in de periode tussen de twee wereldoorlogen zo bekende vrijdenker, wenst in Stirner alleen de filosoof van een ten top gevoerd egoïsme te zien. En hij verwijt de anarchisten,​ met name Mackay en zijn vrienden, dat deze Stirner tot een der hunnen hebben gemaakt. Maar hier moet wel even aan worden toegevoegd dat Hoving veel sympathie en waardering had voor Stirners filosofie en nogal afkerig was van de anarchisten,​ vooral van de anarchisten die lid waren van 'De Dageraad '. Van de vrijdenker Hoving mag men zeker verwachten dat hij het volkomen eens was met Stirners uitspraak dat de mensen bezeten zijn door waanideeën. Jan Hoving (1877-1939),​ de in de periode tussen de twee wereldoorlogen zo bekende vrijdenker, wenst in Stirner alleen de filosoof van een ten top gevoerd egoïsme te zien. En hij verwijt de anarchisten,​ met name Mackay en zijn vrienden, dat deze Stirner tot een der hunnen hebben gemaakt. Maar hier moet wel even aan worden toegevoegd dat Hoving veel sympathie en waardering had voor Stirners filosofie en nogal afkerig was van de anarchisten,​ vooral van de anarchisten die lid waren van 'De Dageraad '. Van de vrijdenker Hoving mag men zeker verwachten dat hij het volkomen eens was met Stirners uitspraak dat de mensen bezeten zijn door waanideeën.
Regel 136: Regel 137:
 Piet Spigt (1919-1990),​ een andere bekende vrijdenker, laat in zijn brochure In memoriam Max Stirner[8] weten dat hij de betekenis van //Der Einzige und sein Eigentum// vooral ziet in de volmaaktheid waarmede het werk de historische tendens van die tijd weergeeft. En onomwonden stelt Spigt met betrekking tot //Der Einzige//: "Het was de vastbesloten rebellie van één mens". Waarmee de uiterst individualistische instelling van de man met het hoge voorhoofd nogmaals beklemtoond wordt.'​ Piet Spigt (1919-1990),​ een andere bekende vrijdenker, laat in zijn brochure In memoriam Max Stirner[8] weten dat hij de betekenis van //Der Einzige und sein Eigentum// vooral ziet in de volmaaktheid waarmede het werk de historische tendens van die tijd weergeeft. En onomwonden stelt Spigt met betrekking tot //Der Einzige//: "Het was de vastbesloten rebellie van één mens". Waarmee de uiterst individualistische instelling van de man met het hoge voorhoofd nogmaals beklemtoond wordt.'​
  
-George Woodcock (1912-1995),​ de eminente auteur van //​Anarchism//​[9] en andere voortreffelijke werken, heeft zo het een en ander aan conclusies met betrekking tot Stirner voor ons in petto. Enkele ervan wil ik hier releveren. "In dezelfde mate als de meer typisch anarchistische denkers oefent hij kritiek uit op de bestaande samenleving in relatie tot haar autoritaire en tegen het individu gerichte karakter"​. Dat is nog heel bescheiden geformuleerd.+[[George Woodcock]] (1912-1995),​ de eminente auteur van //​Anarchism//​[9] en andere voortreffelijke werken, heeft zo het een en ander aan conclusies met betrekking tot Stirner voor ons in petto. Enkele ervan wil ik hier releveren. "In dezelfde mate als de meer typisch anarchistische denkers oefent hij kritiek uit op de bestaande samenleving in relatie tot haar autoritaire en tegen het individu gerichte karakter"​. Dat is nog heel bescheiden geformuleerd.
  
 Iets scherper in zijn bewoordingen is hij al wanneer hij zegt dat Stirners leer alle absolute uitspraken verwerpt alsook de instituten die zulke uitspraken doen, en dat de filosoof zicht uitsluitend baseert op het eigene van het individu. En nog weer wat scherper en ook meer ter zake is Woodcock wanneer hij zegt: "​Stirner nadert het nihilisme en het existentialisme in zijn ontkennen van het bestaan van natuurwetten en van gewone menselijkheid."​ Vooral dit laatste moeten wij in gedachten houden. Iets scherper in zijn bewoordingen is hij al wanneer hij zegt dat Stirners leer alle absolute uitspraken verwerpt alsook de instituten die zulke uitspraken doen, en dat de filosoof zicht uitsluitend baseert op het eigene van het individu. En nog weer wat scherper en ook meer ter zake is Woodcock wanneer hij zegt: "​Stirner nadert het nihilisme en het existentialisme in zijn ontkennen van het bestaan van natuurwetten en van gewone menselijkheid."​ Vooral dit laatste moeten wij in gedachten houden.
Regel 142: Regel 143:
 Over //Der Einzige// zegt Woodcock ons dan nog: "Op de bladzijden hiervan pleit hij niet alleen voor een egoïsme en een amoreel gedrag die door de negentiende-eeuwse geesten worden verafschuwd,​ hij valt eveneens het hele spectrum van het denken van zijn tijd aan". Wel, dat mag dan misschien wat al te veel van het goede (of slechte) zijn, een onbelangrijk denker kan onze vriend Stirner niet geweest zijn. Over //Der Einzige// zegt Woodcock ons dan nog: "Op de bladzijden hiervan pleit hij niet alleen voor een egoïsme en een amoreel gedrag die door de negentiende-eeuwse geesten worden verafschuwd,​ hij valt eveneens het hele spectrum van het denken van zijn tijd aan". Wel, dat mag dan misschien wat al te veel van het goede (of slechte) zijn, een onbelangrijk denker kan onze vriend Stirner niet geweest zijn.
  
-Dan, ter afsluiting van dit gedeelte, nog enige typerende opmerkingen van Anton Constandse (1899-1985) - typerend voor Stirner zo goed als voor hem-. In zijn //Het soevereine Ik//[10] zegt Constandse: '​Natuurlijk was het boek geschreven voor de weinigen die het konden kopen en lezen en begrijpen"​. En: "Er kwam een opleving in de belangstelling voor deze radicale ketter bij de eeuwwisseling. Voordien had het collectivisme in alle publicaties de overhand gekregen"​. En: "Max Stirner heeft te zeer het feit verwaarloosd dat persoonlijke vrijheid toch moet wortelen in een sociaal ideaal. Maar zijn protest tegen de vernedering van de menselijke persoonlijkheid was even eerlijk als gemotiveerd"​.+Dan, ter afsluiting van dit gedeelte, nog enige typerende opmerkingen van [[Anton Constandse]] (1899-1985) - typerend voor Stirner zo goed als voor hem-. In zijn //Het soevereine Ik//[10] zegt Constandse: '​Natuurlijk was het boek geschreven voor de weinigen die het konden kopen en lezen en begrijpen"​. En: "Er kwam een opleving in de belangstelling voor deze radicale ketter bij de eeuwwisseling. Voordien had het collectivisme in alle publicaties de overhand gekregen"​. En: "Max Stirner heeft te zeer het feit verwaarloosd dat persoonlijke vrijheid toch moet wortelen in een sociaal ideaal. Maar zijn protest tegen de vernedering van de menselijke persoonlijkheid was even eerlijk als gemotiveerd"​.
  
 Uit Constandse'​s boek //​Bevrijding door verachting//​[11] noteer ik hier: "De egoïst van Stirner wil geen dupe meer zijn, geen offer, geen werktuig van heersers en uitbuiters, die anderen het altruïsme preken, opdat ze onbelemmerd hun eigen belangen kunnen laten dienen"​. Ik ben het hiermede zeker niet oneens, maar had hier niet met evenveel recht kunnen staan "De egoïst Stirner',?​ Met een andere formulering heb ik wel moeite, daar waar hij zegt: "​Stirner is niet het type van de kluizenaar, maar van de naar vrijheid hunkerende levensgenieter,​ die vrienden zoekt en nodig heeft"​. Heeft Constandse het hier misschien over Constandse? Op Max Stirner is die uitspraak zeker niet van toepassing. Ik wil dat verderop nog toelichten. Uit Constandse'​s boek //​Bevrijding door verachting//​[11] noteer ik hier: "De egoïst van Stirner wil geen dupe meer zijn, geen offer, geen werktuig van heersers en uitbuiters, die anderen het altruïsme preken, opdat ze onbelemmerd hun eigen belangen kunnen laten dienen"​. Ik ben het hiermede zeker niet oneens, maar had hier niet met evenveel recht kunnen staan "De egoïst Stirner',?​ Met een andere formulering heb ik wel moeite, daar waar hij zegt: "​Stirner is niet het type van de kluizenaar, maar van de naar vrijheid hunkerende levensgenieter,​ die vrienden zoekt en nodig heeft"​. Heeft Constandse het hier misschien over Constandse? Op Max Stirner is die uitspraak zeker niet van toepassing. Ik wil dat verderop nog toelichten.
Regel 162: Regel 163:
 Alleen - en ik heb hier al op gewezen - Mackay was behalve een kind van zijn tijd, een tijd die zo'n vijftig jaar na die van Stirner lag, ook nog een man die gevangen zat in een anarchistische levensopvatting die eertijds niet eens bestond. Bovendien was onze biograaf niet iemand die onbevooroordeeld en zakelijk zijn onderwerpen wist te benaderen. Toch is de wijze waarop Mackay te werk is gegaan in principe de enig juiste en ook wij zullen onder gebruikmaking van de weinige echte gegevens in sterke mate gebruik moeten maken van onze interpretaties van Stirners werk op papier. Wat voor Mackay gold, namelijk dat hij een kind van zijn tijd was, geldt uiteraard ook voor ons. Alleen - en ik heb hier al op gewezen - Mackay was behalve een kind van zijn tijd, een tijd die zo'n vijftig jaar na die van Stirner lag, ook nog een man die gevangen zat in een anarchistische levensopvatting die eertijds niet eens bestond. Bovendien was onze biograaf niet iemand die onbevooroordeeld en zakelijk zijn onderwerpen wist te benaderen. Toch is de wijze waarop Mackay te werk is gegaan in principe de enig juiste en ook wij zullen onder gebruikmaking van de weinige echte gegevens in sterke mate gebruik moeten maken van onze interpretaties van Stirners werk op papier. Wat voor Mackay gold, namelijk dat hij een kind van zijn tijd was, geldt uiteraard ook voor ons.
  
-De afstand tot Stirner is sedert Mackay'​s dagen nog zo'n driekwart eeuw groter geworden. En niet alleen onze visie op het verleden is een heel anders dan die van de Duitse Schot, ook onze visie op de toekomst verschilt grondig. Mackay mocht aan het begin van de eeuw nog dromen vim een spoedige verwezenlijking van de nieuwe maatschappij,​ wij kunnen niet anders dan weemoedig glimlachen om zoveel ​naïeveteit. Wij denken veel meer in afzonderlijke acties op korte termijn - àls wij dat tenminste doen! - . Maar er zijn aan onze kant ook wat meer mogelijkheden om de man Stirner en zijn werk juister te duiden.+De afstand tot Stirner is sedert Mackay'​s dagen nog zo'n driekwart eeuw groter geworden. En niet alleen onze visie op het verleden is een heel anders dan die van de Duitse Schot, ook onze visie op de toekomst verschilt grondig. Mackay mocht aan het begin van de eeuw nog dromen vim een spoedige verwezenlijking van de nieuwe maatschappij,​ wij kunnen niet anders dan weemoedig glimlachen om zoveel ​naïeviteit. Wij denken veel meer in afzonderlijke acties op korte termijn - àls wij dat tenminste doen! - . Maar er zijn aan onze kant ook wat meer mogelijkheden om de man Stirner en zijn werk juister te duiden.
  
 Ten eerste is daar de historie zelf. Er is sinds Mackay'​s waardevolle pogingen op sociaal-historisch gebied veel meer bekend geworden omtrent allerlei voorvallen en gebeurtenissen. vervolgens heeft de historische beschouwingswijze wel enige verandering ondergaan. Zo is Marx' werk in deze bepaald niet voor niets geweest. Dan heeft men op filosofisch terrein ook niet stilgezeten. Maar belangrijkst van al is dat de wetenschappen die zich met de mens bezighouden reusachtig in omvang en betekenis zijn gegroeid. Antropologisch,​ sociologisch en vooral psychologisch beschikken wij over veel meer doorzicht dan Mackay'​s tijdgenoten en nog weer meer dan die van Max Stirner. Ten eerste is daar de historie zelf. Er is sinds Mackay'​s waardevolle pogingen op sociaal-historisch gebied veel meer bekend geworden omtrent allerlei voorvallen en gebeurtenissen. vervolgens heeft de historische beschouwingswijze wel enige verandering ondergaan. Zo is Marx' werk in deze bepaald niet voor niets geweest. Dan heeft men op filosofisch terrein ook niet stilgezeten. Maar belangrijkst van al is dat de wetenschappen die zich met de mens bezighouden reusachtig in omvang en betekenis zijn gegroeid. Antropologisch,​ sociologisch en vooral psychologisch beschikken wij over veel meer doorzicht dan Mackay'​s tijdgenoten en nog weer meer dan die van Max Stirner.
Regel 184: Regel 185:
 De lezer zou nu met het verwijt kunnen komen dat ik de zaak wat overdreven heb voorgesteld. Inderdaad heb ik een en ander wat te dik onderstreept,​ maar dat deed ik dan om iets in het licht te stellen wat gewoonlijk zo gemakkelijk in het donker blijft. De lezer zou nu met het verwijt kunnen komen dat ik de zaak wat overdreven heb voorgesteld. Inderdaad heb ik een en ander wat te dik onderstreept,​ maar dat deed ik dan om iets in het licht te stellen wat gewoonlijk zo gemakkelijk in het donker blijft.
  
-Dat Johann Caspar Schmidt een schuchtere jongen was die uitgroeide tot een waarlijk bedeesde man blijkt uit enkele feiten. Hij heeft zijn in krankzinnigheid verzinkende moeder enige jaren heel persoonlijk verzorgd. Hij wist niet goed met vrouwen om te gaan. Hij vermocht absoluut niet in zijn levensonderhoud te voorzien. In zijn hoofdwerk Der Einzige und sein Eigentum overschreeuwt hij zichzelf in niet geringe mate. En hiermede heb ik dan de kat uit te zak gelaten, misschien zelfs enige katten. En daarvoor is het eigenlijk nog te vroeg. Maar ik kom op vorenstaande natuurlijk nog terug.+Dat Johann Caspar Schmidt een schuchtere jongen was die uitgroeide tot een waarlijk bedeesde man blijkt uit enkele feiten. Hij heeft zijn in krankzinnigheid verzinkende moeder enige jaren heel persoonlijk verzorgd. Hij wist niet goed met vrouwen om te gaan. Hij vermocht absoluut niet in zijn levensonderhoud te voorzien. In zijn hoofdwerk ​//Der Einzige und sein Eigentum// overschreeuwt hij zichzelf in niet geringe mate. En hiermede heb ik dan de kat uit te zak gelaten, misschien zelfs enige katten. En daarvoor is het eigenlijk nog te vroeg. Maar ik kom op vorenstaande natuurlijk nog terug.
  
 ===== 7. Op weg naar de ontpopping ===== ===== 7. Op weg naar de ontpopping =====
  
-Behalve dat Stirner in zijn hoofdwerk Der Einzige steeds maar weer over het eigene van het individu uitweidt -en hij verzuimt niet te accentueren dat hij vooral zichzelf daarmee op het oog heeft - , is hij vervuld van de vrijheid. Van het feit dat Stirner zich niet vrij weet en dit toch zo graag wil zijn, getuigt elke bladzijde van zijn boek. "​Vrijheid bestaat alleen in het rijk van de droom. Ik kan er alleen maar naar verlangen, ernaar streven"​. "De kluisters van de werkelijkheid veroorzaken ieder moment van de dag striemen in mijn vlees."​ Dat is Stirners realiteit. hij voelt zich in alle opzichten een geketende.+Behalve dat Stirner in zijn hoofdwerk ​//Der Einzige// steeds maar weer over het eigene van het individu uitweidt -en hij verzuimt niet te accentueren dat hij vooral zichzelf daarmee op het oog heeft - , is hij vervuld van de vrijheid. Van het feit dat Stirner zich niet vrij weet en dit toch zo graag wil zijn, getuigt elke bladzijde van zijn boek. "​Vrijheid bestaat alleen in het rijk van de droom. Ik kan er alleen maar naar verlangen, ernaar streven"​. "De kluisters van de werkelijkheid veroorzaken ieder moment van de dag striemen in mijn vlees."​ Dat is Stirners realiteit. hij voelt zich in alle opzichten een geketende.
  
 Begrijpelijk is dan dat hij zich wil bevrijden. En hij komt tot de conclusie dat de enige vrijheid ligt in het individu zelf. Degene die er in slaagt te retireren binnen zichzelf en zich daarbij weet te vervolmaken,​ zal vrij zijn: Het koninkrijk der vrijheid is binnen in u. Alvorens hier verder op in te gaan is het gewenst ons wat dieper te buigen over hetgeen er bekend is over het leven van deze man. Onnodig hier te beklemtonen dat een mens vooral is door wat-ie doet. Waaruit bestonden zijn daden, zijn gedragingen?​ Begrijpelijk is dan dat hij zich wil bevrijden. En hij komt tot de conclusie dat de enige vrijheid ligt in het individu zelf. Degene die er in slaagt te retireren binnen zichzelf en zich daarbij weet te vervolmaken,​ zal vrij zijn: Het koninkrijk der vrijheid is binnen in u. Alvorens hier verder op in te gaan is het gewenst ons wat dieper te buigen over hetgeen er bekend is over het leven van deze man. Onnodig hier te beklemtonen dat een mens vooral is door wat-ie doet. Waaruit bestonden zijn daden, zijn gedragingen?​
Regel 196: Regel 197:
 Met het tweede huwelijk doet de moeder geen echt goede greep. Nadat dit huwelijk gesloten is, vestigt het gezin zich in Kulm. Dat is een van oorsprong Pools stadje aan de benedenloop van de Weichsel. Voordien heette het Chelmno en lag aan de Wisla. Na de Tweede Wereldoorlog zijn deze benamingen weergekeerd. Wat had het gezin in Kulm te zoeken? Behalve om direct economische redenen zal de stiefvader uit die streek afkomstig zijn geweest. Met het tweede huwelijk doet de moeder geen echt goede greep. Nadat dit huwelijk gesloten is, vestigt het gezin zich in Kulm. Dat is een van oorsprong Pools stadje aan de benedenloop van de Weichsel. Voordien heette het Chelmno en lag aan de Wisla. Na de Tweede Wereldoorlog zijn deze benamingen weergekeerd. Wat had het gezin in Kulm te zoeken? Behalve om direct economische redenen zal de stiefvader uit die streek afkomstig zijn geweest.
  
-De apothekers bediende blijkt armer dan de eerste man te zijn, heeft zelfs geen vaste betrekking, hetgeen maakt dat het gezin een kwalijk soort odyssee door en langs allerlei ​Noordduitse ​stadjes moet maken. Een Beiers gezin dat door het Pruisische land trekt, op zoek naar werk, bovendien achtervolgd door ziektes. Slechter kon het de betrokkenen niet vergaan. Maar dan treedt er een gunstige verandering op; waardoor is niet bekend.+De apothekers bediende blijkt armer dan de eerste man te zijn, heeft zelfs geen vaste betrekking, hetgeen maakt dat het gezin een kwalijk soort odyssee door en langs allerlei ​Noord-Duitse ​stadjes moet maken. Een Beiers gezin dat door het Pruisische land trekt, op zoek naar werk, bovendien achtervolgd door ziektes. Slechter kon het de betrokkenen niet vergaan. Maar dan treedt er een gunstige verandering op; waardoor is niet bekend.
  
 Ze keren terug naar Bayreuth, moeten in betere doen zijn, waardoor de moeder aan de verwezenlijking van haar dromen de zoon betreffend kan beginnen. In hoeverre haar dromen ook die van de jongen zijn, wordt niet duidelijk. Men kan z'n vermoedens hebben. De moeder moet het voor het zeggen hebben gehad: Johann Caspar is duidelijk iemand voor wie in het leven is beslist door de moeder, en later uiteraard door andere vrouwen. Hij moet naar het stedelijk gymnasium. Het oog is gericht op universitaire studies. De zoon van een niet rijke fluitenmaker,​ de stiefzoon van een arme apothekersbediende,​ maar vooral de zoon van een eerzuchtige en alles bedisselende moeder, onze Johann Caspar moet beroemd worden, een groot geleerde. Ze keren terug naar Bayreuth, moeten in betere doen zijn, waardoor de moeder aan de verwezenlijking van haar dromen de zoon betreffend kan beginnen. In hoeverre haar dromen ook die van de jongen zijn, wordt niet duidelijk. Men kan z'n vermoedens hebben. De moeder moet het voor het zeggen hebben gehad: Johann Caspar is duidelijk iemand voor wie in het leven is beslist door de moeder, en later uiteraard door andere vrouwen. Hij moet naar het stedelijk gymnasium. Het oog is gericht op universitaire studies. De zoon van een niet rijke fluitenmaker,​ de stiefzoon van een arme apothekersbediende,​ maar vooral de zoon van een eerzuchtige en alles bedisselende moeder, onze Johann Caspar moet beroemd worden, een groot geleerde.
Regel 202: Regel 203:
 In 1826 begint hij filosofie te studeren aan de universiteit van Berlijn. Hij volgt er de colleges van Hegel (1770-1831). Dat duurt twee jaar. Dan studeert hij een enkel semester aan de universiteit van Erlangen, een plaats in Beieren, dichter bij huis dus, dichter bij moeder, om zich dan plotseling, als in een soort van vlucht, te laten inschrijven bij de universiteit van Königsberg.[12] Maar in die dagen is het met zijn moeder al zover dat zij als krankzinnig moet worden beschouwd. In 1826 begint hij filosofie te studeren aan de universiteit van Berlijn. Hij volgt er de colleges van Hegel (1770-1831). Dat duurt twee jaar. Dan studeert hij een enkel semester aan de universiteit van Erlangen, een plaats in Beieren, dichter bij huis dus, dichter bij moeder, om zich dan plotseling, als in een soort van vlucht, te laten inschrijven bij de universiteit van Königsberg.[12] Maar in die dagen is het met zijn moeder al zover dat zij als krankzinnig moet worden beschouwd.
  
-Zonder in Königsberg maar een enkel college te hebben bijgewoond trekt hij terug naar zijn moeder, om haar te verplegen. Vanaf dat moment kan zij op haar psychotische manier volledig over haan zoon beschikken. Eerst in 1832 - als zesentwintigjarige - kan hij zijn studies hervatten. Zijn moeder is intussen gestorven en in het luchtledige van zijn hieropvolgend ​bestaan weet hij eerst niet beter te doen dan vrij doelloos wat rond te trekken.+Zonder in Königsberg maar een enkel college te hebben bijgewoond trekt hij terug naar zijn moeder, om haar te verplegen. Vanaf dat moment kan zij op haar psychotische manier volledig over haan zoon beschikken. Eerst in 1832 - als zesentwintigjarige - kan hij zijn studies hervatten. Zijn moeder is intussen gestorven en in het luchtledige van zijn hier op volgend ​bestaan weet hij eerst niet beter te doen dan vrij doelloos wat rond te trekken.
  
 Hij keert terug naar de universiteit van Berlijn. Maar met het studeren wil het niet vlotten. De bodem is uit zijn bestaan. Zijn handelingen worden niet langer meer door zijn moeder bepaald. Hij is nu op zichzelf aangewezen, voelt zich zowel uitgestoten als ingesloten, moet zelf beslissingen nemen, niet alleen in zijn denken - wat nog wel wil lukken - maar ook in zijn handelen. Hij moet zijn plaats in de maatschappij gaan innemen. Nog maar net verkrijgt hij via een nagenoeg mislukt examen een beperkte bevoegdheid tot lesgeven. De kansen om ooit professor te worden lijken nu verkeken. Het zal hem met het verkregen certificaat niet eens mogelijk zijn volwaardig leraar aan een gymnasium te worden: Voor hem blijven alleen de scholen van lagere rang over. Hij keert terug naar de universiteit van Berlijn. Maar met het studeren wil het niet vlotten. De bodem is uit zijn bestaan. Zijn handelingen worden niet langer meer door zijn moeder bepaald. Hij is nu op zichzelf aangewezen, voelt zich zowel uitgestoten als ingesloten, moet zelf beslissingen nemen, niet alleen in zijn denken - wat nog wel wil lukken - maar ook in zijn handelen. Hij moet zijn plaats in de maatschappij gaan innemen. Nog maar net verkrijgt hij via een nagenoeg mislukt examen een beperkte bevoegdheid tot lesgeven. De kansen om ooit professor te worden lijken nu verkeken. Het zal hem met het verkregen certificaat niet eens mogelijk zijn volwaardig leraar aan een gymnasium te worden: Voor hem blijven alleen de scholen van lagere rang over.
Regel 216: Regel 217:
 Nu Stirner over geld beschikte, kon hij bij tijd en wijle zijn woning verlaten en kwam hij onder de mensen. Dit laatste hield dan in dat hij in cafés en wijnlokalen verscheen. Deze fungeerden vooral in die tijd, toen het gezin nog een nadrukkelijk voor de buitenwereld afgesloten karakter had, als ontmoetingsplaatsen,​ als plaatsen waar sociaal verkeerd werd. Men dronk er wat - uiteraard - en las er de kranten, kletste, praatte, sprak en discussieerde er dat het een lieve lust was. Maar het was bepaald niet zo dat iedereen in elk café of wijnlokaal verkeerde. Men had zijn zogenaamde stamlokaal, waar men vaak of minder vaak zijn gezicht liet zien. Men ontmoette er bekenden en vrienden - ook collega 's en zakenrelaties natuurlijk - en besprak met hen het laatste nieuws, bekritiseerde de wereld zoals die was en oreerde hoe de wereld er uit zou moeten zien. Over dit alles moet niet geringschattend gedacht worden, in elk geval niet altijd. Contacten met anderen kunnen stimuleren, met name wanneer de deelnemers niet ontbloot zijn van kennis, ontwikkeling en intelligentie. Die cafés en wijnlokalen zijn niet alleen plaatsen waar de cultuur zich laaft, er wordt ook gewerkt aan de verandering van de samenleving. Nu Stirner over geld beschikte, kon hij bij tijd en wijle zijn woning verlaten en kwam hij onder de mensen. Dit laatste hield dan in dat hij in cafés en wijnlokalen verscheen. Deze fungeerden vooral in die tijd, toen het gezin nog een nadrukkelijk voor de buitenwereld afgesloten karakter had, als ontmoetingsplaatsen,​ als plaatsen waar sociaal verkeerd werd. Men dronk er wat - uiteraard - en las er de kranten, kletste, praatte, sprak en discussieerde er dat het een lieve lust was. Maar het was bepaald niet zo dat iedereen in elk café of wijnlokaal verkeerde. Men had zijn zogenaamde stamlokaal, waar men vaak of minder vaak zijn gezicht liet zien. Men ontmoette er bekenden en vrienden - ook collega 's en zakenrelaties natuurlijk - en besprak met hen het laatste nieuws, bekritiseerde de wereld zoals die was en oreerde hoe de wereld er uit zou moeten zien. Over dit alles moet niet geringschattend gedacht worden, in elk geval niet altijd. Contacten met anderen kunnen stimuleren, met name wanneer de deelnemers niet ontbloot zijn van kennis, ontwikkeling en intelligentie. Die cafés en wijnlokalen zijn niet alleen plaatsen waar de cultuur zich laaft, er wordt ook gewerkt aan de verandering van de samenleving.
  
-Ons leraartje Schmidt verscheen aldus en zodoende in Hippels Weinstube in Berlijn, waar in dat tijdsgewricht de Jonghegelianen ​bijeenkwamen om elkaar met hegeliaanse en andere argumenten te lijf te gaan. Er had zich een echte discussiekring gevormd die op onregelmatig geregelde tijden bijeenkwam. De gesprekken en twistgesprekken werden op levendige en niet zelden luidruchtige toon gevoerd. Daar zal heel wat retoriek aan te pas gekomen zijn.+Ons leraartje Schmidt verscheen aldus en zodoende in Hippels Weinstube in Berlijn, waar in dat tijdsgewricht de Jong-hegelianen ​bijeenkwamen om elkaar met hegeliaanse en andere argumenten te lijf te gaan. Er had zich een echte discussiekring gevormd die op onregelmatig geregelde tijden bijeenkwam. De gesprekken en twistgesprekken werden op levendige en niet zelden luidruchtige toon gevoerd. Daar zal heel wat retoriek aan te pas gekomen zijn.
  
 De wijn zal tot de gesprekken zeker hebben bijgedragen,​ maar - dit ter geruststelling van strenge geheelonthoudende lezers - men kwam daar niet om echt te zuipen maar om onder woorden te brengen wat men dacht en wenste van het leven - en van zijn medemens ter plekke natuurlijk - . De regelmatig bij Hippel bijeenkomenden noemden zichzelf Die Freien, waarmee zij zich kenbaar maakten als tegenstanders van de bestaande onvrije maatschappij. De wijn zal tot de gesprekken zeker hebben bijgedragen,​ maar - dit ter geruststelling van strenge geheelonthoudende lezers - men kwam daar niet om echt te zuipen maar om onder woorden te brengen wat men dacht en wenste van het leven - en van zijn medemens ter plekke natuurlijk - . De regelmatig bij Hippel bijeenkomenden noemden zichzelf Die Freien, waarmee zij zich kenbaar maakten als tegenstanders van de bestaande onvrije maatschappij.
  
-In deze kring, in dit gezelschap van intelligente anderswillenden en wereldverbeteraars kwam Stirner eindelijk tot leven. Niet dat hij er tot een van de grote woordvoerders werd. Ter illustratie moge een potloodschets dienen die Friedrich Engels indertijd maakte van een bijeenkomst bij Hippel: terwijl een van de mannen met boos gezicht staat te schreeuwen naar de mensen om hem heen, temidden ​van een rommelzooi van papieren en omgegooide tafels, staat daar geheel apart een eenzame figuur, hooghartig en ironisch kijkend naar dat gedoe, een man met een uitzonderlijk hoog voorhoofd: Stirner. Niet alleen dat Engels hem met die schets heeft getypeerd, hij heeft er ook mee uitgedrukt dat Stirner toen een man van betekenis was, daar temidden ​van Die Freien, niet zomaar een die deel uitmaakte van de zaalvulling.+In deze kring, in dit gezelschap van intelligente anderswillenden en wereldverbeteraars kwam Stirner eindelijk tot leven. Niet dat hij er tot een van de grote woordvoerders werd. Ter illustratie moge een potloodschets dienen die Friedrich Engels indertijd maakte van een bijeenkomst bij Hippel: terwijl een van de mannen met boos gezicht staat te schreeuwen naar de mensen om hem heen, te midden ​van een rommelzooi van papieren en omgegooide tafels, staat daar geheel apart een eenzame figuur, hooghartig en ironisch kijkend naar dat gedoe, een man met een uitzonderlijk hoog voorhoofd: Stirner. Niet alleen dat Engels hem met die schets heeft getypeerd, hij heeft er ook mee uitgedrukt dat Stirner toen een man van betekenis was, daar te midden ​van Die Freien, niet zomaar een die deel uitmaakte van de zaalvulling.
  
 Stirner, de zwijgzame - maar niet de absolute zwijger - , Stirner, de man die het met iedereen goed kon vinden - en die toch geen vrienden had - , Stirner die niet uit de plooi komt - totdat op zeker ogenblik de jonge Maria Dähnhardt onder Die Freien verschijnt - , Stirner is iets aan het uitbroeden. Hij wil een boek schrijven dat in vlijmscherpe en vernietigende bewoordingen zijn kijk op de wereld aan die wereld zal openbaren. Zijn waarheid is de enige waarheid. Voor eens en voor al zal men beseffen dat hij niet dat kleine onbelangrijke mannetje is waar de buitenwacht hem voor houdt. ​ Stirner, de zwijgzame - maar niet de absolute zwijger - , Stirner, de man die het met iedereen goed kon vinden - en die toch geen vrienden had - , Stirner die niet uit de plooi komt - totdat op zeker ogenblik de jonge Maria Dähnhardt onder Die Freien verschijnt - , Stirner is iets aan het uitbroeden. Hij wil een boek schrijven dat in vlijmscherpe en vernietigende bewoordingen zijn kijk op de wereld aan die wereld zal openbaren. Zijn waarheid is de enige waarheid. Voor eens en voor al zal men beseffen dat hij niet dat kleine onbelangrijke mannetje is waar de buitenwacht hem voor houdt. ​
  
-Temidden ​van de groten van zijn tijd zal hij met zijn boek de plaats innemen die hem toekomt. Daarbij gaat het niet om recht maar om macht. "Wat ik via macht verkrijgen kan, zal ik via macht verkrijgen, en wat ik niet via macht verkrijgen kan, staat mij niet toe." "​Berechtigd of niet berechtigd - het maakt mij niets uit, als ik maar sterk genoeg ben." En dat voor een leraartje dat gedurende zijn gehele voorgaande leven ageerde op aanwijzing van zijn moeder dan wel van vrouwen die de rol van zijn moeder overnamen!+Te midden ​van de groten van zijn tijd zal hij met zijn boek de plaats innemen die hem toekomt. Daarbij gaat het niet om recht maar om macht. "Wat ik via macht verkrijgen kan, zal ik via macht verkrijgen, en wat ik niet via macht verkrijgen kan, staat mij niet toe." "​Berechtigd of niet berechtigd - het maakt mij niets uit, als ik maar sterk genoeg ben." En dat voor een leraartje dat gedurende zijn gehele voorgaande leven ageerde op aanwijzing van zijn moeder dan wel van vrouwen die de rol van zijn moeder overnamen!
  
 ===== 8. De bruidsschat van Maria Dähnhardt ===== ===== 8. De bruidsschat van Maria Dähnhardt =====
Regel 236: Regel 237:
 Het raakte aan tussen haar en onze Max alias Johann Caspar en in 1843 werd er getrouwd. De huwelijkssluiting moet nogal rommelig en '​boheems'​ verlopen zijn, niet in een kerk of zo - hetgeen toen het gebruikelijkst was - maar gewoon bij Stirner aan huis. Op het moment dat de dominee zich meldde, trof hij de bruidegom en genodigden aan bij een spelletje kaart, terwijl de bruid op zich liet wachten, na vrij lange tijd bovendien verscheen in haar daagse kleren - hetgeen toen zeer ongebruikelijk was bij een trouwerij -. Aan ringen was niet gedacht, maar omdat een dominee niet in het huwelijk kan verbinden zonder uitwisseling van die dingen, werd gedaan alsof: van een geldbeurs werden de twee koperen ringen afgesneden en deze verrichtten de functie van symbooldragers. Dat Stirner aan Maria 's bruidsschat heeft gedacht, ligt wel voor de hand. Niet alleen was dat in zijn milieu een normale zaak, maar hij dacht voortdurend aan het boek dat met het aangetrouwde geld uitgegeven kon worden. Een en ander betekent nog lang niet dat Max zijn Maria om haar geld heeft getrouwd. Overigens was zij toen nog zozeer doordrongen van het feit dat zij een genie trouwde, die alleen maar wat geld nodig had om via een boek de wereld aan zijn voeten te krijgen, dat zij haar geldelijke bezit gaarne ter beschikking stelde. En de filosoof van het egoïsme was met het schrijven van zijn boek al zover gevorderd dat het binnen een jaar na de bruiloft verscheen. Het raakte aan tussen haar en onze Max alias Johann Caspar en in 1843 werd er getrouwd. De huwelijkssluiting moet nogal rommelig en '​boheems'​ verlopen zijn, niet in een kerk of zo - hetgeen toen het gebruikelijkst was - maar gewoon bij Stirner aan huis. Op het moment dat de dominee zich meldde, trof hij de bruidegom en genodigden aan bij een spelletje kaart, terwijl de bruid op zich liet wachten, na vrij lange tijd bovendien verscheen in haar daagse kleren - hetgeen toen zeer ongebruikelijk was bij een trouwerij -. Aan ringen was niet gedacht, maar omdat een dominee niet in het huwelijk kan verbinden zonder uitwisseling van die dingen, werd gedaan alsof: van een geldbeurs werden de twee koperen ringen afgesneden en deze verrichtten de functie van symbooldragers. Dat Stirner aan Maria 's bruidsschat heeft gedacht, ligt wel voor de hand. Niet alleen was dat in zijn milieu een normale zaak, maar hij dacht voortdurend aan het boek dat met het aangetrouwde geld uitgegeven kon worden. Een en ander betekent nog lang niet dat Max zijn Maria om haar geld heeft getrouwd. Overigens was zij toen nog zozeer doordrongen van het feit dat zij een genie trouwde, die alleen maar wat geld nodig had om via een boek de wereld aan zijn voeten te krijgen, dat zij haar geldelijke bezit gaarne ter beschikking stelde. En de filosoof van het egoïsme was met het schrijven van zijn boek al zover gevorderd dat het binnen een jaar na de bruiloft verscheen.
  
-Het boek kwam uit en had een zeker succes, maar dit voornamelijk om redenen die Stirner hoogstens ten dele zal hebben gewenst. Door zijn uitdagende stellingname en door zijn niets en niemand ontziende verwerping van vrijwel al hetgeen er plaatsvond en voorhanden was in de wereld werden de lezers geschokt. Maar het was vooral het gerucht naar aanleiding van Der Einzige dat maakte dat zijn naam op ieders lip was, op ieders lip in een zeer beperkte kring welteverstaan. Want gelezen werd het boek vrijwel niet en verkocht nog minder.+Het boek kwam uit en had een zeker succes, maar dit voornamelijk om redenen die Stirner hoogstens ten dele zal hebben gewenst. Door zijn uitdagende stellingname en door zijn niets en niemand ontziende verwerping van vrijwel al hetgeen er plaatsvond en voorhanden was in de wereld werden de lezers geschokt. Maar het was vooral het gerucht naar aanleiding van //Der Einzige// dat maakte dat zijn naam op ieders lip was, op ieders lip in een zeer beperkte kring welteverstaan. Want gelezen werd het boek vrijwel niet en verkocht nog minder.
  
 Het gerucht maakte van hem een man die hij in wezen heel niet was, iemand die hij hoogstens had willen zijn: iemand die er op losging, iemand die zich in het leven door niets liet weerhouden. Zijn relatieve bekendheid had alleszins het karakter van beruchtheid. En dit laatste is wel de allerzwakste trede naar de roem. Om in de belangstelling te blijven moet beruchtheid worden voortgezet: men moet om nogal negatieve redenen blijven opvallen. En daar was Max Stirner zeker de man niet naar. Het gerucht maakte van hem een man die hij in wezen heel niet was, iemand die hij hoogstens had willen zijn: iemand die er op losging, iemand die zich in het leven door niets liet weerhouden. Zijn relatieve bekendheid had alleszins het karakter van beruchtheid. En dit laatste is wel de allerzwakste trede naar de roem. Om in de belangstelling te blijven moet beruchtheid worden voortgezet: men moet om nogal negatieve redenen blijven opvallen. En daar was Max Stirner zeker de man niet naar.
Regel 292: Regel 293:
 Tenslotte - maar in deze heel belangrijk - stelt het anarchisme als min of meer vanzelfsprekend dat de mensen van nature geschikt zijn om in vrijheid met elkaar te leven, iets dat voor vrijwel alle andere ideologieën wordt bestreden dan wel ontkend. Maar ook hier komt het anarchisme met nogal wat vaagheden. Tenslotte - maar in deze heel belangrijk - stelt het anarchisme als min of meer vanzelfsprekend dat de mensen van nature geschikt zijn om in vrijheid met elkaar te leven, iets dat voor vrijwel alle andere ideologieën wordt bestreden dan wel ontkend. Maar ook hier komt het anarchisme met nogal wat vaagheden.
  
-Mocht men na lezing van mijn poging tot definiëring menen dat er met enige omhaal van woorden nog maar weinig gezegd is, dan geef ik zulks onmiddellijk toe. Maar dan: om tot een definitie van het anarchisme te geraken heeft iemand als George Woodcock 25 dichtbedrukte pagina’s nodig - de proloog tot Anarchism, en eigenlijk heeft hij daartoe dit hele boek van zo'n 500 pagina'​s nodig. Bepalen wij ons dus toch maar tot mijn uiterst summiere omschrijving en gebruiken wij deze om af te meten of en, zo ja, in hoeverre Stirners filosofie een anarchistische is. Men moet niet verwachten dat ik hierbij tot een het onderwerp uitputtende verklaring zal komen.+Mocht men na lezing van mijn poging tot definiëring menen dat er met enige omhaal van woorden nog maar weinig gezegd is, dan geef ik zulks onmiddellijk toe. Maar dan: om tot een definitie van het anarchisme te geraken heeft iemand als George Woodcock 25 dichtbedrukte pagina’s nodig - de proloog tot //Anarchism//, en eigenlijk heeft hij daartoe dit hele boek van zo'n 500 pagina'​s nodig. Bepalen wij ons dus toch maar tot mijn uiterst summiere omschrijving en gebruiken wij deze om af te meten of en, zo ja, in hoeverre Stirners filosofie een anarchistische is. Men moet niet verwachten dat ik hierbij tot een het onderwerp uitputtende verklaring zal komen.
  
 Het anarchisme keert zich tegen iedere vorm van overheersing en dwang. Op het eerste gezicht lijkt dit ook van toepassing op hetgeen Stirner verkondigt. Hij wenst immers het IK te bevrijden van alle opvattingen en instellingen die ethische, sociale en politieke belemmeringen opwerpen, en in die zin onderdrukkend werken. Vrijheid in ieder opzicht derhalve. Maar dan: Stirner blijkt hevig geporteerd voor macht. En macht kan niet anders dan leiden tot machtsuitoefening over... anderen, leidt tot een of andere vorm van overheersing en dwang. En afwijzing van deze laatste is nu juist het kern beginsel van het anarchisme. O, Stirner ontkent niet dat andere individuen - als individuen - eenzelfde recht als het IK bezitten, maar die opvallende en merkwaardige opvatting over de macht is daarmede niet van de baan. Het anarchisme keert zich tegen iedere vorm van overheersing en dwang. Op het eerste gezicht lijkt dit ook van toepassing op hetgeen Stirner verkondigt. Hij wenst immers het IK te bevrijden van alle opvattingen en instellingen die ethische, sociale en politieke belemmeringen opwerpen, en in die zin onderdrukkend werken. Vrijheid in ieder opzicht derhalve. Maar dan: Stirner blijkt hevig geporteerd voor macht. En macht kan niet anders dan leiden tot machtsuitoefening over... anderen, leidt tot een of andere vorm van overheersing en dwang. En afwijzing van deze laatste is nu juist het kern beginsel van het anarchisme. O, Stirner ontkent niet dat andere individuen - als individuen - eenzelfde recht als het IK bezitten, maar die opvallende en merkwaardige opvatting over de macht is daarmede niet van de baan.
Regel 298: Regel 299:
 Afschaffing van alle economische,​ sociale en politieke instellingen en lichamen, met name afschaffing van de staat. Wel, in dit opzicht is onze egoïsme-filosoof een ware anarchist. hij is hier, gezien zijn bijna persoonlijke vijandschap tegenover de staat, zelfs 'plus anarchiste que les anarchistes'​. Afschaffing van alle economische,​ sociale en politieke instellingen en lichamen, met name afschaffing van de staat. Wel, in dit opzicht is onze egoïsme-filosoof een ware anarchist. hij is hier, gezien zijn bijna persoonlijke vijandschap tegenover de staat, zelfs 'plus anarchiste que les anarchistes'​.
  
-Uitvoerige kritiek op de bestaande samenleving. Wel, een dergelijke kritiek wordt door Stirner in Der Einzige und sein Eigentum tot uitentreure verwoord. Hij houdt daarover gewoonweg zijn mond niet.+Uitvoerige kritiek op de bestaande samenleving. Wel, een dergelijke kritiek wordt door Stirner in //Der Einzige und sein Eigentum// tot uitentreure verwoord. Hij houdt daarover gewoonweg zijn mond niet.
  
 Zonder deze zou het boek niet meer dan een brochure geworden zijn. En ook heeft hij heel wat te vertellen over hoe het allemaal zou moeten zijn, en worden bereikt. Helaas geeft hij met zijn werking van de '​Egoïstenbond'​ weinig meer dan vaagheden ten beste. Maar ook de anarchisten volstaan hier met het verkondigen van algemeenheden. Zonder deze zou het boek niet meer dan een brochure geworden zijn. En ook heeft hij heel wat te vertellen over hoe het allemaal zou moeten zijn, en worden bereikt. Helaas geeft hij met zijn werking van de '​Egoïstenbond'​ weinig meer dan vaagheden ten beste. Maar ook de anarchisten volstaan hier met het verkondigen van algemeenheden.
Regel 324: Regel 325:
 Behalve de kwestie van de schrijftaal is er ook de heel eigen manier waarop Stirner zijn ideeën verkondigt. Niet alleen dat hij met al zijn redeneren steeds weer uitmondt in zijn conklusie omtrent 'der Einzige'​- en dus in herhalingen moet vervallen-, hij maakt een welhaast (de lezer) uitputtend gebruik van uitdagende stellingen en uitspraken. En hierbij krijgt de aandachtige en onvermoeid blijvende lezer steeds weer het gevoel, zo niet de indruk, dat Stirner zich forceert en zichzelf overschreeuwt. Hij is daarbij lang niet altijd de man die hij met zijn grote woorden voorgeeft te zijn. Woodcock heeft dit zo kernachtig en toch afgewogen geformuleerd:​ "De tegenstelling tussen de man en zijn werk voorziet ons van een klassiek voorbeeld omtrent de functie van het geschrevene als een compenserende dagdroom."​ Behalve de kwestie van de schrijftaal is er ook de heel eigen manier waarop Stirner zijn ideeën verkondigt. Niet alleen dat hij met al zijn redeneren steeds weer uitmondt in zijn conklusie omtrent 'der Einzige'​- en dus in herhalingen moet vervallen-, hij maakt een welhaast (de lezer) uitputtend gebruik van uitdagende stellingen en uitspraken. En hierbij krijgt de aandachtige en onvermoeid blijvende lezer steeds weer het gevoel, zo niet de indruk, dat Stirner zich forceert en zichzelf overschreeuwt. Hij is daarbij lang niet altijd de man die hij met zijn grote woorden voorgeeft te zijn. Woodcock heeft dit zo kernachtig en toch afgewogen geformuleerd:​ "De tegenstelling tussen de man en zijn werk voorziet ons van een klassiek voorbeeld omtrent de functie van het geschrevene als een compenserende dagdroom."​
  
-Dan rijst hier de vraag: wat viel er te compenseren?​ Dus: welke tekortkomingen in Stirners leven brachten hem ertoe aan iedereen en voor eens en voor al duidelijk te willen maken hoe de wereld zou moeten zijn? Maar naast deze vraag rijst er nog een bepaalde conclusie: wanneer Stirners uitspraken in zo sterke mate op gang zijn gebracht door hetgeen het leven hem onthield, dan is hij niet een echte filosoof. De basis voor zijn gedachtestructuur is dan gewoonweg te smal en hij zou er beter aan gedaan hebben een roman over zijn leven te schrijven. Het gevolg zou in dat geval naar alle waarschijnlijkheid wel geweest zijn dat de wereld hem volkomen vergeten had. Want hoewel schrijvers van romans niet perse onintelligent zijn, zo zou in Stirners geval zijn overmaat aan intelligentie voor een echt literaire verwoording wel eens een beletsel hebben kunnen vormen. In ieder geval was zijn visie op het leven een wat al te cerebrale om zich aan echte literatuur te wagen. Dan toch moet hier onmiddellijk aan worden toegevoegd dat Stirner in zijn werk Der Einzige und sein Eigentum wel degelijk zo nu en dan literatuur schept.+Dan rijst hier de vraag: wat viel er te compenseren?​ Dus: welke tekortkomingen in Stirners leven brachten hem ertoe aan iedereen en voor eens en voor al duidelijk te willen maken hoe de wereld zou moeten zijn? Maar naast deze vraag rijst er nog een bepaalde conclusie: wanneer Stirners uitspraken in zo sterke mate op gang zijn gebracht door hetgeen het leven hem onthield, dan is hij niet een echte filosoof. De basis voor zijn gedachtestructuur is dan gewoonweg te smal en hij zou er beter aan gedaan hebben een roman over zijn leven te schrijven. Het gevolg zou in dat geval naar alle waarschijnlijkheid wel geweest zijn dat de wereld hem volkomen vergeten had. Want hoewel schrijvers van romans niet perse onintelligent zijn, zo zou in Stirners geval zijn overmaat aan intelligentie voor een echt literaire verwoording wel eens een beletsel hebben kunnen vormen. In ieder geval was zijn visie op het leven een wat al te cerebrale om zich aan echte literatuur te wagen. Dan toch moet hier onmiddellijk aan worden toegevoegd dat Stirner in zijn werk //Der Einzige und sein Eigentum// wel degelijk zo nu en dan literatuur schept.
  
 Helaas heeft hij zich hierbij, zoals reeds aangeduid, wat al te veel uitgerekt, heeft lang niet voldoende weten te doseren, smijt met zijn woorden, stapelt de ene uitdagende uitspraak op de andere. In zekere zin is Stirner losgeslagen van zijn geremde persoonlijkheid,​ vermoedelijk vooral door zijn kontakten met de '​Freien von Hippel'​ en met Maria Dähnhardt. Na het schrijven van zijn hoofdwerk en door het uitblijven van de algemene erkenning keert hij terug tot zijn eigen gedaante: de onopvallende,​ schuchtere en ietwat wereldvreemde man, die alleen actief in zijn geest, in zijn fantasieën,​ vermag te zijn. De metamorfose van Johann Caspar Schmidt naar Max Stirner verkeert in haar tegendeel (om het eens hegeliaans te zeggen). Helaas heeft hij zich hierbij, zoals reeds aangeduid, wat al te veel uitgerekt, heeft lang niet voldoende weten te doseren, smijt met zijn woorden, stapelt de ene uitdagende uitspraak op de andere. In zekere zin is Stirner losgeslagen van zijn geremde persoonlijkheid,​ vermoedelijk vooral door zijn kontakten met de '​Freien von Hippel'​ en met Maria Dähnhardt. Na het schrijven van zijn hoofdwerk en door het uitblijven van de algemene erkenning keert hij terug tot zijn eigen gedaante: de onopvallende,​ schuchtere en ietwat wereldvreemde man, die alleen actief in zijn geest, in zijn fantasieën,​ vermag te zijn. De metamorfose van Johann Caspar Schmidt naar Max Stirner verkeert in haar tegendeel (om het eens hegeliaans te zeggen).
Regel 332: Regel 333:
 Hij kon niet spelen die hij had willen zijn, door innerlijk onvermogen, door misvormingen in zijn karakter. En, zoals in dergelijke gevallen vaker gebeurt, hij maakte van zijn tekorten deugden, althans in de uitwerking van zijn filosofie. Stirner ontkent het bestaan van natuurwetten en van algemeen menselijke eigenschappen. Hij verkondigt dat de ware mens een egoïst is, iemand die op eigen welzijn uit moet zijn en die moet opkomen voor zijn eigen individualiteit. Andere mensen zijn geen medemensen maar mede-egoïsten. In zoverre de mens zich tracht te gedragen als een sociaal wezen, doet die mens zichzelf tekort. Hij of zij dient uitsluitend voor het eigen Ik op te komen. Hij kon niet spelen die hij had willen zijn, door innerlijk onvermogen, door misvormingen in zijn karakter. En, zoals in dergelijke gevallen vaker gebeurt, hij maakte van zijn tekorten deugden, althans in de uitwerking van zijn filosofie. Stirner ontkent het bestaan van natuurwetten en van algemeen menselijke eigenschappen. Hij verkondigt dat de ware mens een egoïst is, iemand die op eigen welzijn uit moet zijn en die moet opkomen voor zijn eigen individualiteit. Andere mensen zijn geen medemensen maar mede-egoïsten. In zoverre de mens zich tracht te gedragen als een sociaal wezen, doet die mens zichzelf tekort. Hij of zij dient uitsluitend voor het eigen Ik op te komen.
  
-Bepalingen, afspraken en regelingen zijn uit den boze. Stirner overdrijft hier welbewust, ten einde te prikkelen, ja, te shockeren. Maar bovenal overdrijft Stirner om zichzelf te overtuigen en om te overschreeuwen wat hij in zichzelf als een smartelijk tekort voelt. Terecht meent Ferdinand Domela Nieuwenhuis dat Stirner niet wenste op te bouwen, alleen wenste af te breken en dat het niet zijn bedoeling was dat er op zijn principes enig sociaal systeem zou worden opgebouwd. En de conclusie van, naar ik meen, Jan Hoving dat Stirners uitspraak 'Niets gaat boven mij' eigenlijk betekende 'Niets gaat boven mijn logica'​ is dan ook niet juist.+Bepalingen, afspraken en regelingen zijn uit den boze. Stirner overdrijft hier welbewust, ten einde te prikkelen, ja, te choqueren. Maar bovenal overdrijft Stirner om zichzelf te overtuigen en om te overschreeuwen wat hij in zichzelf als een smartelijk tekort voelt. Terecht meent Ferdinand Domela Nieuwenhuis dat Stirner niet wenste op te bouwen, alleen wenste af te breken en dat het niet zijn bedoeling was dat er op zijn principes enig sociaal systeem zou worden opgebouwd. En de conclusie van, naar ik meen, Jan Hoving dat Stirners uitspraak 'Niets gaat boven mij' eigenlijk betekende 'Niets gaat boven mijn logica'​ is dan ook niet juist.
  
 Stirner wenste niet logisch te zijn:' is ook in zijn betogen meer een sofist dan een logicus - maar had de onweerstaanbare behoefte om de wereld voor te houden dat deze hem schromelijk miskende. Is hier sprake van een idée fixe? Of zelfs van een '​geestelijk in het ongerede geraakt zijn'? Wij kunnen deze vragen met een wedervraag beantwoorden:​ waarom niet? Ook iemand als Nietzsche raakte naderhand geestelijk in de knoop, stierf krankzinnig. Ook Wilhelm Reich, (1897 - 1957) de grote seksuoloog, raakte tenslotte verdwaald in zijn paranoïde gedachten. Door het noemen van deze namen alleen al voel ik mij ontslagen van de verplichting om te gaan bewijzen dat Stirner desondanks een belangrijk man was. Stirner wenste niet logisch te zijn:' is ook in zijn betogen meer een sofist dan een logicus - maar had de onweerstaanbare behoefte om de wereld voor te houden dat deze hem schromelijk miskende. Is hier sprake van een idée fixe? Of zelfs van een '​geestelijk in het ongerede geraakt zijn'? Wij kunnen deze vragen met een wedervraag beantwoorden:​ waarom niet? Ook iemand als Nietzsche raakte naderhand geestelijk in de knoop, stierf krankzinnig. Ook Wilhelm Reich, (1897 - 1957) de grote seksuoloog, raakte tenslotte verdwaald in zijn paranoïde gedachten. Door het noemen van deze namen alleen al voel ik mij ontslagen van de verplichting om te gaan bewijzen dat Stirner desondanks een belangrijk man was.
Regel 410: Regel 411:
 ===== Voetnoten ===== ===== Voetnoten =====
  
-  * [1] John Henri Mackay, //Max Stirner: Sein Leben und sein Werk//, Schuster & Loeffler, Berlin, 1898, 418 pag. +  * [1] [[John Henry Mackay]], //Max Stirner: Sein Leben und sein Werk//, Schuster & Loeffler, Berlin, 1898, 418 pag. 
-  * [2]  Karl Marx & Friedrich Engels, //Die Deutsche Ideologie// [In het nederlands uitgegeven als //De Duitse Ideologie//,​ deel 1 Feuerbach, SUN, Nijmegen, 1974, 110 pag], 1845-46 geschreven maar pas in 1932 gepubliceerd door het Marx-Engels Instituut in Band I/5 der Marx-Engels Gesamt Ausgabe (MEGA). +  * [2] Karl Marx & Friedrich Engels, //Die Deutsche Ideologie// [In het nederlands uitgegeven als //De Duitse Ideologie//,​ deel 1 Feuerbach, SUN, Nijmegen, 1974, 110 pag], 1845-46 geschreven maar pas in 1932 gepubliceerd door het Marx-Engels Instituut in Band I/5 der Marx-Engels Gesamt Ausgabe (MEGA). 
-  * [3] John Henri Mackay, //Max Stirner: Sein Leben und sein Werk//, Schuster & Loeffler, Berlin, 1898, 418 pag +  * [3] John Henry Mackay, //Max Stirner: Sein Leben und sein Werk//, Schuster & Loeffler, Berlin, 1898, 418 pag 
-  * [4] John Henri Mackay, //Die Anarchisten:​ Kulturgemälde aus dem Ende Des XIX. Jahrhunderts//​ [vertaald in het Nederlands als //De Anarchisten:​ Een tafereel uit het eind van de 19e eeuw//, Sterringa, 1891], Zürich, 1891.+  * [4] John Henry Mackay, //Die Anarchisten:​ Kulturgemälde aus dem Ende Des XIX. Jahrhunderts//​ [vertaald in het Nederlands als //De Anarchisten:​ Een tafereel uit het eind van de 19e eeuw//, Sterringa, 1891], Zürich, 1891.
   * [5] John Henri Mackay, //​Freiheitssucher:​ Psychologie einer Entwicklung//,​ Berlin, 1921, 260 pag.   * [5] John Henri Mackay, //​Freiheitssucher:​ Psychologie einer Entwicklung//,​ Berlin, 1921, 260 pag.
   * [6] H.P.G. Quack, //De socialisten:​ Personen en stelsels// (deel 1 t/m 6), 1875-1897. Dit boek beleefde diverse drukken, de laatste in 1977 als zes delen in een cassette verschenen bij Uitgeverij Wereldvenster.   * [6] H.P.G. Quack, //De socialisten:​ Personen en stelsels// (deel 1 t/m 6), 1875-1897. Dit boek beleefde diverse drukken, de laatste in 1977 als zes delen in een cassette verschenen bij Uitgeverij Wereldvenster.
-  * [7] B. Traven, //Das Totenschiff//​ [Nederlandse vertaling: Het Dodenschip, De Arbeiderspers,​ 1931, 306 pag.], Büchergilde Gutenberg, 1926, 256 pag.+  * [7] [[B. Traven]], //Das Totenschiff//​ [Nederlandse vertaling: Het Dodenschip, De Arbeiderspers,​ 1931, 306 pag.], Büchergilde Gutenberg, 1926, 256 pag.
   * [8] Piet Spigt, //In memoriam Max Stirner//, Uitgeverij De Dageraad, 1956.   * [8] Piet Spigt, //In memoriam Max Stirner//, Uitgeverij De Dageraad, 1956.
-  * [9] George Woodcock, //​Anarchism:​ A history of libertarian ideas and movements//,​ World Publishing Company, 1962, 504 pag. +  * [9] [[George Woodcock]], //​Anarchism:​ A history of libertarian ideas and movements//,​ World Publishing Company, 1962, 504 pag. 
-  * [10] Anton Costandse, //Het soevereine Ik: Het individualisme van Lao-Tse tot Friedrich Nietzsche//,​ Meulenhoff, Amsterdam, 1983, 190 pag. +  * [10] [[Anton Constandse]], //Het soevereine Ik: Het individualisme van Lao-Tse tot Friedrich Nietzsche//,​ Meulenhoff, Amsterdam, 1983, 190 pag. 
   * [11] Anton Constandse, //​Bevrijding door verachting: Essays//, Meulenhoof, Amsterdam, 1976, 174 pag.   * [11] Anton Constandse, //​Bevrijding door verachting: Essays//, Meulenhoof, Amsterdam, 1976, 174 pag.
   * [12] Het huidige Kaliningrad.   * [12] Het huidige Kaliningrad.
namespace/ik_ben_een_werktuig_van_niets_en_niemand.txt · Laatst gewijzigd: 15/09/20 07:55 door defiance