====== Een alarmsignaal ====== //Door [[Voline]]// * Oorspronkelijke titel: onbekend * Verschenen: onbekend * Bron: Grondslagen. Anarcho-syndikalistisch tijdschrift 1934-1935. Jaargang 3-4, Anarchistiese Uitgaven, Amsterdam 1978, IVe jaargang, pag. 4 * Vertaling: onbekend * Digitalisering: Tommy Ryan ---- ====== Een alarmsignaal ====== Men vraagt zich algemeen af, of de onlangs bedreven moord op Kiroff, de rechterhand van Stalin, een op zichzelf staand toevallig feit was, dan wel integendeel een symptomatische daad, het gevolg van diepe en blijvende oorzaken, die aanleiding geven tot de veronderstelling dat soortgelijke gebeurtenissen zich vroeger of later zullen herhalen. Het zou slechts een alleenstaand feit geweest kunnen zijn in een van beide hieronder vermelde gevallen: - Wanneer het een daad was van de contra-revolutie (de echte), want deze kan niet sterk genoeg zijn om zijn terroristische werkzaamheid voort te zetten en tot ontwikkeling te brengen; - Wanneer het een zuiver persoonlijke daad was (wraak of enig ander zuiver persoonlijk motief). Nu moest de bolsjewistische regering zelf toegeven, dat de aanslag het werk was van de communistische oppositie, die in de partij zelf was ontstaan. En aan de andere kant zou de moordenaar voor zijn „rechters” deze krachtige verklaring hebben afgelegd: „Ik heb het land verlost van een deugniet. Ik sta niet alleen. Anderen zullen mij navolgen.” Onder deze omstandigheden kan de daad van Nicolajef niet beschouwd worden als een „toevallig” alleenstaand feit zonder meer. Zeker, de oppositie is thans neergeslagen, gedecimeerd en verpletterd. De „leiders” zijn gevangen genomen of verbannen. Maar onder deze omstandigheden moet de vraag gesteld worden als volgt: de oppositie is neergeslagen, overwonnen en verpletterd, maar betekent dit, dat zij gedood is? De geschiedenis leert ons dat, indien de bronnen waaruit een verzetsbeweging ontstaat, blijven vloeien, deze uit de as herrijst. Wat is de bron van de oppositie in de communistische partij in de U.S.S.R. en blijft deze bron bestaan? Het verzet vindt zijn oorsprong in een diepe en tamelijk verbreide ontevredenheid, die de persoonlijke politiek van Stalin, gesteund door zijn helpers en door de bevoorrechte bureaucratie (de nieuwe rode adel) oproept in de communistische kringen zelf. Stalin, die zijn eigen persoonlijkheid niet kan veranderen en aan de andere kant gedwongen wordt door de gebeurtenissen om zijn politiek voort te zetten, Stalin blijft Stalin. Zijn persoonlijke politiek blijft dezelfde die men van hem kent. Zolang dus de "fysieke” macht van deze dictator beveiligd wordt door de gezamenlijke krachten van de bevoorrechte klasse, van de politie, van de rode gendarmerie en van een groot gedeelte van het leger, handhaaft hij zich en regeert. De bron der ontevredenheid blijft dus bestaan. De geschiedenis leert ons ook, dat wanneer een verzetsbeweging geen normale middelen tot zijn beschikking heeft om zijn grieven en wensen te uiten (drukpers, recht van vergadering, enz.), deze onafwendbaar, vroeg of laat, zijn toevlucht neemt tot dolk of bom. Heeft de communistische oppositie normale middelen tot zijn beschikking om zijn grieven en wensen te uiten? Neen, geen enkel. De regering van Stalin staat slechts een gematigde en onschuldige kritiek toe op de „kleine fouten in het raderwerk” van zuiver plaatselijk karakter. En bovendien wordt deze onvruchtbare kritiek slechts in zeer beperkte mate toegelaten. Er wordt nauwlettend op toegezien. Zij staat onder censuur. Zij is vooral bestemd om de eenvoudige van ziel in binnen- en buitenland een rad voor ogen te draaien. Stalin zelf, zijn regering, zijn daden staan boven alle kritiek, zijn onaantastbaar, zijn heilig. Niemand heeft het recht zich daar in enig opzicht mee in te laten. De oppositie is aan handen en voeten gebonden en men heeft haar de mond gesnoerd. Zij is machteloos. Zij is gedoemd te zwijgen. Zo blijft liet schot voor haar het enige middel om zich uit te spreken, zich kenbaar te maken, zich te doen gelden. Onze gevolgtrekking ligt voor de hand. Wij hebben alle reden te geloven, dat het schot van Nicolajef het begin is van een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de U.S.S.R. De oppositie moet zich voldoende gesteund weten om een open, felle strijd aan te durven. Tot nog toe was haar dat onmogelijk. Thans begint zij. Zij zal er mee voortgaan. Zal men alles in het werk stellen om deze te beletten? Zal men alle middelen van bescherming, van verdelging en van onderdrukking vertienvoudigen? Zeker, de strijd zal moeilijk, hard en ongelijk zijn. Maar wij betwijfelen ten sterkste, of men haar geheel zal kunnen onderdrukken. Wanneer de elementen der oppositie zich sterk en talrijk genoeg voelen, dan is het niet alleen de revolver, die hen goede diensten kan bewijzen: dan zijn er verder het mes, de bom en het vergif ... Mogelijk is de plotselinge dood van Koeibysjef, die andere trawant van Stalin, een bevestiging van onze stelling. Men deelt ons mede, dat het een „natuurlijke” dood is geweest. In dit geval heeft de „natuur” Stalin werkelijk een lelijke poets gebakken: twee van zijn meest getrouwe, toegewijde en felste helpers in minder dan twee maanden omgekomen . ...! Neen! Na de dood van deze beide mannen mogen wij met recht verwachten dat de onverbiddelijke maaier zijn zeis zal scherpen en zonder mededogen zal aankondigen: „Wie volgt”! Wanneer onze beschouwingen en onze blik in de toekomst juist zijn, dan moet men zich afvragen, wat de bedoeling van de thans begonnen strijd mag zijn. Het is niet mogelijk te zeggen, wat de uitwerking van deze gebeurtenissen op het binnenland zal zijn, want deze uitwerking hangt af van verschillende omstandigheden, die wij thans, hier, niet kunnen beoordelen. Maar wat het buitenland betreft mag men de hoop koesteren, dat de gebeurtenissen, die thans nog in de U.S.S.R. smeulen en die daar binnenkort tot een uitbarsting zullen leiden, allen, die nu nog door het bolsjewistisch systeem in alle landen worden misleid, de ogen zullen openen. VOLINE.