Beginselverklaring der Landelijke Federatie van Sociaal-Anarchisten in Nederland

De Landelijke Federatie van Sociaal-Anarchisten in Nederland, uitgaande van de wetenschap, dat de tegenwoordige maatschappij door haar kapitalistisch systeem van productie en distributie, benevens de daarmee samenhangende uitoefening van heerschappij ten gezag, twee groote klassen van menschen tegenover elkander heeft geplaatst, waarvan de eene, die der bezitters, alle macht in handen heeft en bovendien door het in bezithouden van grond en arbeidsmiddelen de bron van welvaart en levensgeluk voor de andere klasse beeft verstopt;

terwijl de andere klasse, die der proletariërs van alle medezeggingschap der maatschappij-regeling is verstoken en volkomen van de bezittende klasse afhankelijk is daar zij geen grond en arbeidsmiddelen bezittend, om te kunnen leven uitsluitend is aangewezen op den verkoop harer arbeidskracht;

voorts waarnemende, dat tusschen deze beide klassen een groote belangen-tegenstelling is ontstaan, waar de eene er op uit is ten koste van de andere haar machten en- previlegiën te handhaven, terwijl de bezitloozen zich beijveren deze te vernietigen, zoo dat een hevige strijd tusschen beide valt te constateeren, die onder dén druk van een steeds brutalere doch dikwerf vermomde uitbuiting der bezitters en een steeds groeiend verzet der proletariërs bij voortduring scherpere en heftigere vormen zal moeten aannemen;

verklaart naar de vernietiging dier maatschappij te streven, om er voor in de plaats te stellen een samenleving, waar in de allereerste plaats, grond en arbeidsmiddelen zullen zijn in handen der gemeenschap.

Dientengevolge is de Federatie Socialistisch en aanvaardt daarvan ten volle de consequenties.

Zij stelt zich tengevolge daarvan tot taak een dusdanige propaganda te voeren dat de leiding der productie en de verdeeling van den arbeid aan de kapitalistische klasse uit handen wordt genomen en overgebracht bij de samen werkende vakgroepen van vrije arbeiders, elke groep in eigen nijverheid of bedrijf, terwijl zij de beoefenaars van kunsten en wetenschappen totaal individueel de mate en de wijze van hun schepping en voortbrenging wil laten bepalen.

Met de kapitalistische wijze van voortbrengen om winst zal worden gebroken waar de socialistische voortbrenging zich baseeren zal op de voorziening in de behoeften der menschen.

De distributie, wil zij zoodanig zien georganiseerd, dat een elk in ruil voor zijn arbeid naar behoefte van het voortgebrachte zal kunnen gebruiken, terwijl zij ook voor hen die niet tot arbeid in staat zijn, verlangt een vrij gebruik van het voortgebrachte naar behoefte.

Deze nieuwe samenleving evenwel, aldus Socialistisch geworden, zal ook in politiek opzicht op geheel andere grondslagen moeten komen te rusten dan de tegenwoordige, aan gezien zij naast de stoffelijke welvaart der individuen ook de voorwaarden tot het geluk aller menschen in haar schoot moet bergen.

Gezien de verderfelijk uitwerking der gezagsuitoefening onder iederen vorm en den spontaan-natuurlijken drang van alle normaal-aangelegde individuen tot verzet tegen allen van buitenaf opgelegden dwang moet de Federatie komen tot de erkenning, dat deze grondslagen geen andere kunnen zijn, dan die der grootst mogelijke vrijheid voor alle individuen en de vrije groepeering dier individuen.

Als gevolg hiervan verwerpt zij het gezag onder welken vorm zich dit ook voordoet en stelt zich tot doel de maatschappij zoodanig te revolutioneeren, dat geenerlei heerschappij meer aanwezig is.

Zoodan is de Federatie naast Socialistisch ook Anarchistisch zonder eenige reserve.

Als zoodanig streeft zij naar de vernietiging van alle maatschappelijke machten en instellingen die dienen om de menschheid in knechtschap en verdrukking te brengen en te houden.

Zij ziet zich tengevolge daarvan doorloopend geplaatst tegenover den Staat, als het centrale punt van uitbuiting en verdrukking waarvan de heerschende klasse zich bedient, om met behulp van een georganiseerd stelsel van geweld zich zelve te handhaven.

Daarom verklaart zij te streven naar den ondergang in ’t bijzonder van den Staat en alle machtsinstituten als militarisme, politie en justitie, waarover hij beschikt.

Ook in de sociaal-democratie ziet de Federatie geen heil, daar zoowel in beginselopzet als in de practijk, dit stelsel slechts blijk te zijn een nieuwe vorm van slavernij, die hoogstens in economisch opzicht eenige verbetering kan brengen.

Daar het kapitalisme en het gezag Internationaal zijn en de Federatie over de geheele wereld het socialistisch-anarchisme wil zien zegevieren, plaatst zij zich op Internationaal standpunt, en ijvert voor de verwijdering van alle kunstmatige grenzen.

Daar de arbeiders der geheele wereld ten opzichte van het kapitalisme en gezag gelijke belangen hebben, steelt de Federatie zich tot taak de verbroedering en verbinding dier arbeiders tot stand te brengen.

Om tot de totstandkoming der in deze beginselverklaring omschreven maatschappij te geraken, wenscht de Federatie gebruik te maken van alle middelen die tot het doel kunnen leiden en die voor zoover dit in de gegeven omstandigheden mogelijk is in overeenstemming zijn met haar grondbeginselen.

In principe verwerpt zij het aanvallend geweld als strijdmiddel, aangezien het de meest brute vorm van gezag daar stelt, doch tevens er van overtuigd zijnde, dat de zelfverdeding der proletarische klasse is een noodzakelijkheid tegenover zijn aanvallers, verklaart zij het daaruit voortvloeiende geweld te aanvaarden.

Daartoe moeten vooraf de gedachten van hen die de revolutie zullen bewerkstelligen worden helder gemaakt en gerevolutioneerd.

Zij beschouwt het dus als een belangrijk deel van haar taak de arbeiders te ontwikkelen opdat deze welbewust van doel en wezen der komende revolutie, haar practisch in toepassing zullen kunnen brengen en tot een succesvol einde voeren.

Onder het ontwikkelen der arbeiders verstaat zij in de eerste plaats het bevrijden hunner geesten van alle dogma’s en leerstellingen die worden dienstbaar gemaakt aan de belangen der kapitalistische klasse en in tegenspraak komen met het rationalisme en de gebleken waarheden der wetenschap.

Al haar strijdmiddelen, afhankelijk van de omstandigheden, beoogen aan te sturen op den opstand der proletariërs, als het universeele middel dat de socialistisch-anarchistische gemeenschap zal kunnen verwerkelijken.

Deze opstand, ingezet door een algemeene staking van den arbeid voor de bezittende klasse, moet worden gevolgd door een volledige opzegging van alle gehoorzaamheid aan de bestaande machten.

De mate van verzet der bezittende klasse zal nader moeten bepalen hoe de revolutie zich verder zal ontwikkelen. Om de totstandkoming dier revolutie te bevorderen, zoekt de Federatie samenwerking met allen die haar doel bevorderen kunnen, in het bijzonder echter met de onafhankelijk georganiseerde vakbeweging, van wie zij verwacht dat de arbeiders door haar geschoold worden in de bekwaamheden om de leiding der productie over te nemen, terwijl zij in genoemde vakbeweging vooral een goede bondgenoote ziet wijl deze door het lot dier arbeiders onder de nog bestaande toestanden te verbeteren hen in staat stelt beter en krachtiger den strijd te voeren.

Ten slotte, wetende, dat de vrijmaking der arbeiders slechts door hen zelve kan geschieden, verklaart zij dat die arbeiders alleen dan het doel kunnen bereiken, indien zij zich onthouden van het geven van opdrachten aan anderen en steeds aansturen op zelf-doen en directe actie en is derhalve anti-parlementair.

Artikel 1.

De Landelijke Federatie van Sociaal-Anarchisten in Nederland wordt gevormd door plaatselijke vereenigingen en verspreide leden op plaatsen waar geen aangesloten vereenigingen zijn gevestigd: zij stelt zich tot taak, alles te behartigen wat er toe kan bijdragen de begingselen zooals die in de Beginselverklaring zijn omschreven, te verwezenlijken.

Art. 2.

Teneinde tot dit doel te geraken, maakt zij gebruik van de volgende middelen:

1. Het houden van openbare propaganda-vergaderingen en cursussen.
2. Het uitgeven van brochures, bladen en tijdschriften.
3. Het verzamelen en in haar strijd aanwenden van haar dienstig zijnde gegevens.
4. Het bevorderen, steunen, in ’t leven roepen en leiden van agitaties en acties die haar doel kunnen bevorderen.
5. Het aanknoopen en onderhouden van een goede verstandhouding, benevens kameraadschappelijke samenwerking waar dit wenschelijk blijkt, met aan haar verwante organisaties.
6. Het totstand brengen, bevorderen en onderhouden van Internationale Organisatie.
7. Alle andere haar ten dienste staande middelen, die met haar beginselen in overeenstemming zijn.

Art. 3.

Het Bestuur bestaat uit 9 personen, te weten: 1ste en 2e Voorzitter, 1ste en 2e Secretaris, 1ste en 2e Penningmeester, benevens 3 Commissarissen.

Art. 4.

Het Dagelijks Bestuur, bestaande uit 1ste Voorzitter, 1ste Secretaris en 1ste Penningmeester is gevestigd in de plaats, jaarlijks door bet Congres aan te wijzen.

In plaatsen waar geen vereniging is aangesloten, kan het Dagelijks Bestuur niet gevestigd zijn. Het Dagelijks Bestuur wordt gekozen in en uit de aangesloten vereeniging ter plaatse door het Congres aangewezen als zetel van het Dagelijks Bestuur.

Art. 5.

Het overige Bestuur wordt gekozen uit leden der aangesloten vereenigingen, gevestigd ter plaatse of in de omgeving daarvan, waar het Dagelijks Bestuur zetelt. Deze verkiezingen vinden plaats in en uit genoemde vereenigingen, binnen één maand nadat her Congres de plaats van het Dagelijks Bestuur heeft aan gewezen.

Art. 6.

Iedere bestuurder heeft zitting gedurende twee jaar. Het bestuur kan evenwel een of meerderen zijner leden schorsen tot het eerstvolgend Congres, dat dan uitspraak heeft te doen, wanneer blijkt dat dit lid handelingen verricht in strijd met de belangen of het doel in Statuten of Beginselverklaring omschreven. Ieder jaar treedt een gedeelte van het Bestuur af, te beginnen met 1ste Voorzitter, 1ste Penningmeester, 2e Secretaris en 1ste Commissaris.

Alle bestuursleden zijn echter terstond weder herkiesbaar.

Art. 7.

Wanneer in het bestuur een tusschentijdsche Vacature ontstaat, hetzij door bedanken of anderzins, zorgt de aangesloten vereeniging waarvan de afgetreden bestuurder lid was, voor een nieuwen bestuurder, die echter slechts zitting krijgt tot het eerstvolgend Congres dat hem al dan niet definitief kan benoemen.

Art. 8.

Minstens, éénmaal eerstejaars vindt een Algemeen Congres plaats der aangesloten vereenigingen, alwaar het Bestuur van zijn werkzaamheden verslag heeft uit te brengen, alle door de afdeelingen opgegeven punten aan de orde stelt en ook zelf noodig geachte onderwerpen op de agenda plaatsen kan.

Het Bestuur draagt zorg dat minstens een maand te voren elke aangesloten vereeniging een Beschrijvingsbrief ontvangt, waarop alle te behandelen punten met de noodige toelichtingen worden aangegeven.

Art. 9.

Iedere aangesloten vereeniging heeft het recht twee afgevaardigden te zenden, zij kan evenwel slechts één stem uitbrengen. 10 Verspreide leden kunnen gezamenlijk één stem uitbrengen.

Art. 10.

Alle op het Congres genomen besluiten moeten door een referendum worden bekrachtigd.

Art. 11.

De kosten van het Congres worden op de aangesloten vereenigingen en verspreide leden ponds-ponds-gewijze verhaald.

Art. 12.

Indien minstens een vierde deel der aangesloten vereenigingen, met opgaaf van redenen, officieel te kennen geeft een buitengewoon Congres noodzakelijk te achten, is het Bestuur verplicht zoo’n Congres binnen een maand bijeen te roepen.

Art. 13.

Alle aangesloten vereenigingen betalen aan de kas der Federatie een Contributie van tenminste twee cent per lid en per week, tot een minimum van f 0.50 per maand, iedere maand bij vooruitbetaling te voldoen. Verspreide leden betalen een minimum-contributie van 25 cent per maand eveneens bij vooruitbetaling.

Art. 14.

Aangesloten vereenigingen of verspreide leden, die in geen 3 maanden contributie hebben betaald, zullen worden aangemaand hun achterstallige contributie binnen één week te voldoen. Wordt daaraan niet voldaan, dan zullen zij als aangesloten vereeniging of verspreid lid worden afgevoerd, tenzij door hen het bewijs geleverd wordt, tot betaling absoluut onmachtig te zijn. Zij kunnen niet weder tot het lidmaatschap worden toegelaten, dan na aanzuivering der schulden, waarvoor zij altijd aansprakelijk blijven.

Art. 15.

Eventueels tekorten kunnen door het Bestuur op de aangesloten organisaties ponds-ponds-gewijze worden verhaald.

Art. 16.

Alle aangesloten vereenigingen brengen éénmaal eerstejaars, minstens 2 maanden voor ieder Congres, aan het Bestuur verslag uit van den toestand hunner vereeniging, van het aantal leden, een overzicht der financiën, der verrichte werkzaamheden, enz.

Art. 17.

In plaatsen waar meer dan 5 verspreide leden zijn gevestigd, vormen deze een aangesloten vereeniging.

Art. 18.

Aangesloten vereenigingen of verspreide leden die handelingen verrichten in strijd met de belangen of beginselen in Statuten of Beginselverklaringomschreven, kunnen door het bestuur van het lidmaatschap der Federatie worden geschorst. Zij hebben te allen tijde beroep op het Congres, welks uitspraak beslissend is.

Art. 19.

Ieder Congres wijst de plaats aan, waar het eerstvolgend Congres zal worden gehouden.

– HET BESTUUR.