Door Sébastien Faure
Dit betreft fragmenten uit het hoofdstuk “L'Anarchie” uit de tekst Les Forces De La Rèvolution (1921) van Sebastien Faure. Een aanvulling op de vertaling van dit hoofdstuk volgt.
Het anarchisme is in feite de vereniging van alle krachten waarover ik deze avond heb gesproken. Het is, zoals ik zei, de synthese: anarchisme voert met de vrijdenkers de strijd tegen religie en tegen alle vormen van intellectuele en morele onderdrukking; – anarchisme levert met de Socialistische Partij strijd tegen het kapitalistische regime; – anarchisme is met het syndicalisme in haar strijd voor de verlossing van de arbeider en tegen de uitbuiting van de arbeid door werkgevers; – anarchisme is met anderen in samenwerking in hun strijd tegen het commerciële parasitisme en tegen de tussenpersonen die de profiteurs van dit parasitisme zijn. Kortom, had ik geen gelijk om te zeggen, dat het anarchisme als de synthese van alle andere revolutionaire krachten uit de bus komt; dat het die krachten verdicht, bekroont en verenigt
Het anarchisme respecteert geen enkele vorm van overheersing van de mens over de mens, geen enkele vorm van uitbuiting van de mens door de mens, aangezien het alle vormen van gezag aantast:
Van alle krachten van de revolutie die ik heb genoemd, telt het anarchisme misschien wel de minst aantal aanhangers. Wij houden ons niet voor de gek als het gaat om onze numerieke kracht, wij weten dat wij geen compacte bataljons hebben, zoals de socialistische partij, de vakbondsbeweging en de coöperatie-beweging: de anarchisten zijn altijd al een minderheid geweest, en – vergeet niet wat ik zeg – zij zullen altijd een minderheid blijven. Dat is onvermijdelijk. [..]
Een minderheid, ja: maar het is niet nodig om met velen te zijn om veel werk te doen. Soms is het beter om minder talrijk en de beste te zijn: hier weegt de kwaliteit op tegen de kwantiteit. Ik geef de voorkeur aan honderd personen die overal zijn, die gaan waar er werk te doen is, waar intelligentie en activiteit te vinden zijn; ik geef de voorkeur aan honderd personen die spreken, schrijven, handelen, die zich hartstochtelijk bezighouden met propaganda, boven duizend die stilletjes thuisblijven en zich inbeelden dat ze hun plicht hebben gedaan wanneer sommigen donaties hebben betaald en anderen hebben gestemd.
Anarchisten zijn en zullen dus altijd met weinigen zijn, maar ze zijn overal. Zij zijn wat ik de gist noem die het deeg doet rijzen. Je ziet ze overal doordringen. Naast de paar duizend verklaarde anarchisten die georganiseerd zijn, zien we velen in andere groepen zitten: sommigen in de vrijdenkersbeweging, anderen in de Socialistische Partij, weer anderen in de C.G.T. [Franse vakbondsfederatie]. Ik ken zelfs een groot aantal, in kleine steden en op het platteland, die zich aansluiten bij de socialistische beweging zonder hun anarchistische ideeën op te geven. Ze worden gedreven door de behoefte om iets te doen, gedreven door de wens om betrokken te raken bij de lokale strijd en de propaganda die onder en om hen heen wordt gemaakt. Er zijn er daarom ook in de vakbond, in de coöperatiebeweging. Ze zijn overal… Sommigen zijn zelfs anarchist zonder het te weten! Want zodra hun wordt verteld wat anarchisme is, zeggen ze: ‘Maar als dat waar is, ben ik een anarchist! Ik ben met u!’. Ja, anarchisme is overal…
De krachten van de revolutie zijn zo groot dat het vanavond van essentieel belang was om ze te bekijken. Ik sluit af, want het is bijna twee uur geleden dat we begonnen zijn. Het zou een hele lezing kosten om elk van deze krachten te onderzoeken en we zouden niet eens alles hebben behandeld. Vanavond heb ik een eenvoudige monografie verschaft: over elke stroming, over elke organisatie, een snelle en korte monografie, van de krachten die een meer gedetailleerde beschrijving verdienen. Ik heb slechts een schets gemaakt. Er is nog een aantal andere stromingen, krachten, groeperingen die niet zonder waarde zijn en die op de dag van de Revolutie de algemene beweging mede zullen beïnvloeden. Daaronder bevinden zich feministische groeperingen en neomalthusianistische en antimilitaristische stromingen. Tot slot wijs ik erop dat we bovenal de socialistische, vakbonds- en anarchistische jongeren hebben, de activisten van morgen. Het zijn deze jongeren die onze hoop zijn en die vandaag de kiem vormen voor de overvloedige oogst van morgen!
[..].
Sébastien Faure, 25 januari 1921