Door Jean Rokbelle
Eerder behandelde ik de vraag of Jihadisme als het Fascisme van de 21ste eeuw bestempeld kan worden. In mijn artikel Jihadisme - fascisme van de 21ste eeuw vond ik het echter moeilijk concreet antwoord te geven op deze vraag. In de Duitstalige krant Analyse & Kritik verscheen een erg verhelderend artikel dat die vraag wél beantwoord.
Tot voor kort leek het zo vaak racistisch geladen Duitse “Islamdebat” iets aan hardheid verloren te hebben. De anti-islamitisch gemotiveerde aanslag van Anders B. Breivik in Noorwegen, de veelbelovende protesten van de Arabische en Noord-Afrikaanse protestbewegingen en niet te vergeten de NSU-moorden , hebben de argumenten van veel zelfverklaarde “Islamcritici” doen verstommen. Deze ontwikkeling lijkt zich op het moment weer om te draaien. Met de deels catastrofale ontwikkeling van de Arabische Lente, een discussie over een Salafistische “Sharia-Politie” in Duitse steden en een onverbiddelijke voortgang van de jihadistische Islamitische Staat (IS) in meer en meer landen in het Midden Oosten en Afrika worden de stemmen van “Islamcritici” en anti-moslimracisten weer sterker.
Hiermee samenhangend beleeft ook het begrip “Islamfascisme” (of Islamofascime) nieuwe populariteit. De media stelt een samenhang tussen Hamas en de IS voor, en die laatste wordt weer met het Nationaal Socialisme vergeleken. Het Duitse tijdschrift Cicero vroeg zich op hun cover van hun juli-uitgave bijna onschuldig af “Is de Islam het Kwade?”, en kort geleden heeft ook de Duits-Egyptische auteur Hamed Abdel Samad met zijn bestseller Het Islamitisch Fascisme het debat over het verwantschap van fascisme en islam weer aangewakkerd. Hierin kreeg men van het linkse magazine Konkret tot de nieuw-rechtse krant Junge Freiheit bijval.
Een vermeend verwantschap tussen de islam en het fascisme is aanleiding voor de veronderstelling van een nauwe samenwerking of op z'n minst een sympathie tussen islamitische Arabieren en Europese fascisten. Zo is er tegenwoordig nauwelijks nog discussie over het Israël-Palestina-conflict en de geschiedenis van de islam zonder dat hierbij wordt verwezen naar de “Mufti” van Jeruzalem Mohammed Amin al-Husainni. Hij had met het Nationaal Socialisme gecollaboreerd, wat voor velen dient als een bewijs voor de bewondering van 'de Palestijnen' voor het Nationaal Socialisme. Als verder bewijs wordt de op moslims ingespeelde Nazi-propaganda uit in de jaren '40 aangevoerd, die in kranten, pamfletten en radioprogramma's in het Midden-Oosten werd verspreid en uitgezonden. Weer andere historici proberen sympathie voor de Nazi's van het voor de islamistische beweging zeer invloedrijke Egyptische Moslimbroederschap te bewijzen. Hiermee zouden directe overlappingen tussen fascistische en islamistische ideeën aangetoond worden. Het Islamisme is het hedendaagse spook van het fascisme, zo klinkt het argument van diegene die spreken van het begrip Islamfascisme.
Al deze onderzoeken hebben echter aan een overeenkomstige zwakte; ze zijn door historici gedaan die allen als vakgebied Europees fascisme hebben en geen Arabische en Islamistische geschiedenis. Omdat vaak de zo nodige taalkennis ontbreekt, worden deze werken door een focus op Duitse en Engelse bronnen gekenmerkt. Oorspronkelijke Arabische bronnen en nieuwe onderzoeken blijven ongebruikt, net als de vele Arabische stemmen van liberale, islamitische en communistische tegenstanders van het fascisme. De Nazi-propaganda in het Midden-Oosten werd over het algemeen door veel Arabieren kritisch ontvangen.
Ondertussen hebben de in het Midden-Oosten gespecialiseerde historici en islamwetenschappers – als Israel Gershoni, Götz Nordbruch of René Wildangel – het grootste deel van de eerder genoemde beweringen door middel van Arabische bronnen gerelativeerd of weersproken. De racistische ideeën van de Nazi's in het bijzonder, leidde bij veel Arabieren tot een afwijzing. Zelfs het Moslimbroederschap zag in Nazi-Duitsland en het fascistische Italië de representatie van een racistische, nationalistische en imperialistische aanval van Europa op de islam en het gehele Midden-Oosten. Dat toont Israel Gershoni, die in zijn werk geschriften van de groepering analyseert.
De Britten gaven macht aan de tot “Mufti” verklaarde al-Husaini, die echter geen noemenswaardige theologische opleiding had genoten. al-Husaini was een rabiate antisemiet en Nazi-collaborateur en zijn rol voor de Palestijnse bewegingen het het Islamisme worden sterk overdreven. Zo verklaarde een Israëlische biograaf van de “Mufti” dat hij na zijn dood uit het collectieve bewustzijn van de Palestijnen verdwenen is zonder enige noemenswaardige sporen na te laten.
Het grootste tekort van het begrip Islamfascisme is dat het de veelzijdigheid van het Islamisme niet ziet. De meeste verschillende Arabische- en moslim-organisaties worden onder het woord samengevoegd, ongeacht hoeveel ze met de islam van doen hebben. Met blik op deze selectiviteit is het dan ook niet verrassend dat veel boeken over het zogenaamde Islamfascisme eerder pseudowetenschappelijke verhandelingen of politieke strijdschriften zijn.
Het ideologische en institutionele verschil met fascisme is van tijd tot tijd dan ook enorm. Voor fascistische bewegingen zijn bijvoorbeeld charismatische leiders karakteristiek. Deze vind men bij de meeste islamistische groepen niet terug. Een dergelijke cultus rondom één persoon zou op zijn minst de religieuze overtuiging tegenspreken. Juist door Salafisten wordt een te grote focus op een menselijk leidersfiguur als een vorm van verafgoding gezien, waarmee dit één van de ergste zonde van de moslim is.
Één van de belangrijkste verschillen ligt echter in de universele aanspraak van de islam. Deze heeft weinig met het Bloed en Bodem, volk of ras van het beperkte fascisme gemeen. Het Salafisme en aanverwante vormen van het Islamisme kennen geen Natie in de conventionele zin. Moslims met deze opvattingen zijn namelijk noch door hun etnische of herkomst als “ras”, noch door territoriale factoren met elkaar verbonden. Het enige wat telt is de gemeenschappelijke geloofsbelijdenis. Groepen als de IS maken gebruik van deze overtuiging als ze wereldwijd aanhangers werven. Behalve dat de IS zich trots in propagandavideo's presenteert met aanhangers uit verschillende landen, vereenzelvigt het zich ook met blinden en andere mensen die niet binnen de niet-gehandicapte norm vallen.
Deze diversiteit geldt als bewijs voor het universele van de islamistische heilige boodschap. Alle anderen – ook die moslims die niet de Salafistische opvatting van de islam delen – worden daarentegen als ongelovigen behandeld. In geval van oorlog moet deze tegenstander van de Salafistische Islam in het beste geval beschermingsbelasting betalen en daarmee leven als gediscrimineerde minderheid. De “keuze” is conversie tot de Islam of als vijand tot de dood bestreden te worden. In de basis staat echter voor ieder de mogelijkheid open deel van de moslimgemeenschap (dwz. Salafistische gemeenschap) te worden – deze aanspraak is binnen Islamistische bewegingen universeel.
Juist dit vermeende universalisme oefent op jongeren wereldwijd een enorme aantrekkingskracht uit. Hier zijn het op het moment de Salafisten die hun preken in het Duits houden en daarmee een breed publiek van moslims en moslima van verschillende migratieachtergronden aanspreken. Terwijl men zich in de vele moskeeën waar in het Turks gepredikt wordt niet thuis voelt.
Het strak gestructureerde wereldbeeld van het Salafisme levert een tweedeling in de wereld op tussen goed en kwaad. Het biedt hiermee een houvast die zo veel perspectiefloze jongeren zoeken. Dit geldt het sterkst voor jongeren die zich als slachtoffer zien van maatschappelijke verhoudingen, zij het door slecht betaalde banen of algehele werkloosheid, en eveneens door de ervaring van uitsluiting in een meerderheidssamenleving. Een conversie naar de Salafistische Islam bied voor jongeren met een ommekeer van deze “slachtofferrol”. Aan de “goede kant” staan de “verlichte” Salafisten, die volledig tegenovergesteld zijn aan de “materialistische” wereld van de ongelovigen (Kuffar), die ongeacht hun afkomst de “rechtvaardigen” onderdrukken. Deze slachtofferrol bied de kans aan de “goede kant” te komen staan en biedt zekerheid voor een ultieme wraak op hun tegenstanders in het “Einde der Tijden”.
De complexiteit van sociale en politieke samenhang wordt door zo'n wereldbeeld enorm gereduceerd. De identificatie met de islamitische “goede kant” en het daarmee verbonden Goddelijke plan, werkt voor het Salafisme enorm identiteitsvormend en breekt met het “materialistische” en consumentistische pad. Dit alles heeft het Salafisme vandaag tot een relatief succesvolle jeugdbeweging gemaakt en zelfs Duitsers zonder familiaire banden met de islam voelen zich door de veelbesproken gemeenschap van Salafisten aangetrokken. Hoewel er uiteindelijk significante verschillen tussen Fascisme en de verscheidene vormen van het Islamisme, betekent dit op geen enkele manier dat de islamistische beweging als het Salafisme niet gevaarlijk is – in tegendeel zelfs. Juist het Salafisme laat zich sterk tekenen door Jodenhaat, mannelijk chauvinisme, militarisme en andere gevaarlijke ideologieën. En het kan op deze vlakken wel degelijk met het Fascisme in verband worden gebracht. Een fundamenteel verband tussen het Fascisme en Salafisme leggen doet hier echter de verschillen te kort – hoe ernstig men echter ook deze gevaren