Het lompenlied
Door
Erich Mühsam
Oorspronkelijke titel: Lumpenlied
Verschenen: 1914
Bron: '
Erich Mühsam - Dichter, publicist, anarchist, mens
',
Pszisko Jacobs
,
Recht voor allen
, Oosterwolde, 1988; 'Wüste - Krater - Wolken, Die Gedichte',
Cassirer
, Berlin 1914
Vertaling: 'Vespido' G. der Groot
Digitalisering: Tommy Ryan
Het lompenlied
Geen das om mijn nek, geen geld in mijn zak.
Wij scharrelen rond in ons lompenpak,
waarop de burger spuwt.
De burger met zijn schoenenlak,
met orde-tekens op zijn jack.
de burger met zijn kouwe kak,
die vroom gehuichel ook niet schuwt.
De burger spuwt en heeft gelijk,
Hij zet zichzelf daarmee te kijk.
In onze buiken zit alleen maar drank.
Wie drank op heeft is slecht,
dat is al vaak gezegd
en haarfijn uitgelegd…
Maar ik neem het niet in dank.
De burger kan zo zedig zijn.
Hij kent zijn bijbe1 en latijn.
Wij kennen alleen maar nijd.
Wie Port drinkt en bubbeltjeswijn
en wandelt in de zonneschijn
en hekelt alle schone schijn…
heeft aan de burger schijt.
Hoe komt de burger toch wel aan
zijn geldzak en zijn goede baan?
Hij steelt! Nog meer dan wij.
Dat wij uit nood uit stelen gaan,
dat komt ons meestal duur te staan.
Van andermans arbeid leven zij!
Oh, was ik toch een rijke man
die zonder moeite stelen kan…
Geprezen om z’n aard.
Trof 'k dan in de straten an
die lompendragers - Frits - Johan…
Dat lompenvolk bespuw ik dan.
Jullie honden zijn dat waard.
literatuur
,
poëzie