Het pact Stalin-Hitler

Door het Nederlands Syndicalistisch Vakverbond


Het pact Stalin-Hitler

Op Zondag 20 augustus 1939 werd een verbaasde wereld ervan in kennis gesteld, dat het Russische communisme en het Duitse nazisme een handelsverdrag hadden afgesloten. Duitsland gaf Rusland een krediet van 200 miljoen mark, en tussen de beide „doodsvijanden” zouden levendige economische betrekkingen tot stand komen. Op 22 augustus werd meegedeeld, dat Rusland het plan koesterde, een niet-aanvals-pact met Duitsland af te sluiten. Op 23 augustus vloog de Duitse minister van buitenlandse zaken, Von Ribbentrop, naar Moskou om te onderhandelen, en op dezelfde dag werd door Von Ribbentrop en Molotow een „niet-aanvals- en consultatiepact” ondertekend. De Russische machthebbers waren voordien door Hitler steeds als bandieten, misdadigers, uitschot der mensheid gebrandmerkt, aan de strijd waartegen hij, volgens zijn eigen uitspraak, zijn leven gewijd had. Anderzijds waren aan de Russische kant niet minder bittere woorden gebruikt, om Hitler als een gemeen misdadiger, als een gangster en beul bekend te maken. De gehele Russische politiek, de Komintern en de Russische agenten hadden inde ganse wereld hun strijd gericht tegen Hitler en het nazisme. Deze twee machten werden plotseling goede vrienden.

Op Donderdag 31 augustus werd het pact gelijktijdig te Moskou en te Berlijn geratificeerd. Inde vroege morgen van de volgende dag 1 september 1939 overschreden de Duitse legers de grenzen van Polen en begonnen de nieuwe aanvalsoorlog tegen dit land, hierdoor de nieuwe wereldoorlog in al zijn afschuwelijkheid ontketenend.

Er kan geen twijfel over bestaan, dat het verdrag tussen Stalin en Hitler de kracht was, die de lawine aan het rollen bracht. Hitler had de Duitse expansiepolitiek tot het punt gebracht, waarop zij niet langer zonder openlijke oorlog gevoerd kon worden. Duitsland was intussen niet in staat een oorlog tegen twee fronten te voeren: tegen Engeland-Frankrijk in het westen en tegen Polen, eventueel ook Rusland, in het oosten. Een dergelijke oorlog zou de zekere ondergang betekenen. Hitler zag zijn enige kans ineen overeenkomst met Stalin, waardoor de Russische krijgsmacht als directe militaire vijand uitgeschakeld werd en misschien zelfs als bondgenoot benut zou kunnen worden. Dit werd bereikt door het pact, dat op 23 augustus ondertekend en op 31 augustus geratificeerd werd. Thans had Hitler dekking inde rug. Hij kon nu het risico op zich nemen, de aanvalsoorlog tegen Polen door te voeren, zelfs op gevaar af bovendien een oorlog in het westen te ontketenen. Stalin hielp dus op deze wijze Hitler de massa’s der volkeren ineen Europese monsteroorlog te werpen. Dit is een geschiedkundig feit.

Na zijn verovering der macht stelde Hitler zich tot taak een nieuwe Duitse oorlogsmacht op te bouwen, waarmee hij zijn dromen vaneen Germaanse wereldheerschappij meende te kunnen verwezenlijken. Volgens zijn eigen opgave heeft hij 90 miljard uit het Duitse volk geperst, om dit oorlogsapparaat tot stand te kunnen brengen. Toen dit gereed was, zette Hitler een systematische veroveringspolitiek in. Onder voortdurende dreiging met oorlog verwierf Duitsland zonder oorlog en zonder tegenstand van de zijde der garantie-mogendheden Oostenrijk, het Sudetengebied; het maakte Bohemen-Moravië tot protectoraat; het veranderde Tsjecho-Slowakije ineen vazalstaat en een opmarsgebied tegen Polen; het maakte zich ten slotte meester van het Memelgebied. Daarna plaatste Hitler de kwestie van de hereniging van de vrije stad Danzig met het Rijk op de dagorde.

Maar toen Hitler in maart 1939 de Tsjechoslowaakse gebieden geannexeerd had, besloten Engeland en Frankrijk aan verdere Duitse afpersingspolitiek tegenstand te bieden, in het bewustzijn, dat de Duitse expansie een tegen het Britse en Franse ' imperialisme gericht streven was. Tegenover de aanspraak van Duitsland op Danzig, als een tot de Duitse „levensruimte” behorende stad, verklaarde Polen, dat Danzig Poolse levensruimte is, en dat het bereid was, om Danzig als vrije stad te beschermen. Engeland garandeerde toen in April 1939 de Poolse zelfstandigheid en onaantastbaarheid en verplichtte zich, in geval Polen door Duitsland aangevallen mocht worden, het eerste met alle middelen die Engeland ten dienste staan, steun te verlenen. Bij deze garantie sloot Frankrijk zich aan. Het machtsstreven van het Duitse imperialisme stuitte hier op een besliste tegenstand (van de zijde van het West-Europese imperialisme. Ongeveer tegelijkertijd nam Engeland het initiatief tot onderhandelingen met Rusland overeen Engels-Russisch bondgenootschap. Reeds eerder had Rusland met Frankrijk een militair verdrag gesloten. De onderhandelingen tussen Engeland en Rusland werden in Moskou vier maanden lang zonder succes gevoerd. Rusland eiste o.a. de onafhankelijkheid van de Baltische randstaten en Finland te mogen „garanderen”, hetgeen voor een deel aan de neutraliteit van deze staten een einde gemaakt zou hebben, voor een ander deel bovendien Rusland het recht van ingrijpen inde autonomie van deze staten zou 'kunnen verschaffen.

Volgens officiële Russische mededelingen wenste Rusland in geval van oorlog de westelijke mogendheden hulp te verlenen, en hiertoe vergunning voor de Russische legers om door Polen te trekken. Dit echter heeft Polen op de meest besliste i wijze afgewezen. De communistische agenten der Russische dictatuur beweren, dat Stalins pact met Hitler niet anders dan een consequente voortzetting geweest is van de neutraliteitspolitiek, die Rusland altijd gevoerd heeft. Rusland wil zich niet inde strijd der grote mogendheden mengen. Stalin heeft aldus gehandeld, om het Russische volk de verschrikkingen van de oorlog te besparen. De „grote en geniale” Stalin heeft hier dus een bijzonder verdienstelijke vredesdaad gesteld.

Deze voorstelling van zaken moet als geschiedkundig onjuist worden afgewezen. Ten eerste heeft Stalin geen „neutraliteitspact” met Hitler afgesloten, maar een vriendschapspact met zulk een karakter, dat het voor de oorlog, die Hitler beoogde, een zeer bijzondere hulp betekende.

En ten tweede hebben Moskou en de Komintern (als het buitenlandse werktuig van Rusland) officieel steeds een ijverige werkzaamheid ten gunste van de „collectieve veiligheid” aan de dag gelegd: een actieve politiek met de oorlog als einddoel. In alle niet-aanvalsverdragen, die Rusland met andere mogendheden afgesloten had, werd altijd een clausule opgenomen, volgens welke het niet-aanvalspact automatisch geannuleerd werd of onmiddellijk opgezegd kon worden, ingeval de andere staat een derde zou aanvallen.

Deze clausule werd echter in het nieuwe verdrag Stalin—Hitler niet opgenomen. Zij stond wèl in het verdrag, dat Rusland in het jaar 1926 met Duitsland had afgesloten en dat Hitler in maart 1933 vernieuwde. Deze clausule is uit de nieuwe overeenkomst verwijderd en dooreen andere bepaling vervangen, n.l.:

“Indien eender verdragsluitende partijen voorwerp van oorlogshandelingen van de zijde vaneen derde mogendheid mocht worden, dan zal de andere partij op geen enkele wijze deze mogendheid ondersteunen.”

Toegepast op de situatie van het ogenblik betekende deze nieuwe bepaling, dat, ingeval Duitsland Polen zou aanvallen en Polen dit met de verdedigingsoorlog zou beantwoorden, Rusland Polen niet zou helpen.

Men moet er verder aandacht aan besteden, dat Stalin op het 18e congres der Russische communistische partij zeide:

“Wij zijn voor een vreedzame, vriendschappelijke en goede verstandhouding met alle buurstaten, die met de Sovjet-Unie een 'gemeenschappelijke grens hebben …. Wij zijn voor de ondersteuning van al die volken, die het slachtoffer vaneen aanval worden en die voor de onafhankelijkheid van hun vaderland strijden.”

Dit werd gezegd op 10 maart 1939. Als men het goed leest, dan komt men tot de conclusie, dat Stalin hier niet de neutraliteit van Rusland aanbeveelt, doch zich voor een actief ingrijpen van Rusland verklaart. En een actief Russisch ingrijpen is later dan ook gevolgd, echter niet tegen de aanvaller, doch tegen de aangevallene…

De betekenis van de overeenkomst tussen Stalin en Hitler en van het tegelijkertijd afgesloten handels- en kredietverdrag heeft Hitler ineen gesprek met de Britse gezant in Berlijn, Nevile Henderson, uiteengezet. Het was inde laatste dagen van de maand augustus. Hitler verklaarde, dat, wanneer het tot een algemene oorlog zou komen, het zojuist met Rusland afgesloten handelsverdrag „Duitsland economisch onafhankelijk zou maken, hoe lang de oorlog ook zou duren”. Hoewel deze bewering op zichzelf onjuist is, bewijst zij als uiting van Hitler toch, welke betekenis deze aan het verdrag met Stalin hechtte. Waarmee de betekenis van het verdrag voor de ontketening van de oorlog is vastgesteld.

Moskou heeft geen neutraliteitspolitiek gevoerd. Moskou heeft met de Komintern zijn werktuig inde buitenlandse politiek - de vestiging vaneen ideologisch blok gepropageerd, hetwelk de „democratieën” en de Sovjet-Unie behoorde te omvatten, tegen het anti-Kominternblok Duitsland-Italië-Japan. Zij, die inde democratische landen een neutraliteitspolitiek voorstonden, werden door de communisten als Hitler-agenten gebrandmerkt. Op het 18e congres der Russische communistische partij in 1939 liet Stalin zich als volgt uit:

“In werkelijkheid betekent dus de non-interventiepolitiek, dat men terugwijkt voor de agressie, dat men de oorlog de vrije teugel laat – zodat hij zich tot wereldoorlog uitbreidt. In de non-interventiepoiitiek komt een streven, een verlangen tot uitdrukking, om de aanvallers rustig toe te staan, dat zij hun smerig werk volvoeren n.l. alle deelnemers in het moeras van de oorlog te laten ondergaan Wij zijn voor de ondersteuning van al die volken, die het slachtoffer vaneen aanval worden en die de onafhankelijkheid van hun vaderland verdedigen.”

Niemand kan uit deze regels een wens naar neutraliteit of niet-inmenging lezen. De niet-inmenging wordt hier gelaakt en als verachtelijk voorgesteld. Op het 18e congres van de Russische communistische partij leidde „kameraad” Manuilski de discussie over de internationale toestand en de communistische wereldpolitiek in en zei daarbij het volgende:

“De kapitulanten (zij die willen toegeven) inde neutrale landen, bijv. inde Scandinavische, bereiden zich erop voor ingeval vaneen oorlog hun toevlucht in het asiel der neutraliteit te zoeken…”

En daar de kapitulanten bestreden moeten worden volgt hieruit, dat ook de neutraliteitspolitiek bestreden moet worden Manuilski verklaarde dan ook:

“De communisten zullen die oorlog ondersteunen, die tot de snelst mogelijke nederlaag van de wereldreactie en van haar stormtroepen —' Duitsland, Italië en Japan leidt…”

Wanneer dus de communistische agenten het verdrag Stalin-Hitler als de uitdrukking van de Russische neutraliteitspolitiek voorstellen, is dit inde grond foutief zoals ook nog uit de volgende gebeurtenissen duidelijk blijkt.

Op 17 september, in de vroege morgen, begonnen de Russische troepen Polen binnen te dringen. De Russen hadden reeds sinds lange tijd troepen aan de Poolse grens geconcentreerd, die grote Poolse troepenmassa’s gebonden hielden, en op deze wijze hadden zij de Duitse nazi’s reeds bij hun aanval op Polen gesteund. De inval in Polen op 17 september betekende oorlog tegen Polen. Moskou zeide in zijn fascistische stijl, dat het doel van de inval was, de bloedverwante elf miljoen Russen van Wit-Rusland en de Oekraïne te beschermen, De communistische agenten verklaarden daarop, dat dit geschiedde, opdat het Poolse volk niet onder het fascistische regime van Duitsland zou komen. Maar reeds de volgende dag verklaarde Hitler ineen rede in Danzig:

“dat de Duitse en Russische troepen, die in Polen opereerden gemeenschappelijk en in volkomen overeenstemming met de geest van het Duits-Russische pact handelden, en dat het de taak van deze troepen was, de rust en de orde in Polen te herstellen, welke door het uiteenvallen van de Poolse staat verstoord waren, en om de Poolse bevolking te helpen bij de regeling van haar nieuwe staatkundige bestaan.”

Op 22 september verklaarde Berlijn, dat de Duitse en de Russische regering de demarcatielijn tussen het „rode” leger en het Duitse hadden vastgesteld en dat deze demarcatielijn reeds vóór de Duitse militaire maatregelen tegen Polen in beginsel was vastgesteld. Uit deze officiële Duitse verklaring blijkt dus, dat Stalin en Hitler overeengekomen waren, de oorlog te ontketenen indien Polen zich niet vrijwillig zou onderwerpen, en dat de heren gangsters het reeds van te voren over de verdeling van de buit met elkaar eens geworden waren. Hierdoor is komen vast te staan, dat de Sovjet-heren zich op een schandelijke wijze met het Duitse nazisme verbonden om Polen te verdelen, en dat hun politiek geen politiek van de vrede, doch een openlijke imperialistische roofpolitiek was, die Europa in de grote oorlog stortte.

Tegelijkertijd werd van de zijde van de westelijke mogendheden meegedeeld, dat de sovjet-Russische heren reeds bij de Moskouse onderhandelingen met Engeland en Frankrijk aanspraken op de Oekraïnse en Wit-Russische gebieden van Polen hadden laten gelden, als beloning voor de beschikking, die de westelijke machten over het Russische leger tegen Duitsland zouden verkrijgen. Daar echter de westelijke mogendheden op deze wijze Polen niet wensten te verkopen, vonden Stalin en Hitler elkaar, om over de verdeling der buit tot overeenstemming te komen.

Men heeft de vraag opgeworpen, of niet de politiek van Rusland inde laatste jaren om Rusland met Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten in één vredesfront te verenigen eigenlijk alleen het doel had, druk uitte oefenen op Duitsland, teneinde dit land van zijn anti-Russische politiek te doen afzien en het integendeel tot verbinding met Rusland bereid te maken. Dit moest meer dan iets anders het nationaal-bolsjewisme van Rusland bevorderen wanneer Rusland en Duitsland zouden besluiten een gemeenschappelijke roofpolitiek te voeren, dan zou inde eerste plaats Rusland van de voortdurende dreiging vaneen Duitse aanval bevrijd worden, en inde tweede plaats zouden deze beide machten tezamen, eventueel in bondgenootschap met andere, een bijzonder sterk blok vormen en een Europese hegemonie kunnen scheppen.

Het eerste, natuurlijke bezwaar, dat tegen deze stelling ingebracht kan worden, is, dat de ideologische vijandschap tussen het Russische sovjetsysteem en het Duitse nazisme een onoverwinnelijke hinderpaal voor een dergelijke politiek is. Maar tegenover dit argument staat reeds direct het feit, dat Rusland en Duitsland thans toch maar een bondgenootschap tegen Polen gesloten hebben. Bovendien is de ideologische tegenstelling helemaal niet zo groot. Toen het pact Stalin-Hitler afgesloten was, schreef Iswestia in Moskou:

“Het pact maakt een einde aan de vijandschap, die de tegenstanders der beide staten hebben trachten te bestendigen. De ideologische meningsverschillen kunnen en mogen evenmin als het verschil in politiek systeem van de beide landen een hindernis vormen voor de vestiging en handhaving van goede nabuurverbindingen tussen de Sovjet-Unie en Duitsland.”

Molotow verklaarde ook in het Russische „parlement”, dat het niet-aanvalsverdrag een einde maakte aan de vijandschap tussen de Sovjet-Unie en Duitsland. De Völkische Beobachter schreef op 26 augustus:

“In het kamp der democratische wereldreactie begrijpt men de historische betekenis van het Duits-Russische besluit nog niet. Men zal moeten leren het te begrijpen, men zal ondervinden, dat de autoritaire staatssystemen niet alleen in staat zijn vérstrekkende besluiten bliksemsnel te nemen en door te voeren, maar ook, dat zij veel verder inde toekomst zien dan hun democratische tegenstanders.”

Bij dit getuigenis van overeenstemming van ziel tussen nazisme en bolsjewisme moet men erkennen, dat de ideologieën geen hinderpaal vormen, die de samenwerking van de beide dictatuurstaten op enige wijze inde weg zou staan. Onmiddellijk na de val van Barcelona in januari 1939 publiceerden de communistische partijen van 15 landen met uitzondering van de partij der Sovjet-Unie — een oproep waarin gezegd wordt:

“Boycot de waren van Hitler-Duitsland, Italië en Japan. Weigert schepen te laden en boycot transporten naar Duitsland, Italië en Japan.”

Waarom heeft de Russische communistische partij die oproep niet ondertekend? Omdat op dat tijdstip Rusland met Italië onderhandelde overeen nieuw handelsverdrag, dat volgens het dagblad Giornale d’Italia de ruil tussen die beide landen van 400 miljoen tot 1 miljard lire zou verhogen. Rusland zou petroleum, mangaan, steenkool, tarwe, gerst, enz. leveren. Ziedaar de verklaring! De arbeiders van alle andere landen moesten Italië boycotten, de arbeiders in Rusland moesten voor Italië werken!

Op het 18e partijcongres der Russische communisten van maart 1939 zei de leider der Komintern Manuilski: „Een krachtige politiek van tegenstand der z.g. democratische staten tegen de fascistische aanvallers, gecombineerd met economische druk, zou een doeltreffend middel zijn, om de fascistische staten te dwingen tot de terugtocht. Een dergelijke politiek zou een echte vredespolitiek zijn.” Toen Moskou in het voorjaar van 1939 zijn nieuw handelsverdrag met Italië afsloot, wilden de communisten blijkbaar geen „krachtige politiek van tegenstand, gecombineerd met economische druk”, toepassen om de fascistische staten tot de terugtocht te dwingen. Evenmin wilden zij dat, toen Moskou op 20 augustus het nieuwe handelsverdrag met Duitsland afsloot, dat volgens de reeds aangehaalde uitspraak van Hitler, Duitsland economisch onafhankelijk moest maken, zolang de oorlog zou duren Wanneer economische druk en boycot middelen zijn, om de fascistische landen tot de terugtocht en daarmede tot de vrede te dwingen, dan moet daaruit logisch volgen, dat de economische ondersteuning, die Rusland aan Italië en Duitsland verleende, ook de politiek van deze fascistische staten bevorderde en versterkte en dat Moskou daarmee opzettelijk de oorlog bevorderd heeft.

In Giornale d’Italia herinnerde Virginio Gayda in zijn bespreking van het Stalin-Hitlerpact eraan, dat Italië, vroeger dan welke staat ook, tot Rusland toenadering zocht en in september 1933 een vriendschapsverdrag met dit land afsloot, zo goed als een nieuw handelsverdrag in 1939. Gayda schrijft:

“Natuurlijk raken deze politieke en economische pacten niet de verschillende ideologieën en politieke leerstellingen, maar deze realistische opvatting was door Mussolini reeds in 1924 naar voren gebracht…. Het fascisme zal niet opgaan in het communisme. Maarde kwestie van het bestaande binnenlandse regime mag geen belemmering zijn voor de problemen van de buitenlandse politiek…. Daarom is het voor de Europese toestand van betekenis, dat juist de totalitaire staten, ondanks hun in zekere mate van elkaar afwijkende karaktertrekken, zich juist op dat ogenblik kunnen verenigen, dat gekenmerkt wordt door de aanvalsplannen van de imperialistische, plutocratische en naar hegemonie strevende democratieën.”

Hier merkt men de vriendschap op, die bij de Italiaanse fascisten bestaat ten opzichte van het Russische regime. Zij is wederkerig en is inde loop der tijden op verschillende manieren tot uitdrukking gekomen. De Komintern heeft vroeger een oproep aan het Italiaanse volk uitgevaardigd, om zich met de fascisten te verbinden (zie de Baseler Rundschau no. 37, 5e jaargang, bladzijde 1479). In die oproep wordt gezegd:

“De communistische partij van Italië heeft tot het Italiaanse volk een hoogst belangrijke oproep gericht, die van de grootste politieke en geschiedkundige betekenis is. Deze oproep wijst de weg naar de redding van Italië en de vrede door de hereniging en verzoening van het gehele Italiaanse volk, de fascisten en de anti-fascisten.”

De oproep maakt verder het begrip van de verzoening duidelijk en onderstreept de noodzakelijkheid, de verbittering tussen fascisten en anti-fascisten te liquideren „Laat ons elkaar de hand reiken, fascisten en anti-fascisten, katholieken en socialisten.”

In de tijd van de sancties tegen Italië in 1936-1937, breidde Rusland zijn uitvoer naar Italië uit, terwijl de overige landen die uitvoer beperkten.

Op dezelfde manier heeft men Duitse communisten en nazi’s zeer intiem zien samenwerken. Dit was het geval bij de verkiezingen, bij de „rode volksstemming” in het jaar 1930, en ook bij de Berlijnse tramstaking in 1932. Deze beide acties waren hoofdzakelijk tegen de sociaaldemocraten gericht. Toen de beslissende periode voor de nazi’s naderde, toen generaal Von Schleicher zijn voorstel tot een gemeenschappelijk optreden van de rijksweer en de Duitse vakorganisaties tegen de nazi’s indiende, losten de communisten de sterke rood-frontstrijdersbond op instructie van Moskou op en hoewel zij een sterke positie innamen, deden zij niets om het volk in beweging te brengen tegen de machtsovername door Hitler. Waarom deze passiviteit van de zijde van Moskou, die de overwinning van Hitler bevorderde? Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, vernieuwde hij ogenblikkelijk de overeenkomst tussen Duitsland en Rusland, die sinds verscheidene jaren door de democratische regeringen van de republiek niet meer vernieuwd was.

Eigenlijk bestaat er een grote verwantschap tussen de „dictatuur van het proletariaat” in Rusland en de fascistische regiems. Ten eerste hebben zij het staatssocialisme gemeen, verder de onbeperkte almacht van de staat, de controle van de staatspolitie over alles en allen, de gelijkschakeling op alle gebieden, de opheffing van de vergaderings-, verenigings- en drukpersvrijheid. Met elkaar gemeen hebben ze ook de „heersende partij”, en wat hiermee samenhangt. Rusland heeft het staatskapitalisme, maar het is zeker de vraag, of niet de Italiaanse fascisten en de Duitse nazi’s menen, dat Rusland in ontwikkeling op Italië en Duitsland voor is, en of zij niet het rode fascisme met een beetje afgunst beschouwen.

Over de ideologische verwantschap, die tussen het Russische bolsjewisme of „communisme” en het Duitse nazisme bestaat, heeft een gewezen Duitse nationaal-socialist een veelgelezen boek geschreven onder de titel „De revolutie van het nihilisme”. De schrijver is Herman Rauschning, die tot 1934 lid van de nationaal-socialistische beweging en bovendien president van de Senaat van Danzig is geweest en die de geestelijke stromingen in het nazisme zeer goed kent. Rauschning schrijft:

“In zijn eigenlijke wezen is het nazisme een revolutionnaire, ultra-bolsjewistische beweging; het is eenvoudig bolsjewisme in zijn Duitse gedaante, radicaler en gewetenlozer dan het bolsjewisme ooit geweest is. Het is slechts van één streven bezield: overal onrust scheppen, alle fronten uithollen en ondergraven, een wereldrevolutie doen ontbranden, om hierdoor Duitsland tot een wereldrijk te maken.”

Rauschning beweert verder in zijn boek, dat het nationaal-socialisme voor een nieuw tijdperk staat, en dat het bereid is, het masker af te werpen. Een van de verrassingen, zegt hij, zal een Duitse alliantie met Rusland zijn juist hetgeen thans heeft plaats gevonden. Rauschning beweert, dat Hitlers geweldige propaganda tegen het bolsjewisme zuivere demagogie is, in werkelijkheid heeft hij grote sympathie voor het Russische stelsel. Hitlers tegenzin ligt alleen „in het bewustzijn, dat de nationaal-socialistische heersmethodes zich weliswaar met de bolsjewistische meten kunnen, maar deze waarschijnlijk niet overtreffen”. En ook inde vrees, dat de nazistische hegemonie bij een Duits-Russisch bondgenootschap ineen bolsjewistische hegemonie zou kunnen veranderen. Verder schrijft Rauschning:

“Een Duits-Russische bondgenootschap betekent niets anders, dan dat twee stromen, die beide hun weg naar de zee der wereldrevolutie zoeken, zich met elkaar verenigen. Het is de wereldrevolutie van het bolsjewisme, waarmee het nationaal-socialisme zich gelijkschakelt of zich in zijn eigen belang gelijkschakelen wil. Dat is precies hetzelfde. In ieder geval zou het een utopie zijn te geloven, dat Duitsland en Rusland niets anders dan een gewone coalitie zouden vormen, op de wijze waarop zich tot nu toe grote mogendheden uit overwegingen van macht of politiek verenigd hebben. Een verbond Duitsland-Rusland betekent in alle opzichten een radicale omwenteling inde gehele wereld. Het verbond met Rusland is de eerstvolgende grote putsch van Hitler.”

Mussolini heeft herhaalde malen overeenkomsten tussen het Italiaanse fascisme en het Russische bolsjewisme aangetoond, en de beide staten hebben talrijke beleefdheids-betuigingen uitgewisseld, zo goed als ze altijd levendige economische betrekkingen onderhouden hebben. Door hem werd de mogelijkheid vaneen beter georganiseerde samenwerking tussen Duitse communisten en nazi’s besproken (omstreeks 1925). Maar ook in Frankrijk hebben fascisten en communisten over de mogelijkheid van samenwerking gediscussieerd. In dit verband citeren wij, wat op 19 oktober 1924 geschreven werd in de Action Française:

“Wij wenden ons tot de communisten en zeggen hun: Uw kritiek op de burgerlijke staat komt met de onze overeen, uw opvatting van de algemene economie valt met de onze samen; krachtens onze opvattingen keren wij ons tegen het burgerlijke regiem, wanneer gij echter dezelfde opvatting van politiek en economie hebt als wij, dan moet gij inzien, dat het probleem daarin bestaat, de bourgeoisie haar politieke macht te ontnemen die zij overigens niet handhaven kan om haar economische functie onder controle van de nationale staat te stellen. En op deze grondslag, onder deze voorwaarden kunnen wij een bondgenootschap sluiten, om de nieuwe maatschappij te scheppen.”

Dit aanbod van de zijde der strijdorganisaties van het Franse fascisme was opgesteld door Georges Valois, die tezamen met Léon Daudet en Charles Maurras leider van deze groep der wereldreactie is. Flierna is het dus ook in het geheel niet merkwaardig, dat eender eerste leiders van het Franse communisme, Doriot, op zekere dag met hulp van enkele communistische elementen, die hij voor de zaak gewonnen had, een eigen fascistische beweging kon oprichten. Hoewel Doriot geen succes had, zo blijkt uit zijn overlopen toch, hoe dicht de beide ideologieën elkaar naderen.

Men behoeft het zeker niet als uitgesloten te beschouwen, dat op zekere dag een samenwerking der beide richtingen tot stand komt. Wanneer Stalin met Hitler een vriendschapsverdrag kan sluiten, dan zijn er geen onherroepelijke redenen, die de communistische partijen vaneen samengaan met de fascisten kunnen afhouden.

Nadat dit geschreven werd, is de Duits-Russische onderneming tegen Polen tot een einde gebracht en is dit land tussen het „socialistische” Rusland en Nazi-Duitsland verdeeld overeenkomstig het verdrag, dat op 29 september in Moskou afgesloten werd. Ineen gemeenschappelijke verklaring van Rusland en Duitsland wordt vastgesteld, dat de beide imperialistische staten „hiermee een vaste basis voor een duurzame vrede in Oost-Europa geschapen hebben”, en dat het thans „met de belangen van alle volken (dus ook van de onderworpen Polen!) overeen zou komen, de vrede te sluiten. Indien Frankrijk-Engeland niet het Duits-Russische ontwerp tot verdeling van de Poolse buit aanvaarden, dan zijn Frankrijk-Engeland verantwoordelijk voor de voortzetting van de oorlog, en in dit geval: „zullen de regeringen van Duitsland en Rusland in overleg treden, om de noodzakelijke maatregelen te treffen”. Iedere inmenging vaneen derde staat inde verdeling van de Poolse buit wordt afgewezen. Tegelijkertijd werd een Duits-Russisch plan tot ontwikkeling der economische betrekkingen tussen de beide landen opgemaakt, de goederenruil zal weer op het vroeger bereikte maximum gebracht worden.

Een dag eerder had Rusland de kleine Baltische staat Estland tot een overeenkomst gedwongen, waarbij de eilanden Dagö en Ösel en de haven van Poldiski aan Rusland afgestaan werden tot vestiging van vliegtuig- en vlootbases. Zo verkrijgt Rusland toegang tot de Oostzee, waar tot nu toe de Duitse vloot de alleenheerschappij had. Deze maatregel is preventief tegen Duitsland gericht. De nieuwe vrienden vertrouwen elkaar niet. Estland is hiermee een Russische vazalstaat geworden. De andere Baltische landen — Letland en Litouwen — zullen zeker in deze richting moeten volgen. Het Russische imperialisme heeft zich in beweging gezet…

Persdienst IAA., October 1939.