Humor en revolutie

Door Erich Mühsam


Humor en revolutie

Revolutie is een ernstige zaak. Wie in een bewuste revolutionaire wil streeft naar de revolutie, die voorbereidt, erin strijdt, en tot het einde toe doorgaat, is met de hele inhoud van zijn leven toegewijd aan de ernst van deze zaak. Maar, beste mensen, revolutie is geen begrafenis, tenminste niet de begrafenis van een bemind persoon en dus is er geen reden tot huilen en in pathetische waardigheid tragiek mimen. Een zaak ernstig nemen, zich helemaal erdoor laten vullen, denken en doen volledig in haar dienst stellen, betekent in het geheel niet een larmoyante afwezigheid van humor.

Revolutie is een vreugdevolle zaak. Ze is boordevol van die vreugden, die een geboorte begeleiden: de vreugden van de roes van de voortplanting; de beschermende zorg voor de geboorte; de eerste bewegingen van het nieuwe schepseltje; de verzorging van de zuigeling en de vreugden van het zien hoe het wordende zich ontwikkelt, leert lopen, woorden spreekt, eigen gedachten vormt en opgroeit tot een wezenlijk mens. De vreselijke pijn van de bevalling, de angstige toestand van twijfel wat er moet gebeuren, de gewelddadige bloedige gebeurtenis zelf worden niet minder, maar doen de vreugden in het welslagen toenemen. Nooit is de wereld vrolijker, zijn heden en toekomst meer verliefd op elkaar, is het gezicht van de mensheid stralender dan in de roes van de revolutie. Slechts letterknechten en zieke geesten kunnen de revolutie het lachen kwalijk nemen.

Humor is het beleven van de wereld vanuit het gevoel van het plezier aan haar. Dit vormt het onderscheid tussen humor enerzijds en ironie en satire anderzijds: humor lacht vanuit de wereld, ironie lacht over de wereld en satire trekt een grijns tegen haar. Ironie en satire zijn, als ze betrokken worden op de revolutie, wapens tegen haar en als ze van de revolutie uitgaan wapens tegen haar vijanden. Humor van de revolutie is de vrolijke bevestiging van haar eigen activiteit en daardoor de kracht die haar noodzakelijkheden ondersteunen. Humor is naast met hartstocht bezig zijn en enthousiaste vastberadenheid een psychische drijfveer van de revolutie.

Permanente plechtige waardigheid is nooit echt. Echte bewogenheid heeft af en toe het zout van de humor nodig.

Propagandistische revolutionaire kunst mag principieel allerminst humor ongebruikt laten. Afgezien ervan, dat de woede van de kunstenaar tegen de reactie, die wordt bestreden, zijn blik voor iedere belachelijkheid van de vijand scherpt; die vijand uitleveren aan spot en hoon is altijd een prettige opgave voor de kunstenaar; afgezien daarvan ontbreken bijna nooit vrolijke situaties aan de revolutionaire gebeurtenissen. Wie ooit eens midden in het gebeuren van een revolutie heeft gestaan, herinnert zich ogenblikken van een zo komische schok als de bekende scène uit de Conventie 1789 in Parijs, toen na een meeslepende redevoering van Mirabeau de stemming de mist inging, omdat de toehoorders, die urenlang gespannen hadden geluisterd, nu door de natuurlijke behoefte de opgespaarde vloeistoffen kwijt te raken, op het beslissende moment de hele plechtige vergadering in wild gedrang verlieten en naar de deuren vluchtten.

Stijlbloempjes van redenaars, allerlei soorten verwisselingen, zonderlinge gevolgen van overijver, naïeve misverstanden over opdrachten hebben in de Franse revolutie, in de opstanden van 1848, zelfs in de Parijse Commune en de Russische revolutie de ernst van de heroïsche uren met het vrolijkste gelach onderbroken, en het betekent niet in het minst ontering van de revolutionaire gedachte, wanneer de dragers daarvan zelf grappen over hun doen en laten maken in plaats van dit aan de hatelijkheden van de vijand over te laten. Er zijn vertederend komische figuren zoals de brave soldaat Schwejk. Zij komen uit de diepten van het volk te voorschijn en geven door hun voortdurend de lachspieren prikkelende naïviteit kleur aan de gebeurtenissen van hun tijd, vanzelfsprekend ook aan de grootste gebeurtenis, waartoe een volk bij machte is: de revolutie. De kunstenaars, schilders, dichters hebben net zo goed als dramaturgen niet slechts het recht, maar ook de opgave dergelijke types te zien en voor tijdgenoten en de toekomst tot levende gestalten te maken en hen in het kunstwerk te plaatsen in het milieu, waarin ze thuishoren.

Humor, grap, karikatuur, spot en amusement zijn uitdrukkingsmiddelen van de kunst, omdat ze elementen van het leven zijn.

Revolutionair zijn verplicht niet tot zuurpruimerij. De revolutie moet humor begrijpen en de humor moet een revolutionaire geest hebben — zo zijn ze allebei nuttig.