Door Peter Gelderloos
Anarchisten zijn tegen hiërarchie – maar wat betekent dat eigenlijk?
Trendy filosofen en progressieve commentatoren denken dat ze een makkelijk doelpunt hebben gescoord als ze een klein nummertje weggeven zoals dit: “Anarchisten leven niet in de echte wereld. Ze zouden hun buurman of buurvrouw geen hersenchirurgie op hen laten verrichten, dus ze erkennen expertise, maar expertise is hiërarchie.” Anarchisten hebben feitelijk meer dan een eeuw lang hiërarchie bestudeerd en geanalyseerd. Het zou dus geen verrassing moeten zijn dat we precies deze vraag heel, heel vaak hebben beantwoord.
De verwarring is weinig meer dan woordenspel waarin de definities van drie zeer verschillende begrippen door elkaar worden gehaald: rang, expertise en hiërarchie. Behalve door populisten die doen alsof alle vormen van macht hetzelfde zijn zodat ze door kunnen gaan met het rechtvaardigen van juist de ergste, meest onderdrukkende manieren om macht te gebruiken, zijn de wateren ook vertroebeld door psychologen met een individualistisch vooroordeel of diergedragsdeskundigen die overmatig simplistische schema’s hebben gecreëerd door dieren in gevangenschap te bestuderen. Ze werden tot de term hiërarchie aangetrokken zelfs ondanks (of misschien vanwege?) het feit dat die term oorspronkelijk toegepast was op de menselijke maatschappij, en door anarchisten ontwikkeld was om onderscheid te maken tussen rechtvaardige en onrechtvaardige vormen van sociale organisatie.
Dat betekenissen veranderen in de tijd en context is een wezenlijk feit wat betreft taal, maar het effect van deze veranderingen is verre van neutraal. Er zijn veranderingen die de betekenis vernietigen, die het makkelijker maken om mensen te manipuleren en moeilijker om duidelijk te spreken. En om wat voor reden dan ook is Engels in het bijzonder kwetsbaar voor zulke veranderingen – misschien omdat het de taal is waarin advertising is uitgevonden of vanwege haar overvloed aan zowel homoniemen en synoniemen, of het wijd verbreide puritanisme in de cultuur.
Hoe dan ook, we kunnen vaststellen dat de hier voor aangeduide manieren om het begrip ‘hiërarchie’ te gebruiken niet correct zijn, niet alleen vanwege de oorspronkelijke betekenis van de term maar omdat die manieren om het woord te hanteren het onmogelijk maken om onderdrukking en dwang in menselijke maatschappijen te analyseren. Dat is in veel gevallen precies de reden dat centristen de term uit anti-autoritaire theoretiseringen hebben proberen te stelen.
Rangschikking is eenvoudig een vergelijkende, lineaire ordening van elementen. Dit kan gaan van iemand die favorieten heeft tot een atletiekwedstrijd tot en met het beoordelen van de bekwaamheid van mensen in een specifieke activiteit. Dit voetbalteam is beter dan dat team, zij raakt het doel het beste, ik hou meer van grutten dan van muesli. De criteria zijn oneindig: er zijn miljoenen vaardigheden of voorkeuren om te vergelijken; en er zijn miljoenen manieren om ze te vergelijken. Waar sociale hiërarchie afwezig is, daar geeft rangschikking je geen macht over iemand anders. Een hoge rang kan je status geven, hetgeen zeker een rol kan spelen in werkelijke hiërarchieën. Maar het is in en van zichzelf geen hiërarchie. Nummer 1 zijn ergens in geeft je in iets anders niet noodzakelijk een voordeel.
Expertise is de sociale erkenning van kennis en bekwaamheid. Die erkenning kan informeel zijn – je vraagt je buurvrouw om je auto te helpen repareren omdat iedereen weet dat ze een geweldige monteur is – of het kan formeel zijn zoals met het verlenen van vergunningen om als arts werkzaam te zijn. Indien het formele erkenning betreft, dan betekent het dat een groep van experts zichzelf georganiseerd heeft om erkenning te verlenen en misschien ook om uit te maken wie het beroep uit mag oefenen. Dit erkent dat kennis collectief is en dat expertise veel inspanning vereist. Mensen zijn feitelijk niet gelijk. En in sommige gevallen geeft het feit dat je beter of meer ervaren ergens in bent, je meer legitimiteit om dat te doen, bijvoorbeeld een vliegtuig besturen of bemiddelen bij een ernstig conflict. Vraagstukken van onderdrukking komen in het spel wanneer mensen de toegang tot de opleiding ontzegd wordt die ze nodig hebben om experts in het gekozen terrein te worden, of wanneer de ervaring of bekwaamheid van mensen niet erkend wordt omdat ze afkomstig zijn uit een gemarginaliseerde groep. Wederom vereisen deze twee vormen van uitsluiting het bestaan van sociale hiërarchie. Het zijn geen intrinsieke eigenschappen van expertise als zodanig.
Anarchisten vinden het niet moeilijk om zich een samenleving voor te stellen waarin beroepsgroepen hun eigen training organiseren, waarbij ze vrije toegang garanderen en de kwaliteit en veiligheid verzekeren. Als je chirurgie gaat krijgen, dan wil je je ervan verzekeren dat de persoon die de chirurgie verricht goed genoeg is, of dat, als ze in het verleden gevaarlijk nalatig zijn geweest, dat ze het in de toekomst niet meer kunnen doen. Een formele instelling die kan bepalen wie uitgekozen wordt om getraind te worden, vooral als die een monopolie hebben op hun terrein, heeft zeker een autoritair potentieel waartegen anarchisten zouden willen waken. Maar er zijn meer dan genoeg manieren om zulke instellingen zo te organiseren dat voorkomen wordt dat zulk autoritarisme zich manifesteert.
De oorspronkelijke betekenis van hiërarchie is “regering door priesters”. Het is een sociale orde waarin een gesloten organisatie met interne rangorde bepaalt wie lid kan worden en hoe ze de institutionele ladder kunnen bestijgen. Hoe hoger, hoe meer macht ze hebben, zowel over wie nieuw binnen de hiërarchie wordt opgenomen als over de massa’s van mensen buiten de organisatie. Met andere woorden: een hiërarchie staat een kleine elite toe om zowel een organisatie als de waarden van de bredere maatschappij te beheersen, waarbij iedereen (binnen en buiten de organisatie) ertoe gebracht wordt aan hun overheersing deel te nemen. Zelfs de elite is niet helemaal vrij. Alhoewel zij de meest initiatief nemende rol hebben, moeten ze nog altijd de logica overeind houden van het instituut dat de macht produceert die ze uitoefenen. Die macht heeft met het verstrijken van de tijd de neiging om opeengestapeld te worden. Dat betekent dat de tradities van de organisatie sterker kunnen zijn dan de individuele leden ervan. Uiteindelijk zijn leden van een hiërarchie alleen maar vrij om de macht van de hiërarchie te doen groeien. Daarbij worden conflicten over hoe dat het beste kan worden gedaan, opgelost door de relatie tussen hoeveel macht die de hiërarchie kan mobiliseren en hoeveel macht specifieke leden van de hiërarchie kunnen gebruiken voor hun eigen doeleinden tegen hun tegenstanders.
Met andere woorden, de President of opperste heerser van een zeer machtige hiërarchie is mogelijk niet in staat om een machtsstrijd te winnen tegen lagere leden van de hiërarchie als die President of opperste heerser daarvoor tegen de traditie in moeten gaan (inclusief institutionele structuren), of tegen de belangen van de hiërarchie zelf zoals die ze opvat.
Andersom kan een dictator of opperste heerser die in staat is om het grootste deel van de macht die door de hiërarchie geproduceerd wordt, op commando in te zetten, die macht uiteindelijk vernietigen als ze die macht wijden aan irrationele hobbyprojecten die de basis van de hiërarchie verzwakken.
Een verdere overweging is de rol van de mensen helemaal op de bodem van de hiërarchie, buiten de institutie maar essentieel voor de hiërarchie zelf. Die mensen onderaan zijn, in de zwakste hiërarchieën, zoals de religieuze ordes die sommige van de vroegste staten vormden, geen gevangenen maar toeschouwers, en ze kunnen technisch gezien weglopen. In deze gevallen heeft de hiërarchische organisatie enig centraal symbolisch terrein veroverd, en weglopen betekent dat mensen hun cultuur verliezen, hun sociale betrekkingen en hun toegang tot spirituele rituelen die belangrijk voor ze zijn geworden.
In het geval van sterkere hiërarchieën, zoals alle moderne staten, zijn de mensen op de bodem feitelijk gevangenen. We geven onze toestemming niet,we kunnen niet weglopen,en de hiërarchie van de staat kan ons wat voor beslissing dan ook toebrengen, ondersteund door de macht van zijn politie en leger. Dat is waartegen anarchisten zich keren,en met goede reden. En me goede reden proberen apologeten van de Staat het water te vertroebelen,. Immers,zodra het onvrijwillig karakter van de Staat blootgelegd is, kan haar enige rechtvaardiging nog slechts brute kracht zijn.