Door Sylvain Maréchal
Werkelijke gelijkheid, het einddoel: sociale vaardigheid.Condorcet, Tableau de l’esprit humain, pag. 329
Volk van Frankrijk!
Vijftien eeuwen hebben jullie geleefd als slaaf en derhalve ongelukkig. In afwachting van onafhankelijkheid, gelijk en gelijkheid, kunnen jullie al zes jaar nauwelijks ademhalen.
Gelijkheid! het belangrijkste natuurlijke verlangen, de eerste zorg van de mens en het kardinale punt van elke rechtmatige verbintenis! Volk van Frankrijk! jullie zijn niet meer bevoorrecht geweest dan de andere naties die op deze ongelukkige aardbol vegeteren! Altijd en overal dient het arme mensengeslacht, overgeleverd aan meer of minder slimme menseneters, als speelbal van alle ambities, als voer voor alle tirannieën. Altijd en overal worden de mensen in slaap gewiegd met mooie woorden; nooit en te nimmer hebben zij iets gekregen door middel van woorden. Sinds onheuglijke tijden is ons steeds weer huichelachtig verteld dat mensen gelijk zijn; en sinds onheuglijke tijden drukt de onterendste en monsterlijkste ongelijkheid onbeschaamd op de mensheid. Sinds het bestaan van burgermaatschappijen is het fraaiste erfdeel van de mens ontegenzeglijk onderkend, maar heeft zich geen enkele keer kunnen verwezenlijken: gelijkheid was niet meer dan een fraai en onvruchtbaar bedenksel van de wet. Nu die tegenwoordig opgeëist wordt met een krachtigere stem, krijgen wij ten antwoord: Zwijg, ellendelingen! feitelijke gelijkheid is slechts een hersenspinsel; wees maar tevreden met een voorwaardelijke gelijkheid: voor de wet zijn jullie allemaal gelijk. Gespuis, wat willen jullie nog meer? Wat wij nog meer willen? Wetgevers, bestuurders, rijken en eigenaars, luister nu eens naar ons.
Wij zijn allemaal gelijk, of niet soms? Dat principe blijft onaanvechtbaar, omdat je ook niet kunt zeggen, tenzij je niet goed bij je hoofd bent, dat het nacht is als het dag is.
Welnu! Wij zijn van plan voortaan even gelijk te leven en te sterven, als we geboren zijn: wij willen echte gelijkheid of de dood; dat is wat wij willen.
En wij zullen die echte gelijkheid hebben, koste wat kost. Wee hen die die tussen haar en ons op onze weg komen! Wee hem die zich verzet tegen een zo uitgesproken wens.
De Franse revolutie is slechts een voorloper van een nog veel grotere revolutie, een veel verhevenere en dat zal de laatste zijn.
Het volk heeft de lichamen van koningen en priesters vertrapt, die ertegen samenspanden: het zal hetzelfde doen met de nieuwe tirannen, de nieuwe politieke huichelaars, die de plaats ingenomen hebben van de oude.
Wat wij nog meer willen dan gelijkheid van rechten?
Wij willen niet alleen de gelijkheid die omschreven is in de rechten van mens en burger, wij willen die in ons midden, onder het dak van onze huizen. Wij getroosten ons alles om schoon schip te maken, zodat dat het enige is dat wij overhouden. Laat al die kunsten maar naar de donder gaan, als echte gelijkheid maar het enige is dat ons dan rest!
Wetgevers en bestuurders, jullie zijn evenmin slim als te goeder trouw; rijke en harteloze landeigenaars, vergeefs hebben jullie geprobeerd onze heilige zaak teniet te doen, door te zeggen: ze komen alleen maar weer aanzetten met die wet op het grondbezit waar in het verleden al meer dan eens om gevraagd is.
Lasteraars, zwijg en luister in de stilte van jullie ontreddering naar onze eisen, ingegeven door de natuur en gegrondvest op gerechtigheid.
De wet op het grondbezit of de verdeling van het land, was de onverwijlde eis van een paar gewetenloze krijgers, van een paar volksstammen, die eerder gedreven werden door hun instinct dan verstand. Wij beogen iets veel verheveners en rechtvaardigers, het Gemeenschappelijke Bezit of de Gemeenschap van Goederen! Geen individueel grondbezit meer, de aarde is van niemand. Wij eisen, wij willen het gemeenschappelijke vruchtgebruik van de grond: de vruchten behoren iedereen toe.
Wij verklaren niet langer te dulden dat de overgrote meerderheid van de mensen zich in het zweet werkt ten behoeve van de genoegens van een uiterst kleine minderheid.
Lang genoeg en veel te lang hebben minder dan een miljoen individuen beschikt over wat meer dan twintig miljoen van hun medemensen toebehoorde, hun gelijken.
Dat moet ophouden, dit enorme schandaal dat onze nakomelingen niet zullen geloven! Verdwijn ten langen leste, weerzinwekkende verschillen tussen arm en rijk, groot en klein, meester en knecht, regeerders en geregeerden.
Laat er geen ander onderscheid bestaan tussen mensen dan leeftijd en geslacht. Want iedereen heeft dezelfde behoeften en dezelfde vermogens, laat dus voor hen maar een enkele scholing bestaan, een en hetzelfde voedsel. Als ze tevreden zijn met een enkele zon en een en dezelfde lucht voor allen: waarom zou dezelfde hoeveelheid en hetzelfde soort voedsel dan niet voor iedereen toereikend zijn?
Maar reeds gaan de vijanden van de meest natuurlijke orde der dingen die we maar kunnen bedenken, tekeer tegen ons.
Ordeverstoorders en oproerkraaiers, zeggen ze tegen ons, jullie zijn alleen maar uit op bloedbaden en buit.
Volk van Frankrijk!,
Wij zullen niet onze tijd verdoen met hen te antwoorden; maar wij zeggen jullie: de heilige zaak die wij in gang zetten heeft geen ander doel dan een eind te maken aan de verdeeldheid onder burgers en de algemene ellende.
Nooit eerder is een veelomvattender plan bedacht of uitgevoerd. Af en toe is door enkele schrandere mensen, enkele wijzen, een dergelijk plan geopperd, maar met een zachte en stamelende stem. Geen van hen heeft de moed gehad de hele waarheid uit te spreken.
Het is tijd voor grootse maatregelen. Het kwaad is op zijn hoogtepunt; overal bedekt het het aanschijn der aarde. Onder de naam politiek heerst de chaos al teveel eeuwen. Moge alles zich weer ordenen en zijn eigen plaats hernemen. Moge op de roep van gelijkheid, de beginselen gerechtigheid en geluk zich weer vestigen. De tijd is aangebroken om de REPUBLIEK DER GELIJKEN te stichten, dit voor alle mensen toegankelijke gastvrije huis. De dagen zijn gekomen van de totale vernieuwing. Jammerende gezinnen, schuif aan aan de gemeenschappelijke tafel, door de natuur gedekt voor al haar kinderen.
Volk van Frankrijk!,
De zuiverste van alle gelukzaligheden is dus aan jullie voorbehouden! Ja, jullie zijn de eersten die de wereld dit aangrijpende schouwspel moeten bieden.
Weer zullen achterhaalde gewoonten, oude vooroordelen, de vestiging van de Republiek der gelijken, in de weg staan. Het verwezenlijken van werkelijke gelijkheid, de enige die beantwoordt aan alle behoeften, zonder slachtoffers te maken, niet ten koste gaat van offers, zal aanvankelijk niet iedereen aanstaan. De egoïst, de eerzuchtige, zal sidderen van woede. Degenen die iets onrechtmatig in bezit hebben, zullen onrecht! schreeuwen. Dan zullen kostbare genietingen, individuele pleziertjes, hevig berouw veroorzaken bij sommige individuen die afgestompt zijn voor het leed van anderen. De bewonderaars van absolute macht, de vuige handlangers van een bewind van willekeur, zullen met moeite hun hoge heren doen buigen tot het peil van werkelijke gelijkheid. Met moeite zal hun kortzichtige blik kunnen doordringen tot de op handen zijnde toekomst van gemeenschappelijk geluk; maar wat vermogen een paar duizend ontevredenen tegen een enorme menigte gelukkige mensen, die zich erover verwonderen dat ze zolang op zoek zijn geweest naar het geluk, dat zo binnen handbereik lag?
Al daags na die ware revolutie, zullen ze heel verbaasd zeggen: Wat! was er zo weinig nodig voor gemeenschappelijk geluk? Ach! waarom hebben we dat niet eerder gewild? Moest het ons dan zo vaak gezegd worden? Ja, als er één mens op aarde rijker, machtiger is dan zijn medemensen is het evenwicht onvermijdelijk verbroken: dan verschijnen misdaad en ongeluk op aarde.
Volk van Frankrijk!,
Waaraan zullen jullie in het vervolg de voortreffelijkheid van een grondwet herkennen? … Alleen een grondwet die volledig berust op echte gelijkheid, kan geschikt voor jullie zijn en al jullie wensen vervullen.
De aristocratische grondwetten van 1791 en 1795 hebben jullie geketend in plaats van ontketend. Die van 1793 was een grote stap naar echte gelijkheid, en nog nooit zijn we daar zo dicht bij geweest; maar haar doel, het gemeenschappelijke geluk, heeft ze nog niet bereikt, maar wel plechtig bekrachtigd als het belangrijkste principe.
“Volk van Frankrijk!,
“Open jullie ogen en hart voor de volheid van geluk: erken en roep met ons de Republiek der Gelijken uit.”