Door Erich Mühsam
Revolutie is de beweging tussen twee toestanden. Hierbij moet men zich niet het beeld van een langzaam draaiende rol voor de geest halen, maar het beeld van een uitbarstende vulkaan, een exploderende bom of ook wel van een zich uitkledende non. Iedere revolutie is actief, op zichzelf staand, plotseling en haar oorzaken ontwortelend. Revolutie ontstaat, wanneer een toestand onhoudbaar is geworden: die toestand kan stabiel zijn geworden in de politieke of sociale verhoudingen van een land, in een psychische of religieuze cultuur dan wel in de eigenschappen van een individu.
De drijvende krachten van de revolutie zijn afkeer en verlangen; zij drukt zich uit in verwoesting en oprichting. Verwoesting en oprichting zijn in de revolutie identiek. Alle lust in verwoesting is een scheppende lust. (Bakoenin)
Enkele vormen van revolutie: vermoorden van de tiran, afzetting van de heersende macht, vestiging van een godsdienst, verbreken van oude 'tafelen' in conventie en kunst, scheppen van een kunstwerk, de geslachtsdaad.
Enkele synoniemen voor revolutie: God, leven, geslachtsdrift, roes, chaos. Laten we chaotisch zijn!