Inhoud

Revolutie in de praktijk

Door Errico Malatesta


Revolutie in de praktijk

Op een bijeenkomst die in Bienne (Zwitserland) werd gehouden op de 15de verjaardag van het Saint Imier Congres, presenteerde kameraad Bertoni en ik een aantal ideeën welke door kameraad Colomer niet werden gewaardeerd. Zelfs in zulke mate, dat hij in het Parijse blad Libertaire schreef dat hij er zeker van was dat deze ideeën in contrast staan met de meest levendige stromingen binnen de hedendaagse anarchistische beweging. Hij schrijft dat er kameraden uit Duitsland, Spanje, Rusland, Amerika etc. aanwezig waren bij deze bijeenkomst, en dat zij bewogen en bijna verontwaardigd waren (“émus et presque indigné”), net als hijzelf.

Kameraad Colomer overdrijft hier naar mijn idee een beetje wat betreft zijn kennis van de werkelijke stromingen binnen het anarchisme. Het is in ieder geval een ongepaste woordkeuze, zeker als we spreken over “verontwaardiging”, als het gaat over een discussie waarbij iedereen op eerlijke wijze probeert bij te dragen aan de verduidelijking van ideeën met de beste bedoelingen voor het gemeenschappelijke doel. Hoe dan ook, het is beter als wij op een vriendelijke wijze met elkaar blijven discussiëren, zoals in Bienne het geval was.

Bertoni zal zijn ideeën zeker verder verdedigen in Réveil; ik zal hetzelfde doen in Umanità Nova, net als Colomer dat zal doen in Libertaire. Andere kameraden zullen zich hopelijk bij deze discussie voegen, wat zeker ten gunste van allen zal zijn als iedereen zorg draagt dat de tegenstellingen niet worden verdraaid tijdens de vertalingen in de vele verschillende talen. Ik hoop dat niemand verontwaardigd zal zijn als hij iets hoort waar hij zelf nog nooit aan gedacht heeft.

Er werden in Bienne twee onderwerpen bediscussieerd: “de relatie tussen syndicalisme en anarchisme”, en “anarchistische actie tijdens het uitbreken van een opstand.” Ik zal later op die eerste terugkomen als ik minder gehaast ben, de lezers van Umanità Nova kennen waarschijnlijk mijn positie wat betreft dit onderwerp wel. Ik zal hier nu ingaan op het tweede onderwerp.

* * *

We willen de revolutie zo snel mogelijk doorvoeren, waarbij we alle kansen die zich kunnen voordoen willen benutten.

Met uitzondering van een klein aantal ‘opvoeders’ zijn alle anarchisten het eens over deze wens om de huidige regimes zo snel mogelijk omver te werpen: in feite zijn zij vaak de enigen die een echte wens hebben om dat te doen. De zogeheten ‘opvoeders’ onder de anarchisten geloven evenwel in de mogelijkheid om de massa’s tot de anarchistische idealen te verheffen voordat de materiële en morele omstandigheden waarin zij leven zijn veranderd. Op die manier stellen zij de revolutie uit tot de tijd waarin iedereen in staat zal zijn om anarchistisch te leven.

Het is echter zo dat revoluties plaatsvonden of zullen vinden onafhankelijk van de wens en het optreden van de anarchisten; en aangezien anarchisten slechts een kleine minderheid van de bevolking zijn en anarchie niet met dwang en geweld kan worden opgelegd door een klein aantal mensen, is het duidelijk dat vroegere en toekomstige revoluties geen anarchistische revoluties waren en ook geen anarchistische revoluties zullen zijn.

In Italië stond de revolutie twee jaar geleden op het punt van uitbreken, en we deden er alles aan om dit te laten gebeuren. We behandelde de socialisten en vakbondsmensen als verraders, Zij hadden de drijvende impuls van het volk gestopt en de op zijn grondvesten schuddende monarchie gered tijdens de rellen tegen de hoge levenskosten, de stakingen in Piedmont, de opstand in Ancona, de fabrieksbezettingen…

Wat hadden we gedaan als de revolutie werkelijk was uitgebroken?

Wat doen we tijdens de revolutie die morgen uitbreekt?

Wat deden onze kameraden, wat konden zij doen, en wat zouden zij hebben moeten doen in de recente revoluties die plaatsvonden in Rusland, Bavaria, Hongarije en elders?

We kunnen geen anarchie maken, althans geen anarchie die zich uitstrekt tot de hele bevolking en alle sociale verhoudingen, want geen enkele bevolking is nog anarchistisch. We kunnen evenmin een ander regime accepteren zonder onze aspiraties op te geven en elke bestaansgrond te verliezen, als anarchisten. Wat kunnen en moeten we dus doen?

Dit was het probleem dat in de Biel/Bienne (Zwitserland) werd besproken, en dit is het probleem dat in de huidige tijd, die zo vol kansen zit, het meest in het oog springt, wanneer we plotseling geconfronteerd kunnen worden met situaties die ons dwingen om onmiddellijk en zonder aarzelen te handelen, of om van het slagveld te verdwijnen nadat we de overwinning van anderen gemakkelijker hebben gemaakt.

Het ging er niet om een revolutie uit te beelden zoals wij die willen, een werkelijk anarchistische revolutie zoals we die graag zouden zien, een echte anarchistische revolutie zoals die mogelijk zou zijn als alle, of in ieder geval de overgrote meerderheid van de mensen die in een bepaald gebied wonen, anarchisten waren. Het was een kwestie van zoeken naar het beste wat er gedaan kon worden ten gunste van de anarchistische zaak in een sociale omwenteling zoals die in de huidige situatie kan plaatsvinden.

Autoritaire partijen hebben, zo weten we, een specifiek programma en willen dat met geweld opleggen; daarom streven ze ernaar om de macht te grijpen, ongeacht of dit legaal of illegaal is, en om de samenleving door middel van nieuwe wetgeving te veranderen. Dit verklaart waarom ze revolutionair zijn in woorden en vaak ook in intenties, maar ze aarzelen om een revolutie te maken wanneer de kansen zich voordoen; ze zijn niet zeker van de berusting, zelfs passieve, van de meerderheid, ze hebben niet voldoende militaire kracht om hun orders over het hele grondgebied te laten uitvoeren, ze hebben geen toegewijde mensen met vaardigheden in alle ontelbare takken van sociale activiteit…. daarom zijn ze altijd gedwongen om hun acties uit te stellen, totdat ze bijna met tegenzin naar de regering worden geduwd door de volksopstand. Maar als ze eenmaal aan de macht zijn, willen ze daar voor onbepaalde tijd blijven en daarom proberen ze de revolutie die hen heeft opgewekt, te vertragen, af te leiden en te stoppen.

Wij hebben, integendeel, een ideaal waar we voor strijden en dat we graag gerealiseerd zouden zien, maar we geloven niet dat een ideaal van vrijheid, rechtvaardigheid en liefde kan worden gerealiseerd door het geweld van de overheid. We willen niet aan de macht komen en we willen ook niet dat iemand anders dat doet. Als we niet kunnen voorkomen dat regeringen niet kunnen bestaan en gevestigd worden, vanwege ons gebrek aan kracht, dan streven we ernaar en zullen we dat altijd blijven doen die regeringen zo zwak mogelijk te houden of te maken. Daarom zijn we altijd bereid om actie te ondernemen als het gaat om het omverwerpen of verzwakken van een regering, zonder ons te veel zorgen te maken (ik zeg ‘te veel’, niet ‘helemaal geen’) over wat er daarna zal gebeuren. Voor ons is geweld alleen maar nuttig en kan het alleen maar nuttig zijn bij het terugdringen van geweld. Wanneer het daarentegen wordt gebruikt om positieve doelen te bereiken, mislukt het volledig of het slaagt in de vestiging van de overheersing en de uitbuiting door degenen die boven de anderen zijn gesteld. De vestiging en de progressieve verbetering van een maatschappij van vrije mensen kan alleen het resultaat zijn van een vrije evolutie; onze taak als anarchisten is juist om de vrijheid van de evolutie te verdedigen en veilig te stellen.

Onze missie

Hier is onze missie: het afbreken van of bijdragen aan de afbraak van welke politieke macht dan ook, met alle repressieve krachten die haar steunen; het voorkomen van of proberen te voorkomen dat er nieuwe regeringen en nieuwe repressieve krachten ontstaan; in ieder geval, het afzien van het ooit erkennen van welke regering dan ook, het altijd bestrijden van die regering, het opeisen en eisen, zo mogelijk met geweld, van het recht om zich te organiseren en te leven zoals wij dat willen en het uitproberen van de vormen van de samenleving die ons het beste lijken, zolang ze de gelijke vrijheid van de anderen niet schaden, natuurlijk.

In de gegeven maatschappelijke situatie gaat het om strijd tegen de door de regering opgelegde uitbuiting die de kapitalistische uitbuiting mogelijk maakt. Zodra we de massa’s hebben aangemoedigd en geholpen om de bestaande rijkdom en in het bijzonder de productiemiddelen in beslag te nemen en zodra de situatie is bereikt dat niemand met geweld zijn wensen aan anderen kan opleggen, noch het product van zijn werk van wie dan ook kan afnemen, kunnen we alleen nog maar door middel van propaganda en door middel van het goede voorbeeld handelen.

De instellingen en het machtsapparaat van bestaande maatschappelijke organisaties vernietigen? Ja, zeker, als het gaat om repressieve instellingen. Maar die zijn echter in verhouding een klein deel van het complex van het sociale leven. De politie, het leger, de gevangenissen en de rechterlijke macht zijn krachtige instellingen van het kwaad. Ze hebben een parasitaire functie. Andere instellingen en organisaties slagen erin om de mensheid een leven te garanderen, in goede of slechte tijden, en deze instellingen kunnen niet op nuttige wijze worden vernietigd zonder ze te vervangen door iets beters.

De uitwisseling van grondstoffen en goederen, de distributie van levensmiddelen, de spoorwegen, de postdiensten en alle openbare diensten die door de staat of door particuliere bedrijven worden beheerd, zijn georganiseerd om monopolistische en kapitalistische belangen te dienen, maar ze dienen ook de werkelijke behoeften van de bevolking. We kunnen ze niet verstoren (en in ieder geval zouden de mensen dat niet in hun eigen belang toestaan) zonder ze beter te reorganiseren. En dit kan niet in één dag worden bereikt; noch hebben we, zoals de zaken er nu voorstaan, de nodige capaciteiten om dit te doen. We zijn dan ook blij als anderen ondertussen handelen, zelfs met andere criteria dan de onze.

Het sociale leven staat niet toe dat er onderbrekingen zijn en de mensen willen leven op de dag van de revolutie, ’s morgens en altijd.

Wee ons en de toekomst van onze ideeën als we de verantwoordelijkheid zouden nemen voor een zinloze vernietiging die de continuïteit van het leven in gevaar brengt!

* * *

Tijdens de discussie van deze onderwerpen, werd het meest belangrijk onderwerp, dat van het geld, in Bienne opgeworpen.

Het is in onze kringen gebruikelijk om voor dit onderwerp met simplistische oplossingen te komen, door bijv. te zeggen dat geld moet worden afgeschaft. Dit zou een oplossing zijn als dit een vraagstuk was binnen een anarchistische samenleving, of een hypothetische revolutie die in de komende honderd jaar plaats gaat vinden en waarbij men ervan uit gaat dat de massa’s anarchistisch en communistisch kunnen worden voordat de omstandigheden waarin wij leven radicaal veranderd worden door een revolutie.

Maar vandaag is het probleem op een geheel andere manier gecompliceerd.

Geld is een machtig middel voor uitbuiting en onderdrukking; het is echter ook het enige middel (los van de meest tirannieke dictatuur of de meest idyllische overeenstemming) dat tot op heden door menselijke kennis is ontwikkeld om productie en distributie automatische te reguleren. Op dit moment is het misschien beter als men zich bezig houdt met een manier om te zorgen dat geld werkelijk zinvol werk door diens uitvoerders representeert, in plaats van zich bezig te houden met het afschaffen van geld.

Hoe dan ook, laten we tot de praktijk komen die werkelijk bediscussieerd werd in Bienne. Laten ons aannemen dat er morgen een succesvolle opstand plaats vindt. Anarchie of geen anarchie, het volk moet te eten hebben en voorzien worden van hun basisbehoeften. De grote steden moeten, min of meer net als normaal, bevoorraad worden met de goederen.

Als de landarbeiders en de vervoerders etc. weigeren voor niets goederen en diensten te leveren, en eisen met geld betaald te worden, waarvan ze gewend zijn deze te zien als werkelijke waarde, wat doe je dan? Ze met geweld dwingen? In dat geval kunnen we het anarchisme en elke hoop voor mogelijke positieve verandering wel vaarwel zeggen. Laat de Russische ervaring hier als les dienen.

En dus?

De kameraden antwoorden over het algemeen: “maar de boeren zullen de voordelen van het communisme begrijpen, of op zijn minst het voordeel van directe uitwisseling van goederen.”

Dat kan wel zijn,maar zeker niet van de één op de andere dag, en mensen kunnen zelfs niet één dag zonder eten.

Ik wil hier niet direct een oplossing voorstellen.

Wat ik wel wil, is de aandacht van kameraden vragen voor de meest belangrijke vraagstukken waarmee we zullen worden geconfronteerd in geval van een revolutionaire situatie morgen.

Laat kameraden een bijdrage leveren aan een verder begrip van dit onderwerp, en laat onze vriend en kameraad Colomer daarover niet verbolgen of verontwaardigd zijn.

Mochten deze onderwerpen nieuw voor hem zijn; angst hebben voor nieuwe dingen is niets voor een anarchist.