Door Peter Kropotkin
(…) een regering omverwerpen is voor een bourgeois-revolutionair alles, voor ons slechts het begin van de sociale revolutie.
Is eenmaal de staatsmachine uit haar voegen gelicht, de ambtelijke hiërarchie gedesorganiseerd, zodat ze niet meer weet hoe te handelen, het vertrouwen van soldaten in hun officieren verdwenen, kortom is het leger van de verdedigers van het kapitaal eenmaal in verwarring gebracht, dan kunnen we beginnen met het grote afbraakwerk van alle instellingen die dienden tot instandhouding van economische en politieke slavernij. De mogelijkheid om vrij te handelen is dan verworven. Wat zullen de revolutionairen er mee doen? Alleen de anarchisten antwoorden op deze vraag: ‘Geen regering, maar de anarchie.’ Alle anderen zeggen: ‘Een revolutionaire regering.’ Deze laatste verschillen alleen in mening over de vorm die daaraan moet worden gegeven: of een door algemeen kiesrecht gekozen regering voor staat of commune, of een revolutionaire dictatuur.
We zullen met de eerste van de beide revolutionaire regeringsvormen beginnen: de gekozen regering. De koninklijke of andere macht is omvergeworpen, het leger der kapitalisten heeft de aftocht geblazen. Overal is er gisting, overal hoort men de openbare aangelegenheden bespreken, overal heerst de wens naar verdere acties. Nieuwe denkbeelden ontstaan, de noodzakelijkheid van belangrijke veranderingen wordt erkend. Er moet gehandeld worden. Zonder mededogen moet er begonnen worden met het slopen. De terreinen voor een nieuw leven moeten ontgonnen worden.
Maar wat stelt men zich voor te doen? Het volk naar de stembussen roepen, direct een nieuwe regering kiezen en deze het werk toevertrouwen dat ieder van ons moest doen? Het algemeen kiesrecht, indien vrij toegepast, kan in het gunstigste geval een vertegenwoordiging opleveren die het gemiddelde uitdrukt van de meningen zoals die op een bepaald moment hij de massa heersen. Maar dit gemiddelde heeft aan het begin van een revolutie slechts een vaag begrip over het te verrichten werk. De praktische oplossing zal pas gevonden en bepaald worden wanneer de verandering al aan de gang is. Deze moet een product zijn van de revolutie zelf, van het volk in actie, of het zal niets zijn — want de intelligentie van een paar individuen is zeker niet voldoende om die oplossingen te vinden die slechts uit het volk kunnen voortkomen.
Deze situatie wordt ook weergegeven in een door stemming gekozen lichaam. Zelfs al is dit niet besmet met de ondeugden die inherent zijn aan uit het parlementaire stelsel voortkomende regeringen. De weinige mensen die de revolutionaire denkbeelden van hun tijd vertegenwoordigen worden opzij geschoven door vertegenwoordigers van revolutionaire ideologieën uit het verleden en/of vertegenwoordigers van de bestaande orde. Deze revolutionairen behoren juist tijdens de dagen van revolutie te midden van het volk te zijn. Ze moeten hun ideeën uitzaaien, de massa aansporen tot handelen, de instituten van het verleden vernietigen. Maar ze zitten opgesloten in een vergaderzaal, daar discussiëren ze eindeloos om de gematigden tot concessies te brengen. Ze trachten vijanden te bekeren terwijl er maar één manier is om deze voor een nieuwe opvatting te winnen, namelijk door deze opvatting in praktijk te brengen. De nieuwe regering wordt dan een soort parlement met alle ondeugden van de bourgeoisie-parlementen. In plaats van een revolutionaire regering, wordt ze het grootste obstakel voor de revolutie. Het volk ziet zich genoodzaakt de regering op te heffen om haar weg te kunnen vervolgen, en degenen, die ze gisteren nog als door haar gekozen beschouwde, weg te zenden.
Maar het gaat niet zo eenvoudig. De nieuwe regering had snel een bestuursapparaat samengesteld om haar gezag uit te breiden en gehoorzaamd te worden. Ze zal zich niet zo gemakkelijk laten verdringen. Naijverig om haar macht te handhaven zal ze zich aan die macht vastklampen met enorme energie. Ze bestaat immers nog niet lang genoeg om vanzelf in elkaar te klappen. Ze zal besluiten geweld met geweld te beantwoorden. Er is dan maar één middel om haar ten val te brengen — de wapens opnemen en een nieuwe revolutie beginnen — om diegenen te verjagen waarop men alle koop had gevestigd.
Het gevaar dat de revolutie loopt wanneer deze aan banden gelegd wordt door een gekozen regering, is zo evident dat een hele groep revolutionaire scholen dit denkbeeld verwerpt. De aanhangers van deze scholen begrijpen dat het onmogelijk is voor een volk in opstand zich een regering te kiezen die niet het verleden vertegenwoordigt en die niet een blok aan het been wordt. Vooral wanneer het er om gaat die grote economische, politieke en morele wedergeboorte te bewerkstelligen die we de sociale revolutie noemen. Ze verwerpen het denkbeeld van een wettige regering, tenminste gedurende de periode van revolte tegen de oude wettige regering. Zij ijveren voor de ‘revolutionaire dictatuur’.
Ze stellen: ‘De partij die de regering ten val heeft gebracht moet met geweld de plaats van deze innemen. Ze moet alle macht aan zich trekken en op revolutionaire wijze te werk gaan.’
Ze zal echter de nodige maatregelen moeten nemen om het succes van de revolutie vast te leggen. Ze zal oude instellingen moeten slopen. De verdediging van het grondgebied organiseren. Zij die haar autoriteit niet erkennen… naar de guillotine. Volk of bourgeoisie, hij die haar bevelen om het verdere verloop van de revolutie te bepalen niet opvolgt… ook naar de guillotine.
Zo redeneerden de Robespierres in de dop, degenen die van het grote heldendicht van de vorige eeuw [de Franse Revolutie] slechts de afgang hebben onthouden. Voor ons anarchisten is dictatuur van individu of partij één pot nat. We veroordelen beide definitief. We weten dat een sociale revolutie niet door de geest van één mens of groep geleid kan worden. We weten dat revolutie en regering onverenigbaar zijn; de ene moet de andere vernietigen. Het doet er niet toe welke naam men aan een regering geeft: dictatuur, koningschap of parlementaire regering.
Wij weten dat de kracht en waarheid aan onze kant is. Ze vloeit voort uit de fundamentele formule: alleen dat is goed en duurzaam wat uit het vrije initiatief van het volk voortkomt. Maar elke macht heeft de neiging juist dit te vernietigen.
Zich verbeelden dat een regering door een geheim genootschap omvergeworpen kan worden en dat dit genootschap dan haar plaats inneemt, is een mythe waarin geloofd wordt door revolutionaire organisaties die voortkomen uit de republikeinse middenklasse.
Maar het zijn niet de geheime genootschappen, zelfs niet de revolutionaire organisaties die de genadeslag aan regeringen geven. Hun functie, hun historische missie is het voorbereiden van de mensen op hun revolutie. Wanneer dit is gebeurd en de externe omstandigheden meewerken, komt de laatste stoot. Niet van de groep die het initiatief genomen had, maar van de massa die buiten de vertakkingen van de genootschappen was gebleven. Men smoort de revolutie al in de kiem als men toestaat dat een regering, een sterke en gekende macht, zich vestigt. Het goede wat deze regering zou kunnen doen is nihil, het kwalijke onberekenbaar. Wat verstaan we onder revolutie? Het is niet alleen een verandering van regeerders. Het is de in bezit name door het volk van alle maatschappelijke rijkdom. Het is het afschaffen van alle machten die steeds de ontwikkeling van de mensheid gehinderd hebben.
Maar kan deze enorme economische revolutie verwezenlijkt worden door het uitbrengen van decreten door een regering’? We hebben de Poolse dictator Koscinsko (1746-1817) de afschaffing van de lijfeigenschap zien decreteren. Ze bleef echter nog tachtig jaar na dit decreet voortbestaan. De almachtige conventie, het Schrikbewind van 1793-94, had gelijke verdeling van de grond per hoofd gedecreteerd, grond die aan de landheren ontnomen was. Zoals vele andere bleef dit decreet een dode letter. Om het uit te voeren hadden de proletariërs van het platteland een nieuwe revolutie moeten beginnen.
Trouwens, revoluties worden niet begonnen door de werking van een decreet. Wanneer de in bezit name van de maatschappelijke rijkdom door het volk een voldongen feit is geworden, moet het volk de handen vrij hebben om de dienstbaarheid, waaraan het gewend is, af te schudden en verder te handelen zonder daartoe van wie dan ook orders af te wachten. Maar dit is nu juist wat een dictatuur zal beletten, welke goede bedoelingen zij dan ook heeft. Tegelijkertijd zal ze onbekwaam zijn de revolutie ook maar een duimbreed in de goede richting te duwen. Maar als de meest ideale revolutionaire regering geen nieuwe energie kan scheppen en geen enkele bijdrage of voordeel levert om het afbreken van de oude maatschappij beter te laten verlopen, kunnen we bij de reorganisatie die op de verwoesting moet volgen, nog minder op haar vertrouwen. De economische verandering die uit de sociale revolutie zal voortvloeien is zo groot en diepgaand, dat alle huidige op handel en bezit gebaseerde relaties volkomen gewijzigd worden. Het is dan onmogelijk voor enkele individuen de maatschappelijke structuur vast te stellen die in de toekomstige maatschappij geboren moet worden. Dat kan alleen gebeuren door gezamenlijke arbeid van de massa’s.
We hebben een collectieve soepelheid van geest nodig om te voldoen aan de enorme verscheidenheid van voorwaarden en behoeften die zullen ontstaan op de dag van de vernietiging van het privé-bezit. Ieder exterieur gezag zal hoogstens een hinderpaal zijn, een belemmering voor de organische arbeid die verricht moet worden. En daarnaast een bron van haat en ruzie. Het is nu hoog tijd deze illusie ten opzichte van een revolutionaire regering te laten vallen. Het is nu tijd voor eens en altijd dit politieke axioma aan te nemen: Een regering kan niet revolutionair zijn!
Als men vertelt over het Schrikbewind, mag niet vergeten worden dat de weinige revolutionaire maatregelen die het nam, niets anders waren dan een bekrachtiging van reeds uitgevoerde acties. Uitgevoerd door het volk dat op dat moment alle regeringen onder de voet liep.
De onmogelijkheid van een revolutionaire regering en de schadelijkheid van alles wat men niet deze naam betitelt, is zo voor de hand liggend, dat de vasthoudendheid waarmee een bepaalde, zich communistisch noemende groep, het denkbeeld van regeren koestert, moeilijk te verklaren lijkt. Maar de verklaring is vrij eenvoudig. De aanhangers van deze ideologie, die zich soms socialistisch noemen, hebben een totaal andere conceptie over de revolutie die tot stand gebracht moet worden.
Voor hen, evenals voor alle burgerradicalen is de sociale revolutie eerder een zaak van de toekomst. Iets waarover men nu nog moet dromen. Waar ze echter heimelijk naar streven is heel wat anders, al durven ze dit niet te bekennen. Het is het installeren van een regering zoals in Zwitserland of in de Verenigde Staten. Regeringen die, wat men sluw openbare diensten noemt, naar de staat overhevelen. Het is zoiets als het ideaal van een Bismarck of een kleermaker die president van de Verenigde Staten werd. Het is een vooraf gesloten compromis tussen de socialistische aspiratie van de massa en de verlangens van de middenklasse. Ze zouden wel een algemene onteigening willen, maar hebben niet de moed dit te proberen. Ze stellen het uit tot de volgende eeuw en gaan, voordat er strijd geleverd is, onderhandelen met de vijand.
We zien in dat het ogenblik nadert om de burgerlijke middenklasse, de bourgeoisie, de doodsteek te geven. Het duurt niet lang meer voordat het volk de hand kan leggen op alle maatschappelijke rijkdom en de klasse der uitbuiters machteloos maakt. We werpen ons met lijf en ziel in de sociale revolutie. Omdat iedere regering een obstakel is zullen we haar machteloos maken en de eerzuchtigen die zich boven ons plaatsen om zodoende onze bestemming te bepalen, wegvagen.