Inhoud

Rojava’s sociale revolutie

Door Tommy Ryan


Rojava’s sociale revolutie

Nieuwe revolutionaire perspectieven

De ontwikkelingen in Rojava hebben inmiddels wereldwijd hoge ogen gegooid. Na de heroïsche overwinning van het verzet in Kobanê afgelopen jaar, lijkt nu langzaam meer aandacht te ontstaan voor de sociale ontwikkelingen in de west-Koerdische regio. Het is één van de weinige plekken in het Midden-Oosten waar de opstanden van 2011 zich op grootschalige manier heeft weten te vestigen en om te vormen tot een ware sociale revolutie.

Er zijn nog steeds enkele opstandige gebieden in Syrië waar kranig verzet wordt geboden tegen zowel Islamistische Staat (IS) als het regime van Bashar al-Assad. Toch lijkt het er niet op dat zij een daadwerkelijke sociale transformatie kunnen doorvoeren. De gebieden zijn te versnippert en de verschillende groeperingen zijn te verstrikt geraakt in een web van externe staatsbelangen. Tijdens de vroege dagen van de opstand in Syrië gingen ook in veel steden in de noordelijke regio mensen de straat op. Geïnspireerd door de energie die vrij kwam in veel andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika voegden ook veel Koerden zich bij de strijd tegen de gewelddadige Assad-dictatuur. Assad, die geleerd had van de opstanden in Tunesië, Egypte en Libië, schakelde echter al snel over tot brute repressie waardoor de in eerste instantie veelal vreedzame protesten plaatsmaakten voor een gewapende opstand.

Dat revoluties nooit precies volgens het boekje verlopen en daarmee ook vragen om creativiteit en soms ook offers, is ook goed te zien in Rojava. Hoewel we naar mijn idee wel degelijk kunnen spreken van een sociale revolutie – daadwerkelijke maatschappelijke verandering op het gebied van de distributie van macht (bestuur), de positie van vrouwen en economische verhoudingen – bevat ook deze revolutie de nodige contradicties.

Contradicties

Toen ongeveer 50% van Syrië in handen was van rebellengroepen en Islamitische milities, heeft het Assad-regime zich uit de noordelijke provincies teruggetrokken waarmee het feitelijk het bestuur aan de Koerden afgaf. Daarmee ontstond er een ongemakkelijke verhouding. Sommigen militaire basissen zijn in strategische gevechten ingenomen door de Koerdische milities van de YPG[1], waarbij zij wapens en materieel buitmaakten. Toch bevinden zich in een aantal regio’s, vooral Cizîre, nog basissen van het regime. Hoewel met de terugtrekking de Koerdische regio’s van verder gewapend conflict ontzien werden, heeft het er ook toe geleid dat andere opstandige gebieden juist gevaar liepen omdat het regime daar nu diens handen vrij voor had[2].

Een ander voorbeeld is de spanning tussen centralisme en decentralisatie. Hoewel de revolutie in Rojava een revolutie van het volk claimt te zijn met fundamentele waarden als autonomie, radicale democratie, pluralisme, speelt de partij van de PYD[3] zo lijkt nog steeds een centrale rol. Naast de radenstructuur gebaseerd op het Democratisch Confederalisme, is er ook iets dat blijk heeft van een staatsstructuur opgezet - een regering met ministers en al. De PYD is dan ook geen anarchistische organisatie, al komen de doelen waarover zij spreken soms nog zo sterk overeen met die van ons. De vraag die hier rijst is een historisch vraagstuk dat terug te leiden valt tot de Russische Revolutie – die van het substitutionalisme, ofwel ‘de partij’ die handelt in naam van ‘het volk’. In hoeverre de PYD bereid is ruimte te geven aan niet aan de partij gelieerde revolutionairen, zelfs als dit het revolutionaire proces in de regio ten goede zal komen maar ten koste zou gaan hun invloed? Centraal hierbij staat de vraag in hoeverre de structuur van onderop diens macht weet te vestigen tegenover de top-down-structuren van de regering.

Dan is er nog het vraagstuk van het militarisme. De milities in Rojava zijn nu onderdeel van de YPG en YPJ[4]. In hoeverre benaderen deze milities de structuur van vrijwillig zelfbestuur of vallen ze juist ten prooi aan de hiërarchische structuur van reguliere legers en het “order is order”? Dit is eveneens een oud vraagstuk waar in de Spaanse Revolutie van 1936-1939 pijnlijke lessen uit getrokken kunnen worden. De milities van arbeiders en boeren in Spanje werden, op commando van het centrale bestuur, omgevormd tot een regulier leger met een zijn hiërarchische commandostructuur[5]. Vrouwen mochten niet meer meevechten en werden overgeplaatst naar zorgende functies – hiermee werden de fundamentele waarden van de revolutie verloochend. De verdeling die dit veroorzaakte was één van de doodsteken van de revolutie omdat de relatie met de sociale revolutie totaal verbroken raakte.

Revolutionaire perspectieven

Hoewel de revolutie in Rojava geen anarchistische is, zijn er vele raakvlakken. De correcte richting van de revolutionaire strijd kan alleen gevonden worden door een kritische houding, niet door een kritiekloze jubelmassa. Het is echter te gemakkelijk om van de zijlijn te bekritiseren terwijl we anderen hun handen vuil laten maken.

Wat nodig is dan ook een kritische solidariteit. Kritiek kan naar mijn mening enkel effectief zijn als we onszelf oprecht verbinden met de strijd in Rojava. Door deze verbinding kunnen we daarnaast ook breken met de koloniale en oriëntalistische vooroordelen waarmee we zijn grootgebracht en waarvan onze cultuur zo doordrenkt is.

We moeten voorkomen dat Rojava in de strijd tegen IS uit nood in de handen van het imperialisme van de NAVO[6] wordt gedreven of door isolement gevaar loopt aangevallen te worden door andere onderdrukkende elementen in de regio - als de Turkse en Syrische staat. Door serieuze steun vanuit de globale anarchistische beweging kunnen we proberen te helpen de revolutie op koers te houden. We kunnen veel leren van het experiment dat plaats vindt in Rojava en het kan ons wellicht een springplank bieden voor een nieuw revolutionair elan. Iets dat zeker nodig is in een tijd waarin het cynisme over de mogelijkheid van maatschappelijke verandering hoogtij viert.

Voetnoten