Door Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties
Het OVB heeft zich niet willen beperken tot één opinievorm voor wat betreft het ontstaan en het verloop van de recente stakingsgolven.
Een aantal leden van het OVB heeft zich daarom bereid verklaard hun visie op de gebeurtenissen te geven. Het leek ons geschikt om hen in hun eigen bewoordingen hun indrukken en meningen weer te doen geven, zodat er een meer gespreid beeld ontstaat van alles wat ons bezig hield en nog bezig houdt.
Zoals gebruikelijk -sinds jaren- beginnen, met de onderhandelingen over nieuwe CAO's, het voorspel van regering, VNO, SVZ enz. over “harde tijden in het vooruitzicht”, geen konkurentiepositie door te hoge lonen, 'geen exportmogelijkheden“, misbruik van sociale voorzieningen en noem maar op!! Regelmatig verschijnen de heren van Veen, Pieters, verschillende woordvoerders van regeringspartijen en wat we nog meer aan autoriteiten kunnen opbrengen, voor de teevee en dan horen we het volgende:
“De noodzaak van besnoeiingen, steun aan de ondernemers, op de “nullijn” of er onder, geen ruimte voor looneisen, grondstoffen duurder, bevordering van de export en werkloosheidsbestrijding”.
Er wordt niet gepraat over de miljardeninvesteringen voor oorlogsmateriaal, over de krankzinnige prijzen van militaire vliegtuigen en tanks, niet over de krankzinnige vergoedingen die worden betaald voor staatsaktiviteiten , reizen en verblijfkosten, om nog maar eens enkele zaken te noemen. Matiging is er voor de arbeider, de halve cent beknibbeling op de uurlonen is belangrijker dan de mi 1-joenen-uitgaven die de regering heeft aan o.m. de hoogste topsalarissen van de regerings-“leiders” en hun bijlopers. Die halve cent doet het, het moet van de arbeiders komen!!! Prijsbeheersing en matiging in alles? De regering en gemeenten doen er niet aan mee. De prijsverhogingen die worden aangekondigd voor gemeenschapsvoorzieningen rijzen de pan uit. “Waar is die goeie ouwe tijd van Alva met zijn tiende penning?” Wat belast kan worden wordt belast en onder de belachelijkste argumenten!
Tabak wordt duurder, want: “roken is slecht en misschien neemt het roken dan af.”
In werkelijkheid geeft de regering steeds meer uit, het lijkt op uitverkoop aan niet-noodzakeIijke dingen,”sintnikolaisme“. Direkte loonsverlagingen kunnen niet gegeven worden, dus dan maar indirekt via prijsverhogingen, die niet in de prijs-kompensatie-rege1ing zitten. Terug naar de vooroorlogse toestanden is de doelstelling. zo lijkt het wel. Wij blij met onze teevee, we zijn zo bereikbaar voor de regering, en ze zeggen het ons wel even!
“Morgenrood, uw heilig gloeien, heeft ons steeds de dag gebracht,” “De donder rolt, de dag breekt aan!”
Op de beeldbuis verschijnt de heer Kok: “Als de regering zich voorstelt deze dingen te gaan doen, dan zal er toch even gepraat moeten worden. Ik voorzie arbeidsonrust; “Afblijven van het loon der minimumlijders”.
Goddank, de tegenspeler! …Er wordt over ons gewaakt -onze belangen zijn veilig, slaap rustig, slaap door. “Slaapt door, verworpenen der aarde!!”
Zo gaat het aan het begin der CAO-onderhandelingen!!!!
“Erkende bonden”??? Wa' krijge me nou???
Erkenning is gegrondvest op de bereidheid van ondernemers om alleen met FNV en CNV te onderhandelen. Dankbaar zijn deze bonden voor de uitsluiting van de zeer grote groep andersdenkende en andersgeorganiseerde arbeiders. Want ja, de “DEMOKRATIE” viert hoogtij, inspraak moet er wezen; nou ja, voor hen in ieder geval!! In hun sociaal-demokraties denken is geen plaats voor tienduizenden anandersdenkenden. Die worden genegeerd. Bewustzijnsvernauwing soms? In deze zin is het predikaat “erkende” nu niet bepaald een aanbeveling, maar het geeft natuurlijk wel een machtspositie.
Een ander facet ter illustratie: waar maak je mee dat bij indiensttreding door de werkgever wordt gevraagd ”…of ze je vakbondskontributie maar gelijk via de boekhouding zullen afhouden?” Wie wordt er lid van een arbeidersvakbond waarvan nota bene de werkgever dat lidmaatschap animeert? Een dergelijke samenwerking is voor 100 % tegenstrijdig aan het belang van de arbeider.
Maar toch, we gaan een nieuwe CAO afsluiten!
De zogeheten erkende bonden gaan in “vooroverleg” met de werkgevers, wat inhoudt dat de ondernemers aan de bonden duidelijk gaan maken wat de begrenzingen zijn voor hun eisenpakket. Goed, er wordt over en weer gepraat en na afloop wordt er gezegd dat het een goede bijeenkomst was. Er kan ook nog weer, en nog weer een bijeenkomst komen om de leden een indruk te geven dat er “hard” wordt onderhandeld.
ERKENDE BONDEN zijn gehouden de arbeidsvrede te bewaren, daarom zijn ze erkend.
Dan komt de BV FNV met een nieuw arbeidskontrakt; het principe-akkoord is bereikt. Zegevierend komt de heer van Eldik - met zijn loon ben je vanzelf Heer - de nieuwe CAO toelichten. Het is een zegepraal op de ondernemers, het onderste uit de kan, nog nooit gezien. “Zo heb je niks en zo heb je de hoogst denkbare CAO in je bereik.
Helaas zijn de mensen die het werk in de haven moeten doen, in onderbezetting, in regen en wind, smerig en vuil werk, in koude en hitte, onder nerveuze spanningen enz.,- helaas zijn deze mensen van andere gedachten. Voor hun doen betalen ze wel een kapitaal aan kontributie en dat aan een bond die dergelijke resultaten als hoogste goed aanprijst. Ja, van Eldik prijst voor de teevee de CAO aan en verzekerd dat die door de leden geaccepteerd zal worden. Maar ja, hij is geen arbeider! Weet van Eldik veel, nee toch? Hij weet hoe hij zich aan tafel bij de ondernemer gedragen moet, dat is 't punt.
Het principe-akkoord wordt AFGEWEZEN door de leden. De ontevredenheid groeit, en niet alleen bij de FNV-leden. En dan gedraagt de FNV zich een beetje eigenaardig; men demonstreert een houding van:“Stoute jongens, als jullie niet naar
Pappie luisteren, dan negeert pappie jullie wel een poosje, totdat jullie weer een snoepje hebben wilt!” En intussen groeit het verzet in diskussies op het werk. De SVZ en aanverwante artikelen zijn boos op hun FNV en weigeren aan tafel te gaan zitten.
“Lullig hoor, 't was toen zo gezellig!..”
En stilte valt, …een langdurige stilte!
In het principe-akkoord wordt allang niet meer gesproken over een 35_urige werkweek en een vijfploegen-stelsel. (In Duitsland was dat in het begin van het jaar al gestrand) De 35 uur wordt ingeruild voor meer vakantie en het vijfploegenstelsel is niet bestemd voor alle bedrijven.
“UIT HET DUISTER TREEDT EEN WONDER”.
De onrust groeit, de tijd gaat dringen en reeds moet er aan de volgende CAO worden gedacht. Arbeiders morren en onder de druk van de groeiende ontevredenheid worden bedrijfsvergaderingen belegd, waar drie punten uit het totale eisenpakket aan de orde komen; men mag “ja” of “nee” zeggen, en dat valt dus alweer mee! Het wordt “nee”, alle eisen moeten opnieuw aan de orde komen, er wordt feller en feller uiting gegeven aan het ongenoegen.
EN DAN KOMT ER EEN KRUITVAT!
'T IS HET VOLK DAT OPMARCHEERT !!
In de vleesverwerkende industrie is de CAO opengebroken! Hier zijn het de ondernemers die meer loon betalen dan de reeds afgesloten CAO toestaat. En dit geeft overduidelijk aan dat matiging moet worden gezien als een stokpaardje dat regering en ondernemers koesteren ter meerdere glorie van zichzelf en hun aandeelhouders. De eisen worden ingewilligd, de matiging kan terzijde worden geschoven. Maar voor de havenarbeiders wordt dit één van de onrustpunten, een kruitvat!
22 augustus is het dan reeds, als de sleepbootbemanningen van Smit-Vos en Smit Internationale het werk neerleggen. Hier was een afgesloten CAO, die men wijselijk aan de leden had voorgelegd toen er een aantal afwezig was in verband met vakanties. Sommige arbeiders bleken toen zelfs met die nieuwe CAO onder de nullijn te komen en dat bleek toen het einde van de langdurige rust bij de sleepdiensten: ER VOLGDE EEN STAKING !!!
De FNV werd eindelijk wakker en begon met een poging de arbeidsrust te herstellen, maar….pappie was toen te laat.
En zo, na 't kruitvat, na de lont, nu de vlam in de pan. Na de afwijzing van het principe-akkoord, na de houding van de FNV, die misprijzend de leden in hun sop liet gaarkoken, het AKTIEKOMITEE.
We moeten nu even teruggaan naar het jaar 1970. Toen was het de Arbeidersmacht die het wapen der staking hanteerde om het bar gezakte loon der havenarbeiders opgevijzeld te krijgen, ook al weer na het falen der “erkende” bonden.
Ook toen was de staking niet voor niets. De “erkende” bonden regelen het steeds zo, dat elke paar jaren stakingen moeten komen, doordat zij steeds meegaan met het terugdringen van het loonpeil in de haven en toch voldoen aan hun opgave; het bewaren van de arbeidsvrede.
In 1977 konden zij het zowaar opbrengen een havenstaking te steunen. Hun winst was het aantal leden, dat men kon kopen door aan ongeorganiseerden een stakings-uitkering te geven.
In 1970 was het de ARBEIDERSMACHT-AKTIE, die op het eind door de Boon van het NVV, door Meijs en Schultz werd gebroken. Nu, in 1979, waren het Schultz en Stavinga die leiding gaven aan het Aktie-komitee. Onderling verschil van inzicht werd bijgelegd in de noodzaak om een eenheid te vormen.
De vlam was nu in de pan, de staking was een feit. De ondernemers wilden niet rond de tafel, de bondsbestuurders lieten verstek gaan toen hun aanwezigheid nodig was en ze bleven verstek gaan, wat hun leden betreft, gedurende de gehele duur van de staking. Dat was de straf voor hun ongehoorzaamheid!!!
Toch is het eigenaardig; eerst komt de FNV met een principe-akkoord dat wordt voorgesteld als het hoogst bereikbare, maar onder druk van de staking komt er dan toch ƒ 28,50 bij, wordt 1 dag vakantie van 1980 naar 1979 verschoven, wordt het “vervroegd uittreden” naar 62 jaar gehaald en dat ziet er toch wel even anders uit. Het principe-akkoord blijkt dan niet het hoogst bereikbare te zijn geweest. Toch ontvlucht de FNV zijn verantwoordelijkheid en laat zijn leden in de kou staan.
Zijn de leden stout geweest, of….zou dat de verhouding tussen de “erkende” bond en ondernemers vertroebeld hebben? Zou het toch een arbeidersvakbond zijn? Of,….zou aan macht alles opgeofferd worden?……vul zelf maar in!
Niet één staking is zónder nut geweest. De staking is per definitie de schuld van werkgevers en “EENS KOMT DE KLARE, SCHONE DAG (dat de arbeider 't zelf doen mag).
De staking heeft het vier weken uitgehouden en werd ditmaal gelukkig besloten met een gelijktijdig weer aan het werk gaan. Een groot deel van de stakers heeft met eigen geld geïnvesteerd in deze nieuw tot stand gekomen CAO, daar de weerstandskas van de FNV gesloten bleef. Het eindresultaat moet worden gezien als een aanzet tot de volgende CAO, want investering moet rendement opleveren, wordt ons door de ondernemers zelf, altijd voorgehouden. Of zou dat voor de arbeiders niet gelden?
Het valt niet mee, vier weken zonder inkomsten in dit maatschappelijk bestel. Van de laatste 2000 jaar hebben wij 20 jaren iets gehad, vergeleken met vroeger, toen het voor ons komplete slavernij betekende, vooral in het begin van het industrieële tijdperk. We hebben nog geen reden tot juichen, maar 't ging menselijker lijken. Door de grotere financieële mogelijkheden kregen we een ruimer aanbod op de konsumptiemarkt; door van overheidswege aangemoedigde mogelijkheden worden auto's, caravans, huizen, meubilair enz. op makkelijke voorwaarden bereikbaar. Bij een terugvallende konjunktuur kom je in rood.
Bij een konflikt blijft er toch de noodzaak voor de aflossingen te zorgen, en zo wordt de arbeider steeds weer gebonden. Daarom ook geloofden de ondernemers en de vakbondsbestuurders dat staking wel zou uitblijven, omdat de arbeiders dit niet zelf zouden kunnen financieren.
En weer is gebleken dat ondernemers het aandurfden staking te riskeren, weer is gebleken dat ondernemers de staking in feite uitlokken door de lonen steeds opnieuw weer terug te brengen naar het niet-aanvaardbare, en dat zij de reaktie daarop dan weten op te vangen door de steun van de bonden!
PERS EN NIEUWSMEDIA lieten, zoals gewoonlijk, de berichtgeving afhangen van wat hun beroepsmatige keuze het beste uitkwam. Er waren bij uitzondering enkele objektieve tv-opnamen, ook wel bij de radio. Er verschenen wat artikelen waaruit je kon aanvoelen dat geprobeerd was de situatie gaaf weer te geven, maar meestal koos men toch vóór de sensationele weergave. Gretig - men schijnt wat dat betreft een beperkte fantasie te hebben- werd ook weer gegrepen naar de term “communisten in aktie”. Nu, de CPN telt nog maar weinig leden in de Rotterdamse haven en een EVC bestaat niet meer, ook waarschijnlijk bij gebrek aan communisten. Het restant van de EVC kreeg indertijd de opdracht over te stappen naar het NVV, maar voor zover mij bekend is het NVV daar niet noemenswaardig van gegroeid. Wel is het zo dat de enkele communisten die er zijn, tijd en plaats weten te kiezen en in aktie-komitees zijn er altijd te vinden. Wat is daar tegen? Wij schrikken er niet van en in paniek raken doen we ook al niet, waarom moeten die jongens van de pers daar dan zo van schrikken? Als een staking afgelopen is merk je van hun aanwezigheid niets meer en als de “erkende” bonden niets zien in een staking leiden, wat is er dan tegen? Wij niet, de arbeiders moeten het zelf doen en ze doen het!
Ze doen het als de ondernemers en de bonden het weer eens te bont maken. Het is hun misrekening als er gestaakt wordt, het is hun misrekening dat kruitvat en lont en vlam, konden leiden tot een explosie. Laten ze een eerlijker beleid voeren en “zelfs” havenarbeiders als mensen erkennen.
Opmerkelijker was de houding van verschillende bedrijven en van enkele politiek gedrevene in de eindfase van de staking. Goed, er vielen een paar woorden, er werd wat gedreigd (de haven is nooit het speelplein geweest van de gemeenschap), maar hoeveel havenarbeiders liggen er dan wel in het ziekenhuis ten gevolge van akties? Nee, de bedrijven wensten de harde konfrontatie tussen de mobiele eenheid der politie en havenarbeiders, die zich niet wilden laten begraven voordat ze dood waren, en dus staakten. Het waren de beheerders van bedrijven, zoals men die kende in het begin van 1900, men wilde Afrikaanse toestanden met bloed en lijken.
En juist dat nu is niet goed te praten. Zij waren en zijn hardleers, ze zijn opgegroeid met vuil gewin en ze weten niet dat de tijden zijn veranderd. Hun ouders betaalden misschien de politie - in vroegere omstandigheden - om zulk werk te leveren.
DE OUDERWETSE HAVENBARONNEN.
De staking is voorbij, er is een verbeterde CAO. De ondernemers weten weer dat we toch aktie voeren en het leven gaat verder. Deze aktie is niet verloren maar zonder financieële basis is een lange-duur-staking niet vol te houden.
Een korte staking kan het zelfde effekt hebben als een lange staking, maar het is moeilijker de mensen herhaaldelijk uit hun werk te krijgen.
Wachten we op de volgende konfrontatie!
Het OVB laat zich niet verleiden tot akties in samenwerking met losse groeperingen of eenlingen, zonder daarbij de kwaliteiten van dezen, in twijfel te trekken. Het OVB roept geen staking uit om de voor ons vanzelfsprekende reden, dat het niet het OVB noch zijn bestuurders zijn die daarover een beslissing kunnen nemen, maar wel de arbeiders binnen hun bedrijven!! Hebben die arbeiders eenmaal de beslissing genomen om in aktie te komen, dan staat het OVB onverzettelijk, met morele en financieële steun, achter zijn leden en zal dan ook zelf activiteiten ontplooien om een rechtvaardige arbeidersstrijd mee tot een goed einde te brengen. Dat het OVB daartoe sterk genoeg is, hebben we in het verleden genoeg bewezen. Onze bestuurders spelen daarbij dan geen “bestuurdertje” maar maken deel uit van de strijdende arbeiders. Wij kennen geen afstand; lid-be-stuurder. Het is ook daarom dat onze betaalde bestuurders niet méér verdienen dan de gemiddelde arbeider. Onze vrijgestelde bestuurders mogen ook geen nevenbanen of -baantjes hebben, zodat zij zich wanneer en waar nodig, volledig voor hun organisatie kunnen inzetten.
Ieder bestuur kan worden weggestemd als daar aanleiding voor is. Alle leden en bestuurders hebben precies dezelfde rechten en verplichtingen ten aanzien van hun organisatie. Elk lid kan verkiesbaar worden gesteld voor een bestuursfunktie. Bij akties en stakingen hebben wij altijd onze leden gesteund, moreel met manifesten en aanwezigheid, financieel door onze leden de hun reglementair toekomende stakingsuitkeringen te betalen.
Ook zo bij de laatste havenstaking. Aan gehuwden keerden wij ƒ 50,- per dag uit, aan ongehuwden ƒ 45,-
Het OVB streeft naar een socialistiese samenleving. De leden zijn geheel vrij in de keuze van hun politieke partij of groepering. In onze vergaderingen wordt geen partijpolitiek bedreven, maar wordt uitgegaan van het zelfdoen van de arbeiders. Onze autonome bedrijfsgroepen nemen hun eigen beslissingen, eventueel in overleg met andere leden en bestuurders.
En vooral: WIJ HOUDEN HET OP SOLIDARITEIT !!
Het jaar 1979, met name de maand september, is een hoogtepunt geworden van een zich al jaren voortslepende diskussie binnen en buiten de vakbond FNV, over het stellen van looneisen in een tijd waarin het werkloosheidsprobleem als belangrijkste negatieve punt van de “ekonomiese krisis” wordt ervaren. De staat, de vakbonden en de werkgevers, verenigd in de SER, gingen ervan uit dat door niet veel en hoge looneisen te stellen er meer werkgelegenheid zou ontstaan. Maar in 1979 was de maat vol bij de al jarenlang inleverende arbeiders, die toch al niet te hoge lonen hadden, want nog steeds zagen zij de werkloosheid toenemen.
De “erkende” vakbonden, de regering en natuurlijk de werkgevers hadden het idee opgevat dat er bezuinigd moest worden. De PvdA-er Den Uyl voerde al in zijn kabinetsperiode een bezuinigingsbeleid, dat echter geen direkt merkbare resultaten opleverde. Daar overheen kwam dan Bestek '81 van Van Agt, met nòg grotere bezuinigingen.
Iedereen bezuinigde, tot zelfs de minimumlijders toe, maar niemand zag dat de werkloosheid werd opgelost. Den Uyl sprak in zijn regeringsperiode over 150.000 werklozen. Dat deed Van Agt ook, maar met prinsjesdag 1979 verklaarde hij , dat het werkloosheidscijfer wel op 200.000 zou blijven staan.
Geen enkel resultaat werd geboekt, door wie dan ook. Daarom was dan ook voor de havenarbeiders, inklusief de sleepdiensten, eind augustus de maat vol.
Zij gingen in staking voor hoofdzakelijk meer loon met daarnaast een aantal immateriële eisen, zoals vervroegde pensionering en een 35-urige werkweek. Hoe de staking verliep en wat er omheen speelde en ook welke konsekwenties de havenstaking heeft gehad, leest u hierna.
Voordat het een en ander over het verloop van de staking uit de doeken wordt gedaan moet men weten, dat CAO's van 1 januari tot en met 31 december van eenzelfde jaar lopen, daarna moet er weer een nieuwe CAO afgesloten worden. De CAO-onderhandelingen voor de CAO-1979 moesten al op 31 december 1978 rond zijn geweest, maar dat was in de haven nergens het geval; erger nog, in augustus 1979, acht maanden te laat, was er nog geen CAO afgesloten!!!
Wel hadden de bezoldigde bestuurders van de FNV in het geval van de haven-CAO een bepaald resultaat geboekt, namelijk 12 cent bruto loonsverhoging (!!!), maar dat resultaat werd totaal en eensgezind van de hand gewezen. En terecht, want voor dit bedrag kun je nog geen kop koffie per dag extra kopen. Dus werden de bestuurders opnieuw naar de onderhandelingstafel gestuurd, en dit vonden ze helemaal niet leuk. 1 januari was toen allang voorbij.
Het OVB ziet dit als een eerste punt van het konflikt, mede omdat de FNV dacht dat de leden de voorgestelde CAO zouden aanvaarden, wat dus niet gebeurde. De werkgevers, die dit alles van een afstandje bekeken, voelden zich veilig en verwachtten geen akties, juist omdat de FNV al min of meer bekend had dat er geen grote loonsverhogingen uit de bus zouden komen. Zij dachten dat de FNV de leden wel in de hand konden houden. Het zou echter anders verlopen.
De havenarbeiders, die wel begrepen dat de bestuurders hun eisen niet naar voren zouden brengen, begrepen tevens dat ze zich zouden moeten opmaken voor een harde strijd. Hier en daar werden al komitees opgericht om de komende akties voor te bereiden, want hun eisen waren rechtvaardig. Er waren absoluut geen andere en nieuwe banen vrijgekomen in de zwakke sektoren, eerder was het tegengestelde waar. De werkloosheid steeg, terwijl in de vIeeswarenindustrie zelfs, voor hogere looneisen, de CAO werd opengebroken. Aanleiding genoeg dus om iets te doen. De havenslepers legden als eersten hun werk neer en gingen in staking op de terechte eis van 50 gulden per week netto erbij, vervroegde pensionering enz. Men moet daarbij wel bedenken dat er in die groep al een CAO was afgesloten, maar wat bij de vleesindustrie kon, zou ook daar kunnen gebeuren, zeker waar er zovelen bij de FNV waren aangesloten.
De gezagsgetrouwe FNV verklaarde dat een reeds afgesloten CAO niet kon worden opengebroken. Een onbegrijpelijke tegenstrijdigheid!!
Voor de haven echter zouden eisen dus wel gerechtvaardigd zijn, want daar was immers nog geen CAO afgesloten. Wim Kok verklaarde dan ook haastig dat er snel een haven-CAO moest komen, maar hij was net even te laat met zijn argument. Op 23 augustus gaven de havenslepers er de brui aan en enkele dagen later gingen de havenarbeiders uit solidariteit met de slepers ook in staking, ondanks het feit dat de FNV de sleepstaking veroordeelde. Een onbegrijpelijk standpunt van de FNV, omdat veel mensen aangesloten waren en zijn bij die FNV, wat een verdienste is van de linkse en progressieve partijen.
Ongeveer 8000 mannen waren in staking en inmiddels hadden de havenarbeiders d.m.v. een stakingskomitee hun eisen kenbaar gemaakt. Er moest 30 gulden per week netto bijkomen, er moest een 35-urige werkweek komen en de havenarbeiders moesten met 60 jaar hun pensioen krijgen. Echter, ondanks het feit dat velen lid waren van de FNV bleven de stakingskassen van die bond gesloten. Onbegrijpelijk, omdat het juist de FNV-leden waren die de staking begonnen en ook doorzetten.
De werkgevers waren, met de regering, natuurlijk wel blij met die verrotte FNV-top-mentaliteit en wachtte in vol vertrouwen af. Wim Kok, die het gebeuren in de haven had zien aankomen, was te laat geweest met zijn waarschuwing Eensgezind stonden georganiseerden bij verschillende bonden en de ongeorganiseerden naast elkaar. Het OVB opende als eerste zijn stakingskas en steunde daardoor, zowel moreel als financieel, zijn leden.
Wanneer een arbeider in staking gaat is het noodzakelijk dat hij eensgezind is met zijn kollega's en dat hij op een stakersuitkering kan rekenen. Het is nog steeds zo dat een arbeider een loon heeft waar hij met zijn gezin net van rondkomen kan. Al zijn “bezit” heeft hij door sparen en zware leningen moeten verwerven. Maar de “erkende” bonden hielden hun kassen gesloten, het eensgezinde werd daardoor dubbel belangrijk. Iets anders om zich aan vast te houden hadden de arbeiders niet. Daarom is het ook zeer belangrijk geweest dat de vrouwen van de stakers zo met de akties meeleefden, waardoor de stakers wisten dat ze met iets rechtvaardigs bezig waren.
Maar hoewel dus veel vrouwen meeleefden en ook meededen, tekende zich in Nederland een antipathie tegen de stakers af. De rechtse pers, de “progressieve” en linkse partijen, zoals de PvdA, de PSP en de PPR. de rechtse partijen, regering en parlement, natuurlijk de VNO en dan ook nog de “erkende” vakbonden, hadden zich tégen de staking uitgesproken. Vooral de rol van die bonden was merkwaardig omdat die immers altijd beweerden dat de bonden door de leden werden bestuurd, vooral als het om gerechtvaardigde eisen ging. Welnu, de eisen waren gerechtvaardigd; enkele maanden vóór de staking had toch Wim Kok in een massale demonstratie opgeroepen tot verzet, als de winsten niet zouden worden omgezet in banen.
Nog onbegrijpelijker wordt hun rol als we het verloop van de staking zien, want door verraad en de hongerzweep joegen ze de arbeiders weer terug de bedrijven in. Verraad? Jazeker, want de FNV-bestuurders vertelden dat, wanneer de stakers weer aan het werk zouden gaan, zij een voorschot van de bonden zouden krijgen. Een week na de staking hadden de stakers nog geen voorschot gezien.
Door zich tegenover de staking te plaatsen, plaatste de FNV zich dus naast de werkgevers, zich daarmee manifesterend als een onbetrouwbare partner voor de arbeiders in hun strijd bij loonkonflikten.
Door het gedrag van de FNV-bestuurders moet naar onze mening ook de politieke partij CPN haar leuze wijzigen die zegt: “iedereen in de FNV. Doet deze partij dat niet dan riskeert zij ook tot de verraders te worden gerekend. In elk geval blijkt die leuze wel misleidend te zijn geweest; het bewijs hiervoor wordt nog eens versterkt doordat op een gegeven moment een negental bestuurders uit de FNV stapten.
Nu was de rol van de FNV aan het begin van de staking al duidelijk geworden en het komt ons dan ook vreemd voor dat sommige woordvoerders, zoals bijvoorbeeld Schultz en v.d.Zanden, lieten weten dat het geen staking tegen de vakbonden was maar uitsluitend tegen de werkgevers. Maar ja, daarom zullen ze wel CPN-ers zijn. En daarom stellen wij ook niet veel vertrouwen in de CPN dat die haar strategie zal veranderen. En zeker niet nadat we in het Vrije VOlk van 22 september 1979 lezen dat Flip Schultz een vriend is van Adrie de Boon, dè stakingsbreker van 1964 en 1970. In 1970 wedde Adrie de Boon met de heer Bakx om een fles whisky dat hij de staking kon breken, en dit lukte hem grandioos. Tijdens de vissers-staking van 1964 vroeg de heer de Boon de politie, hard op te treden tegen de stakers in de visserij. Door de onverzettelijke houding van de stakende vissers, die in hun strijd werden gesteund door de BVZ-OVB, lukte het hem toen niet.
Als Schultz en v.d.Zanden aan Adrie de Boon om bemiddeling vragen en dan over hun vriendschap praten, zou er dan, als hij bemiddeld had (wat hij gelukkig van “hogerhand” niet mocht) iets goed te verwachten zijn geweest? Wij denken van niet.
Gelukkig was de eenheid in het begin van de havenstaking zeer groot en daardoor moesten de FNV-bestuurders we) met de werkgevers opnieuw onderhandelen.
Het resultaat waarmee ze terugkwamen was er wel naar, nl. ƒ 28,50 bruto per week erbij en dat ene dagje vakantie voor volgend jaar. Het stakingskomitee besloot echter die resultaten af te wijzen, omdat die in geen enkel opzicht beantwoordden aan de eisen die de arbeiders gesteld hadden.
Men kan zich daarbij afvragen of het niet beter zou zijn geweest, als men onder protest de bedrijven was ingegaan, zonder daarmee de onrust weg te nemen.
Nu verliep de staking in feite door geldgebrek en moest dus wel door het stakingskomitee worden opgeheven!!
Nadat het resultaat van de onderhandelingen was afgewezen kwam men in een impasse terecht. Het aantal werkwilligen groeide en werd de oproerpolitie erop afgestuurd om die werkwilligen te beschermen. Burgemeester v.d. Louw (PvdA) bleek toen een wolf in schaapskleren te zijn. Hij stelde zich al niet anders op dan zijn kollega's in het verleden. De ekonomie ging ook bij hem voor een goede levensstandaard voor de arbeiders. Tien over rood, Nieuw Links enz.: het is bij hem voorgoed begraven!!
In middels werd er binnen het stakingskomitee een machtsstrijd uitgevochten. Zo stond bijvoorbeeld Schultz niet achter de FNV-leden die het FNV-Vervoers-kantoor hadden bezet, omdat het hier volgens hem geen staking tegen de bonden betrof. Dat dit een drogredenering was hebben we hiervoor al aangetoond.
Vast stond immers dat, indien de FNV de stakingskassen zou hebben geopend, de staking zou zijn gewonnen.
We staan in die mening niet alleen; Stavinga, een van de voormannen van de staking, meende dat de schuld van het verliezen der staking wel degelijk bij de FNV lag, een mening die hem door de CPN niet in dank werd afgenomen, toen hij die op het Afrikaanderplein duidelijk uitsprak.
Het is dus ook mede te wijten aan het feit dat het aktiekomitee niet op één lijn bleek te zitten, dat de staking op 22 september werd beëindigd!
Toen de havenstaking beëindigd was, gingen de sleepbootbemanningen nog door, en op het moment dat we dit schrijven (3 oktober) is hun aktie nog steeds aan de gang.
In de eerste plaats is weer gebleken dat de “officiële” vakbonden in een arbeidskonflikt niet meer betrouwbaar zijn. De FNV-top wil voornamelijk alleen dan in aktie komen wanneer het in hun straatje past, en dan vooral in hun politieke straatje. Aan hun voorwaarden moet worden voldaan, dan pas gaan de stakingskassen open.
In de tweede plaats blijft de CPN de leus handhaven: “Allen naar de FNV”, dan weet men nu dus dat men van die zijde instemt met het beleid van de FNV. Die leuze is dus boerenbedrog!! Er wordt niets tegenover gesteld!
Ten derde: de politie van de FNV heeft gefaald juist nu het er opaan kwam, juist toen de diskussies hoog oplaaiden over hoe het nu verder in de toekomst moet.
Ten vierde: de politieke partijen hebben hun eigen steentje bijgedragen aan het verraad aan de strijdende arbeiders. Vooral de zich links noemende partijen, zoals de PvdA, de PSP en de PPR, hebben het belang van een kapitalistiese ekonomie zwaarder laten wegen dan het belang van een groep zich in een ekonomiese strijd bevindende arbeiders.
DE KONKLUSIE van de havenarbeiders moet wel haast zijn dat ze bij een volgend arbeidskonflikt vrijwel alleen zullen staan. Alleen het OVB en mogelijk een aantal andere, ook kleine organisaties, zullen achter hun strijd staan. De arbeiders zijn op zichzelf teruggeworpen en zullen zich sterk moeten maken om het volgende konflikt te winnen. Maar dat wisten de OVB-ers al. De bevrijding van de arbeidersklasse kan alleen maar het werk van de arbeiders zelf zijn. Ze hebben daar geen politieke partijen noch officieel erkende vakbonden voor nodig, want die gebruiken de arbeiders toch maar voor en naar eigen politieke inzichten en doelstellingen. Zijn die bereikt, dan kan de arbeider ophoepelen of zijn bek dicht houden!!
Van oudsher hebben arbeiders naar het stakingswapen gegrepen ais overleg faalde om verbeteringen tot stand te brengen in arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Zo ook recent weer in de Rotterdamse en Amsterdamse haven. Toch hebben deze stakingen hun eigen achtergrond.
Om te beginnen met de sleepbootstaking. Deze staking is ontstaan doordat de arbeiders bij Smit-Internationale ontevreden zijn over een voor 1979 afgesloten CAO. Twee kritiek-punten komen hier naar de voorgrond, t.w. de procedure bij het tot stand komen en de inhoud van die CAO.
De onderhandelaars van FNV en CNV hadden een akkoord met de werkgevers bereikt en dat akkoord moest door de leden van die bonden, bij middel van een referendum worden goedgekeurd. Deze schriftelijke stemming over al dan niet aanvaarden, viel in de vakantieperiode.
Niet iedereen van die bondsleden was dus in de gelegenheid zijn stem uit te brengen. Van de wel-bereikte leden (nog geen 40% van het totale personeel) stemden er 158 vóór, 134 tégen bij 16 onthoudingen. Een kleine meerderheid was dus vóór en niets stond er dus nog in de weg om de CAO rechtsgeldig te doen verklaren. Dat betekent dat zowel werkgevers als werknemers zich aan die CAO moeten houden; doet men dat niet dan overtreedt men de wet. Formeel klopt dit alles wel, maar wat al te gemakkelijk wordt vergeten is, dat een meerderheid van het personeel er geen enkele stem in heeft gehad.
Niet-georganiseerden, leden van andere niet-“erkende” organisaties als OVB en FHV, mochten niet meestemmen, en zoals gezegd, zelfs een aantal FNV-leden konden in verband met hun afwezigheid niet meestemmen.
De vraag is dan ook of men hier wel kan spreken van een rechtmatig en demokraties tot stand gekomen overeenkomst. Wanneer nu een meerderheid van de betrokken arbeiders zich wel kan verenigen met de nieuwe CAO, is er geen probleem. Maar is dat, zoals bij Smit-Internationale, niet het geval dan komen er moeilijkheden.
De sleepbootbemanningen konstateerden een achteruitgang inplaats van een vooruitgang en terecht eisten zij dan ook dat hun loon met 50 gulden netto per week zou worden verhoogd. Zowel werkgevers als vakbonden reageerden negatief op die eis met het argument; de arbeiders gaan er niét op achteruit en er is dan ook geen reden de reeds afgesloten CAO open te breken. Kort daarvoor was dit wel gebeurd in de vleesverwerkende industrie.
Voor de sleepbootbemanningen blijft er dan maar één middel over: STAKEN!!! En zij gaan dan ook in staking om hun eis van 50 gulden schoon kracht bij te zetten. De direktie van Smit-Internationale daagt dan 16 stakende werknemers voor het gerecht, in de verwachting daardoor de staking te kunnen breken. Zoals was te voorzien stelt de rechter Smit-Internationale in het gelijk en verzoekt de stakers weer aan het werk te gaan, op straffe van een dwangsom van 500 gulden voor elke stakingsdag.
De overige stakers nemen dit niet en verhinderen de 16 “veroordeelden” het werk te hervatten. De staking gaat dus door, maar heeft inmiddels een grimmig karakter gekregen.
Uit solidariteit met deze staking gaan verschillende stukgoedbedrijven in de Rotterdamse haven plat. Maar daarbij blijft het niet. De havenarbeider, het wachten op hun eigen CAO allang moe, breiden de staking uit onder het motto dat acht maanden wachten op een CAO meer dan genoeg is.
Nadat het in de afgelopen jaren een aantal aktiekomitee's niet was gelukt om akties van de grond te krijgen, lukte dat nu wel. Deze aktie was er op gericht alsnog verbeteringen aan te brengen in de CAO die de erkende bonden van FNV en CNV op het punt stonden met de werkgevers af te sluiten.
Bij het begin van de staking waren er twee aktiekomitee's die een hoofdrol speelden, nl. het aktiekomitee van Schultz en v.d. Zanden, welk komitee ook een belangrijke rol speelt bij de akties van de sleepbootbemanningen, en het aktiekomitee dat Jim Stavinga als woordvoerder heeft. Deze twee komitee's kregen al in het begin van de stakingen onenigheid over de vraag wie nu de leiding van de akties op zich zou nemen. Besloten werd te komen tot de vorming van een breed opgezet aktiekomitee, bestaande uit bijna 80 vertegenwoordigers uit alle Rotterdamse havenbedrijven, met als woordvoerders Flip Schultz, Georg Klaassen (bekend van de staking in 1970) en Jim Stavinga.
De eenheid onder de stakers was daarmee hersteld.
Het aktiekomitees1aagde er binnen een paar dagen in om het grootste deel van de Rotterdamse stukgoedhaven plat te krijgen. Geëist werd, afsluiting op korte termijn van een CAO waarin moest zijn opgenomen; ƒ 30.- netto per week bij het basisloon, 5-ploegendienst in plaats van 4 voor de kontinu, pensionering bij 60 jaar, 25 vakantiedagen per jaar, een 35-urige werkweek en een ongezuiverde prijskompensatie. Daarbij dient te worden herinnerd aan het feit dat deze eisen al op FNV-vergaderingen, in november 1978, naar voren waren gebracht bij de bespreking van CAO-voorstellen. De FNV-bestuurders van de Vervoersbonden brachten die eisen echter niet op de onderhandelingstafel, omdat men zich diende te konformeren aan het arbeidsvoorwaardenbeleid van de FNV.
De resultaten waren er dan ook naar; een loonsverhoging van ƒ 4.80 bruto per week, 22 vakantiedagen en vervroegde uittreding bij 63 jaar.
Per referendum, ook weer alleen onder FNV-leden, werd dit resultaat van de tafel geveegd. De FNV-bestuurders noch de werkgevers wisten nu nog, wat men daarmee aan moest en de nieuwe CAO liet dan ook maanden op zich wachten.
Zelfs werd er niet of nauwelijks meer over gesproken, totdat dan plotseling de vlam in de pan sloeg en er weer leven kwam in de onderhandelingsprocedure.
Inmiddels ging de strijd in de haven door; ongekende posters-aktiviteiten aan de bedrijfspoorten en tot tweemaal toe een grote demonstratie naar de werkgevers kantoren en het kantoor van de Vervoersbond-FNV. Geprobeerd wordt, bedrijven die nog werken, zoals de ECT en de GEM, over te halen zich bij de staking aan te sluiten. In Amsterdam en Vlaardingen vinden solidariteitsakties plaats, meestal van 24 uur.
Na een week van harde strijd komen er drie nieuwe eisen bij; betaling van ƒ 500,- voor de reeds opgelopen achterstand in loon, doorbetaling van de gestaakte uren en openstelling van de weerstandskassen die door de leden-arbeiders zijn gevuld. Een referendum wordt bij voorbaat afgewezen en gesteld wordt dat alle arbeiders uit de betreffende bedrijven over hun CAO dienen te beslissen.
Vanuit Rotterdam-Spangen gaat een breed-opgezet solidariteitskomitee steun aan de stakers verlenen. Er wordt gewerkt met stakingslijsten, brood en koffie maar ook soep worden 24 uur per dag aan de stakende posters verstrekt. In zeer korte tijd wordt veel geld bijeen gebracht. Er worden overal manifestaties en bijeenkomsten belegd waar velen zich spontaan melden om hun steentje bij te dragen.
Het OVB betaald aan het einde van de eerste stakingsweek aan zijn leden-stakers een uitkering van 50 gulden per dag voor gehuwden en 45 gld. voor ongehuwden.
De strijd verhardt zich met de dag en massavergaderingen van stakers op het Afrikaanderplein trekken steeds meer aanwezigen.
Wederom daagt Smit-Internationale het sleepbootpersoneel voor de rechter, 480 man, en de woede van de sleepbootmensen stijgt tot het kookpunt. Men stelt aan de direktie het ultimatum het kort geding tegen de kollega's in te trekken, zo niet dan zullen harde akties volgen. De direktie kiest eieren voor haar geld en trekt het korte geding in maar gaan nu tot een andere taktiek over.
De Vervoersbond FNV en Smit-InternationaIe tezamen proberen via een “uitleg” over de nieuwe CAO, de stakers te overreden toch weer aan het werk te gaan. Die uitleg komt neer op een verdraaing van de feiten en heeft tot resultaat dat het kantoor van Smit-Internationale voor enkele uren wordt bezet.
De bezetting wordt door de Mobiele Eenheid van de Rotterdamse politie, na goedkeuring van burgemeester v.d.Louw, met geweld opgeheven.
In feite wordt er geen enkele reëele poging gedaan het konflikt op te lossen en datzelfde geldt ook voor de situatie in de haven, waar men de arbeiders een nieuwe, voorlopig akoord voorlegde van een jammerlijkheid, dat het onmiddelijk door de havenarbeiders werd afgewezen. Dit voorlopig akkoord luidde als volgt: ƒ 28,50 bruto per week erbij, 23 vakantiedagen, pensionering bij 62 jaar en de al eerder genoemde ƒ 4,80 bruto, dit alles in te gaan per 1 juli 1979 in plaats van op 1 januari 1979.
De bedrijfs1edengroep van de haven, waarin alleen onbezoldigde bestuurders zitten, pikten dit niet en trokken naar het hoofdkantoor te Utrecht. Door de blijvende halstarrige houding van het federatiebestuur bedankten negen Rotterdamse bestuurders voor hun funktie. De federatieraad zou “via een referendum” deze kwestie aan de leden voorleggen.
Niet alleen vanuit FNV-ledenkring krijgen de stakers steun. De Amsterdamse havenarbeiders worden met kunst- en vliegwerk aan het werk gehouden, maar men kan toch niet voorkomen dat ook daar regelmatig solidariteitsakties ontstaan. De eensgezinde werkgevers- en vakbondstop slaagt er niet in de Rotterdamse en Amsterdamse havenarbeiders tegen elkaar uit te spelen.
Maar het waren toch de Rotterdamse havenarbeiders die hun zware strijd zelf tot een goed einde moesten zien te brengen, en die strijd was des te zwaarder voor de mensen die het zonder enige stakingsuitkering moesten doen. Het verstrekken van “voedselbonnen” door het stakingskomitee brengt nauwelijks verlichting en een aantal arbeiders wordt zodoende gedwongen (vooral gezinnen met kinderen) weer aan het werk te gaan. Dit maakt de doorstakenden nog onverzettelijker en de atmosfeer nog grimmiger. Havenarbeiders en sleepbootbemanningen houden op nieuw een mars, nu naar het stadhuis, om hun eisen kracht bij te zetten maar vooral om hun afkeer te uiten over het brute politieoptreden.
Maar nog steeds blijken en blijven v.d.Louw, de FNV, het CNV en de werkgevers doof, ja, het CNV besluit zelfs aan zijn leden een voorschot van 250 tot 500 gulden uit te betalen als zij willen gaan werken.
Om de stemming onder de stakers te peilen besluit het aktiekomitee een besloten vergadering voor alleen stakers uit te schrijven. Tijdens die vergadering op 14 september om twee uur in het Feijenoord-stadion wordt besloten met de staking door te gaan. Van de 2450 aanwezigen stemden 1750 vóór, 666 tégen bij 15 onthoudingen. De rest was ongeldig.
Dan is het de SVZ die weer met een nieuwe poging komt; men deelt mee aan diegenen die bereid zijn weer aan het werk te gaan, een voorschot van duizend tot vijftienhonderd gulden te betalen. De politie gaat de werkwilligen beschermen en de zogenoemde “dweilploegen” wordt het werken belet, en niet meer bij de bedrijven toegelaten. Sommigen proberen het toch, maar de Mobiele Eenheid van de politie treedt dan keihard op, zoals bijvoorbeeld bij het Unit-Centre en bij de ECT waar vrouwen en kinderen een barrikade hebben gevormd.
De politie arresteert vijf van de aktievoerders als verdachten van geweldpleging. De stakers nemen dit niet en voor de tweede keer trekken zij naar het “rode” stadhuis om hun afkeer van het politieoptreden te uiten. In massale spreekkoren wordt de vrijlating van de vijf gearresteerden geëist.
Dan zet de FNV de beslissende aanval in om de staking te breken. De 4500 leden van de FNV kunnen een voorschot krijgen als zij weer aan het werk gaan en vele stakers worden door geldnood, gedwongen op dit aanbod in te gaan. Nog gaat de strijd door, maar als dan de FHV zich uit het stakingskomitee terugtrekt is de eenheid in het komitee verloren gegaan. Onduidelijkheid blijft er bestaan over de vraag of Stavinga zelf uit de FHV is gestapt of dat hij is geroyeerd.
Maar het is gedaan met de staking. Op zaterdagmorgen 22 september, op het bijna histories geworden Afrikaanderplein Rotterdam-zuid, vraagt het aktiekomitee aan de stakers ermee te stoppen. Gevraagd wordt om maandagmorgen 24 september eensgezind weer aan het werk te gaan, omdat er geen mogelijkheden meer zijn de strijd voor loon- en arbeidsvoorwaarden voort te zetten.
“Wij zijn er eensgezind uit gegaan, wij gaan er ook weer eensgezind in. Maar de strijd moet doorgaan',' zijn de laatste woorden van aktieleider Flip Schultz. En op die ochtend van de 24e september gaan de arbeiders weer de bedrijven in.
De sleepbootarbeiders staken door!! Hun eisen hebben zij inmiddels moeten wijzigen in ƒ 28,50 bruto per week, vergoeding voor de gestaakte dagen, garantie van de werkgelegenheid en geen strafmaatregelen tegen de stakers.
Smit-Internationale wil niet verder gaan dan ƒ 28-50 vanaf 1 januari 1980. De strijd wordt keihard doorgezet. Maar ook de werkgever gaat zijn trukendoos open trekken. Plotseling wordt er via de pers bekend gemaakt dat er zeven sleepboten aan het varen zijn. Alom verbazing want het posters-kordon aan de Willemskade is niet doorbroken. Het blijkt dat Smit via een achterdeur enige boten in de vaart heeft gebracht, waarop dubbele bemanningen van werkwilligen werken. Het zijn nieuwe en oude boten die van scheepswerven afkomen, dus niet direkt bij het varend materieel behoren. Dit werkt natuurlijk de agressie in de hand en op de ochtens van 4 oktober kapen een tiental stakers een boot die probeerde aan de Willemskade te meren. Die aktie eindigt met geweldadig politie-optreden. De staking gaat dan reeds zijn zevende week in een bijna onhoudbare toestand, omdat de stakers zonder uitzondering in ernstige financiële nood komen.
Het OVB is nog steeds de enigeorganisatie die zijn leden uitbetaald, daarnaast wordt door het stakingskomitee de ergste nood gelenigd door het verstrekken van voedselbonnen en -pakketten. Tevens nodigt het OVB een aantal niet-leden uit om een weekuitkering in ontvangst te komen nemen, die betaald wordt uit een solidariteitsfonds gevormd door afdelingen en leden. Op 6 oktober zit het geschil nog muurvast, maar de vastberaden strijd gaat door.
Uit al het voorgaande vallen een aantal konklusies te trekken.
Alle arbeiders dienen betrokken te worden bij het afsluiten van een CAO, dus ook anders- en niet-georganiseerden, zodat een rechtmatige en vooral een demokratiese CAO tot stand kan komen.
Maar dat betekent dan nog niet dat er dan geen stakingen meer verwacht kunnen worden. Want, zoals we al in de aanhef van dit artikel stelden, als alle overleg heeft gefaald dan zal de arbeider van oudsher naar het enige wapen grijpen waarover hij beschikt, namelijk het wapen van de staking.
En zolang er een maatschappij bestaat waarin de arbeider zich ondergeschikt en afhankelijk moet maken aan het kapitaal, zolang zal hij altijd grijpen naar dat wapen om zich te verdedigen tegen dat kapitaal en zijn helpers.
Maar het is dan ook van het grootste belang dat hij, om die strijd met zijn eigen wapens te kunnen voeren, over geld kan beschikken om die strijd tot een goed einde te brengen. Kan hij dat niet dan wordt zijn strijd, zijn staking ontkracht en moet worden opgeheven zonder dat de rechtvaardige eisen zijn ingewilligd.
Het is wel bijna overbodig om vast te stellen dat de arbeiders zich moeten verenigen in hun eigen organisatie, die bij stakingen en akties achter de leden staat en die de strijd van die leden financieel ook mogelijk maakt.
ARBEIDERS, TREK DE LESSEN UIT DE AFGELOPEN STAKINGEN EN KIEST VOOR DE JUISTE ORGANISATIE !!!
Het OVB strijdt al reeds jaren voor een algemeen onverkort stakingsrecht.
Elke aktie of staking van de arbeiders ziet het OVB als een rechtvaardige noodzakelijke strijd voor een betere maatschappij, waarin de belangen van iedereen gelijk behartigd worden. De strijd van de havenarbeiders en de slepers was op het scherp van de snede. De tegenstand is enorm geweest en alle intimidatiemiddelen zijn toegepast. Wij zijn niet anders gewend.
Wanneer er echter van veel zijden gezegd wordt,”Deze stakingsakties hebben niet opgebracht wat we ervan gedacht hebben”; dan moet mij van het hart, dat deze stakingen wel heel veel opgebracht hebben.
In de eerste plaats, de enorme inzet en strijdwil van de arbeidersklasse, het opknokken tegen een grote overmacht. De stakersvrouwen die massaal achter hun mannen stonden en daar ook daadwerkelijk voor uitkwamen.
In de tweede plaats de overal spontaan opgerichte solidariteits-komitee's. Het bijeengebrachte geld heeft alle rekords gebroken. De hoofdoorzaak hiervan is geweest, het opzij zetten van vooroordelen en daardoor eensgezinde solidariteit.
In de derde plaats heeft er een mentaliteitsverandering plaatsgevonden, die zeer grote konsekwenties voor de toekomst zullen hebben. Die mentaliteitsveranderin-gen moesten toch eens komen. De arbeidersstrijd is altijd een verdeelde strijd geweest, omdat er te veel politieke belangen meegespeeld hebben. De opvatting dat eenheid het belangrijkste is heeft in deze stakingen bij de bedrijfsarbei-ders een doorbraak gevonden. Eenheid op de bedrijven is het begin, verbonden eenheid van alle arbeiders moet daaruit voortvloeien. Lidmaatschappen of geen lidmaatschappen kunnen en mogen die eenheid niet in de weg staan. Moet er beslist worden over het goedkeuren van een CAO, dan moet iedereen daarover kunnen beslissen en niet alleen een bepaalde groep die in alle gevallen een minderheid betekent.
Het OVB heeft vanzelfsprekend haar leden op alle mogelijke manieren gesteund. En niet alleen haar eigen leden maar ook andere die in moeilijkheden kwamen te verkeren. Vanuit het gehele land hebben de OVB-leden en afdelingen, alsook de diverse bedrijfsorganisaties hulp geboden en de staking in z'n geheel gesteund. Direkt na het oprichten in Rotterdam van een algemeen solidariteitskomitee heeft het OVB 3000 gld. gestort. Daarna zijn tientallen havenarbeiders en sleepbootmensen, ongeacht hun georganiseerdheid, gesteund uit de solidariteitspot. Enige honderden nieuwe leden zijn toegetreden, zonder het recht op een uitkering uit de Centrale-Weerstands-Kas. In gesprekken met hen is duidelijk geworden dat zij zelf zeggenschap willen hebben over zaken die hen aangaan. Zij willen niet gestuurd en gebruikt worden door een burokratiese top, maar zelf beslissen. Het duidelijkste bewijs dat deze opvatting juist is hebben Kok, Groeneveld, Eldik enz. na afloop van de havenstaking bevestigd.
Plotseling zijn deze mensen erachter gekomen dat er geen arbeidsplaatsen bijkomen maar er steeds meer afgaan. De winsten zijn enorm gestegen en de geloofwaardigheid van regeerders en werkgevers moet opnieuw onderzocht worden.
Deze totale ommekeer is te danken aan de strijdwil van de arbeiders en zij laten zich niet meer besodemieteren.
Het OVB heeft reeds zeer lang in woord en geschrift aan de orde gesteld dat deze lieden nooit geloofwaardig zijn. Er is altijd al een spelletje via déze heren gespeeld die nu eindelijk eens tot andere gedachten blijken te komen, al is dit maar voor de buitenwacht.
Tijdens akties of stakingen is de druk van de achterban veel groter dan in rustige tijden. Het is dan ook te verwachten dat de uitspraken van nu weer langzaam gaan verwateren. Het is noodzaak de strijd tegen de verslechteringen en de aanslagen op lonen en arbeidsplaatsen, warm te houden.
Het OVB heeft vóór en tijdens de stakingen de enigst juiste houding aangenomen die een arbeidersorganisatie betaamt. De Federatieve Havenvakvereniging, die haar leden uitsluitend in de haven heeft, kan echter ook terugzien op een uitstekende houding tegenover haar leden, door alle krachten en financiën voor hen in te zetten. Het is echter wel een waarheid als een koe, dat meerdere bedrijfsorganisaties tesamen een veel grotere weerstand kunnen bieden tegen het kapitaal van de havenbaronnen.
Vele arbeiders hebben tijdens de laatste perioden van arbeidsonrust toenadering gezocht tot leden en/of bestuurders van het OVB, en zich ook tot dezen gewend om inlichtingen omtrent de struktuur van het OVB.
Onder deze arbeiders waren er steeds die het bezwaarlijk achten dat het OVB niet behoort tot die vakbonden, die aan de onderhandelingen mogen deelnemen. Dus, wat men niet “erkend” noemt.
Vanaf deze plaats willen wij deze mensen er op wijzen, dat het OVB geen vakbond is zoals de apparaten die thans in dienst van de staat worden gebruikt. Evenmin behoort het OVB tot de groep van “kategorale” vakbonden.
Ook deze zijn niet “erkend”, niet door de regering maar vooral niet door de werkgevers.
En daar gaat het bij 't OVB nu juist om; zou het OVB “erkend” worden, wat dus wil zeggen dat het de van bovenaf vastgestelde spelregels zou aanvaarden, het OVB een waardeloze strijdorganisatie voor de arbeiders zou worden.
Vooral dit laatste is bij de houding van veel kategorale vakbonden nooit duidelijk naar voren gekomen. Veel van deze bonden hebben de klassestrijd afgezworen. Er zijn er wel bij die bereid zijn strijd te voeren, maar dan gaat dit altijd om een groepsbelang en niet om het geheel.
Het OVB echter, heeft het ondeelbare belang van de gehele arbeidersklasse als richtlijn voor de te voeren strijd gesteld. Door de bezittende klasse is het OVB steeds erkend als de meest gevaarlijke tegenstander, wanneer allerlei verslechteringen in ons ekonomies leven dreigen te worden doorgevoerd.
De algehele klassestrijd is voor ons het enige middel om tot ons doel te geraken. Als het OVB streeft naar “erkenning”, dan is het de erkenning door de arbeidersklasse. Het OVB stelt zich geheel en al in dienst van die arbeidersklasse in haar strijd voor een wereld van vrede en welvaart.
Een strijd die gevoerd moet worden in en op de bedrijven!!