Door Dhjana Samshuijzen
De hier volgende tekst betreft een toespraak van Dhjana Samshuijzen, gehouden bij de Fight Repression demonstratie, 19 november 2016, waar 166 demonstranten met grof geweld werden gearresteerd.
Een tijdje terug was ik met een vriend bij Kamp Westerbork, het concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de drie jaren dat het kamp dienst deed als doorgangskamp, zijn er net iets meer dan honderdduizend mensen vanuit daar de dood in gejaagd. Dat zijn ongeveer evenveel doden als de vluchtelingen die in de afgelopen drie jaar verdronken zijn in de Middellandse Zee.
Er is in Westerbork een plein, met voor iedere overledene één steentje. Te midden van al die steentjes staat één kleinere groep: deze stenen staan symbool voor de tientallen verzetsstrijders die kamp Westerbork niet hebben overleefd. Strijders, die zich met hand en tand verzet hebben tegen een fascistisch regime, dat minderheden aanwees als zondebok. Strijders, die zich in woord en daad, van illegale krantjes tot sabotage-acties, hebben verzet tegen dat fascisme en de racistische en moorddadige gevolgen daarvan. Strijders, die dat niet overleefd hebben. Ik heb mijn antifa-kameraden gegroet.
Ik kreeg tijdens dat bezoek aan Westerbork van die vriend dit boek cadeau: ‘Jodenjacht’ (2011), geschreven door een gerenommeerd historicus, met als subtitel ‘De onthutsende rol van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Hij zei: “Ik denk dat jij dat wel interessant vindt.” En dat was het inderdaad, het is een aanrader.
Nou is het een publiek geheim, een weggestopte waarheid, de olifant in de kamer, dat er vanuit Nederland de meeste mensen zijn gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen, omdat het nazi-gedachtengoed hier al jaren vóór de bezetting kon rekenen op een breed draagvlak en een vruchtbare bodem. Net zoals bloeddoordrenkt kolonialisme een onuitwisbaar deel van de Nederlandse geschiedenis is, is nazisme, fascisme en rassenhaat dat ook. En de Nederlandse politie heeft daar een behoorlijke bijdrage aan geleverd. Razzia’s, repressie, geweld, martelingen, deportaties, executies: het kwam niet alleen uit de koker van een buitenlandse bezetter, maar werd, meer nog dan door de SS, uitgevoerd door Nederlandse politieagenten, die daar nog substantiële premies voor incasseerden ook. Frans Lammers, Piet Gerrits, Kees Kaptein: oer-Hollandse politieagenten die, veelal op eigen initiatief, het fascisme omarmden en persoonlijk verantwoordelijk waren voor de dood van duizenden.
Kees Kaptein, van wie de procureur-fiscaal na de oorlog zei “Geen ander is door het gehele land zo berucht geworden door zijn bruut en meedogenloos optreden.”, was een Haagse politiechef. Het Haagse politiekorps komt sowieso niet zo mooi uit de verf in dit boek. De ‘Documentatiedienst’ was de politie-afdeling die verantwoordelijk was voor de jacht op minderheden hier in Den Haag. Het boek zegt (blz 126):
“In sommige van de speciale politieafdelingen binnen het Nederlandse korps kwam geweld vaker voor dan in andere. […] Bij [de] Haagse [dienst] kwam geweld tegen arrestanten niet alleen vaker voor, […] het geweld was ook heviger.”
Kunnen we zeggen dat etnisch profileren en machtsmisbruik misschien een beetje in het DNA van het Haagse politiekorps zit?
Natuurlijk is er, toen de oorlog afgelopen was, met deze jagers afgerekend. Ze werden gearresteerd en naar datzelfde kamp Westerbork gebracht. Lang niet allemaal trouwens, want dat gebeurde alleen met de politieagenten die lid waren van de NSB. Hun collega’s die hetzelfde werk deden, maar geen lid waren, bleven buiten schot. In de rechtbank hebben een paar politieagenten spijt betuigd. Sommigen bleven de nazistische ideologie ook tijdens hun berechting verdedigen, zoals Kaptein. Maar verreweg de meeste agenten probeerden onder een veroordeling uit te komen, door te pretenderen dat zij er niks aan konden doen. Ze hadden alleen maar, als trouwe dienders, hun orders opgevolgd. De protocollen uitgevoerd. Befehl ist befehl, was hun argument. Ik citeer:
“Ik ben grootgebracht met de mededeling dat als de politie zegt dat iets niet mag, dat niet mag. Je hoort je niet te verzetten tegen een order van de politie. Een politieopdracht is een politieopdracht.”
Oh oeps. Dat citaat is niet van 71 jaar geleden, maar van afgelopen zaterdag. Aboutaleb, over de massale arrestaties in Rotterdam.
Volgens het boek werden velen veroordeeld. Ze kregen straffen van zo’n zes jaar tot levenslang. Sommigen kregen zelfs de doodstraf opgelegd. Maar uiteindelijk hebben maar weinig van deze overtuigde nazi’s daadwerkelijk lang in de gevangenis gezeten. Want in de zeven jaar na het einde van de oorlog, werd aan de meesten van hen gratie verleend. Het initiatief voor deze golven van strafvermindering of vrijlating lag bij de politici in het kabinet. Want, zo vonden de landsbestuurders, deze mensen moesten maar ‘zo spoedig mogelijk terugkeren in de maatschappij’. Ja, dat was letterlijk het argument. Het zou het normbesef niet ten goede komen, al die straffen.
En zo keerden ze terug in de maatschappij.
Wat is de moraal van het verhaal? Dat er niets nieuws is onder de zon.
Het Haagse politiekorps maakte zich schuldig aan machtsmisbruik en geweld. Maar daar kwam antwoord op. Want naarmate dit duidelijker werd, groeide het verzet. En het verzet stond op en vocht terug.
Ook vandaag de dag, maakt het Haags politiekorps zich schuldig aan machtsmisbruik en geweld. Vandaag laten we zien dat het verzet daartegen groeit. Vandaag laten we zien dat we opstaan en terugvechten.
STA OP! VECHT TERUG!