Door Dhjana Samshuijzen
De hier volgende tekst is een toespraak gehouden door Dhjana Samshuijzen tijdens een demonstratie onder de titel Geen Kind aan de kant in Katwijk. Aanleiding was de dreigende uitzetting van twee gezinnen met kleine kinderen.
Machteloosheid. Dat is wat ik iedere keer weer hoor in de gesprekken met mensen zonder papieren, met ouders, met jongeren. Machteloosheid. Dat je leven al jaren in de pauzestand staat, dat je niet zelf kan bepalen hoe je er richting aan geeft. Dat je niet zelf kan bepalen waar je woont, wat voor werk je doet – je mag niet eens bepalen dát je werkt – waar je kinderen naar school gaan. Dat je niet kan bepalen hoe je je dag invult omdat die dag opgeslokt wordt met afspraken en wachten op die afspraken. Dat je niet zelf kan bepalen dat je naar een dokter gaat en dat je medicijnen krijgt als je ziek bent. Dat je, nadat je die enorme stap hebt gedaan om naar Nederland te komen, ineens in een zwarte afgrond valt, waar je machteloos in rond dobbert, als een stuurloos bootje op de zee. Heen en weer geslingerd door de IND, door rechtszaken, door gedwongen verhuizingen. Het lijkt wel alsof iedereen iets over jou te zeggen heeft, behalve jijzelf.
En als ouder komt daar ook nog eens bij dat iedereen van alles kan bepalen over je eigen kinderen, behalve jijzelf.
Diezelfde machteloosheid hoor ik bij de jongeren en de kinderen. Steeds maar wachten op wat instanties of grote mensen over jullie beslissen. Er nauwelijks over na kunnen denken wat je later wil studeren of wat voor beroep je zou willen doen, omdat iedereen iets over dat ‘later’ beslist, behalve jijzelf.
En zelfs in de gesprekken met activisten en mensen die helpen hoor ik die machteloosheid, net zoals ik ‘m zelf ook soms voel. Demonstreren, acties, hier helpen, daar helpen, maar intussen voel je je zo machteloos tegenover al die instanties, al die bureaucratie. De politiek die praat en praat en rekt en draait en uitstelt en niks doet. Het verdriet en de angst die je ziet en die je het liefste weg zou willen nemen, maar waar je maar zo weinig aan kan doen.
Eigenlijk is het natuurlijk bizar. Absurd. Eigenlijk is het natuurlijk te gek voor woorden dat mensen zoveel macht zouden hebben over andere mensen, over jou en jou en jou en mij. Dat je dingen, die zo bij je eigen persoonlijke leven horen zoals je huis, je werk, je school, de opvoeding van je kinderen, niet zelf zou kunnen bepalen, maar dat andere mensen – die van de COA[1], de IND[2], van de DT&V[3] – dat wel kunnen doen. Dat het zelfs mensen zijn die jou niet eens kennen, die je kinderen nog nooit gezien hebben, zoals de politici in Den Haag, die bepalen wat er met jouw leven gebeurt.
Hoe komen ze eigenlijk aan die macht, al die mensen? Wie heeft ze dat recht gegeven? Of wie denken ze wel dat ze zijn, dat ze dat recht hebben? Ja, hoor ik mensen zeggen die in de politiek geloven, luister eens, dit is een democratie. Wij stemmen met z’n allen, dan is er een kabinet en dat bedenkt beleid, dus is het logisch dat ‘volksvertegenwoordigers’ de macht hebben. Eh, sorry? Er is nog nooit iemand geweest die aan mij vroeg of ik voor of tegen een deportatie wilde stemmen. Jullie wel? Heeft er iemand ooit weleens aan je gevraagd of je over een verblijfsvergunning wilde stemmen? Of over het gebrek aan medische zorg in gezinslocaties? Er heeft ook nog nooit iemand gestemd voor de afschaffing van de dividendbelasting. En zelfs áls we stemmen – zoals de PvdA leden destijds vóór een beter kinderpardon, dan wordt het niet beter. En als dit een democratie is waar eens in de zoveel tijd de ministers en kamerleden een stoelendans doen, waarom kunnen we dan de ambtenaren van de COA, de IND en de DT&V niet wegstemmen?
Die macht nemen ze zelf.
En het meest absurde is nog, dat wij ze die macht geven ook. Door naar ze te luisteren. Door braaf naar de gesprekken te gaan als de DT&V zegt dat dat moet. Door keurig antwoord te geven op vragen van de IND, in de hoop dat ze het nou eens gaan snappen. Door wéér te wachten op de uitspraak in een procedure. Door op zoek te gaan naar alle niet-bestaande of irrelevante documenten waarvan ze zeggen dat die nodig zijn. Door ze, zoals Defence for Children en de Kinderombudsman, rapport na rapport onder de neus te schuiven waar ze toch niet naar luisteren. Door boos, maar zwijgend te accepteren dat er boetes van het leefgeld worden afgehaald of dat er een paracetamolletje wordt gegeven terwijl je eigenlijk een specialist nodig hebt. Door met ze te onderhandelen als we willen demonstreren. Door ons keurig aan de regels te houden. Door te wachten. Jarenlang gehoorzaam te wachten.
Nou, ik weet niet hoe dat met jullie zit, maar ik ben het wachten wel zat. Ik ben het zat dat anderen denken dat ze die macht hebben. Ik heb er genoeg van dat anderen denken dat ze het recht hebben om jullie leven tot in de kleinste dingen aan toe te bepalen, dat ze mij de mond snoeren als ik iets zeg dat ze niet bevalt. We hebben lang genoeg gewacht en geluisterd. We hebben lang genoeg geduld gehad. We zijn lang genoeg gehoorzaam geweest.
Ik zeg: we nemen die macht terug. We worden ongehoorzaam. We zullen niet meer luisteren, niet meer onze mond houden. We zullen niet meer wachten, niet meer meelopen, niet meer antwoorden op vragen, niet meer alsjeblieft en dankjewel zeggen,
Er is er maar één die kan bepalen in welke richting jouw leven gaat en dat ben jij zelf.
“Ja, Dhjana, jij hebt makkelijk praten over de macht terugnemen en ongehoorzaam zijn. Jij zit niet in een gezinslocatie, jij krijgt niet de IND en de DT&V over je heen. Jij loopt veel minder risico.”
Dat weet ik. Ik ben me daar heel goed van bewust. Maar er zijn duizend-en-één manieren om ongehoorzaam te zijn en de macht over je eigen leven terug te nemen. Sommige stappen zijn enorm, zoals besluiten om weg te gaan uit een gezinslocatie. En er zijn ook kleinere stappen. Met z’n allen een middag op de gang gaan spelen als er een regel is die zegt dat dat niet mag. Met je rug naar iemand toe gaan zitten als je weer eens op gesprek moet komen. Met z’n allen naar de verpleegkundige gaan als één iemand geen medicijnen krijgt. Door je eigen werk te maken als je niet mag werken. Door weerwoord te geven, door tegen iemand in te gaan. Er zijn grote stappen in ongehoorzaamheid en kleine stappen. Er zijn zichtbare stappen en onzichtbare.
En ook voor diegenen onder ons die niet in een gezinslocatie wonen en wel papieren hebben, zijn er duizend-en-één grote en kleine manieren om ongehoorzaam te zijn. Door mensen op te vangen, bij je in huis te nemen. Door ondersteuning te bieden, daar waar officiële instanties steeds maar weer tekort schieten. Door niet alleen je verontwaardiging over zoveel onrecht en verdriet te laten horen, maar door daadwerkelijk iets te doen. Of dat nou mag of niet. Want nood breekt wetten.
Nood breekt wetten, zeker als die wetten onmenselijk zijn. Er is een lange geschiedenis van mensen die wetten braken omdat die wetten onmenselijk waren. Ghandi brak de wet, toen hij zelf zout ging winnen en anderen opriep om dat ook te doen. Rosa Parker brak de wet, toen ze in de bus op een plek ging zitten waar zij, als mens van kleur niet mocht zitten. De sufragettes braken de wet toen ze streden voor het vrouwenkiesrecht. Al die mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduikers hebben opgevangen, braken de wetten van de bezetters. Jezus brak de wetten van de Farizeërs door te genezen op de sabbat, om aan te tonen hoezeer deze wetten afgedwaald waren van het oorspronkelijke Woord en hoe onschuldigen werden veroordeeld (Matteüs 12, vers 7).
Nood breekt wetten. En onmenselijke wetten vragen om ongehoorzaamheid.
Alleen en ieder voor zich komen we daar niet zo ver in. Dan lopen we risico, dan is het te makkelijk om ons de mond te snoeren.
Dat kunnen we, als we samen, als één groep, allemaal, ongehoorzaam zijn. Als we samen, als één, opstaan. Als we al die stappen in ongehoorzaamheid, klein of groot, zichtbaar of onzichtbaar, bij elkaar verwelkomen. Als we niet meer alleen vechten voor onszelf en ons eigen gezin, maar voor onszelf èn elkaar.
Of je nu hele kleine stappen in ongehoorzaamheid zet of hele grote, dat maakt niet uit. Iedere stap is evenveel waard. Iedere stap die jij zet geeft ons samen een beetje macht terug. Iedere stap geeft jou een beetje jouw leven terug.
Want of je nou papieren hebt of niet, jouw leven, en de macht daarover, is van jou en van jou alleen.