Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:de_twee_grote_wetten_der_natuur

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
namespace:de_twee_grote_wetten_der_natuur [18/04/20 12:35]
defiance [De twee grote wetten der natuur]
namespace:de_twee_grote_wetten_der_natuur [18/04/20 18:15] (huidige)
defiance
Regel 2: Regel 2:
 //Door [[Ferdinand Domela Nieuwenhuis]]//​ //Door [[Ferdinand Domela Nieuwenhuis]]//​
  
-  * Verschenen:​ +  * Verschenen: ​ca. 1918 
-  * Bron:+  * Bron: //De twee grote wetten der natuur//, Bibliotheek voor ontspanning en ontwikkeling,​ Heemstede ca. 1918
  
 Deze titel toont zowel qua opbouw als inhoud zeer sterke overeenkomsten met //​[[Wederzijdse hulp, een factor in de evolutie]]//​ (1902) van [[Peter Kropotkin]]. Net als in Kropotkins boek wordt er in dit boek op een manier over andere volkeren geschreven die niet meer van deze tijd is. Zo is het onderverdelen van verschillende volkeren in andere '​rassen'​ is bijv. tegenwoordig achterhaald en spreekt men op enigszins neerbuigende wijze '​wilden'​ als men het over natuurvolkeren heeft. Deze schrijfwijze is vanwege de historische context echter gehandhaafd om de geschiedenis en het wereldbeeld van voorgaande bewegingen niet te verdraaien of mooier te doen voorkomen. Deze titel toont zowel qua opbouw als inhoud zeer sterke overeenkomsten met //​[[Wederzijdse hulp, een factor in de evolutie]]//​ (1902) van [[Peter Kropotkin]]. Net als in Kropotkins boek wordt er in dit boek op een manier over andere volkeren geschreven die niet meer van deze tijd is. Zo is het onderverdelen van verschillende volkeren in andere '​rassen'​ is bijv. tegenwoordig achterhaald en spreekt men op enigszins neerbuigende wijze '​wilden'​ als men het over natuurvolkeren heeft. Deze schrijfwijze is vanwege de historische context echter gehandhaafd om de geschiedenis en het wereldbeeld van voorgaande bewegingen niet te verdraaien of mooier te doen voorkomen.
Regel 11: Regel 11:
  
  
-====== De twee grote wetten der natuur - Deel I ======+====== De twee grote wetten der natuur - Deel I======
  
 ===== I. De wet van de strijd om het bestaan ===== ===== I. De wet van de strijd om het bestaan =====
  
-Wanneer wij op een schone zomeravond horen, hoe de vogels rondom ons zorgeloos hun gezang laten weerklinken en de gehele natuur rust en kalmate schijnt te ademen, dan denken wij er niet aan, hoe dit alleen mogelijk is door een voortdurende en grote vernietiging van vele levende wezens, daar de vogels zich voeden met in sekten of planten; wij denken er verder niet aan, hoe de zangers, die wij horen, alleen de weinigen zijn die van zovele broeders zijn overgebleven,​ want de meesten zijn als slachtoffers gevallen van roofvogels of dieren, of wel van weer, gebrek aan voedsel, koude enz. De trek van zelfbehoud noopt de organische wezens voortdurend tot een dikwijls wrede vernietiging van vreemde levens. Het bekende woord: de natuur heeft plaats voor allen, is wel schoon, maar niet waar. Neen, de aarde heeft geen plaats voor allen. Wij bemerken op haar wel geen overbevolking,​ geen gebrek aan plaats in het algemeen, maar dit is het noodzakelijk gevolg van de strijd om het bestaan, die uitwerkt, dat dagelijks ​millioenen ​en billioenen ​wezens zonder erbarmen vernietigd worden.+Wanneer wij op een schone zomeravond horen, hoe de vogels rondom ons zorgeloos hun gezang laten weerklinken en de gehele natuur rust en kalmate schijnt te ademen, dan denken wij er niet aan, hoe dit alleen mogelijk is door een voortdurende en grote vernietiging van vele levende wezens, daar de vogels zich voeden met in sekten of planten; wij denken er verder niet aan, hoe de zangers, die wij horen, alleen de weinigen zijn die van zovele broeders zijn overgebleven,​ want de meesten zijn als slachtoffers gevallen van roofvogels of dieren, of wel van weer, gebrek aan voedsel, koude enz. De trek van zelfbehoud noopt de organische wezens voortdurend tot een dikwijls wrede vernietiging van vreemde levens. Het bekende woord: de natuur heeft plaats voor allen, is wel schoon, maar niet waar. Neen, de aarde heeft geen plaats voor allen. Wij bemerken op haar wel geen overbevolking,​ geen gebrek aan plaats in het algemeen, maar dit is het noodzakelijk gevolg van de strijd om het bestaan, die uitwerkt, dat dagelijks ​miljoenen ​en biljoenen ​wezens zonder erbarmen vernietigd worden.
  
 Zietdaar, wat Darwin al heeft opgemerkt en wat bevestigd wordt door de dagelijkse ervaringen die men opdoet. Zietdaar, wat Darwin al heeft opgemerkt en wat bevestigd wordt door de dagelijkse ervaringen die men opdoet.
  
-Reeds Malthus spreekt hierover en al gebruikt hij ook een ander woord, zijn strijd om het bestaan (struggle for existence) is toch precies hetzelfde als Darwin'​s strijd om het leven (struggle for life). Hij zegt: ‘een mens, die geboren wordt in een reeds bezette wereld, heeft niet het minste recht op enig voedsel, als zijn familie niet de middelen heeft om hem te voeden of als de maatschappij het werk van dien man niet behoeft: hij is inderdaad te veel op de aarde. Aan de grote maaltijd der natuur is geen couvert voor hem gedekt. De natuur gebiedt hem weg te gaan en zij talmt niet om dit bevel zelf ten uitvoer te brengen. Waar de natuur zich belast met het bestuur en bestraffing,​ daar zou het een verachtelijke eerzucht zijn, om haar de schepter ​uit de hand te nemen. De mens moet dus overgeleverd worden aan de kastijding, die de natuur hem oplegt door hem te straffen voor zijn armoede. Men moet hem leren, dat de wetten der natuur hem en zijn gezin veroordelen tot lijden en dat, als hij en zijn gezin bewaard worden voor de hongerdood, zij dit verschuldigd zijn aan een medelijdenden weldoener, die door ze te helpen ongehoorzaam is aan de wetten der natuur. De rechtvaardigheid en de eer leggen ons de plicht op, om het vermeende recht der armen op ondersteuning formeel te ontkennen’.+Reeds Malthus spreekt hierover en al gebruikt hij ook een ander woord, zijn strijd om het bestaan (struggle for existence) is toch precies hetzelfde als Darwin'​s strijd om het leven (struggle for life). Hij zegt: ‘een mens, die geboren wordt in een reeds bezette wereld, heeft niet het minste recht op enig voedsel, als zijn familie niet de middelen heeft om hem te voeden of als de maatschappij het werk van dien man niet behoeft: hij is inderdaad te veel op de aarde. Aan de grote maaltijd der natuur is geen couvert voor hem gedekt. De natuur gebiedt hem weg te gaan en zij talmt niet om dit bevel zelf ten uitvoer te brengen. Waar de natuur zich belast met het bestuur en bestraffing,​ daar zou het een verachtelijke eerzucht zijn, om haar de scepter ​uit de hand te nemen. De mens moet dus overgeleverd worden aan de kastijding, die de natuur hem oplegt door hem te straffen voor zijn armoede. Men moet hem leren, dat de wetten der natuur hem en zijn gezin veroordelen tot lijden en dat, als hij en zijn gezin bewaard worden voor de hongerdood, zij dit verschuldigd zijn aan een medelijdenden weldoener, die door ze te helpen ongehoorzaam is aan de wetten der natuur. De rechtvaardigheid en de eer leggen ons de plicht op, om het vermeende recht der armen op ondersteuning formeel te ontkennen’.
  
 Ontegenzeggelijk heeft Malthus veel invloed gehad op Darwin en omgekeerd hebben de leerlingen van Malthus er Darwin bijgehaald, om gewapend met de wet der natuurlijke teeltkeus te roepen: de armen, de onterfden hebben geen recht om aan te zitten aan de maaltijd des levens, geen recht dus op het leven. Ontegenzeggelijk heeft Malthus veel invloed gehad op Darwin en omgekeerd hebben de leerlingen van Malthus er Darwin bijgehaald, om gewapend met de wet der natuurlijke teeltkeus te roepen: de armen, de onterfden hebben geen recht om aan te zitten aan de maaltijd des levens, geen recht dus op het leven.
Regel 35: Regel 35:
 We behoeven ons dus niet te verwonderen,​ dat in werkelijkheid de zwakte van lichaam en karakter bij onze beschaafde volkeren steeds toenemende is en dat met het sterke, gezonde lichaam ook de vrije, onafhankelijke geest steeds zeldzamer wordt’.[1] We behoeven ons dus niet te verwonderen,​ dat in werkelijkheid de zwakte van lichaam en karakter bij onze beschaafde volkeren steeds toenemende is en dat met het sterke, gezonde lichaam ook de vrije, onafhankelijke geest steeds zeldzamer wordt’.[1]
  
-Noemt men dit soms een normale strijd om het bestaan of wel een abnormale strijd tegen het bestaan. Terwijl bij de dieren evenwicht bestaat tussen beide trekken, tussen egoïsme en liefde, zodat de leden van dezelfde soort elkander in de strijd om het bestaan met de elementen en met de vijandelijke soorten van levende wezens helpen, zoals Kropotkine ​zo juist aangeeft, is dit evenwicht bij de mens kanstmatig verstoord, zodat de strijd uitbreekt en gevoerd wordt onder wezens van dezelfde soort.+Noemt men dit soms een normale strijd om het bestaan of wel een abnormale strijd tegen het bestaan. Terwijl bij de dieren evenwicht bestaat tussen beide trekken, tussen egoïsme en liefde, zodat de leden van dezelfde soort elkander in de strijd om het bestaan met de elementen en met de vijandelijke soorten van levende wezens helpen, zoals Kropotkin ​zo juist aangeeft, is dit evenwicht bij de mens kanstmatig verstoord, zodat de strijd uitbreekt en gevoerd wordt onder wezens van dezelfde soort.
  
 Zeker, moorddadig is de strijd in de natuur en de idyllische natuurtonelen,​ die zo mooi beschreven kunnen worden, hebben een heel akelige achtergrond,​ daar de overwinnaars die jubelen en ons vreugde bereiden, alleen zover zijn gekomen doordat zij dood en verderf rondom zich hebben verspreid. Zeker, moorddadig is de strijd in de natuur en de idyllische natuurtonelen,​ die zo mooi beschreven kunnen worden, hebben een heel akelige achtergrond,​ daar de overwinnaars die jubelen en ons vreugde bereiden, alleen zover zijn gekomen doordat zij dood en verderf rondom zich hebben verspreid.
Regel 87: Regel 87:
 Zoon van Kaïn! Gij moet leven, gij moet doden om te leven en doden als gij niet leven wilt, want alleen zelfmoord kan u bevrijding aanbrengen’. Zoon van Kaïn! Gij moet leven, gij moet doden om te leven en doden als gij niet leven wilt, want alleen zelfmoord kan u bevrijding aanbrengen’.
  
-Dit is de werkelijkheid,​ de koude werkelijkheid,​ hoe cynisch zij ook klinke en als de bekende geschiedschrijver Scherr het eens aldus uitdrukte: de gehele zaak komt hierop neer: fressen oder gefressen werden, dan kan men tot geen andere konklusie komen dan tot de oorlog van allen tegen allen. Deze factor bestaat en niemand kan hem ontkennen.+Dit is de werkelijkheid,​ de koude werkelijkheid,​ hoe cynisch zij ook klinke en als de bekende geschiedschrijver Scherr het eens aldus uitdrukte: de gehele zaak komt hierop neer: //fressen oder gefressen werden//, dan kan men tot geen andere konklusie komen dan tot de oorlog van allen tegen allen. Deze factor bestaat en niemand kan hem ontkennen.
  
-En dit kan niet anders, want het ligt opgesloten in het nuchtere feit, dat alle planten een veel groter voortplantingsvermogen bezitten dan zij zaad ter wereld brengen en kunnen onderhouden. Neem een appelboom, die tien achtereenvolgende jaren telkens 100 appelen voortbrengt en onderstel dat elke appel slechts twee pitten bevat. In 10 jaar heeft men dan 10 × 100 × 2 = 2000 kiemen. Die éne boom kan dus het aanzijn geven aan 2000 nieuwe bomen. Die 2000 bomen brengen elk in 20 jaar tijds 2000 nieuwe bomen voort, dat is dus 2000 × 2000 = 4 millioen ​bomen. Eén appelboom kan dus binnen een halve eeuw leveren 4 millioen ​bomen. Binnen enkele eeuwen zou zodoende de aardoppervlakte bedekt zijn met appelbomen.+En dit kan niet anders, want het ligt opgesloten in het nuchtere feit, dat alle planten een veel groter voortplantingsvermogen bezitten dan zij zaad ter wereld brengen en kunnen onderhouden. Neem een appelboom, die tien achtereenvolgende jaren telkens 100 appelen voortbrengt en onderstel dat elke appel slechts twee pitten bevat. In 10 jaar heeft men dan 10 × 100 × 2 = 2000 kiemen. Die éne boom kan dus het aanzijn geven aan 2000 nieuwe bomen. Die 2000 bomen brengen elk in 20 jaar tijds 2000 nieuwe bomen voort, dat is dus 2000 × 2000 = 4 miljoen ​bomen. Eén appelboom kan dus binnen een halve eeuw leveren 4 miljoen ​bomen. Binnen enkele eeuwen zou zodoende de aardoppervlakte bedekt zijn met appelbomen.
  
-Eén enkele kabeljauw brengt volgens schatting in één enkel jaar voort 5 á 9 millioen ​eieren enz. enz. Hoe spoedig dus zouden alle zeeën droog worden, als al die kiemen eens tot leven kwamen!+Eén enkele kabeljauw brengt volgens schatting in één enkel jaar voort 5 á 9 miljoen ​eieren enz. enz. Hoe spoedig dus zouden alle zeeën droog worden, als al die kiemen eens tot leven kwamen!
  
-Volgens Baer kan één klein zoetwaterstekeltje 1 millioen ​cyclopeden (kleine mikroskopische kreeftjes) gebruiken, voordat hij 1½ duim lang is. Nemen wij nu aan, dat een snoek van zijn eerste levensjaar af dagelijks maar 20 van deze stekeltjes gebruikt, wat zeker niet te hoog is geschat, dan heeft hij jaarlijks 7300 stekeltjes nodig, die evenzoveel ​millioenen ​cyclopeden opeten. Een snoek van 3 jaar is nog betrekkelijk een klein dier van 20 duim lengte, eerst een zes- á tienjarige snoek kan men laten zien en als men bij een maaltijd een snoek gebruikt van 1½ el lengte, dan denkt niemand er aan, dat dit genoegen verschaft wordt door de ondergang van 36.000 ​millioen ​kleine dieren.+Volgens Baer kan één klein zoetwaterstekeltje 1 miljoen ​cyclopeden (kleine mikroskopische kreeftjes) gebruiken, voordat hij 1½ duim lang is. Nemen wij nu aan, dat een snoek van zijn eerste levensjaar af dagelijks maar 20 van deze stekeltjes gebruikt, wat zeker niet te hoog is geschat, dan heeft hij jaarlijks 7300 stekeltjes nodig, die evenzoveel ​miljoenen ​cyclopeden opeten. Een snoek van 3 jaar is nog betrekkelijk een klein dier van 20 duim lengte, eerst een zes- á tienjarige snoek kan men laten zien en als men bij een maaltijd een snoek gebruikt van 1½ el lengte, dan denkt niemand er aan, dat dit genoegen verschaft wordt door de ondergang van 36.000 ​miljoen ​kleine dieren.
  
-Wie denkt bij een maaltijd aan de millioenen ​grashalmpjes en plantjes, die de koeien en schapen doden, als hij een slok melk drinkt of vlees eet? Wie aan het verwoeste leven van erwten, aardappelen,​ bloemkool enz., als hij groenten gebruikt? Alle dieren leven van hetgeen leeft, van andere dieren en planten.+Wie denkt bij een maaltijd aan de miljoenen ​grashalmpjes en plantjes, die de koeien en schapen doden, als hij een slok melk drinkt of vlees eet? Wie aan het verwoeste leven van erwten, aardappelen,​ bloemkool enz., als hij groenten gebruikt? Alle dieren leven van hetgeen leeft, van andere dieren en planten.
  
 Beschouw eens een waterdruppel onder het mikroskoop en men ziet daar een strijd voeren op leven en dood, die in het klein vertoont datgene wat in het groot op de wereld geschiedt. Beschouw eens een waterdruppel onder het mikroskoop en men ziet daar een strijd voeren op leven en dood, die in het klein vertoont datgene wat in het groot op de wereld geschiedt.
Regel 105: Regel 105:
 Er is een bepaalde hoeveelheid stofdelen in het heelal. Deze voegen zich hetzij tot stenen, hetzij tot planten, hetzij tot dieren, hetzij tot mensen. Is nu denkbaar, dat die stof zich alleen omzet in mensen? Immers neen! Zeker, wat zich omzet in mensen, kan zich niet omzetten in dieren, planten of stenen. Vermeerderde dus de mensheid zo fabelachtig,​ dan zou er voor al het andere niets overblijven. Er is een bepaalde hoeveelheid stofdelen in het heelal. Deze voegen zich hetzij tot stenen, hetzij tot planten, hetzij tot dieren, hetzij tot mensen. Is nu denkbaar, dat die stof zich alleen omzet in mensen? Immers neen! Zeker, wat zich omzet in mensen, kan zich niet omzetten in dieren, planten of stenen. Vermeerderde dus de mensheid zo fabelachtig,​ dan zou er voor al het andere niets overblijven.
  
-Maar waarom is het dan nooit gebeurd, dat b.v. het aantal vissen zo groot was, dat zij een rivier droogmaakten?​ Omdat de natuur zichzelve regelde en het evenwicht herstelde, door op andere wijze het teveel van dit of dat te verwijderen.+Maar waarom is het dan nooit gebeurd, dat bijv. het aantal vissen zo groot was, dat zij een rivier droogmaakten?​ Omdat de natuur zichzelve regelde en het evenwicht herstelde, door op andere wijze het teveel van dit of dat te verwijderen.
  
 Elk levend wezen tracht zich te vrijwaren voor vernietiging,​ voor ondergang, de drang naar zelfbehoud ligt opgestoten in het wezen van elk voorwerp. Die worsteling nu om te blijven bestaan, dat is de strijd om het bestaan. Dat hij alleen zou bestaan in een bloedige worsteling, dat is ietwat eenzijdig, maar toch in hoofdzaak is dit waar, het is althans een strijd die eindigt met de ondergang der anderen, die niet in staat zijn het hoofd te bieden aan de schadelijke invloeden, waardoor zij omringd werden. En nu mogen er tussen de levende wezens nog andere betrekkingen bestaan dan roof en strijd, deze worden juist aangewend om zich sterker te maken in die strijd en dus om zich voor de ondergang te behoeden. Elk levend wezen tracht zich te vrijwaren voor vernietiging,​ voor ondergang, de drang naar zelfbehoud ligt opgestoten in het wezen van elk voorwerp. Die worsteling nu om te blijven bestaan, dat is de strijd om het bestaan. Dat hij alleen zou bestaan in een bloedige worsteling, dat is ietwat eenzijdig, maar toch in hoofdzaak is dit waar, het is althans een strijd die eindigt met de ondergang der anderen, die niet in staat zijn het hoofd te bieden aan de schadelijke invloeden, waardoor zij omringd werden. En nu mogen er tussen de levende wezens nog andere betrekkingen bestaan dan roof en strijd, deze worden juist aangewend om zich sterker te maken in die strijd en dus om zich voor de ondergang te behoeden.
Regel 113: Regel 113:
 Zij hebben natuurlijk hun voorgangers gehad, zoals een Lamarck in Frankrijk en een Goethe in Duitsland, ja, door alle eeuwen kan men zeggen dat wij hier en daar stuiten op mannen, die wel is waar bij gebrek aan feiten geen voldoende bewijzen konden aanbrengen, maar die als het ware een voorgevoel hadden van de werkelijke gang van zaken. Zij hebben natuurlijk hun voorgangers gehad, zoals een Lamarck in Frankrijk en een Goethe in Duitsland, ja, door alle eeuwen kan men zeggen dat wij hier en daar stuiten op mannen, die wel is waar bij gebrek aan feiten geen voldoende bewijzen konden aanbrengen, maar die als het ware een voorgevoel hadden van de werkelijke gang van zaken.
  
-Zo is b.v. het leerdicht van Lucretius Carus, getiteld: De rerum natura (over de natuur der dingen) helemaal in die geest vervaardigd. Of wat is het anders, als hij zegt:+Zo is bijv. het leerdicht van Lucretius Carus, getiteld: ​//De rerum natura// (over de natuur der dingen) helemaal in die geest vervaardigd. Of wat is het anders, als hij zegt:
    
 Destijds moesten toch reeds verschillende soorten van wezens, Destijds moesten toch reeds verschillende soorten van wezens,
Regel 147: Regel 147:
 Kan, wat zij konde, niet meer; brengt, wat zij weleer niet gebracht heeft. Kan, wat zij konde, niet meer; brengt, wat zij weleer niet gebracht heeft.
  
-Aan een artikel uit De Gids van Augustus 1908 ontlenen wij het volgende omtrent ​prae-darwinisten. Zekere Monboddo wilde volgens een boek van Martinus Stuart de mens vernederen door de afschuwelijke ourang-outang zijn broeder te noemen. En de schrijver van dat artikel, dr. Kohlbrugge ontdekte, dat er op het einde der 18e en het begin der 19e eeuw een heftige strijd is gestreden tussen de eerste geleerden, onder wie genoemd worden Herder, Blumenbach, Camper, Lavater, Buffon, Forster Cuvier, die allen front maakten tegen den bovengenoemden lord Monboddo en hij ontdekte een boek van zekeren med. dokter Doornik, getiteld: Wijsgerig natuurkundig onderzoek aangaande de oorspronkelijke mens, uitgegeven in 1808, waarin het Darwinisme werd verdedigd en bepleit, meer dan een halve eeuw vóór Darwin.+Aan een artikel uit De Gids van Augustus 1908 ontlenen wij het volgende omtrent ​pre-darwinisten. Zekere Monboddo wilde volgens een boek van Martinus Stuart de mens vernederen door de afschuwelijke ourang-outang zijn broeder te noemen. En de schrijver van dat artikel, dr. Kohlbrugge ontdekte, dat er op het einde der 18e en het begin der 19e eeuw een heftige strijd is gestreden tussen de eerste geleerden, onder wie genoemd worden Herder, Blumenbach, Camper, Lavater, Buffon, Forster Cuvier, die allen front maakten tegen den bovengenoemden lord Monboddo en hij ontdekte een boek van zekeren med. dokter Doornik, getiteld: Wijsgerig natuurkundig onderzoek aangaande de oorspronkelijke mens, uitgegeven in 1808, waarin het Darwinisme werd verdedigd en bepleit, meer dan een halve eeuw vóór Darwin.
  
 Maar - en dit is de verdienste van Darwin - door diens onderzoekingen is hetgeen men vermoedde, eerst tot zekerheid geworden en vandaar dat zijn naam wel steeds zal verbonden blijven aan de gehele ontwikkelingsleer. Maar - en dit is de verdienste van Darwin - door diens onderzoekingen is hetgeen men vermoedde, eerst tot zekerheid geworden en vandaar dat zijn naam wel steeds zal verbonden blijven aan de gehele ontwikkelingsleer.
Regel 163: Regel 163:
 Ludwig Büchner begreep dit zeer goed en zegt daarom in zijn boek: De mens en zijn plaats in de natuur: ‘de moeilijkheid van die strijd om het bestaan drong de mens tot wederkerige dienstbetoning en tot gezellig bijeenzijn, terwijl die gezelligheid op haar beurt de moeder werd van meerdere beschaving’. Ludwig Büchner begreep dit zeer goed en zegt daarom in zijn boek: De mens en zijn plaats in de natuur: ‘de moeilijkheid van die strijd om het bestaan drong de mens tot wederkerige dienstbetoning en tot gezellig bijeenzijn, terwijl die gezelligheid op haar beurt de moeder werd van meerdere beschaving’.
  
-En ook Darwin heeft dit zelf ingezien. In zijn Afstamming van de Mens schreef hij enige krachtige bladzijden ter toelichting van de strijd om het bestaan in zijn ruime betekenis, niet zozeer om aan te tonen, zoals Kropotkine ​meent, hoe de strijd tussen afzonderlijke individuen verdwijnt, hoe strijd vervangen wordt door samenwerking en hoe dit aanleiding geeft tot de ontwikkeling van geestelijke en zedelijke eigenschappen,​ waaruit de gunstigste voorwaarden tot het behoud der soort voortspruiten,​ maar veeleer om ons het bewijs te leveren, dat die samenwerking juist sterker maakt in de strijd. Immers, de grootste lichamelijke kracht of list doet de grootste geschiktheid ontstaan, maar door de wederkerige ondersteuning,​ sterke zowel als zwakke door elkaar, wordt de welvaart der maatschappij het meest bevorderd.+En ook Darwin heeft dit zelf ingezien. In zijn Afstamming van de Mens schreef hij enige krachtige bladzijden ter toelichting van de strijd om het bestaan in zijn ruime betekenis, niet zozeer om aan te tonen, zoals Kropotkin ​meent, hoe de strijd tussen afzonderlijke individuen verdwijnt, hoe strijd vervangen wordt door samenwerking en hoe dit aanleiding geeft tot de ontwikkeling van geestelijke en zedelijke eigenschappen,​ waaruit de gunstigste voorwaarden tot het behoud der soort voortspruiten,​ maar veeleer om ons het bewijs te leveren, dat die samenwerking juist sterker maakt in de strijd. Immers, de grootste lichamelijke kracht of list doet de grootste geschiktheid ontstaan, maar door de wederkerige ondersteuning,​ sterke zowel als zwakke door elkaar, wordt de welvaart der maatschappij het meest bevorderd.
  
-En is het misschien waar, dat Darwin de betrekkelijke belangrijkheid van de twee vormen, waarin de strijd om het bestaan in het dierenrijk wordt waargenomen,​ nauwkeuriger had moeten onderzoeken,​ aan de andere kant heeft Kropotkine ​de dierenwereld zowel als de wereld der wilden en barbaren te veel geïdealiseerd,​ evenals Elisê Reclus zulks doet in zijn Oorspronkelijken,​ met de mensen uit de onbeschaafde lijd, zodat men menen zou dat die werelden heel wat hoger stonden, het beste is om het evenwicht te herstellen tussen de eenzijdigheid ener- zowel als anderzijds.+En is het misschien waar, dat Darwin de betrekkelijke belangrijkheid van de twee vormen, waarin de strijd om het bestaan in het dierenrijk wordt waargenomen,​ nauwkeuriger had moeten onderzoeken,​ aan de andere kant heeft Kropotkin ​de dierenwereld zowel als de wereld der wilden en barbaren te veel geïdealiseerd,​ evenals Elisê Reclus zulks doet in zijn Oorspronkelijken,​ met de mensen uit de onbeschaafde lijd, zodat men menen zou dat die werelden heel wat hoger stonden, het beste is om het evenwicht te herstellen tussen de eenzijdigheid ener- zowel als anderzijds.
  
 De sociale instinkten, meent Darwin leiden er toe, om behagen te scheppen in het gezelschap zijner mededieren, om tot op zekere hoogte medegevoel met hen te hebben en hun verschillende diensten te bewijzen. Deze diensten kunnen van een beperkte en duidelijk instinktmatige aard zijn, of er kan zoals bij de meeste hogere sociale dieren het geval is, slecht bij de mens de bereidvaardigheid bestaan om andere dieren op zekere algemene wijzen te helpen. De sociale instinkten, meent Darwin leiden er toe, om behagen te scheppen in het gezelschap zijner mededieren, om tot op zekere hoogte medegevoel met hen te hebben en hun verschillende diensten te bewijzen. Deze diensten kunnen van een beperkte en duidelijk instinktmatige aard zijn, of er kan zoals bij de meeste hogere sociale dieren het geval is, slecht bij de mens de bereidvaardigheid bestaan om andere dieren op zekere algemene wijzen te helpen.
Regel 171: Regel 171:
 Maar deze gevoelens en diensten worden geenszins uitgestrekt tot alle dieren van dezelfde soort, maar alleen tot dezulken die tot dezelfde vereniging behoren. De sociale instinkten zullen nog steeds de eerste stoot geven aan het handelen voor het algemeen welzijn, zij zullen zelfs versterkt bestuurd, ja soms van richting veranderd worden door de openbare mening, waarvan de macht berust op instinktmatig medegevoel. Eindelijk zullen niet alleen de gehoorzaamheid aan de mensen en het oordeel van het publiek, maar ook de individuele gewoonte een zeer belangrijk aandeel verkrijgen in het gedrang van elk lid, want de sociale instinkten of aandriften zullen evenals alle andere instinkten zeer versterkt worden door de gewoonte. Maar deze gevoelens en diensten worden geenszins uitgestrekt tot alle dieren van dezelfde soort, maar alleen tot dezulken die tot dezelfde vereniging behoren. De sociale instinkten zullen nog steeds de eerste stoot geven aan het handelen voor het algemeen welzijn, zij zullen zelfs versterkt bestuurd, ja soms van richting veranderd worden door de openbare mening, waarvan de macht berust op instinktmatig medegevoel. Eindelijk zullen niet alleen de gehoorzaamheid aan de mensen en het oordeel van het publiek, maar ook de individuele gewoonte een zeer belangrijk aandeel verkrijgen in het gedrang van elk lid, want de sociale instinkten of aandriften zullen evenals alle andere instinkten zeer versterkt worden door de gewoonte.
  
-Men heeft dieren, die op zichzelf leven, men heeft andere diersoorten,​ die in gezelligheid leven. Soms trekt die gezelligheid zich alleen uit tot dezelfde soort en soms nog verder ook tot andere soorten. Zo b.v. leven de Amerikaanse apen zeer gezellig met de verenigde vluchten van roeken, kauwen en spreeuwen. De mens toonde hetzelfde gevoelen in zijn sterke liefde tot de hond, die dit dier beantwoordt met belangstelling. Hoe blij kunnen paarden, honden, schapen enz. zijn, als zij na enige tijd van elkander gescheiden te zijn geweest weer tot elkander gebracht worden. Ze weten de eerste ogenblikken van gekheid soms niet hoe zij elkaar hun liefde en vriendschap zullen betonen. Er zijn voorbeelden van honden genoeg, die rustig urenlang in dezelfde kamer met hun meester of een der leden van zijn gezin hebben gelegen, hoewel men zich volstrekt niet met hen bemoeide, en die droevig gaan blaffen of huilen als men hen een ogenblik alleen laat. Wat is dat anders dan een verlangen naar gezelligheid?​+Men heeft dieren, die op zichzelf leven, men heeft andere diersoorten,​ die in gezelligheid leven. Soms trekt die gezelligheid zich alleen uit tot dezelfde soort en soms nog verder ook tot andere soorten. Zo bijv. leven de Amerikaanse apen zeer gezellig met de verenigde vluchten van roeken, kauwen en spreeuwen. De mens toonde hetzelfde gevoelen in zijn sterke liefde tot de hond, die dit dier beantwoordt met belangstelling. Hoe blij kunnen paarden, honden, schapen enz. zijn, als zij na enige tijd van elkander gescheiden te zijn geweest weer tot elkander gebracht worden. Ze weten de eerste ogenblikken van gekheid soms niet hoe zij elkaar hun liefde en vriendschap zullen betonen. Er zijn voorbeelden van honden genoeg, die rustig urenlang in dezelfde kamer met hun meester of een der leden van zijn gezin hebben gelegen, hoewel men zich volstrekt niet met hen bemoeide, en die droevig gaan blaffen of huilen als men hen een ogenblik alleen laat. Wat is dat anders dan een verlangen naar gezelligheid?​
  
 De meest algemene dienst die de hogere dieren elkander bewijzen is het waarschuwen voor gevaar door middel van de zintuigen van allen. Hoe moeilijk kan men dieren naderen, die in troepen of kudden leven! Konijnen waarschuwen voor gevaar door met de achterpoten luide op de grond te stampen. Schapen doen hetzelfde met de voorpoten, ook ganzen waarschuwen met de poten en maken daarbij tevens een fluitend geluid. Vele vogels en sommige zoogdieren zetten schildwachten uit, als hoedanig de zeehonden gewoonlijk hun wijfjes gebruiken. Sociale dieren bewijzen elkander vele kleine diensten; paarden beknabbelen en koeien likken elkaar op plaatsen die hen jeuken; apen luizen elkander, ja, er zijn apen die den schapen de luizen ontnemen, terwijl deze hen stilletjes laten begaan. De meest algemene dienst die de hogere dieren elkander bewijzen is het waarschuwen voor gevaar door middel van de zintuigen van allen. Hoe moeilijk kan men dieren naderen, die in troepen of kudden leven! Konijnen waarschuwen voor gevaar door met de achterpoten luide op de grond te stampen. Schapen doen hetzelfde met de voorpoten, ook ganzen waarschuwen met de poten en maken daarbij tevens een fluitend geluid. Vele vogels en sommige zoogdieren zetten schildwachten uit, als hoedanig de zeehonden gewoonlijk hun wijfjes gebruiken. Sociale dieren bewijzen elkander vele kleine diensten; paarden beknabbelen en koeien likken elkaar op plaatsen die hen jeuken; apen luizen elkander, ja, er zijn apen die den schapen de luizen ontnemen, terwijl deze hen stilletjes laten begaan.
  
-Dieren bewijzen elkander grote diensten. Zij helpen elkander. Mieren en bijen staan elkander bij tot het elkaar voeden toe in geval van noodzaak; zij verrichten gezamenlijk landbouw- en industriële arbeid, ja, zij offeren zich voor elkander op met een algehele toewijding. Kolonies van mieren, die honderden of zelfs millioenen ​mierenhopen bevatten, bewoond door soorten die bondgenoten zijn, leveren de schitterendste taferelen van onderlinge hulp en volledige vrede. Als men die wonderen van verstand ziet, dan is men geneigd het woord van Darwin te herhalen: ‘de hersenen van de mier zijn misschien een wonder dat bestaat boven de hersenen van de mens’.+Dieren bewijzen elkander grote diensten. Zij helpen elkander. Mieren en bijen staan elkander bij tot het elkaar voeden toe in geval van noodzaak; zij verrichten gezamenlijk landbouw- en industriële arbeid, ja, zij offeren zich voor elkander op met een algehele toewijding. Kolonies van mieren, die honderden of zelfs miljoenen ​mierenhopen bevatten, bewoond door soorten die bondgenoten zijn, leveren de schitterendste taferelen van onderlinge hulp en volledige vrede. Als men die wonderen van verstand ziet, dan is men geneigd het woord van Darwin te herhalen: ‘de hersenen van de mier zijn misschien een wonder dat bestaat boven de hersenen van de mens’.
  
-Wij zijn somwijlen niet in staat om te beoordelen of en in hoeverre dieren gevoel hebben voor elkanders lijden. Immers, wij kennen de motieven niet die hen drijven, wij weten niet wat b.v. koeien en paarden gevoelen als zij een stervenden of doden makker omringen en stijf aankijken. Als sommige dieren een gewonden kameraad uit hun kudde verdrijven of doodsteken of plagen, dan wijst men daarop ten bewijze van de wreedheid en meedogenloosheid van de dieren, maar weet men wel, dat dit geschieden kan uit vrees dat roofdieren, de mens niet uitgezonderd,​ verlokt zouden worden de kudde te volgen? Wij weten dat de Indianen in Noord-Amerika,​ ja, de wilden in verschillende streken hun bejaarde onders doden, of achterlaten in de prairiën om daar te sterven en wij zijn allicht geneigd om daarin een trek te zien van ruwe barbaarsheid,​ van afschuwelijke wreedheid. En toch ligt daaraan een heel ander gevoel ten grondslag. Zij doen dit somwijlen juist uit zelfbehoud en de grijsaards keuren zo'n handeling zo goed, dat zij zichzelven vrijwillig ten dode doemen uit gemeenschapsgevoel. Zij toch zijn overtuigd een sta-in-de-weg te zijn en in een gemeenschap,​ waar allen leven voor allen, waar de welvaart voor de gehele groep de zorg is van elk in het bijzonder, waar de moeilijkheid om te leven soms groot is ten gevolge van gebrek aan voedsel of overmaat van koude, daar herinnert de grijsaard zich, hoe hij in het verleden deel heeft genomen aan de gemeenschappelijke strijd om het bestaan, hij gevoelt zich onmachtig om daaraan verder deel te nemen en begrijp! de logica der dingen. Het leven drukt op hem geheel anders dan op den grijsaard onder beschaafde volkeren, die zich verbeeldt nog nuttig te zijn. Het brood van anderen te eten - dat hindert hem en eindigt met het leven te maken tot een straf en daarom vragen zij aan hun jongere kameraden bij wijze van gratie om een einde aan hun leven te maken of wel om hem eenvoudig achter te laten om zo de anderen niet tot last te strekken.+Wij zijn somwijlen niet in staat om te beoordelen of en in hoeverre dieren gevoel hebben voor elkanders lijden. Immers, wij kennen de motieven niet die hen drijven, wij weten niet wat bijv. koeien en paarden gevoelen als zij een stervenden of doden makker omringen en stijf aankijken. Als sommige dieren een gewonden kameraad uit hun kudde verdrijven of doodsteken of plagen, dan wijst men daarop ten bewijze van de wreedheid en meedogenloosheid van de dieren, maar weet men wel, dat dit geschieden kan uit vrees dat roofdieren, de mens niet uitgezonderd,​ verlokt zouden worden de kudde te volgen? Wij weten dat de Indianen in Noord-Amerika,​ ja, de wilden in verschillende streken hun bejaarde onders doden, of achterlaten in de prairiën om daar te sterven en wij zijn allicht geneigd om daarin een trek te zien van ruwe barbaarsheid,​ van afschuwelijke wreedheid. En toch ligt daaraan een heel ander gevoel ten grondslag. Zij doen dit somwijlen juist uit zelfbehoud en de grijsaards keuren zo'n handeling zo goed, dat zij zichzelven vrijwillig ten dode doemen uit gemeenschapsgevoel. Zij toch zijn overtuigd een sta-in-de-weg te zijn en in een gemeenschap,​ waar allen leven voor allen, waar de welvaart voor de gehele groep de zorg is van elk in het bijzonder, waar de moeilijkheid om te leven soms groot is ten gevolge van gebrek aan voedsel of overmaat van koude, daar herinnert de grijsaard zich, hoe hij in het verleden deel heeft genomen aan de gemeenschappelijke strijd om het bestaan, hij gevoelt zich onmachtig om daaraan verder deel te nemen en begrijp! de logica der dingen. Het leven drukt op hem geheel anders dan op den grijsaard onder beschaafde volkeren, die zich verbeeldt nog nuttig te zijn. Het brood van anderen te eten - dat hindert hem en eindigt met het leven te maken tot een straf en daarom vragen zij aan hun jongere kameraden bij wijze van gratie om een einde aan hun leven te maken of wel om hem eenvoudig achter te laten om zo de anderen niet tot last te strekken.
  
 De manier van handelen moge bij de een en bij de ander verschillen,​ de handelwijze zelve is een daad van onderlinge hulp en bijstand, die elk op zijn wijze verleent. De manier van handelen moge bij de een en bij de ander verschillen,​ de handelwijze zelve is een daad van onderlinge hulp en bijstand, die elk op zijn wijze verleent.
Regel 197: Regel 197:
 De sociale dieren die geheel beneden op de ladder staan, werden bijna uitsluitend en die welke hoger op de ladder staan, voor een groot deel door bijzondere instincten geleid tot de hulp die zij aan leden der zelfde vereniging geven, maar zij worden gedeeltelijk ook gedreven door wederkerige liefde en medegevoel, waarschijnlijk door een zekere hoeveelheid rede geholpen. Hoewel de mens geen bijzondere instinkten bezit om hem te leren, hoe hij zijn medemensen moet helpen, hij bezit toch de aandrift daartoe en worden zijn verbeterde verstandelijke vermogens in dit opzicht voor een groot deel door rede en ondervinding geleid. Het instinktmatig medegevoel moet ook veroorzaken,​ dat hij hoge waarde toekent aan de goedkeuring zijner medewerkers. Aldus drijven de sociale instinkten, die door de mens zijn verkregen toen hij nog zeer onbeschaafd was, en waarschijnlijk zelfs reeds door zijn voormalige op apen gelijkende voorvaders, hem nog heden aan tot velen zijner beste handelingen,​ maar deze worden bepaald door de uitgedrukte wensen en het oordeel zijner medemensen en nog meer door zijn eigen sterke zelfstandige begeerten. Zodra de gevoelens van liefde en medegevoel en het vermogen van zelfbeheersing door de gewoonte worden versterkt en zodra het vermogen om te redeneren zich meer ontwikkelt, zodat de mens de rechtvaardigheid van het oordeel zijner medemensen kan beoordelen, zal hij zich onafhankelijk van elke vreugde of smart, tot een bepaalde gedragslijn aangedreven gevoelen. Dan kan hij zeggen: ik ben de opperste rechter van mijn eigen gedrag en met Kant de woorden bezigen: ik zal niet in mijn eigen persoon de waardigheid der mensheid schenden. De sociale dieren die geheel beneden op de ladder staan, werden bijna uitsluitend en die welke hoger op de ladder staan, voor een groot deel door bijzondere instincten geleid tot de hulp die zij aan leden der zelfde vereniging geven, maar zij worden gedeeltelijk ook gedreven door wederkerige liefde en medegevoel, waarschijnlijk door een zekere hoeveelheid rede geholpen. Hoewel de mens geen bijzondere instinkten bezit om hem te leren, hoe hij zijn medemensen moet helpen, hij bezit toch de aandrift daartoe en worden zijn verbeterde verstandelijke vermogens in dit opzicht voor een groot deel door rede en ondervinding geleid. Het instinktmatig medegevoel moet ook veroorzaken,​ dat hij hoge waarde toekent aan de goedkeuring zijner medewerkers. Aldus drijven de sociale instinkten, die door de mens zijn verkregen toen hij nog zeer onbeschaafd was, en waarschijnlijk zelfs reeds door zijn voormalige op apen gelijkende voorvaders, hem nog heden aan tot velen zijner beste handelingen,​ maar deze worden bepaald door de uitgedrukte wensen en het oordeel zijner medemensen en nog meer door zijn eigen sterke zelfstandige begeerten. Zodra de gevoelens van liefde en medegevoel en het vermogen van zelfbeheersing door de gewoonte worden versterkt en zodra het vermogen om te redeneren zich meer ontwikkelt, zodat de mens de rechtvaardigheid van het oordeel zijner medemensen kan beoordelen, zal hij zich onafhankelijk van elke vreugde of smart, tot een bepaalde gedragslijn aangedreven gevoelen. Dan kan hij zeggen: ik ben de opperste rechter van mijn eigen gedrag en met Kant de woorden bezigen: ik zal niet in mijn eigen persoon de waardigheid der mensheid schenden.
  
-Natuurlijk zullen de instinktmatige aandriften zeer verschillende graden van kracht bezitten, maar al is dit zo, niemand zal kunnen volhouden, dat bij de mens de sociale instinkten oorspronkelijk sterk waren of door lang voortgezette gewoonte sterker zijn geworden dan b.v. de instinkten van zelfbehoud, honger, wellust, wraak enz. De mens kan wegens de grote werkzaamheid zijner geestvermogens zich niet onttrekken aan het nadenken, vroegere indrukken en beelden doorkruisen onophoudelijk met duidelijkheid zijn geest. Bij die dieren, die voortdurend gezellig leven, zijn de sociale instinkten altijd tegenwoordig en onophoudelijk werkzaam. Evenzo gaat het met ons, mensen. Gevoelen zij ten allen tijde, zonder de prikkel van enige bijzondere hartstocht of begeerlijkheid,​ een zekere mate van liefde en medegevoel voor hen, in wier gezelschap zij zijn, een mens die geen spoor bezat van dergelijke gevoelens, zou een onnatuurlijk monster zijn. De sterkste aandrift zal het bij de mens winnen over alle anderen. Hoewel deze hem nu en dan tot de edelste daden kan aansporen, zal zij hem gewoonlijk er toe leiden om zijn eigen begeerten bot te vieren ten koste van anderen. Heeft hij ze echter botgevierd en worden de voorbijgegane en daardoor werkzame sociale instinkten gesteld, dan zal de vergelding ongetwijfeld komen. Hij heeft dan wroeging, berouw, spijt en schaamte en hij zal bijgevolg min of meer vast besluiten om in de toekomst anders te handelen. Dit is het geweten, dat ziel in het verleden en dient als gids voor de toekomst.+Natuurlijk zullen de instinktmatige aandriften zeer verschillende graden van kracht bezitten, maar al is dit zo, niemand zal kunnen volhouden, dat bij de mens de sociale instinkten oorspronkelijk sterk waren of door lang voortgezette gewoonte sterker zijn geworden dan bijv. de instinkten van zelfbehoud, honger, wellust, wraak enz. De mens kan wegens de grote werkzaamheid zijner geestvermogens zich niet onttrekken aan het nadenken, vroegere indrukken en beelden doorkruisen onophoudelijk met duidelijkheid zijn geest. Bij die dieren, die voortdurend gezellig leven, zijn de sociale instinkten altijd tegenwoordig en onophoudelijk werkzaam. Evenzo gaat het met ons, mensen. Gevoelen zij ten allen tijde, zonder de prikkel van enige bijzondere hartstocht of begeerlijkheid,​ een zekere mate van liefde en medegevoel voor hen, in wier gezelschap zij zijn, een mens die geen spoor bezat van dergelijke gevoelens, zou een onnatuurlijk monster zijn. De sterkste aandrift zal het bij de mens winnen over alle anderen. Hoewel deze hem nu en dan tot de edelste daden kan aansporen, zal zij hem gewoonlijk er toe leiden om zijn eigen begeerten bot te vieren ten koste van anderen. Heeft hij ze echter botgevierd en worden de voorbijgegane en daardoor werkzame sociale instinkten gesteld, dan zal de vergelding ongetwijfeld komen. Hij heeft dan wroeging, berouw, spijt en schaamte en hij zal bijgevolg min of meer vast besluiten om in de toekomst anders te handelen. Dit is het geweten, dat ziel in het verleden en dient als gids voor de toekomst.
  
 Met dat geweten is al wat rondgesold. Velen beschouwden het als een bijzonder door God in ons gelegd orgaan, maar hoe valt dit te verdedigen? Immers, hoe verschillend spreekt het bij onderscheidene volkeren op verschillende trappen van ontwikkeling. Dat zogenaamd geweten laat zich helemaal leiden door de gebruiken, die heersen in de wereld waarin men verkeert. De stem van het geweten zou men kunnen noemen het resultaat van de sociale toestand te midden waarvan men leeft. Het hele begrip van goed en kwaad ontwikkeld zich uit de behoefte van de maatschappij,​ uit de onderlinge betrekking tussen de individuen. Dit begrip is in verhouding tot de mate van sociale ontwikkeling in de dierenmaatschappijen evenzo ontwikkeld als in de mensenmaatschappijen. In het gezin ziet men het begrip van goed en kwaad in den beginne beperkt tot de gehoorzaamheid aan de ouders, en dus tot de vervulling der plichten, door deze aan hen opgelegd. Men ga een katten- of berenfamilie na, lette op de gebaren der jongen, hun opvoeding door de ouden en men vrage zich dan af, of men hier niet het beeld van een menselijk huisgezin voor zich heeft, met al die uitingen van het begrip van goed en kwaad, die men maar zou kunnen verlangen. Noem het vrij een katten- of berenmoraal,​ die den jongen wordt geleerd en ingeprent, het is toch een moraal en het jonge katje, dat niet luistert naar de roepstem zijner moeder, de tweejarige beer, die niet behoorlijk zorgt voor zijn broertjes en zusjes, krijgen evengoed knoren en oorvijgen, als de lieve mensenkinderen,​ als deze het grondbegrip der menselijke en christelijke moraal, de kinderlijke gehoorzaamheid,​ niet betrachten. Met dat geweten is al wat rondgesold. Velen beschouwden het als een bijzonder door God in ons gelegd orgaan, maar hoe valt dit te verdedigen? Immers, hoe verschillend spreekt het bij onderscheidene volkeren op verschillende trappen van ontwikkeling. Dat zogenaamd geweten laat zich helemaal leiden door de gebruiken, die heersen in de wereld waarin men verkeert. De stem van het geweten zou men kunnen noemen het resultaat van de sociale toestand te midden waarvan men leeft. Het hele begrip van goed en kwaad ontwikkeld zich uit de behoefte van de maatschappij,​ uit de onderlinge betrekking tussen de individuen. Dit begrip is in verhouding tot de mate van sociale ontwikkeling in de dierenmaatschappijen evenzo ontwikkeld als in de mensenmaatschappijen. In het gezin ziet men het begrip van goed en kwaad in den beginne beperkt tot de gehoorzaamheid aan de ouders, en dus tot de vervulling der plichten, door deze aan hen opgelegd. Men ga een katten- of berenfamilie na, lette op de gebaren der jongen, hun opvoeding door de ouden en men vrage zich dan af, of men hier niet het beeld van een menselijk huisgezin voor zich heeft, met al die uitingen van het begrip van goed en kwaad, die men maar zou kunnen verlangen. Noem het vrij een katten- of berenmoraal,​ die den jongen wordt geleerd en ingeprent, het is toch een moraal en het jonge katje, dat niet luistert naar de roepstem zijner moeder, de tweejarige beer, die niet behoorlijk zorgt voor zijn broertjes en zusjes, krijgen evengoed knoren en oorvijgen, als de lieve mensenkinderen,​ als deze het grondbegrip der menselijke en christelijke moraal, de kinderlijke gehoorzaamheid,​ niet betrachten.
  
-Brehm verschaft in zijn ‘Illustrirtes Thierleben’ ten opzichte der dierenmaatschappijen alleraardigste gegevens. Hij verhaalt dat het lid van een troep apen, dat de meeste ervaring bezit, aanvoerder of leidaap wordt. Deze waardigheid krijgt hij niet door het algemeen kiesrecht, maar na hardnekkige strijd met andere mededingers,​ zodat het recht van den sterkste de beslissing geeft. Het zijn de langste tanden en de sterkste armen die de doorslag geven. Wie zich niet onderwerpen wil, die wordt mores geleerd (een woord, afgeleid van mos, gebruik, wat tevens de stam is van het woord moraliteit, dus de leer van de mores of gebruiken). In zijn tanden zit dus zijn wijsheid. Nu is dit zeer verklaarbaar,​ daar de oudste apen steeds ook de sterkste zijn en aan hen moeten de jongere onervarene zich goed- of kwaadschiks onderwerpen. De leidaap verlangt en geniet onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Ridderlijke galanterie is hem niet eigen, stormenderhand verovert hij het loon der min. Het ius primae noctis (het recht van de eerste nacht) geldt nog heden. Hij wordt stamvader van een volk en zijn geslacht vermenigvuldigt zich. Geen enkel vrouwelijk lid der troep mag zich overgeven aan een onnozele minnarij met den een of anderen vlasbaard. Zijn ogen zijn scherp en zijn tucht is zeer streng, hij verstaat geen gekscheren in liefdezaken. Ook de apinnen, die zich, of liever hem, vergeten, krijgen zoveel muilperen en worden zodanig door hem gepluk haard, dat de lust tot verboden omgang met andere leden der troep haar zeker vergaat; nog erger gaat het met den apenjongeling,​ die de wetten des harems van den op zijn recht trotsen sultan overtreedt....+Brehm verschaft in zijn ‘Illustrirtes Thierleben’ ten opzichte der dierenmaatschappijen alleraardigste gegevens. Hij verhaalt dat het lid van een troep apen, dat de meeste ervaring bezit, aanvoerder of leidaap wordt. Deze waardigheid krijgt hij niet door het algemeen kiesrecht, maar na hardnekkige strijd met andere mededingers,​ zodat het recht van den sterkste de beslissing geeft. Het zijn de langste tanden en de sterkste armen die de doorslag geven. Wie zich niet onderwerpen wil, die wordt mores geleerd (een woord, afgeleid van mos, gebruik, wat tevens de stam is van het woord moraliteit, dus de leer van de mores of gebruiken). In zijn tanden zit dus zijn wijsheid. Nu is dit zeer verklaarbaar,​ daar de oudste apen steeds ook de sterkste zijn en aan hen moeten de jongere onervarene zich goed- of kwaadschiks onderwerpen. De leidaap verlangt en geniet onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Ridderlijke galanterie is hem niet eigen, stormenderhand verovert hij het loon der min. Het //ius primae noctis// (het recht van de eerste nacht) geldt nog heden. Hij wordt stamvader van een volk en zijn geslacht vermenigvuldigt zich. Geen enkel vrouwelijk lid der troep mag zich overgeven aan een onnozele minnarij met den een of anderen vlasbaard. Zijn ogen zijn scherp en zijn tucht is zeer streng, hij verstaat geen gekscheren in liefdezaken. Ook de apinnen, die zich, of liever hem, vergeten, krijgen zoveel muilperen en worden zodanig door hem gepluk haard, dat de lust tot verboden omgang met andere leden der troep haar zeker vergaat; nog erger gaat het met den apenjongeling,​ die de wetten des harems van den op zijn recht trotsen sultan overtreedt....
  
 Voor het overige oefent de leidaap zijn ambt met grote waardigheid uit. Reeds de achting, die hij geniet, geeft hem een zekere zelfstandigheid en vastheid in zijn handelingen die aan zijn ondergeschikten ontbreekt; hij wordt door deze op allerlei wijzen gevleid. Zo trachten de apinnen de hoogste gunst te ontvangen, die een aap kan betonen of ontvangen. Zij beijveren zich namelijk om zijn harige huid van lastige parasieten te zuiveren en hij laat zich die hulde welgevallen met al de waardigheid van een pacha, wien zijn geliefde slavin de voetzolen kittelt. Hij zorgt omgekeerd voor de zekerheid zijner ondergeschikten en is daardoor in groter onrust dan zij. Naar alle zijden wendt hij zijn blikken, geen wezen vertrouwt hij en zo ontdekt hij ook bijna altijd te rechter tijd elk dreigend gevaar. Voor het overige oefent de leidaap zijn ambt met grote waardigheid uit. Reeds de achting, die hij geniet, geeft hem een zekere zelfstandigheid en vastheid in zijn handelingen die aan zijn ondergeschikten ontbreekt; hij wordt door deze op allerlei wijzen gevleid. Zo trachten de apinnen de hoogste gunst te ontvangen, die een aap kan betonen of ontvangen. Zij beijveren zich namelijk om zijn harige huid van lastige parasieten te zuiveren en hij laat zich die hulde welgevallen met al de waardigheid van een pacha, wien zijn geliefde slavin de voetzolen kittelt. Hij zorgt omgekeerd voor de zekerheid zijner ondergeschikten en is daardoor in groter onrust dan zij. Naar alle zijden wendt hij zijn blikken, geen wezen vertrouwt hij en zo ontdekt hij ook bijna altijd te rechter tijd elk dreigend gevaar.
Regel 242: Regel 242:
  
 Hier heeft men de natuurlijke volgorde der dingen, dat men eerst voor zichzelf werkt en dan van zijn overvloed geeft aan anderen. Was er maar méér zulk gezond egoisme in de wereld! Maar jullie, omdat je lamlendig zijt van magere gebrokenheid en aan en op mekaar hangt tot een hoop, je kunt niet velen dat er een flinke menskerel ergens apart staal, met brede rug stevig geplant op zijn benen, verachtend, spottend met jullie schijnheilige maatschappelijke deugdenleer van ‘mekaar helpen’ en ‘veelzijn voor mekaar’. Wees eerst eens wat voor jezelf. Geven? Goed zo! Maar geef als de herfstbeuk. Die laat zijn bruin- en geelgouden blaadjes neerwiegelen omlaag, voor 's wandelaars voet. Laat gij ook uw beschreven bladzijden of uw gouden daden neerdalen voor anderen, als levensrestjes en sta gij omhoog, levend voor uzelf’. Hier heeft men de natuurlijke volgorde der dingen, dat men eerst voor zichzelf werkt en dan van zijn overvloed geeft aan anderen. Was er maar méér zulk gezond egoisme in de wereld! Maar jullie, omdat je lamlendig zijt van magere gebrokenheid en aan en op mekaar hangt tot een hoop, je kunt niet velen dat er een flinke menskerel ergens apart staal, met brede rug stevig geplant op zijn benen, verachtend, spottend met jullie schijnheilige maatschappelijke deugdenleer van ‘mekaar helpen’ en ‘veelzijn voor mekaar’. Wees eerst eens wat voor jezelf. Geven? Goed zo! Maar geef als de herfstbeuk. Die laat zijn bruin- en geelgouden blaadjes neerwiegelen omlaag, voor 's wandelaars voet. Laat gij ook uw beschreven bladzijden of uw gouden daden neerdalen voor anderen, als levensrestjes en sta gij omhoog, levend voor uzelf’.
- 
-  
  
 De gehele tegenstelling tussen egoïsme en althruïsme vervalt bij goed nadenken. Het Ego en het Alter (het Ik en de Ander) staan niet tegenover elkaar, integendeel,​ beiden dekken elkaar volkomen. De gehele tegenstelling tussen egoïsme en althruïsme vervalt bij goed nadenken. Het Ego en het Alter (het Ik en de Ander) staan niet tegenover elkaar, integendeel,​ beiden dekken elkaar volkomen.
Regel 277: Regel 275:
 Schreef niet zelfs een Stirner: ‘en wanneer ik de medemens gebruiken kan, dan versta ik en verenig ik me met hem om door overeenkomst mijn macht te versterken en door gezamenlijke kracht meer te bereiken dan de alleenstaanden bewerken konden. In deze samenwerking zie ik overigens niet anders dan een vermenigvuldiging mijner kracht en slechts zolang ze mijn verveelvoudigde kracht is, verdedig ik haar. Maar zo opgevat is ze een vereniging’?​ Schreef niet zelfs een Stirner: ‘en wanneer ik de medemens gebruiken kan, dan versta ik en verenig ik me met hem om door overeenkomst mijn macht te versterken en door gezamenlijke kracht meer te bereiken dan de alleenstaanden bewerken konden. In deze samenwerking zie ik overigens niet anders dan een vermenigvuldiging mijner kracht en slechts zolang ze mijn verveelvoudigde kracht is, verdedig ik haar. Maar zo opgevat is ze een vereniging’?​
  
-Vroeger ​b.v. was elke vreemde een vijand, vandaar dat het Latijnse woord hostis beide betekenissen heeft: een vreemde en een vijand. Beide begrippen drukten hetzelfde uit. De staathuishoudkundigen hebben deze dwaling bestreden door te bewijzen dat de volkeren solidair gelijk zijn in hun belangen. Elk land moet wensen omringd te zijn door rijke en gelukkige buren, omdat zij dan voor hoger prijzen hun produkten willen afnemen en zo bijdragen tot de rijkdom van het land. Als men andere volkeren vernietigt, stopt men de bronnen van afvoer en brengt daardoor een gevoelige slag toe aan de eigen industrie. Hoe talrijker en beter de verbindingsmiddelen worden tussen de naties, te nauwer en voordeliger betrekkingen knoopt de handel aan tussen haar. ‘De schepen, die van het ene land varen naar het andere, gelijken op het weefgetouw, dat een weefsel van eendracht maakt tussen de volkeren’.+Vroeger ​bijv. was elke vreemde een vijand, vandaar dat het Latijnse woord hostis beide betekenissen heeft: een vreemde en een vijand. Beide begrippen drukten hetzelfde uit. De staathuishoudkundigen hebben deze dwaling bestreden door te bewijzen dat de volkeren solidair gelijk zijn in hun belangen. Elk land moet wensen omringd te zijn door rijke en gelukkige buren, omdat zij dan voor hoger prijzen hun produkten willen afnemen en zo bijdragen tot de rijkdom van het land. Als men andere volkeren vernietigt, stopt men de bronnen van afvoer en brengt daardoor een gevoelige slag toe aan de eigen industrie. Hoe talrijker en beter de verbindingsmiddelen worden tussen de naties, te nauwer en voordeliger betrekkingen knoopt de handel aan tussen haar. ‘De schepen, die van het ene land varen naar het andere, gelijken op het weefgetouw, dat een weefsel van eendracht maakt tussen de volkeren’.
  
 De hele aarde moet één grote werkplaats worden, waarin elk volk produceert wat hij kan voortbrengen door zijn ligging en de hulpbronnen van zijn bodem. Zo werkt ieder land voor zichzelf, maar door voor zichzelf te werken tegelijkertijd ook voor andere volkeren, die wederkerig hem die produkten leveren, die zij geoogst of gefabriceerd hebben. Daarom wordt de oorlog langzamerhand niet meer een strijd om het bestaan, maar een strijd tegen het bestaan. De trek van zelfbehoud, die de voorwaarde is van de strijd om het bestaan, zal dus de volkeren dwingen om in de toekomst de oorlogen na te laten. Deze zullen niet verdwijnen door humaner inzichten, maar alleen omdat zij in strijd zijn met de belangen. Daarom aan te tonen, dat de oorlog schadelijk is voor de belangen, zal een krachtiger prikkel zijn om hem tegen te houden dan welsprekende en menslievende betogen. De hele aarde moet één grote werkplaats worden, waarin elk volk produceert wat hij kan voortbrengen door zijn ligging en de hulpbronnen van zijn bodem. Zo werkt ieder land voor zichzelf, maar door voor zichzelf te werken tegelijkertijd ook voor andere volkeren, die wederkerig hem die produkten leveren, die zij geoogst of gefabriceerd hebben. Daarom wordt de oorlog langzamerhand niet meer een strijd om het bestaan, maar een strijd tegen het bestaan. De trek van zelfbehoud, die de voorwaarde is van de strijd om het bestaan, zal dus de volkeren dwingen om in de toekomst de oorlogen na te laten. Deze zullen niet verdwijnen door humaner inzichten, maar alleen omdat zij in strijd zijn met de belangen. Daarom aan te tonen, dat de oorlog schadelijk is voor de belangen, zal een krachtiger prikkel zijn om hem tegen te houden dan welsprekende en menslievende betogen.
Regel 289: Regel 287:
 Dus geen normale, maar een abnormale, geen natuurlijke,​ maar een kunstmatige strijd om het bestaan, die strekt ten nadele van de gezonde ontwikkeling der maatschappij. Dus geen normale, maar een abnormale, geen natuurlijke,​ maar een kunstmatige strijd om het bestaan, die strekt ten nadele van de gezonde ontwikkeling der maatschappij.
  
-Reeds in de eerste druk van zijn werk Kracht en Stof schreef hij: ‘en eindelijk zie men ietwat nauwkeuriger in de menselijke maatschappij zelve rond en vrage zich af of deze uit zedelijke beginselen handelt, ja of neen. Is zij niet werkelijk een bellum omnium contra omnes (een oorlog van allen tegen allen)? Een algemene wedstrijd, waarin de een de ander niet alleen tracht te overwinnen, maar zelfs te vernietigen?​ Zou men er niet van kunnen zeggen, wat Burmeister zegt van de Brazilianen:​ ‘ieder doet wat hij meent ongestraft te kunnen doen, bedriegt, benadeelt en exploiteert zijn naaste zoveel hij kan, in de overtuiging,​ dat men hem evenmin ontziet’.+Reeds in de eerste druk van zijn werk Kracht en Stof schreef hij: ‘en eindelijk zie men ietwat nauwkeuriger in de menselijke maatschappij zelve rond en vrage zich af of deze uit zedelijke beginselen handelt, ja of neen. Is zij niet werkelijk een //bellum omnium contra omnes// (een oorlog van allen tegen allen)? Een algemene wedstrijd, waarin de een de ander niet alleen tracht te overwinnen, maar zelfs te vernietigen?​ Zou men er niet van kunnen zeggen, wat Burmeister zegt van de Brazilianen:​ ‘ieder doet wat hij meent ongestraft te kunnen doen, bedriegt, benadeelt en exploiteert zijn naaste zoveel hij kan, in de overtuiging,​ dat men hem evenmin ontziet’.
  
 Hij beschouwt het als de taak van het Humanisme om in tegenstelling met de ruwe natuurstaat de kamp te voeren tegen de strijd om het bestaan, m.a.w. de vervanging van de krachten der natuur door de macht der rede en dit is alleen denkbaar bij een zo groot mogelijke gelijkheid te brengen in de middelen en omstandigheden waarmee en waaronder elk individu zijn strijd om het bestaan heeft te voeren. De tegenstelling tussen de krachten der natuur en de macht der rede is niet zuiver, want de rede is toch ook een kracht der natuur. Door de wetten der uitverkiezing brengt de politieke en ekonomische ongelijkheid,​ onwetendheid en ellende omlaag, misdaad, krankzinnigheid en onvruchtbaarheid omhoog, teweeg. En waar men zondigt of in verzet komt tegen deze gelijkheid van politieke en ekonomische bestaansvoorwaarden,​ daar zal elke poging daartoe haar eigen straf in zich dragen, die bestaat in ontaarding door gebrek ener- en overdaad anderzijds. Hij beschouwt het als de taak van het Humanisme om in tegenstelling met de ruwe natuurstaat de kamp te voeren tegen de strijd om het bestaan, m.a.w. de vervanging van de krachten der natuur door de macht der rede en dit is alleen denkbaar bij een zo groot mogelijke gelijkheid te brengen in de middelen en omstandigheden waarmee en waaronder elk individu zijn strijd om het bestaan heeft te voeren. De tegenstelling tussen de krachten der natuur en de macht der rede is niet zuiver, want de rede is toch ook een kracht der natuur. Door de wetten der uitverkiezing brengt de politieke en ekonomische ongelijkheid,​ onwetendheid en ellende omlaag, misdaad, krankzinnigheid en onvruchtbaarheid omhoog, teweeg. En waar men zondigt of in verzet komt tegen deze gelijkheid van politieke en ekonomische bestaansvoorwaarden,​ daar zal elke poging daartoe haar eigen straf in zich dragen, die bestaat in ontaarding door gebrek ener- en overdaad anderzijds.
Regel 305: Regel 303:
 Uit al het voorafgaande is ongetwijfeld het bewijs geleverd, dat de strijd om het bestaan aanwezig is en bijgedragen heeft tot de verbetering en volmaking van het menselijk geslacht. Uit al het voorafgaande is ongetwijfeld het bewijs geleverd, dat de strijd om het bestaan aanwezig is en bijgedragen heeft tot de verbetering en volmaking van het menselijk geslacht.
  
-Kropotkine ​wees op de wet van het wederkerig dienstbetoon,​ die wel door Darwin gekend werd - wij wezen er met nadruk op - maar toch wat te veel op de achtergrond was geschoven. Beiden vullen elkander aan en wanneer wij dit hoofdstuk wijdden aan de wet van Darwin, willen wij nu overgaan tot een verkort overzicht van het rijke boek van Kropotkine. Wij stemmen volkomen met hem in, dat wederkerig dienstbetoon evenzeer een wet is in de dierenwereld als onderlinge strijd en dus als faktor der evolutie moet worden beschouwd. Daardoor toch wordt de ontwikkeling bevorderd van gewoonten en eigenschappen,​ die de instandhouding en verdere ontwikkeling der soort verzekeren en aan elk individu de grootste som van welvaart en levensgenot verschaffen in ruil voor de geringste inspanning van krachten.+Kropotkin ​wees op de wet van het wederkerig dienstbetoon,​ die wel door Darwin gekend werd - wij wezen er met nadruk op - maar toch wat te veel op de achtergrond was geschoven. Beiden vullen elkander aan en wanneer wij dit hoofdstuk wijdden aan de wet van Darwin, willen wij nu overgaan tot een verkort overzicht van het rijke boek van Kropotkin. Wij stemmen volkomen met hem in, dat wederkerig dienstbetoon evenzeer een wet is in de dierenwereld als onderlinge strijd en dus als faktor der evolutie moet worden beschouwd. Daardoor toch wordt de ontwikkeling bevorderd van gewoonten en eigenschappen,​ die de instandhouding en verdere ontwikkeling der soort verzekeren en aan elk individu de grootste som van welvaart en levensgenot verschaffen in ruil voor de geringste inspanning van krachten.
  
-====== De twee grote wetten der natuur - Deel II ======+====== De twee grote wetten der natuur - Deel II======
  
 De wet van het wederkerig dienstbetoon. De wet van het wederkerig dienstbetoon.
Regel 335: Regel 333:
 Vooreerst moet men wijzen op het verenigen van het mannetje en het wijfje om samen hun jongen te verzorgen, welke gewoonte gevonden wordt zelfs onder de minst gezellige roofdieren en roofvogels, maar verenigingen bij de roofdieren en roofvogels, die zich verder uitstrekken dan tot het gezin, komen zelden voor. Vooreerst moet men wijzen op het verenigen van het mannetje en het wijfje om samen hun jongen te verzorgen, welke gewoonte gevonden wordt zelfs onder de minst gezellige roofdieren en roofvogels, maar verenigingen bij de roofdieren en roofvogels, die zich verder uitstrekken dan tot het gezin, komen zelden voor.
  
-Verschillende voorbeelden vindt men van verenigingen ter bevordering van meer algemene belangen, ​b.v. jacht, wederkerige bescherming en zelfs verhoging van het levensgenot. Zo zag de Russische geleerde Syevertson een zee-arend ​hoog in de lucht opstijgen en nadat hij een half uur lang wijde kringen beschreef, liet hij plotseling een scherp geluid horen, weldra beantwoord door de schreeuw van een andere arend, die nabij kwam. Nummer drie, vier enz. tot een tiental waren spoedig bijeen om daarna gezamenlijk te verdwijnen.+Verschillende voorbeelden vindt men van verenigingen ter bevordering van meer algemene belangen, ​bijv. jacht, wederkerige bescherming en zelfs verhoging van het levensgenot. Zo zag de Russische geleerde Syevertson een zeearend ​hoog in de lucht opstijgen en nadat hij een half uur lang wijde kringen beschreef, liet hij plotseling een scherp geluid horen, weldra beantwoord door de schreeuw van een andere arend, die nabij kwam. Nummer drie, vier enz. tot een tiental waren spoedig bijeen om daarna gezamenlijk te verdwijnen.
  
 's Middags bezocht hij de plaats waarheen hij hen had zien vliegen en ontdekte daar dat zij vergaderd waren rondom het lijk van een paard. De ouderen, die onder hen het voorrecht genieten eerst hun deel te krijgen, zaten reeds verzadigd op de naburige hooibergen en hielden de wacht, terwijl de jongeren aten, omringd door troepen arenden. Hieruit leidde hij af, dat de zeearenden zich verenigen tot de jacht en de opbrengst gezamenlijk genieten. Overigens, de gewone zeearend, een der beste en dapperste jagers, is een vogel, die in troepen leeft en volgens Brehm vat hij zeer spoedig genegenheid op voor zijn bewakers, als men hem gevangen heeft. 's Middags bezocht hij de plaats waarheen hij hen had zien vliegen en ontdekte daar dat zij vergaderd waren rondom het lijk van een paard. De ouderen, die onder hen het voorrecht genieten eerst hun deel te krijgen, zaten reeds verzadigd op de naburige hooibergen en hielden de wacht, terwijl de jongeren aten, omringd door troepen arenden. Hieruit leidde hij af, dat de zeearenden zich verenigen tot de jacht en de opbrengst gezamenlijk genieten. Overigens, de gewone zeearend, een der beste en dapperste jagers, is een vogel, die in troepen leeft en volgens Brehm vat hij zeer spoedig genegenheid op voor zijn bewakers, als men hem gevangen heeft.
Regel 359: Regel 357:
 De papegaai staat verstandelijk bovenaan in de vogetwereld. Behalve in de paartijd leven zij in troepen in het woud om vandaar op jacht te gaan. De leden van elke troep zijn elkaar trouw. Zij plaatsen ook schildwachten voor de veiligheid als zij vruchten zoeken om zich te voeden. Dreigt er gevaar dan vliegen zij weg en keren allen tegelijkertijd naar hun verblijfplaatsen terug. Het kost den Australische kolonisten veel moeite het beleid van de papegaaien te verschalken en gelukt het hun er enigen te doden, dan worden de anderen nog veel voorzichtiger en waakzamer. Wegens hun vernuft worden zij dikwijls ‘mensvogel’ genoemd. En zo gehecht zijn zij aan elkander, dat, als een papegaai gedood is door een jager, de anderen boven het lijk van hun makker vliegen en smartkreten slaken en soms zelven het slachtoffer worden hunner vriendschap. Men heeft meermalen gezien, dat, als twee gevangen papegaaien samen zijn, de dood van de een ten gevolge heeft de dood van de ander. In vrijheid sterven de grotere papegaaien veel meer door hoge ouderdom dan door de klauwen van den een of anderen vijand. De strijd van elk tegen allen is dus niet de wet der natuur, wederkerig dienstbetoon is evenzeer een natuurwet als onderlinge strijd, zoals wij verder zullen zien door nog enige voorbeelden,​ die wij zullen aanhalen. De papegaai staat verstandelijk bovenaan in de vogetwereld. Behalve in de paartijd leven zij in troepen in het woud om vandaar op jacht te gaan. De leden van elke troep zijn elkaar trouw. Zij plaatsen ook schildwachten voor de veiligheid als zij vruchten zoeken om zich te voeden. Dreigt er gevaar dan vliegen zij weg en keren allen tegelijkertijd naar hun verblijfplaatsen terug. Het kost den Australische kolonisten veel moeite het beleid van de papegaaien te verschalken en gelukt het hun er enigen te doden, dan worden de anderen nog veel voorzichtiger en waakzamer. Wegens hun vernuft worden zij dikwijls ‘mensvogel’ genoemd. En zo gehecht zijn zij aan elkander, dat, als een papegaai gedood is door een jager, de anderen boven het lijk van hun makker vliegen en smartkreten slaken en soms zelven het slachtoffer worden hunner vriendschap. Men heeft meermalen gezien, dat, als twee gevangen papegaaien samen zijn, de dood van de een ten gevolge heeft de dood van de ander. In vrijheid sterven de grotere papegaaien veel meer door hoge ouderdom dan door de klauwen van den een of anderen vijand. De strijd van elk tegen allen is dus niet de wet der natuur, wederkerig dienstbetoon is evenzeer een natuurwet als onderlinge strijd, zoals wij verder zullen zien door nog enige voorbeelden,​ die wij zullen aanhalen.
  
-Langs de oevers der talloze meren der Russische en Siberische steppen leven millioenen ​watervogels,​ die minstens tot 20 verschillende soorten behoren, welke in volmaakte vrede met elkander zijn, ja, die elkaar beschermen. Meer noordelijk in de Archipel der IJszee zijn alle rotsen, klippen en hoeken der bergen tot op een hoogte van 2 à 500 voel letterlijk bedekt met zeevogels. leder dier ‘vogel-bergen’ is een levend beeld van wederkerig dienstbetoon.+Langs de oevers der talloze meren der Russische en Siberische steppen leven miljoenen ​watervogels,​ die minstens tot 20 verschillende soorten behoren, welke in volmaakte vrede met elkander zijn, ja, die elkaar beschermen. Meer noordelijk in de Archipel der IJszee zijn alle rotsen, klippen en hoeken der bergen tot op een hoogte van 2 à 500 voel letterlijk bedekt met zeevogels. leder dier ‘vogel-bergen’ is een levend beeld van wederkerig dienstbetoon.
  
 Bij de meeste vogels is bijeenkomen gedurende de broeitijd zeer gewoon. Onze bomen zijn als het ware gekroond met groepen kraaiennesten,​ onze hagen zitten vol nesten van kleinere vogels. Hele kolonies zwaluwen vinden in onze boerenwoningen een onderkomen. Onze oude torens dienen veelal tot schuilplaats voor honderden nachtvogels,​ onder wie vrede en harmonie heersen. Bij de meeste vogels is bijeenkomen gedurende de broeitijd zeer gewoon. Onze bomen zijn als het ware gekroond met groepen kraaiennesten,​ onze hagen zitten vol nesten van kleinere vogels. Hele kolonies zwaluwen vinden in onze boerenwoningen een onderkomen. Onze oude torens dienen veelal tot schuilplaats voor honderden nachtvogels,​ onder wie vrede en harmonie heersen.
Regel 421: Regel 419:
 In de evolutie van het mensdom speelt het wederkerig dienstbetoon ook een grote rol, evenals in het dierenrijk en dat kan niet verwonderen daar de mens ook tot de natuur behoort. Maar hoezeer er veel strijd is tussen verschillende dierenklassen of verschillende soorten of zelfs groepen derzelfde soort, vrede en onderlinge steun zijn regel binnen de grenzen van de groep of de soort en de soorten die zich het best weten te verenigen en mededinging weten te vermijden, hebben de grootste kans te overleven en zich verder te ontwikkelen. In de evolutie van het mensdom speelt het wederkerig dienstbetoon ook een grote rol, evenals in het dierenrijk en dat kan niet verwonderen daar de mens ook tot de natuur behoort. Maar hoezeer er veel strijd is tussen verschillende dierenklassen of verschillende soorten of zelfs groepen derzelfde soort, vrede en onderlinge steun zijn regel binnen de grenzen van de groep of de soort en de soorten die zich het best weten te verenigen en mededinging weten te vermijden, hebben de grootste kans te overleven en zich verder te ontwikkelen.
  
-Hobbes, de Engelse wijsgeer, meende dat de zogenaamde ‘natuurstaat’ niets anders was dan een gestadige strijd tussen individuen, die door de wisselvalligheden van hun dierlijk bestaan toevallig dooreengeworpen waren. En velen zijner aanhangers bedienen zich meer van Darwin'​s terminologie dan van zijn leidende gedachten om Hobbes'​ theorie over de primitieve mens te versterken. Huxley ​b.v. stelde de primitieve mensen voor als een soort van tijgers of leeuwen, die verstoken van alle zedelijkheidsbegrippen de strijd om het bestaan tot de uiterste wreedheid voerden en leefden in een toestand van ‘voordurende openbare worstelstrijd’. De normale levensstandaard was de strijd van elk tegen allen.+Hobbes, de Engelse wijsgeer, meende dat de zogenaamde ‘natuurstaat’ niets anders was dan een gestadige strijd tussen individuen, die door de wisselvalligheden van hun dierlijk bestaan toevallig dooreengeworpen waren. En velen zijner aanhangers bedienen zich meer van Darwin'​s terminologie dan van zijn leidende gedachten om Hobbes'​ theorie over de primitieve mens te versterken. Huxley ​bijv. stelde de primitieve mensen voor als een soort van tijgers of leeuwen, die verstoken van alle zedelijkheidsbegrippen de strijd om het bestaan tot de uiterste wreedheid voerden en leefden in een toestand van ‘voordurende openbare worstelstrijd’. De normale levensstandaard was de strijd van elk tegen allen.
  
 Hobbes gaat uit van de onderstelling dat het leven der mensheid begon in de vorm van kleine, zwervende gezinnen van gelijke aard als de ‘beperkte en tijdelijke’ ge zinnen der grote roofdieren, terwijl we weten dat dit niet het geval is. Wij bezitten geen rechtstreekse bewijzen aangaande de leefwijze der eerste menselijke wezens. De geologen menen hun sporen te vinden in het plioceen en zelfs in het mioeceenvormingen van het tertiair tijdvak, maar de laatste onderzoekingen leren, dat de hedendaagse instellingen der primitieve volkeren zekere sporen vertonen van nog oudere, sinds langs verdwenen instellingen die echter onmiskenbare tekenen hebben nagelaten van haar vroeger bestaan. Zo heeft men vastgesteld,​ dat de mensheid niet begonnen is in de vorm van kleine, afzonderlijke gezinnen. Hobbes gaat uit van de onderstelling dat het leven der mensheid begon in de vorm van kleine, zwervende gezinnen van gelijke aard als de ‘beperkte en tijdelijke’ ge zinnen der grote roofdieren, terwijl we weten dat dit niet het geval is. Wij bezitten geen rechtstreekse bewijzen aangaande de leefwijze der eerste menselijke wezens. De geologen menen hun sporen te vinden in het plioceen en zelfs in het mioeceenvormingen van het tertiair tijdvak, maar de laatste onderzoekingen leren, dat de hedendaagse instellingen der primitieve volkeren zekere sporen vertonen van nog oudere, sinds langs verdwenen instellingen die echter onmiskenbare tekenen hebben nagelaten van haar vroeger bestaan. Zo heeft men vastgesteld,​ dat de mensheid niet begonnen is in de vorm van kleine, afzonderlijke gezinnen.
Regel 551: Regel 549:
 Regel was gemeenschappelijk jagen, vissen, planten, verzorgen van boomgaarden,​ landbouw. Gemeenschappelijke landbouw wordt aangegeven voor de bewoners der Liparische eilanden, de Kelt-Iberische stammen en de Sueven door Diodorus en Julius Caesar. Het is bewezen, dat hij beslaan heeft bij sommige Teutonen-stammen,​ bij de Franken, de oude Schotten, Ieren en de bewoners van Wales. Een 25-tal jaren geleden was gemeenschappelijke bebouwing algemeen nog in zwang in Morbihan (Bretagne). De oude cyvar uit Wales of het gemeenschappelijk span ossen en het gemeenschappelijk bebouwen van het land, waarvan de opbrengst aan het dorpsheiligdom is toegewezen, worden algemeen aangetroffen bij de Kaukasische stammen, die het minst in aanraking kwamen met de beschaving en bij de Russische boeren bestaan zulke gewoonten veelvuldig. Bij vele Aziatische, Oeral-Altaische,​ Mongoolse, Neger-, Roodhuid-, Maleise en Melanesische stammen is gemeenschappelijke grondbebouwing algemene regel. Regel was gemeenschappelijk jagen, vissen, planten, verzorgen van boomgaarden,​ landbouw. Gemeenschappelijke landbouw wordt aangegeven voor de bewoners der Liparische eilanden, de Kelt-Iberische stammen en de Sueven door Diodorus en Julius Caesar. Het is bewezen, dat hij beslaan heeft bij sommige Teutonen-stammen,​ bij de Franken, de oude Schotten, Ieren en de bewoners van Wales. Een 25-tal jaren geleden was gemeenschappelijke bebouwing algemeen nog in zwang in Morbihan (Bretagne). De oude cyvar uit Wales of het gemeenschappelijk span ossen en het gemeenschappelijk bebouwen van het land, waarvan de opbrengst aan het dorpsheiligdom is toegewezen, worden algemeen aangetroffen bij de Kaukasische stammen, die het minst in aanraking kwamen met de beschaving en bij de Russische boeren bestaan zulke gewoonten veelvuldig. Bij vele Aziatische, Oeral-Altaische,​ Mongoolse, Neger-, Roodhuid-, Maleise en Melanesische stammen is gemeenschappelijke grondbebouwing algemene regel.
  
-Maar die gemeenschappelijke bebouwing gaat niet noodzakelijk samen met gemeenschappelijk verbruik. De behaalde buit: vis, vruchten enz. wordt verdeeld tussen de hutten en lange huizen, die bewoond werden door verscheidene families en het voedsel wordt klaar gemaakt aan elke haardstede afzonderlijk. Dat was de regel in de dorpsgemeenschap. Wel had men veel gemeenschappelijke maaltijden, ​b.v. het herdenken der voorouders, godsdienstige feesten, het begin en het eind van de arbeid, geboorten, huwelijken en begrafenissen. Zelfs bleef het gemeenschappelijk verrichten van velerlei landarbeid bestaan, zoals de bevloeiïngskanalen ​graven en onderhouden,​ het gemeenschappelijk maaien der gemeenteweiden. Bij de Kankasische Osseten heeft een ieder die het nodig heeft, het recht als de koekoek roept en de lente aankondigt en als de weiden weldra bedekt zullen zijn met jong gras, van zijn buurman'​s opper het hooi te nemen, waaraan hij voor zijn vee behoefte heeft. Een overblijfsel uit vroegere tijd en een bewijs hoe het teugelloos individualisme in strijd is met de menselijke natuur. Het aanleggen van verbindingswegen,​ de veerschuiten,​ de houten bruggen die 's winters weggenomen en na de voorjaarsoverstromingen weer opgebouwd werden, de omheiningen en ompalingen der dorpen, de aarden forten en de kleine over het grondgebied verspreide torens - dit alles was het werk der barbaarse gemeenschappen. En werd een gemeenschap talrijk, dan ging een jonge telg van haar af en een nieuwe gemeenschap ontstond. Door die vermenigvuldiging van dorpsgemeenschappen zijn de naties ontstaan. Zelfs nu nog verhuizen de Russische boeren kollektief, als zij niet door de ellende geheel ten onder zijn gebracht en vestigen zij zich dan aan de oevers van de Amoer of in Manitoba, bearbeiden het land tezamen en bouwen gemeenschappelijke buizen. En de Engelsen, toen zij begonnen Amerika te koloniseren,​ groepeerden zich in dorpsgemeenschappen,​ dus het oude stelsel. De dorpsgemeenschap was het voornaamste wapen van de barbaren in hun harde strijd tegen een vijandige natuur, evenals een bondgenootschap tegen de verdrukking der sluwste en sterkste.+Maar die gemeenschappelijke bebouwing gaat niet noodzakelijk samen met gemeenschappelijk verbruik. De behaalde buit: vis, vruchten enz. wordt verdeeld tussen de hutten en lange huizen, die bewoond werden door verscheidene families en het voedsel wordt klaar gemaakt aan elke haardstede afzonderlijk. Dat was de regel in de dorpsgemeenschap. Wel had men veel gemeenschappelijke maaltijden, ​bijv. het herdenken der voorouders, godsdienstige feesten, het begin en het eind van de arbeid, geboorten, huwelijken en begrafenissen. Zelfs bleef het gemeenschappelijk verrichten van velerlei landarbeid bestaan, zoals de bevloeiingskanalen ​graven en onderhouden,​ het gemeenschappelijk maaien der gemeenteweiden. Bij de Kankasische Osseten heeft een ieder die het nodig heeft, het recht als de koekoek roept en de lente aankondigt en als de weiden weldra bedekt zullen zijn met jong gras, van zijn buurman'​s opper het hooi te nemen, waaraan hij voor zijn vee behoefte heeft. Een overblijfsel uit vroegere tijd en een bewijs hoe het teugelloos individualisme in strijd is met de menselijke natuur. Het aanleggen van verbindingswegen,​ de veerschuiten,​ de houten bruggen die 's winters weggenomen en na de voorjaarsoverstromingen weer opgebouwd werden, de omheiningen en ompalingen der dorpen, de aarden forten en de kleine over het grondgebied verspreide torens - dit alles was het werk der barbaarse gemeenschappen. En werd een gemeenschap talrijk, dan ging een jonge telg van haar af en een nieuwe gemeenschap ontstond. Door die vermenigvuldiging van dorpsgemeenschappen zijn de naties ontstaan. Zelfs nu nog verhuizen de Russische boeren kollektief, als zij niet door de ellende geheel ten onder zijn gebracht en vestigen zij zich dan aan de oevers van de Amoer of in Manitoba, bearbeiden het land tezamen en bouwen gemeenschappelijke buizen. En de Engelsen, toen zij begonnen Amerika te koloniseren,​ groepeerden zich in dorpsgemeenschappen,​ dus het oude stelsel. De dorpsgemeenschap was het voornaamste wapen van de barbaren in hun harde strijd tegen een vijandige natuur, evenals een bondgenootschap tegen de verdrukking der sluwste en sterkste.
  
 De barbaar der verbeelding als een mens die vecht en doodt naar lust, heeft evenmin bestaan als de bloeddorstige wilde. Integendeel,​ de wezenlijke barbaar gehoorzaamde wel degelijk aan voorschriften,​ die met vroomheid van de ene generatie op de andere werden overgebracht,​ die gevonden werden en voortleefden in verzen en liederen, in spreekwoorden of triaden in gezegden en leringen. De barbaar der verbeelding als een mens die vecht en doodt naar lust, heeft evenmin bestaan als de bloeddorstige wilde. Integendeel,​ de wezenlijke barbaar gehoorzaamde wel degelijk aan voorschriften,​ die met vroomheid van de ene generatie op de andere werden overgebracht,​ die gevonden werden en voortleefden in verzen en liederen, in spreekwoorden of triaden in gezegden en leringen.
Regel 559: Regel 557:
 Liep een twist uit op een gevecht en eindigde zij met verwondingen,​ dan werd de man die er bij was en niet tussenbeiden kwam, behandeld alsof hij zelf de wonden had toegebracht. Liep een twist uit op een gevecht en eindigde zij met verwondingen,​ dan werd de man die er bij was en niet tussenbeiden kwam, behandeld alsof hij zelf de wonden had toegebracht.
  
-Dezelfde geest beheerste ook de rechtspleging. Elke twist kwam voor scheidsrechters,​ die beslisten. Was het geval te ernstig, dan kwam het voor de volksvergadering. Het bewijs moest geleverd worden door zes of twaalf personen, die het kwaad bij ede moesten bevestigen of loochenen. In geval van tegenspraak tussen de twee partijen gezworenen, had het godsgericht plaats. Er bestond geen hogere macht om de beslissing der volksvergadering kracht bij te zetten, haar morele macht was de enige. De enigst mogelijke bedreiging was, dat de gemeenschap den oproerige buiten de gemeenschap zou sluiten, maar omgekeerd kon ook de persoon, die ontevreden was over de volksvergadering,​ verklaren, dat hij de stam zou verlaten en overgaan naar een andere. Opstand tegen een rechtvaardige beslissing was eenvoudig ondenkbaar, omdat wet, zedelijkheid en feit in die dagen onafscheidbaar waren van elkander. Zelfs later nog onderwierp de leenheer, als hij mede-eigenaar bleef van het braakliggende land der gemeente, zich lange tijd aan haar beslissingen over gemeente-aangelegenheden. Of hij edelman was of priester, hij moest zich buigen voor de besluiten van de volksvergadering. Wer daselbst Wasser und Weid genusst, mus gehorsam sein (wie hier gebruik van het water en de weide, moet gehoorzaam zijn) - Zo luidde het oude gezegde en zelfs toen de boeren lijfeigenen waren van hun heer, was deze gehouden voor de volksvergadering te verschijnen,​ als zij hem daarvoor daagden.+Dezelfde geest beheerste ook de rechtspleging. Elke twist kwam voor scheidsrechters,​ die beslisten. Was het geval te ernstig, dan kwam het voor de volksvergadering. Het bewijs moest geleverd worden door zes of twaalf personen, die het kwaad bij ede moesten bevestigen of loochenen. In geval van tegenspraak tussen de twee partijen gezworenen, had het godsgericht plaats. Er bestond geen hogere macht om de beslissing der volksvergadering kracht bij te zetten, haar morele macht was de enige. De enigst mogelijke bedreiging was, dat de gemeenschap den oproerige buiten de gemeenschap zou sluiten, maar omgekeerd kon ook de persoon, die ontevreden was over de volksvergadering,​ verklaren, dat hij de stam zou verlaten en overgaan naar een andere. Opstand tegen een rechtvaardige beslissing was eenvoudig ondenkbaar, omdat wet, zedelijkheid en feit in die dagen onafscheidbaar waren van elkander. Zelfs later nog onderwierp de leenheer, als hij mede-eigenaar bleef van het braakliggende land der gemeente, zich lange tijd aan haar beslissingen over gemeente-aangelegenheden. Of hij edelman was of priester, hij moest zich buigen voor de besluiten van de volksvergadering. ​//Wer daselbst Wasser und Weid genusst, mus gehorsam sein// (wie hier gebruik van het water en de weide, moet gehoorzaam zijn) - Zo luidde het oude gezegde en zelfs toen de boeren lijfeigenen waren van hun heer, was deze gehouden voor de volksvergadering te verschijnen,​ als zij hem daarvoor daagden.
  
-De rechtvaardigheidsbegrippen der barbaren verschillen niet veel van die der wilden. Op een woord moest een woord volgen, op een verwonding een verwonding. Dat was een plicht die volbracht moest worden. De barbaarse rechtvaardigheid wil de beperking van het aantal personen, betrokken in een vete enerzijds en de uitroeiïng ​van het brutaal beginsel van bloed om bloed en wond om wond om het te vervangen door het stelsel van wedervergelding. In de barbaarse wetboeken werd de wedervergelding in de plaats van wraakoefening ‘eerst toegelaten, daarna aangemoedigd en eindelijk opgelegd’. Het z.g. weergeld wordt dikwijls verkeerd begrepen, het is niet een geldboete bij wijze van vrijbrief voor de rijken om te doen wat zij goedvonden, want het was zo aanzienlijk,​ dat het moeilijk een aanmoediging van dergelijke daden kon zijn. In geval van moord was het doorgaans groter dan het hele vermogen van den moordenaar kon zijn. Het weergeld verschilde geheel van de geldboete (fred).+De rechtvaardigheidsbegrippen der barbaren verschillen niet veel van die der wilden. Op een woord moest een woord volgen, op een verwonding een verwonding. Dat was een plicht die volbracht moest worden. De barbaarse rechtvaardigheid wil de beperking van het aantal personen, betrokken in een vete enerzijds en de uitroeiing ​van het brutaal beginsel van bloed om bloed en wond om wond om het te vervangen door het stelsel van wedervergelding. In de barbaarse wetboeken werd de wedervergelding in de plaats van wraakoefening ‘eerst toegelaten, daarna aangemoedigd en eindelijk opgelegd’. Het z.g. weergeld wordt dikwijls verkeerd begrepen, het is niet een geldboete bij wijze van vrijbrief voor de rijken om te doen wat zij goedvonden, want het was zo aanzienlijk,​ dat het moeilijk een aanmoediging van dergelijke daden kon zijn. In geval van moord was het doorgaans groter dan het hele vermogen van den moordenaar kon zijn. Het weergeld verschilde geheel van de geldboete (fred).
  
 ‘Achttien koeien’ is het weergeld bij de Osseten, want die konden niet verder tellen en bij de Afrikaanse stammen bedraagt het 800 koeien en 100 kamelen met hun jongen of 416 schapen bij de armere stammen. Daar het weergeld te hoog was het te kunnen betalen, bleef den moordenaar niets anders over dan door zijn berouw de verongelijkte familie te bewegen hem aan te nemen. Als in de Kaukasus een vete ten einde werd gebracht, raakte de belediger met zijn lippen de borst aan van de oudste vrouw van de stam en wordt aldus een zoogbroeder van al de mannelijke leden der verongelijkte familie. Bij verscheidene Afrikaanse stammen moet hij zijn dochter en zuster aan een of ander lid der familie ten huwelijk geven, bij weer anderen moet hij de vrouw huwen die hij weduwe maakte. In alle gevallen wordt hij lid van de familie en luistert men naar hem bij alle familieaangelegenheden. ‘Achttien koeien’ is het weergeld bij de Osseten, want die konden niet verder tellen en bij de Afrikaanse stammen bedraagt het 800 koeien en 100 kamelen met hun jongen of 416 schapen bij de armere stammen. Daar het weergeld te hoog was het te kunnen betalen, bleef den moordenaar niets anders over dan door zijn berouw de verongelijkte familie te bewegen hem aan te nemen. Als in de Kaukasus een vete ten einde werd gebracht, raakte de belediger met zijn lippen de borst aan van de oudste vrouw van de stam en wordt aldus een zoogbroeder van al de mannelijke leden der verongelijkte familie. Bij verscheidene Afrikaanse stammen moet hij zijn dochter en zuster aan een of ander lid der familie ten huwelijk geven, bij weer anderen moet hij de vrouw huwen die hij weduwe maakte. In alle gevallen wordt hij lid van de familie en luistert men naar hem bij alle familieaangelegenheden.
Regel 589: Regel 587:
 De Kabylen zijn verder gevorderd op het gebied van de landbouw. Hun akkers worden besproeid, bemest en welverzorgd en in de bergstreken wordt elk stukje bruikbaar land met de spade bewerkt. De Kabylen hebben veel tegenspoed gehad, zij leefden onder het Mohammedaanse erfrecht, maar nu zijn ze ongeveer 150 jaar geleden teruggekeerd onder het oude gewoonterecht. Bij hen bestaat privaat-eigendom naast gemeenschappelijk grondbezit. De grondslag van hun samenleving is nog de dorpsgemeenschap,​ samengesteld uit verschillende verenigde families, alsook uit kleinere families van vreemdelingen. Verscheidene stammen vormen weer een clan of stam, verscheidene stammen vormen een bondgenootschap en verscheidene bondgenootschappen kunnen te zamen een verbond aangaan, vooral tot gewapende verdediging. De Kabylen zijn verder gevorderd op het gebied van de landbouw. Hun akkers worden besproeid, bemest en welverzorgd en in de bergstreken wordt elk stukje bruikbaar land met de spade bewerkt. De Kabylen hebben veel tegenspoed gehad, zij leefden onder het Mohammedaanse erfrecht, maar nu zijn ze ongeveer 150 jaar geleden teruggekeerd onder het oude gewoonterecht. Bij hen bestaat privaat-eigendom naast gemeenschappelijk grondbezit. De grondslag van hun samenleving is nog de dorpsgemeenschap,​ samengesteld uit verschillende verenigde families, alsook uit kleinere families van vreemdelingen. Verscheidene stammen vormen weer een clan of stam, verscheidene stammen vormen een bondgenootschap en verscheidene bondgenootschappen kunnen te zamen een verbond aangaan, vooral tot gewapende verdediging.
  
-Zij kennen geen gezag behalve de volksvergadering der dorpsgemeenschap. Alle mondige mannen nemen daaraan deel, in de open lucht of in een gebouw met stenen zitplaatsen en de beslissingen worden klaarblijkelijk eenparig genomen, d.w.z. de besprekingen duren zolang tot allen het eens zijn geworden of toegeven. Gezag is dus niet nodig om tot een beslissing te komen. En dit stelsel is nog in zwang bij honderden, ja, millioenen ​mensen, die verspreid leven over de gehele aarde.+Zij kennen geen gezag behalve de volksvergadering der dorpsgemeenschap. Alle mondige mannen nemen daaraan deel, in de open lucht of in een gebouw met stenen zitplaatsen en de beslissingen worden klaarblijkelijk eenparig genomen, d.w.z. de besprekingen duren zolang tot allen het eens zijn geworden of toegeven. Gezag is dus niet nodig om tot een beslissing te komen. En dit stelsel is nog in zwang bij honderden, ja, miljoenen ​mensen, die verspreid leven over de gehele aarde.
  
 De volksvergadering benoemt haar uitvoerende macht, die bestaat uit den oudste, den schrijver en den ontvanger. Deze zorgt voor de verdeling der gemeentelanden,​ evenals voor allerhande werken van openbaar nut. Een deel van de arbeid wordt in gemeenschap verricht: de wegen, de Moskeën, de fonteinen, de bevloeiïngskanalen,​ de torens ter verdediging,​ de omheiningen enz. Daarentegen zijn de heirbanen, de grote Moskeën en de grote marktplaatsen gemaakt door de stam. De volksvergadering benoemt haar uitvoerende macht, die bestaat uit den oudste, den schrijver en den ontvanger. Deze zorgt voor de verdeling der gemeentelanden,​ evenals voor allerhande werken van openbaar nut. Een deel van de arbeid wordt in gemeenschap verricht: de wegen, de Moskeën, de fonteinen, de bevloeiïngskanalen,​ de torens ter verdediging,​ de omheiningen enz. Daarentegen zijn de heirbanen, de grote Moskeën en de grote marktplaatsen gemaakt door de stam.
Regel 633: Regel 631:
 ..Aangezien wij thans moeten vertrouwen op Gods genade en aan de golven zijn prijsgegeven,​ moet ieder onzer de gelijke zijn van de anderen. En aangezien stormen. woeste baren, zeerovers en andere gevaren ons alom bedreigen, moeten wij stiptelijk de orde handhaven, opdat wij onze reis tot een goed einde mogen brengen. Daarom zullen wij een gebed ten hemel zenden om een gunstige wind en een gelukkige reis te bekomen; en overeenkomstig de wet van het zeewezen, wij diegenen aanstellen die de rechterszetels zullen bekleden’. Daarop verkoos de bemanning een voogd van 4 schepenen, die als haar rechters zouden optreden. Aan het einde der reis legden de voogd en schepenen hun ambt neer en spraken zij de bemanning toe op de volgende wijze: ‘Hetgeen aan boord is gebeurd, moeten wij elkander vergeven; het moet dood en vergeten zijn. Hetgeen wij rechtmatig hebben geoordeeld was uit eerbied voor de rechtvaardigheid. Daarom verzoeken wij u allen in naam der eerlijke gerechtigheid reder gevoel van haat te laten varen en op brood en zout te zweren, dat gij zonder wrok zult blijven. Mocht echter iemand van u zich voor verongelijkt houden, hij kan zich tot den landvoogd wenden en van hem vóór zondsondergang gerechtigheid vragen’. Bij het aanlanden werden de Stock- en de fred-boeten aan den voogd der zeehaven overhandigd,​ om onder de armen uitgedeeld te worden. ..Aangezien wij thans moeten vertrouwen op Gods genade en aan de golven zijn prijsgegeven,​ moet ieder onzer de gelijke zijn van de anderen. En aangezien stormen. woeste baren, zeerovers en andere gevaren ons alom bedreigen, moeten wij stiptelijk de orde handhaven, opdat wij onze reis tot een goed einde mogen brengen. Daarom zullen wij een gebed ten hemel zenden om een gunstige wind en een gelukkige reis te bekomen; en overeenkomstig de wet van het zeewezen, wij diegenen aanstellen die de rechterszetels zullen bekleden’. Daarop verkoos de bemanning een voogd van 4 schepenen, die als haar rechters zouden optreden. Aan het einde der reis legden de voogd en schepenen hun ambt neer en spraken zij de bemanning toe op de volgende wijze: ‘Hetgeen aan boord is gebeurd, moeten wij elkander vergeven; het moet dood en vergeten zijn. Hetgeen wij rechtmatig hebben geoordeeld was uit eerbied voor de rechtvaardigheid. Daarom verzoeken wij u allen in naam der eerlijke gerechtigheid reder gevoel van haat te laten varen en op brood en zout te zweren, dat gij zonder wrok zult blijven. Mocht echter iemand van u zich voor verongelijkt houden, hij kan zich tot den landvoogd wenden en van hem vóór zondsondergang gerechtigheid vragen’. Bij het aanlanden werden de Stock- en de fred-boeten aan den voogd der zeehaven overhandigd,​ om onder de armen uitgedeeld te worden.
  
-Iets dergelijks had plaats als een groep ambachtslieden bijeen kwam om b.v. een kathedraal te bouwen. Allen maakten deel uit van een stad, die haar politieke organisatie bezat en bovendien behoorde elk tot zijn eigen bedrijf, maar zij waren ook nog verenigd door hun gemeenschappelijke onderneming,​ zelfs al waren die bonden geheel tijdelijk. Zij toch stichtten het gild tot het bouwen der kathedraal.+Iets dergelijks had plaats als een groep ambachtslieden bijeen kwam om bijv. een kathedraal te bouwen. Allen maakten deel uit van een stad, die haar politieke organisatie bezat en bovendien behoorde elk tot zijn eigen bedrijf, maar zij waren ook nog verenigd door hun gemeenschappelijke onderneming,​ zelfs al waren die bonden geheel tijdelijk. Zij toch stichtten het gild tot het bouwen der kathedraal.
  
-De statuten van om het even welk gild leren ons het karakter ervan. Eerst een opgave van de algemene broederlijke gevoelens, die allen moeten bezielen, dan de regeling der rechtspleging in geval van twist en daarna de opsomming der maatschappelijke plichten van de broeders. Onderlinge steun is schering en inslag, tot zelfs na de dood moesten de broeders zorgen voor vrouw en kinderen van den overledene. Zij bezaten in gemeenschap enig kateel (chattel) of have (stock), ​b.v. vee, land, gebouwen, plaatsen voor de eredienst. Alle oude veten werden vergeten en nieuwe twisten mochten nooit ontaarden tot veten. Alleen dan als een broeder zijn trouw gebroken had tegenover zijn gildebroeders of tegenover anderen, werd hij uit de broederschap gebannen als een onwaardige.+De statuten van om het even welk gild leren ons het karakter ervan. Eerst een opgave van de algemene broederlijke gevoelens, die allen moeten bezielen, dan de regeling der rechtspleging in geval van twist en daarna de opsomming der maatschappelijke plichten van de broeders. Onderlinge steun is schering en inslag, tot zelfs na de dood moesten de broeders zorgen voor vrouw en kinderen van den overledene. Zij bezaten in gemeenschap enig kateel (chattel) of have (stock), ​bijv. vee, land, gebouwen, plaatsen voor de eredienst. Alle oude veten werden vergeten en nieuwe twisten mochten nooit ontaarden tot veten. Alleen dan als een broeder zijn trouw gebroken had tegenover zijn gildebroeders of tegenover anderen, werd hij uit de broederschap gebannen als een onwaardige.
  
 Alle mogelijke gilden zijn bekend; gilden van lijfeigenen,​ gilden van vrijmannen en gilden van lijfeigen en vrijmannen tevens, gilden die het jagen of vissen of handelsexpedities ten doel hadden, die uiteengingen als het doel was bereikt. Zo heeft men niet alleen kooplieden, ammachtslieden,​ jagers en boeren in gilden verenigd, maar ook gilden van priesters, schilders, lagere onderwijzers en hoogleraren,​ gilden om het passiespel op te voeren, om een kerk te bouwen, om het mysterie van een zekere kunst- of ambachtsschool tot ontwikkeling te brengen of om zich te vermaken. Zelfs gilden van bedelaars, beulen, meisjes van plezier, allen ingericht volgens hetzelfde tweevoudig beginsel van eigen rechtspleging en onderlinge steun. Alle mogelijke gilden zijn bekend; gilden van lijfeigenen,​ gilden van vrijmannen en gilden van lijfeigen en vrijmannen tevens, gilden die het jagen of vissen of handelsexpedities ten doel hadden, die uiteengingen als het doel was bereikt. Zo heeft men niet alleen kooplieden, ammachtslieden,​ jagers en boeren in gilden verenigd, maar ook gilden van priesters, schilders, lagere onderwijzers en hoogleraren,​ gilden om het passiespel op te voeren, om een kerk te bouwen, om het mysterie van een zekere kunst- of ambachtsschool tot ontwikkeling te brengen of om zich te vermaken. Zelfs gilden van bedelaars, beulen, meisjes van plezier, allen ingericht volgens hetzelfde tweevoudig beginsel van eigen rechtspleging en onderlinge steun.
Regel 763: Regel 761:
 Dit was eveneens theorie en praktijk in het midden der XIXe eeuw. Het gehele stelsel van onze staatsopvoeding was van die aard, dat nu nog, zelfs in Engeland, een aanzienlijk deel der maatschappij het zou beschouwen als een revolutionaire maatregel, als men thans dezelfde rechten zou verlenen, die 500 jaar geleden een ieder, vrijman of lijfeigene, bezat in de dorpsgemeenschap,​ het gild, de parochie en de stad. Dit was eveneens theorie en praktijk in het midden der XIXe eeuw. Het gehele stelsel van onze staatsopvoeding was van die aard, dat nu nog, zelfs in Engeland, een aanzienlijk deel der maatschappij het zou beschouwen als een revolutionaire maatregel, als men thans dezelfde rechten zou verlenen, die 500 jaar geleden een ieder, vrijman of lijfeigene, bezat in de dorpsgemeenschap,​ het gild, de parochie en de stad.
  
-De verplichtingen tegenover de staat werden talrijker en die der burgers tegenover elkander verminderden. Bij ziekte waakten twee gildenbroeders om beurten bij een broeder, nu geeft men zijn buurman het adres van het dichtstbijgelegen hospitaal. Toen was de omstander, die bij twist niet tussenbeide kwam, beschouwd als een moordenaar, thans behoeft hij niet tussenbeide te komen, want.... dit is de taak van een politiedienaar. Toen, b.v. bij de Hottentotten,​ was het schande te eten zonder vooraf driemaal met luider stemme, geroepen te hebben of niemand een deel van het voedsel verlangt, thans is het voldoende als hij betaalt in de armenbelasting en voor 't overige kan men de uitgehongerden van honger laten omkomen. Luide werd door de wetenschap verkondigd, dat de strijd van elk tegen allen het leidende beginsel is in de natuur, evenals in de menselijke maatschappijen. Zelfs de godsdienst is individualistisch,​ verzacht door een min of meer liefdadige omgang met onze naaste, vooral op Zondagen.+De verplichtingen tegenover de staat werden talrijker en die der burgers tegenover elkander verminderden. Bij ziekte waakten twee gildenbroeders om beurten bij een broeder, nu geeft men zijn buurman het adres van het dichtstbijgelegen hospitaal. Toen was de omstander, die bij twist niet tussenbeide kwam, beschouwd als een moordenaar, thans behoeft hij niet tussenbeide te komen, want.... dit is de taak van een politiedienaar. Toen, bijv. bij de Hottentotten,​ was het schande te eten zonder vooraf driemaal met luider stemme, geroepen te hebben of niemand een deel van het voedsel verlangt, thans is het voldoende als hij betaalt in de armenbelasting en voor 't overige kan men de uitgehongerden van honger laten omkomen. Luide werd door de wetenschap verkondigd, dat de strijd van elk tegen allen het leidende beginsel is in de natuur, evenals in de menselijke maatschappijen. Zelfs de godsdienst is individualistisch,​ verzacht door een min of meer liefdadige omgang met onze naaste, vooral op Zondagen.
  
 Het schijnt dus vruchteloos,​ in onze hedendaagse maatschappij te zoeken naar instellingen en gewoonten van wederkerig dienstbetoon,​ waar ‘praktische’ en theoretische mensen het individualisme de enige grondslag noemen van het bestaan en voortbestaan der maatschappij. En toch, bij zoeken vinden wij die instellingen en gewoonten nog veelvuldig. Het schijnt dus vruchteloos,​ in onze hedendaagse maatschappij te zoeken naar instellingen en gewoonten van wederkerig dienstbetoon,​ waar ‘praktische’ en theoretische mensen het individualisme de enige grondslag noemen van het bestaan en voortbestaan der maatschappij. En toch, bij zoeken vinden wij die instellingen en gewoonten nog veelvuldig.
Regel 797: Regel 795:
 Eerst was het om zaden en meststoffen te kopen wegens bedrog in die twee handelstakken,​ maar de werkkring breidde zich uit, o.a. wat het verkopen van landbouwprodukten en het verbeteren van de grond betreft. De verwoestingen der Phylloxera riepen tal van wijnbouwersgenootschappen in het leven. Elders treft men fruitières of zuivelgenootschappen aan, weer elders genootschappen tot beschutting der akkers tegen overstroming,​ tot bevloeiing van het land, tot het instandhouden van kanalen. In verband hiermee ontstonden verbruiksverenigingen,​ die ‘een hele omwenteling in onze dorpen teweegbrengen en in elk gewest dragen zij haar eigen bijzondere kenmerken’. (Baudrillart.) Eerst was het om zaden en meststoffen te kopen wegens bedrog in die twee handelstakken,​ maar de werkkring breidde zich uit, o.a. wat het verkopen van landbouwprodukten en het verbeteren van de grond betreft. De verwoestingen der Phylloxera riepen tal van wijnbouwersgenootschappen in het leven. Elders treft men fruitières of zuivelgenootschappen aan, weer elders genootschappen tot beschutting der akkers tegen overstroming,​ tot bevloeiing van het land, tot het instandhouden van kanalen. In verband hiermee ontstonden verbruiksverenigingen,​ die ‘een hele omwenteling in onze dorpen teweegbrengen en in elk gewest dragen zij haar eigen bijzondere kenmerken’. (Baudrillart.)
  
-In Duitsland hetzelfde en ook tal van voorbeelden zouden we kunnen aanhalen uit Italië, Spanje, Denemarken, de Slavische volkeren, die de ‘verenigde familie’ of het ‘onverdeeld huisgezin’ vertonen. En dan in heel sterke mate Rusland, zoals het reusachtig onderzoek van huis tot huis bewees, dat verscheidene zemstvo'​s (provinciale staten) gedaan hebben in verschillende delen des lands over een bevolking van bijna 20 millioen ​boeren.+In Duitsland hetzelfde en ook tal van voorbeelden zouden we kunnen aanhalen uit Italië, Spanje, Denemarken, de Slavische volkeren, die de ‘verenigde familie’ of het ‘onverdeeld huisgezin’ vertonen. En dan in heel sterke mate Rusland, zoals het reusachtig onderzoek van huis tot huis bewees, dat verscheidene zemstvo'​s (provinciale staten) gedaan hebben in verschillende delen des lands over een bevolking van bijna 20 miljoen ​boeren.
  
 Al deze dingen bijeengenomen bewijzen, dat de kern der instellingen,​ gewoonten en gebruiken van wederkerig hulp- en dienstbetoon blijft voortleven bij de menigte; daardoor worden de mensen bijeengehouden,​ blijven zij hangen aan gewoonten, hun geloof en hun overleveringen,​ liever dan de leer aan te nemen van elk tegen allen, die hun voorgehouden wordt onder de naam van wetenschap, zonder het echter te zijn. Al deze dingen bijeengenomen bewijzen, dat de kern der instellingen,​ gewoonten en gebruiken van wederkerig hulp- en dienstbetoon blijft voortleven bij de menigte; daardoor worden de mensen bijeengehouden,​ blijven zij hangen aan gewoonten, hun geloof en hun overleveringen,​ liever dan de leer aan te nemen van elk tegen allen, die hun voorgehouden wordt onder de naam van wetenschap, zonder het echter te zijn.
Regel 809: Regel 807:
 Dit is zeker, dat als men gedurende de laatste 25 jaren de daden van toewijding en opoffering had opgeschreven in de socialistische beweging, men zou er verbaasd over staan. Die meeste mensen waren geen helden, het waren middelmatige mensen, die bezield waren door een groots idee. En wat thans door de socialisten wordt gedaan, werd vroeger door iedere vooruitstrevende,​ politieke en godsdienstige volkspartij gedaan. Alle vroegere vooruitgang werd teweeggebracht door dergelijke mensen en door dusdanige toewijding. Dit is zeker, dat als men gedurende de laatste 25 jaren de daden van toewijding en opoffering had opgeschreven in de socialistische beweging, men zou er verbaasd over staan. Die meeste mensen waren geen helden, het waren middelmatige mensen, die bezield waren door een groots idee. En wat thans door de socialisten wordt gedaan, werd vroeger door iedere vooruitstrevende,​ politieke en godsdienstige volkspartij gedaan. Alle vroegere vooruitgang werd teweeggebracht door dergelijke mensen en door dusdanige toewijding.
  
-Samenwerking werd dikwijls beschreven als gemeenschappelijk individualisme en ontegenzeggelijk is naar strekking het aankweken van koöperatief egoïsme, niet alleen tegenover de gemeenschap in de ruimste zin, maar ook tegenover de samenwerking zelve. Toch was oorspronkelijk de beweging stellig gekenmerkt door wederkerig dienstbetoon. Zelfs thans zijn haar ijverigste voorstanders overtuigd dat de koöperatie de mensheid moet brengen tot een volmaaktere harmonische toestand, wat de ekonomische betrekkingen betreft. Het valt niet te loochenen dat een stroming van brede idealen, van algemene welstand en van solidariteit tussen de voortbrengers in de laatste jaren is ontstaan onder de samenwerkers. De koöperatieve genootschappen vormen een belangrijke faktor van het industriële leven. Vooral in Rusland kan men de koöperatie bestuderen in alle mogelijke vormen. Aldaar is zij een inheems vrucht, een erfenis uit het verleden der middeleeuwen en terwijl een vormelijk ingericht koöperatieve maatschappij van officiële zijde wantrouwen zou verwekken en nu moeten worstelen tegen allerhande wettelijke moeilijkheden,​ maakt de onvormelijke koöperatie,​ de artél, de ware grondslag uit van het Russische boerenleven. De geschiedenis van de ‘wording van Rusland’ en van het kolouiseren van Siberië is de geschiedenis der handeldrijvende en jagende artéls of gitden, gevolgd door dorpsgemeenschappen en thans wordt de artél overal aangetroffen;​ bij iedere groep van 10 à 50 boeren, die uit hetzelfde dorp aan de fabriek gaan arbeiden, evenals bij de werklieden in al de onderdelen van het bouwvak, bij vissers en jagers, bij veroordeelden die op weg zijn naar of in Siberië, bij pakjesdragers aan de spoorweg, bij boodschaplopers aan de beurs, bij werklieden aan de tolkantoren. Alom in de dorpsindustrieën (die aan 7 millioen ​mensen werk verschaffen) - van boven tot beneden in de arbeidersklasse bestaat de tijdelijke of bestendige artél, voor opbrengst en verbruik, in alle mogelijke vormen. Het vissen is nog in handen der artéls bij de Kaspische Zee en op de rivieren die zich daarin uitstorten, bij de Oeral, de Volga en de meren van Noord-Rusland. Als 10 of 20 boeren uit een dorp zich begeven naar een grote stad om te werken, h.v. te weven te metselen, te timmeren enz., vormen zij altijd een artél. Zij huren kamers en een kok - dikwijls fungeert de vrouw van een hunner als zodanig - kiezen een ouderling (elder) en gebruiken hun maaltijden gemeenschappelijk;​ elk betaalt aan de artét zijn aandeel voor voeding en huisvesting. Het ministerie van oorlog heeft proeven genomen om rechtstreeks te onderhandelen met producerende artéls, die te dien einde gevormd waren in de huis-industrie,​ door bestellingen te doen van laarzen en allerhande koper- en ijzerwaren, zij worden als zeer bevredigend beschouwd, terwijl het verpachten van een staats-ijzermijn aan een artél van werklieden, zeven of acht jaar geleden, gunstig is uitgevallen.+Samenwerking werd dikwijls beschreven als gemeenschappelijk individualisme en ontegenzeggelijk is naar strekking het aankweken van koöperatief egoïsme, niet alleen tegenover de gemeenschap in de ruimste zin, maar ook tegenover de samenwerking zelve. Toch was oorspronkelijk de beweging stellig gekenmerkt door wederkerig dienstbetoon. Zelfs thans zijn haar ijverigste voorstanders overtuigd dat de koöperatie de mensheid moet brengen tot een volmaaktere harmonische toestand, wat de ekonomische betrekkingen betreft. Het valt niet te loochenen dat een stroming van brede idealen, van algemene welstand en van solidariteit tussen de voortbrengers in de laatste jaren is ontstaan onder de samenwerkers. De koöperatieve genootschappen vormen een belangrijke faktor van het industriële leven. Vooral in Rusland kan men de koöperatie bestuderen in alle mogelijke vormen. Aldaar is zij een inheems vrucht, een erfenis uit het verleden der middeleeuwen en terwijl een vormelijk ingericht koöperatieve maatschappij van officiële zijde wantrouwen zou verwekken en nu moeten worstelen tegen allerhande wettelijke moeilijkheden,​ maakt de onvormelijke koöperatie,​ de artél, de ware grondslag uit van het Russische boerenleven. De geschiedenis van de ‘wording van Rusland’ en van het kolouiseren van Siberië is de geschiedenis der handeldrijvende en jagende artéls of gitden, gevolgd door dorpsgemeenschappen en thans wordt de artél overal aangetroffen;​ bij iedere groep van 10 à 50 boeren, die uit hetzelfde dorp aan de fabriek gaan arbeiden, evenals bij de werklieden in al de onderdelen van het bouwvak, bij vissers en jagers, bij veroordeelden die op weg zijn naar of in Siberië, bij pakjesdragers aan de spoorweg, bij boodschaplopers aan de beurs, bij werklieden aan de tolkantoren. Alom in de dorpsindustrieën (die aan 7 miljoen ​mensen werk verschaffen) - van boven tot beneden in de arbeidersklasse bestaat de tijdelijke of bestendige artél, voor opbrengst en verbruik, in alle mogelijke vormen. Het vissen is nog in handen der artéls bij de Kaspische Zee en op de rivieren die zich daarin uitstorten, bij de Oeral, de Volga en de meren van Noord-Rusland. Als 10 of 20 boeren uit een dorp zich begeven naar een grote stad om te werken, h.v. te weven te metselen, te timmeren enz., vormen zij altijd een artél. Zij huren kamers en een kok - dikwijls fungeert de vrouw van een hunner als zodanig - kiezen een ouderling (elder) en gebruiken hun maaltijden gemeenschappelijk;​ elk betaalt aan de artét zijn aandeel voor voeding en huisvesting. Het ministerie van oorlog heeft proeven genomen om rechtstreeks te onderhandelen met producerende artéls, die te dien einde gevormd waren in de huis-industrie,​ door bestellingen te doen van laarzen en allerhande koper- en ijzerwaren, zij worden als zeer bevredigend beschouwd, terwijl het verpachten van een staats-ijzermijn aan een artél van werklieden, zeven of acht jaar geleden, gunstig is uitgevallen.
  
 Ook op het Balkan-Schiereiland,​ het Turkse keizerrijk en de Kaukasus zijn de oude gilden blijven voortleven, zoals de Esnafs in Servië en de Kankasische amkari, vooral te Tiflis, die behalve hun werkzaamheden,​ een aanzienlijke invloed behielden op het stedelijk bestuur. Ook op het Balkan-Schiereiland,​ het Turkse keizerrijk en de Kaukasus zijn de oude gilden blijven voortleven, zoals de Esnafs in Servië en de Kankasische amkari, vooral te Tiflis, die behalve hun werkzaamheden,​ een aanzienlijke invloed behielden op het stedelijk bestuur.
Regel 854: Regel 852:
   * [2] Wat dit ‘wettelijk’ hierbij doet, begrijpen we niet. Immers, de wet is een dwangmiddel,​ waardoor het hogere menszijn zeker niet bevorderd wordt. Zij eist altijd een dwanginstituut om onwilligen met geweld te dwingen zich te onderwerpen. Het is dus een op geweld gebaseerde orde en in strijd met de vrijheid, want deze is niet de dochter, maar de moeder der orde.   * [2] Wat dit ‘wettelijk’ hierbij doet, begrijpen we niet. Immers, de wet is een dwangmiddel,​ waardoor het hogere menszijn zeker niet bevorderd wordt. Zij eist altijd een dwanginstituut om onwilligen met geweld te dwingen zich te onderwerpen. Het is dus een op geweld gebaseerde orde en in strijd met de vrijheid, want deze is niet de dochter, maar de moeder der orde.
   * [3] Perkament en papier, drukken en graveren, verbeterd glas en staal, buskruit, uurwerken, telescopen, het zeekompas, de tijdrekening van de nieuwe stijl, het tientallig stelsel, stelkunde, trigonometrie,​ scheikunde, contra-punt (een uitvinding die gelijk staat met een herschepping der muziek) - dat alles zijn wij verschuldigd aan die tijd, die wij met zoveel minachting het stationair tijdperk hebben genoemd. (Whewell.)   * [3] Perkament en papier, drukken en graveren, verbeterd glas en staal, buskruit, uurwerken, telescopen, het zeekompas, de tijdrekening van de nieuwe stijl, het tientallig stelsel, stelkunde, trigonometrie,​ scheikunde, contra-punt (een uitvinding die gelijk staat met een herschepping der muziek) - dat alles zijn wij verschuldigd aan die tijd, die wij met zoveel minachting het stationair tijdperk hebben genoemd. (Whewell.)
 +
 +{{tag>"​menselijke natuur"​ filosofie "​natuur en milieu"​}}
namespace/de_twee_grote_wetten_der_natuur.txt · Laatst gewijzigd: 18/04/20 18:15 door defiance