Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:naar_een_ecologische_maatschappij

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
Volgende revisie Beide kanten volgende revisie
namespace:naar_een_ecologische_maatschappij [11/12/19 13:28]
defiance
namespace:naar_een_ecologische_maatschappij [11/12/19 13:35]
defiance
Regel 39: Regel 39:
 Het is duidelijk dat deze harmonische visie op de natuur uit de harmonische relatie binnen de vroege menselijke gemeenschap volgt. Net zoals de middeleeuwse theologie de christelijke hemel een feodale opbouw gaf, zo hebben volken van alle eeuwen hun sociale structuur geprojecteerd op de natuurlijke wereld. Voor de Algonkians van de Noord-Amerikaanse bossen, leefde de bever in zijn eigen clans in beverwoningen,​ samenwerkend om het welzijn van de gemeenschap te bevorderen. De dieren hadden in hun ogen ook een magie en totems en zij werden bezield door de Manitou, wiens geest de hele kosmos voedde. Daarom moesten de dieren gunstig worden gestemd, omdat ze anders weleens konden weigeren de mensen huiden en vlees te verschaffen. De bereidheid tot samenwerking,​ die een voorwaarde vormde voor het overleven van de organische gemeenschap,​ behoorde helemaal tot deze beschouwingswijze van de schriftloze volken op de natuur en op het samenspel tussen de natuurlijke en sociale wereld. Het is duidelijk dat deze harmonische visie op de natuur uit de harmonische relatie binnen de vroege menselijke gemeenschap volgt. Net zoals de middeleeuwse theologie de christelijke hemel een feodale opbouw gaf, zo hebben volken van alle eeuwen hun sociale structuur geprojecteerd op de natuurlijke wereld. Voor de Algonkians van de Noord-Amerikaanse bossen, leefde de bever in zijn eigen clans in beverwoningen,​ samenwerkend om het welzijn van de gemeenschap te bevorderen. De dieren hadden in hun ogen ook een magie en totems en zij werden bezield door de Manitou, wiens geest de hele kosmos voedde. Daarom moesten de dieren gunstig worden gestemd, omdat ze anders weleens konden weigeren de mensen huiden en vlees te verschaffen. De bereidheid tot samenwerking,​ die een voorwaarde vormde voor het overleven van de organische gemeenschap,​ behoorde helemaal tot deze beschouwingswijze van de schriftloze volken op de natuur en op het samenspel tussen de natuurlijke en sociale wereld.
  
-Het openbreken van deze een eenheid vormende, organische gemeenschappen die gebaseerd waren op een arbeidsdeling naar sekse en op onderlinge verwant schap, de overgang naar een hiërarchische en tenslotte een klassenmaatschappij,​ brak geleidelijk de eenheid van de maatschappij met de natuurlijke wereld af. Deze afbraak uitte zich in de herordening van clans en stammen in gerontocratieën waarin de ouderen de jongeren overheersen,​ in het ontstaan van de patriarchale familie, waarin de vrouw volledig ondergeschikt aan de man was, en nog later in de omvorming van de op sociale status gebaseerde hiërarchieën tot economische klassen gebaseerd op systematische materiële uitbuiting. Ze uitte zich in het ontstaan van de stad, gevolgd door de toenemende macht van de stad over het land en van nationale over familiebanden,​ en uiteindelijk in het verschijnen van de staat, een apparaat van beroepsmilitairen,​ bureaucraten en politici, dat een dwingende macht uitoefende over de nog bestaande overblijfselen van het communale leven. Al deze opdelingen en tegenstellingen die uiteindelijk de archaïsche wereld verbrokkelden en verpulverden,​ brachten een heroriëntering van het geheel van de menselijke ervaringen langs hiërarchische lijnen teweeg. Deze sociale ordening leidde er niet alleen toe dat de maatschappij innerlijk verdeeld raakte, maar maakte de overheerste klassen medeplichtig aan de overheersing van henzelf en maakte de vrouwen medeplichtig aan de eigen slavernij. In feite werd de psyche van het individu in zichzelf verdeeld door de suprematie van de geest over het lichaam en door de hiërarchische rationaliteit over de gevoelservaringen te vestigen. In die mate dat het menselijk subject het object werd van de sociale- , en uiteindelijk van de zelf-manipulatie volgens hiërarchische normen. Evenzo werd de natuur tot object gemaakt en gereduceerd tot een metafysisch geheel, in vele opzichten net zo’n constructie als het animistisch begrip uit de archaïsche samenleving,​ maar nu bestaande uit mechanistische begrippen.[1]+Het openbreken van deze een eenheid vormende, organische gemeenschappen die gebaseerd waren op een arbeidsdeling naar sekse en op onderlinge verwant schap, de overgang naar een hiërarchische en tenslotte een klassenmaatschappij,​ brak geleidelijk de eenheid van de maatschappij met de natuurlijke wereld af. Deze afbraak uitte zich in de herordening van clans en stammen in gerontocratieën[1] waarin de ouderen de jongeren overheersen,​ in het ontstaan van de patriarchale familie, waarin de vrouw volledig ondergeschikt aan de man was, en nog later in de omvorming van de op sociale status gebaseerde hiërarchieën tot economische klassen gebaseerd op systematische materiële uitbuiting. Ze uitte zich in het ontstaan van de stad, gevolgd door de toenemende macht van de stad over het land en van nationale over familiebanden,​ en uiteindelijk in het verschijnen van de staat, een apparaat van beroepsmilitairen,​ bureaucraten en politici, dat een dwingende macht uitoefende over de nog bestaande overblijfselen van het communale leven. Al deze opdelingen en tegenstellingen die uiteindelijk de archaïsche wereld verbrokkelden en verpulverden,​ brachten een heroriëntering van het geheel van de menselijke ervaringen langs hiërarchische lijnen teweeg. Deze sociale ordening leidde er niet alleen toe dat de maatschappij innerlijk verdeeld raakte, maar maakte de overheerste klassen medeplichtig aan de overheersing van henzelf en maakte de vrouwen medeplichtig aan de eigen slavernij. In feite werd de psyche van het individu in zichzelf verdeeld door de suprematie van de geest over het lichaam en door de hiërarchische rationaliteit over de gevoelservaringen te vestigen. In die mate dat het menselijk subject het object werd van de sociale- , en uiteindelijk van de zelf-manipulatie volgens hiërarchische normen. Evenzo werd de natuur tot object gemaakt en gereduceerd tot een metafysisch geheel, in vele opzichten net zo’n constructie als het animistisch begrip uit de archaïsche samenleving,​ maar nu bestaande uit mechanistische begrippen.[2]
  
 De erfenis van het verleden uit zich nu als verborgen problemen welke onze eigen tijd nooit heeft kunnen oplossen. Ik heb het niet alleen over de ketenen van de burgerlijke samenleving,​ maar ook over de ketenen gesmeed door duizenden jaren hiërarchische maatschappij die het gezin patriarchaal gebonden houden; die generaties aan de gerontocratie onderwerpen en de geest in verwrongen houdingen van zelfverloochening en zelfvernedering dwingen. De erfenis van het verleden uit zich nu als verborgen problemen welke onze eigen tijd nooit heeft kunnen oplossen. Ik heb het niet alleen over de ketenen van de burgerlijke samenleving,​ maar ook over de ketenen gesmeed door duizenden jaren hiërarchische maatschappij die het gezin patriarchaal gebonden houden; die generaties aan de gerontocratie onderwerpen en de geest in verwrongen houdingen van zelfverloochening en zelfvernedering dwingen.
  
-Zelfs nog voor het verschijnen van de bourgeois- samenleving,​ wordt in de Helleense beschouwingswijze de vrouw feitelijk als een roerend goed voorgesteld,​ en de Hebreeuwse zeden plaatsen in Abrahams handen de macht om Isaac te doden. Het reduceren van menselijke wezens tot Objecten, als slaven, vrouwen of kinderen, vindt zijn exacte parallel in Adams macht om de dieren namen te geven en ze te overheersen,​ om de wereld van datgene wat leeft in dienst van de mens te plaatsen. Zo is in de twee hoofdstromingen van de westerse beschaving, het Hellenisme en het Jodendom, de prometeïese ​macht van de man uitgedrukt in een ideologie van repressieve rationaliteit en hiërarchische zedelijkheid. De vrouw werd “de belichaming van de biologische functie, het beeld van de natuur”, merken Horkheimer en Adorno op, “wier onderwerping de aanspraak van de maatschappij op roem vormde. Duizenden jaren lang droomden mannen van het verwerven van een absolute heerschappij over de natuur, van het veranderen van de kosmos in een immens jachtterrein. Zover kwam het met het begrip mens in een door de man gedomineerde maatschappij. Het was het gewicht van de rede waarop de man zich het meest liet voorstaan. De vrouw was zwakker en kleiner. Tussen haar en de man bestond een verschil dat zij niet kon overbruggen,​ een door de natuur opgelegd verschil, het meest vernederende dat kan bestaan in een mannenmaatschappij. Daar waar de heerschappij over de natuur het enige doel is, is de biologische inferioriteit een opvallend brandmerk en is de zwakheid opgelegd door de natuur de belangrijkste stimulans tot agressie”. Het is niet toevallig dat Horkheimer en Adorno deze opmerkingen rangschikken onder “Mens en Dier”, want zij verschaffen een fundamenteel inzicht, niet alleen in de relatie van de man met de vrouw, maar ook in de relatie van de man in de hiërarchische maatschappij met de wereld van de natuur als geheel.+Zelfs nog voor het verschijnen van de bourgeois- samenleving,​ wordt in de Helleense beschouwingswijze de vrouw feitelijk als een roerend goed voorgesteld,​ en de Hebreeuwse zeden plaatsen in Abrahams handen de macht om Isaac te doden. Het reduceren van menselijke wezens tot Objecten, als slaven, vrouwen of kinderen, vindt zijn exacte parallel in Adams macht om de dieren namen te geven en ze te overheersen,​ om de wereld van datgene wat leeft in dienst van de mens te plaatsen. Zo is in de twee hoofdstromingen van de westerse beschaving, het Hellenisme en het Jodendom, de prometheïsche[3] ​macht van de man uitgedrukt in een ideologie van repressieve rationaliteit en hiërarchische zedelijkheid. De vrouw werd “de belichaming van de biologische functie, het beeld van de natuur”, merken Horkheimer en Adorno op, “wier onderwerping de aanspraak van de maatschappij op roem vormde. Duizenden jaren lang droomden mannen van het verwerven van een absolute heerschappij over de natuur, van het veranderen van de kosmos in een immens jachtterrein. Zover kwam het met het begrip mens in een door de man gedomineerde maatschappij. Het was het gewicht van de rede waarop de man zich het meest liet voorstaan. De vrouw was zwakker en kleiner. Tussen haar en de man bestond een verschil dat zij niet kon overbruggen,​ een door de natuur opgelegd verschil, het meest vernederende dat kan bestaan in een mannenmaatschappij. Daar waar de heerschappij over de natuur het enige doel is, is de biologische inferioriteit een opvallend brandmerk en is de zwakheid opgelegd door de natuur de belangrijkste stimulans tot agressie”. Het is niet toevallig dat Horkheimer en Adorno deze opmerkingen rangschikken onder “Mens en Dier”, want zij verschaffen een fundamenteel inzicht, niet alleen in de relatie van de man met de vrouw, maar ook in de relatie van de man in de hiërarchische maatschappij met de wereld van de natuur als geheel.
  
 Het begrip rechtvaardigheid,​ losgekoppeld van het vrijheidsideaal,​ brengt al deze waarden samen in één principe van de gelijkwaardigheid,​ dat de inhoud van de archaïsche gelijkheid ontkent. In de organische samenleving hebben alle menselijke wezens recht op bestaansmiddelen,​ onafhankelijk van hun arbeidsopbrengst. Paul Radin noemt dit de "regel van het niet te reduceren minimum."​ De archaïsche samenleving erkent hier de ongelijkheid;​ het feit dat de zwakken afhankelijk zijn van de sterken, de zieken van de gezonden, de jongeren en ouden van de volwassenen. Ware vrijheid is, in feite, een gelijkheid van ongelijken, die het recht op leven niet ontzegt aan diegenen wier vermogens niet of nauwelijks ontwikkeld zijn. Ironisch genoeg erkent de mensheid in deze materieel onontwikkelde economieën het recht van allen op de schaarse bestaansmiddelen met sterke nadruk. Waar er in de stam een geest van wederkerigheid heerst die verwanten voor elkaar verantwoordelijk houdt wordt dit recht edelmoediger toegepast dan in een materieel ontwikkelde economie, waarin steeds grotere overschotten ontstaan, wat een elkaar verdringen om privileges met zich meebrengt. Het begrip rechtvaardigheid,​ losgekoppeld van het vrijheidsideaal,​ brengt al deze waarden samen in één principe van de gelijkwaardigheid,​ dat de inhoud van de archaïsche gelijkheid ontkent. In de organische samenleving hebben alle menselijke wezens recht op bestaansmiddelen,​ onafhankelijk van hun arbeidsopbrengst. Paul Radin noemt dit de "regel van het niet te reduceren minimum."​ De archaïsche samenleving erkent hier de ongelijkheid;​ het feit dat de zwakken afhankelijk zijn van de sterken, de zieken van de gezonden, de jongeren en ouden van de volwassenen. Ware vrijheid is, in feite, een gelijkheid van ongelijken, die het recht op leven niet ontzegt aan diegenen wier vermogens niet of nauwelijks ontwikkeld zijn. Ironisch genoeg erkent de mensheid in deze materieel onontwikkelde economieën het recht van allen op de schaarse bestaansmiddelen met sterke nadruk. Waar er in de stam een geest van wederkerigheid heerst die verwanten voor elkaar verantwoordelijk houdt wordt dit recht edelmoediger toegepast dan in een materieel ontwikkelde economie, waarin steeds grotere overschotten ontstaan, wat een elkaar verdringen om privileges met zich meebrengt.
Regel 55: Regel 55:
 Toch moet het feit onder ogen worden gezien dat dit systeem omvergeworpen moet worden en vervangen door een maatschappij die het evenwicht zal herstellen tussen de maatschappij en de natuur. Een ecologische maatschappij die allereerst moet beginnen de blinddoek van Justitias ogen te verwijderen en de ongelijkheid van gelijken moet vervangen door een gelijkheid van ongelijken. We moeten inzien dat de poging de natuur te domineren voortkomt uit de overheersing van de ene mens door de andere; en dat de een harmonisatie van onze relatie met de natuurlijke wereld als voorwaarde de harmonisatie van de sociale wereld heeft. Afgezien van wat stoffige wetenschappelijke geschriften zal de natuurlijke ecologie geen betekenis voor ons hebben als we niet een sociale ecologie ontwikkelen die relevant is voor onze tijd. Toch moet het feit onder ogen worden gezien dat dit systeem omvergeworpen moet worden en vervangen door een maatschappij die het evenwicht zal herstellen tussen de maatschappij en de natuur. Een ecologische maatschappij die allereerst moet beginnen de blinddoek van Justitias ogen te verwijderen en de ongelijkheid van gelijken moet vervangen door een gelijkheid van ongelijken. We moeten inzien dat de poging de natuur te domineren voortkomt uit de overheersing van de ene mens door de andere; en dat de een harmonisatie van onze relatie met de natuurlijke wereld als voorwaarde de harmonisatie van de sociale wereld heeft. Afgezien van wat stoffige wetenschappelijke geschriften zal de natuurlijke ecologie geen betekenis voor ons hebben als we niet een sociale ecologie ontwikkelen die relevant is voor onze tijd.
  
-De alternatieven die ons voor ogen staan, in deze maatschappij beheerst door productie omwille van zichzelf, zijn zonder meer duidelijk. Meer dan enige samenleving in het verleden heeft het moderne kapitalisme de ontwikkeling van de techniek tot een punt gebracht, waar we eindelijk de zware arbeid als basisvoorwaarde voor het leven voor de grote meerderheid van de mensen kunnen elimineren en de eeuwenoude vloek van de materiële schaarste en onzekerheid als basiskenmerk van de maatschappij kunnen afschaffen. We leven vandaag de dag op de drempel van een maatschappij van potentiële overvloed, waarin de gelijkheid van de ongelijken niet langer meer de fundamentele regel van een kleine groep hoeft te zijn, maar de universele voorwaarde voor de hele mensheid, voor het individu wiens sociale relaties bepaald worden door vrije keuze en persoonlijk voorkeur eerder dan door de archaïsche bloedband. De prometeïese ​persoonlijkheid,​ de patriarchale familie, het privébezit,​ de repressieve rede, de territoriale stad en de staat hebben hun histories werk gedaan in het meedogenloos mobiliseren van de arbeid, in het ontwikkelen van de productiekrachten en in het transformeren van de wereld. Deze instellingen en begrippen zijn nu totaal irrationeel geworden. Het zogeheten '​noodzakelijk kwaad’, in de woorden van Bakoenin, is in een absoluut kwaad veranderd. De ecologische crisis van onze tijd laat zien dat de productiemiddelen die ontwikkeld zijn door de hiërarchische samenleving en in het bijzonder door het kapitalisme,​ te sterk zijn uitgegroeid om als middel van overheersing te laten bestaan.+De alternatieven die ons voor ogen staan, in deze maatschappij beheerst door productie omwille van zichzelf, zijn zonder meer duidelijk. Meer dan enige samenleving in het verleden heeft het moderne kapitalisme de ontwikkeling van de techniek tot een punt gebracht, waar we eindelijk de zware arbeid als basisvoorwaarde voor het leven voor de grote meerderheid van de mensen kunnen elimineren en de eeuwenoude vloek van de materiële schaarste en onzekerheid als basiskenmerk van de maatschappij kunnen afschaffen. We leven vandaag de dag op de drempel van een maatschappij van potentiële overvloed, waarin de gelijkheid van de ongelijken niet langer meer de fundamentele regel van een kleine groep hoeft te zijn, maar de universele voorwaarde voor de hele mensheid, voor het individu wiens sociale relaties bepaald worden door vrije keuze en persoonlijk voorkeur eerder dan door de archaïsche bloedband. De prometheïsche ​persoonlijkheid,​ de patriarchale familie, het privébezit,​ de repressieve rede, de territoriale stad en de staat hebben hun histories werk gedaan in het meedogenloos mobiliseren van de arbeid, in het ontwikkelen van de productiekrachten en in het transformeren van de wereld. Deze instellingen en begrippen zijn nu totaal irrationeel geworden. Het zogeheten '​noodzakelijk kwaad’, in de woorden van Bakoenin, is in een absoluut kwaad veranderd. De ecologische crisis van onze tijd laat zien dat de productiemiddelen die ontwikkeld zijn door de hiërarchische samenleving en in het bijzonder door het kapitalisme,​ te sterk zijn uitgegroeid om als middel van overheersing te laten bestaan.
  
 Als aan de andere kant de huidige maatschappij nog langer doorgaat op deze weg, zullen de ecologische problemen waar we mee geconfronteerd worden nog groter zijn dan die welke we nu vervuiling noemen. Een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf is op zich anti-ecologisch en de consequenties ervan zijn een verscheurde natuurlijke wereld, een wereld waarvan de organische complexiteit gedegradeerd is door de techniek tot het anorganische spul dat van het einde van de lopende band rolt. Naarmate de steden als een kankergezwel over het land groeien, naarmate complexe materialen veranderen in eenvoudige materialen, naarmate de verscheidenheid verdwijnt tussen de kaken van een synthetische omgeving, samengesteld uit glas, bakstenen, beton, metaal en machines, worden de complexe voedselketens waarvan we afhankelijk zijn steeds simpeler. Deze zijn noodzakelijk voor de gezondheid van onze grond, voor de integriteit van onze oceanen en atmosfeer en voor de fysiologische levensvatbaarheid van ons bestaan. Het systeem zal door zijn mateloos verslinden van de natuur letterlijk de hele biosfeer reduceren tot de fragiele eenvoud van de natuurlijke evenwichten van onze woestijnen en poolstreken. We zullen het proces van de organische evolutie omkeren, dat de flora en fauna gedifferentieerd heeft tot steeds complexere vormen en verhoudingen,​ en daardoor zullen we een eenvoudiger en minder stabiele wereld van leven scheppen. De uiteindelijke gevolgen van deze verschrikkelijke regressie zijn volledig voorspelbaar. De biosfeer zal zo fragiel worden dat deze uiteindelijk ineen zal storten, en de organische voorwaarde voor het menselijke leven zal verdwijnen. Dat dit voort zal vloeien uit een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf, is, naar mijn idee, alleen maar een kwestie van tijd, hoewel het onmogelijk is te voorspellen wanneer dit zal gebeuren. Als aan de andere kant de huidige maatschappij nog langer doorgaat op deze weg, zullen de ecologische problemen waar we mee geconfronteerd worden nog groter zijn dan die welke we nu vervuiling noemen. Een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf is op zich anti-ecologisch en de consequenties ervan zijn een verscheurde natuurlijke wereld, een wereld waarvan de organische complexiteit gedegradeerd is door de techniek tot het anorganische spul dat van het einde van de lopende band rolt. Naarmate de steden als een kankergezwel over het land groeien, naarmate complexe materialen veranderen in eenvoudige materialen, naarmate de verscheidenheid verdwijnt tussen de kaken van een synthetische omgeving, samengesteld uit glas, bakstenen, beton, metaal en machines, worden de complexe voedselketens waarvan we afhankelijk zijn steeds simpeler. Deze zijn noodzakelijk voor de gezondheid van onze grond, voor de integriteit van onze oceanen en atmosfeer en voor de fysiologische levensvatbaarheid van ons bestaan. Het systeem zal door zijn mateloos verslinden van de natuur letterlijk de hele biosfeer reduceren tot de fragiele eenvoud van de natuurlijke evenwichten van onze woestijnen en poolstreken. We zullen het proces van de organische evolutie omkeren, dat de flora en fauna gedifferentieerd heeft tot steeds complexere vormen en verhoudingen,​ en daardoor zullen we een eenvoudiger en minder stabiele wereld van leven scheppen. De uiteindelijke gevolgen van deze verschrikkelijke regressie zijn volledig voorspelbaar. De biosfeer zal zo fragiel worden dat deze uiteindelijk ineen zal storten, en de organische voorwaarde voor het menselijke leven zal verdwijnen. Dat dit voort zal vloeien uit een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf, is, naar mijn idee, alleen maar een kwestie van tijd, hoewel het onmogelijk is te voorspellen wanneer dit zal gebeuren.
Regel 63: Regel 63:
 Zo’n eco-gemeenschap zou de kloof tussen stad en het platteland overbruggen en in feite ook die tussen geest en lichaam door intellectueel en lichamelijk werk tot een eenheid te maken en industrie met landbouw te verenigen in een afwisseling en verscheidenheid van beroepstaken. Een eco-gemeenschap zou gesteund worden door een nieuw soort techniek - eco-techniek - samengesteld uit veelzijdige machines gericht op de productie van duurzame kwaliteitsgoederen en niet op die van wegwerpproducten en fraai uitgevoerde rotzooi. Dit is geen pleidooi voor het verlaten van de techniek en de terugkeer naar het voedsel verzamelen uit het paleolithicum. Integendeel,​ onze bestaande techniek is niet fijn genoeg ontwikkeld in vergelijking met de kleinschaliger,​ veelzijdiger eco-techniek die ontwikkeld zou kunnen worden en voor een groot deel al beschikbaar is in testmodellen of op de tekentafel. Zo’n eco-techniek zou gebruik maken van de onuitputtelijke energiebronnen van de natuur, de zon en wind, de getijden en waterstromen,​ de temperatuurverschillen van de aarde en de overvloed van waterstof om ons heen als brandstof, om de eco-gemeenschap te voorzien van niet-vervuilende materialen of van materialen die gemakkelijk gerecycled kunnen worden. Decentralisatie zou het mogelijk maken de enorme afvalproblemen te vermijden die door onze gigantische steden worden geschapen, afval dat alleen verbrand of in de zee gedumpt kan worden. Zo’n eco-gemeenschap zou de kloof tussen stad en het platteland overbruggen en in feite ook die tussen geest en lichaam door intellectueel en lichamelijk werk tot een eenheid te maken en industrie met landbouw te verenigen in een afwisseling en verscheidenheid van beroepstaken. Een eco-gemeenschap zou gesteund worden door een nieuw soort techniek - eco-techniek - samengesteld uit veelzijdige machines gericht op de productie van duurzame kwaliteitsgoederen en niet op die van wegwerpproducten en fraai uitgevoerde rotzooi. Dit is geen pleidooi voor het verlaten van de techniek en de terugkeer naar het voedsel verzamelen uit het paleolithicum. Integendeel,​ onze bestaande techniek is niet fijn genoeg ontwikkeld in vergelijking met de kleinschaliger,​ veelzijdiger eco-techniek die ontwikkeld zou kunnen worden en voor een groot deel al beschikbaar is in testmodellen of op de tekentafel. Zo’n eco-techniek zou gebruik maken van de onuitputtelijke energiebronnen van de natuur, de zon en wind, de getijden en waterstromen,​ de temperatuurverschillen van de aarde en de overvloed van waterstof om ons heen als brandstof, om de eco-gemeenschap te voorzien van niet-vervuilende materialen of van materialen die gemakkelijk gerecycled kunnen worden. Decentralisatie zou het mogelijk maken de enorme afvalproblemen te vermijden die door onze gigantische steden worden geschapen, afval dat alleen verbrand of in de zee gedumpt kan worden.
  
-Ecoge-meenschappen en eco-techniek in een schaal passend bij de menselijke dimensie, zullen een nieuw tijdperk inluiden van onderlinge relaties. Een tijdperk van directe democratie door de vrije tijd te verschaffen die het de mensen mogelijk zal maken op Helleense wijze de zaken van de gemeenschap te beheren zonder de bemiddeling van een bureaucratie of van beroepspolitici. De kloven, eeuwen tevoren veroorzaakt door een hiërarchische maatschappij,​ zullen dan overbrugd en gesloten worden. De vijandige scheiding tussen seksen en leef tijdsgroepen,​ stad en platteland, bestuur en gemeenschap,​ geest en lichaam zullen worden verzoend en een harmonie vormen in een humanistische en ecologische synthese. Uit deze overgang zal een nieuwe relatie tussen de mensheid en de natuurlijke wereld tevoorschijn komen, waarin de gemeenschap opgevat zal worden als een ecosysteem gebaseerd op eenheid in verscheidenheid,​ spontaniteit en niet-hiërarchische relaties. We moeten opnieuw in onze eigen geest de herbezieling door de natuurlijke wereld proberen te bereiken. Zeker niet door een verwerpelijke terugkeer naar de mythen van het archaïsche tijdperk, maar door in het menselijk bewustzijn een zelfbewuste en door eigen activiteit gevormde natuurlijke wereld te zien. Dit bewustzijn probeert, gesteund door een niet onderdrukkende rationaliteit de diversiteit en complexiteit van het leven te bevorderen. Uit deze niet-prometeiese ​oriëntatie zal een nieuw bewustzijn tevoorschijn komen, dat in Marx' woorden, de vermenselijking van de natuur en de vernatuurlijking van de mens zal voortbrengen.+Ecoge-meenschappen en eco-techniek in een schaal passend bij de menselijke dimensie, zullen een nieuw tijdperk inluiden van onderlinge relaties. Een tijdperk van directe democratie door de vrije tijd te verschaffen die het de mensen mogelijk zal maken op Helleense wijze de zaken van de gemeenschap te beheren zonder de bemiddeling van een bureaucratie of van beroepspolitici. De kloven, eeuwen tevoren veroorzaakt door een hiërarchische maatschappij,​ zullen dan overbrugd en gesloten worden. De vijandige scheiding tussen seksen en leef tijdsgroepen,​ stad en platteland, bestuur en gemeenschap,​ geest en lichaam zullen worden verzoend en een harmonie vormen in een humanistische en ecologische synthese. Uit deze overgang zal een nieuwe relatie tussen de mensheid en de natuurlijke wereld tevoorschijn komen, waarin de gemeenschap opgevat zal worden als een ecosysteem gebaseerd op eenheid in verscheidenheid,​ spontaniteit en niet-hiërarchische relaties. We moeten opnieuw in onze eigen geest de herbezieling door de natuurlijke wereld proberen te bereiken. Zeker niet door een verwerpelijke terugkeer naar de mythen van het archaïsche tijdperk, maar door in het menselijk bewustzijn een zelfbewuste en door eigen activiteit gevormde natuurlijke wereld te zien. Dit bewustzijn probeert, gesteund door een niet onderdrukkende rationaliteit de diversiteit en complexiteit van het leven te bevorderen. Uit deze niet-prometeïsche ​oriëntatie zal een nieuw bewustzijn tevoorschijn komen, dat in Marx' woorden, de vermenselijking van de natuur en de vernatuurlijking van de mens zal voortbrengen.
  
 Het stellen van milieubeheer tegenover ecologie, betekent niet dat we de strijd tegen het bouwen van kerncentrales of tegen het aanleggen van snelwegen moeten opgeven en in onze leunstoel de komst van een duizendjarig ecologisch. rijk moeten afwachten. Integendeel het veroverde terrein moet met vuur verdedigd worden, voortdurend en overal, om te redden wat we nog bezitten, zodat we de samenleving kunnen herbouwen in de minst vervuilde en minst beschadigde omgeving die voor ons te bereiken is. Maar de duidelijke alternatieven van ecotopia òf ecologische verwoesting moeten op de voorgrond worden geplaatst en er moet in ieder geviel een coherente theorie worden opgesteld als we tenminste geen alternatieven willen bieden die net zo betekenisloos zijn als de perspectieven van de huidige maatschappij barbaars. We kunnen de "derde wereld"​ bijvoorbeeld niet vertellen dat zij niet moeten industrialiseren als zij tegenover een schrijnend materieel tekort en armoede staan. Met een coherente theorie die tot de basis van het sociale probleem reikt, kunnen we echter de ontwikkelende naties die technische- en gemeenschapsmodellen bieden die we voor onze eigen maatschappij nodig hebben. Zonder een samenhangend theoretisch kader hebben we erg weinig te zeggen, afgezien van vermoeiende platvloersheden en af en toé een periode van strijd en vrome hoop, die het publiek met goede redenen kan negeren, behalve voor zover het zijn eigen beperkte alledaagse belangen betreft. Het stellen van milieubeheer tegenover ecologie, betekent niet dat we de strijd tegen het bouwen van kerncentrales of tegen het aanleggen van snelwegen moeten opgeven en in onze leunstoel de komst van een duizendjarig ecologisch. rijk moeten afwachten. Integendeel het veroverde terrein moet met vuur verdedigd worden, voortdurend en overal, om te redden wat we nog bezitten, zodat we de samenleving kunnen herbouwen in de minst vervuilde en minst beschadigde omgeving die voor ons te bereiken is. Maar de duidelijke alternatieven van ecotopia òf ecologische verwoesting moeten op de voorgrond worden geplaatst en er moet in ieder geviel een coherente theorie worden opgesteld als we tenminste geen alternatieven willen bieden die net zo betekenisloos zijn als de perspectieven van de huidige maatschappij barbaars. We kunnen de "derde wereld"​ bijvoorbeeld niet vertellen dat zij niet moeten industrialiseren als zij tegenover een schrijnend materieel tekort en armoede staan. Met een coherente theorie die tot de basis van het sociale probleem reikt, kunnen we echter de ontwikkelende naties die technische- en gemeenschapsmodellen bieden die we voor onze eigen maatschappij nodig hebben. Zonder een samenhangend theoretisch kader hebben we erg weinig te zeggen, afgezien van vermoeiende platvloersheden en af en toé een periode van strijd en vrome hoop, die het publiek met goede redenen kan negeren, behalve voor zover het zijn eigen beperkte alledaagse belangen betreft.
Regel 71: Regel 71:
 ===== Voetnoot ===== ===== Voetnoot =====
  
-  * [1] In ”The ecology of freedom”, Knopf and Vintage, behandelt Bookchin de afbraak van de relaties in de archaïsche wereld.+  * [1] Gerontocratie:​ een bestuursvorm waarbij alle autoriteit toekomt aan ouderen. 
 +  * [2] In ”The ecology of freedom”, Knopf and Vintage, behandelt Bookchin de afbraak van de relaties in de archaïsche wereld
 +  * [3] Prometheïsch;​ zoals Prometheus. Prometheus is een figuur uit de Griekse mythologie. ​ Bij de oorspronkelijke toebedeling van gaven en vaardigheden door de Griekse goden was de mens er bekaaid afgekomen. Uit liefde voor de mensheid stal Prometheus het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensen. Hij leerde de mens er metaal mee te bewerken en leerde hun technische vaardigheden toe te eigenen.
  
 {{tag>"​natuur en milieu"​ maatschappij economie wetenschap}} {{tag>"​natuur en milieu"​ maatschappij economie wetenschap}}