Inhoud

Christiaan Cornelissen

Christiaan Cornelissen

Christiaan Cornelissen (30 augustus 1864 — 21 januari 1942), (pseudoniemen: Clemens, Rupert, Wanderer). Was een revolutionair syndicalist, libertair communist en journalist uit Nederland. Cornelissen was echter zeer actief betrokken bij de anarchistische beweging vanwege zijn libertaire en anti-parlementaire opvattingen. Vanaf 1898 verruilde hij Nederland voor Frankrijk en had Parijs als standplaats. In Parijs studeerde hij journalistiek en economie. Hij bleef echter als correspondent ook voor Nederlandse bladen werken. Door zijn internationale betrokkenheid en journalistieke werk was hij goed op de politiek hoogte en daardoor ook actief betrokken in het internationale anarchistische debat.

Politieke activiteiten

Christiaan Cornelissen bezocht hierom verschillende internationale congressen: Brussel in 1891, Zürich in 1893 en Londen in 1896. In Brussel vertegenwoordigde hij de Spoorwegvereniging, Steeds Voorwaarts en was correspondent voor het blad Recht voor Allen.

In de redactie van Recht voor Allen, waar hij sinds 1982 al actief was, werkte hij samen met Domela Nieuwenhuis. Beide pleitten zij voor samenwerking van revolutionaire socialisten en sociaal-anarchisten op anti-parlementaire basis en een tactiek van sociaal-revolutionaire strijdmiddelen. Toch verschilde Cornelissen met Domela Nieuwenhuis van mening over de te bewandelen weg. Domela Nieuwenhuis koos uiteindelijk de meer individualistische weg, terwijl Cornelissen de strijd via (zelfbestuurde) vakbonden en het revolutionaire syndicalisme voor de weg hield.

In 1893 was Cornelissen medeoprichter van het Nationaal Arbeids-Secretariaat (NAS), dat werd opgericht op initiatief van de Tweede Internationale. Deze organisatie zou tot aan de bezetting van Nederland in 1940 bestaan maar werd door de Nazi's verboden en onderdrukt.

Van 1905 tot 1907 was Cornelissen redeacteur van het tijdschrift De Vrije Communist, waar ook Clara Wichmann voor schreef. Jacob van Rees, een religieus anarchist van het tijdschrift Ontwaakt, wilde graag met De Vrije Communist samenwerken, maar doordat De Vrije Communist een niet-religieuze positie innam kwam dit niet tot stand. In het tijdschrift Grond en Vrijheid schreef Cornelissen in 1906 de oprichtingsverklaring van de Federatie van vrijheidslievende Communisten.

In 1907 was Cornelissen onderdeel van het Internationale Anarchistische Congres in Amsterdam, waarbij zijn contacten bij de organisatie goed van pas kwamen.

In Frankrijk was Cornelissen vaste medewerker bij het blad Voix de Peuple (Stem van het Volk), van de syndicalistische Confédération Générale du Travail (CGT, Algemene Arbeidersconfederatie). Vanaf 1911 werd hij redacteur van het tijdschrift La Bataille Syndicaliste (De Syndicalistische Strijd). Dat jaar was hij voor de CGT tevens afgevaardigde voor een bijeenkomst in Berlijn.

Christiaan Cornelissen heeft zichzelf nooit als anarchist omschreven maar zijn positie kan wel degelijk als zodanig omschreven worden. Hij werkte met veelvuldig met anarchisten samen en was ook actief binnen verschillende anarchistische verbanden. Cornelissen zou zichzelf altijd als vrijheidslievend communist omschreven en zijn praktijk had veel raakvlakken met het anarcho-syndicalisme wat in zijn tijd nog niet zo ontwikkeld was.

Manifest van de Zestien

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd in 1916 door Kropotkin en Jean Grave het controversiële Manifest van de Zestien opgesteld, dat zijde koos voor de Geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk). Christiaan Cornelissen was één van deze zestien ondertekenaars. Voor veel anarchisten was dit een verraad aan de antimilitaristische en revolutionaire basisprincipes: oorlogen worden voor de heersende klasse gevoerd. De arbeidersklasse uit verschillende landen komt daardoor tegenover elkaar te staan in plaats van tegenover de heersende klasse. Het ondermijnt in die zin het internationalisme en verzwakt de klassenstrijd, terwijl het nationalisme in de hand werkt.

Politieke geschriften

Naast zijn vele organisatorische en journalistieke werk, zag Cornelissen het als zijn levenstaak een economische theorie te ontwerpen als grondslag voor het moderne en vrijheidslievende socialisme. Hij schreef over theoretische economische werken, als de waardeleer en de loontheorie. Met zijn werk Générations Nouvelles leverde hij een bijdrage tot een anti-autoritaire zedenleer als een sluitstuk op en in de geest van Kropotkins onvoltooide, nagelaten werk Ethica.

Teksten

Over Christiaan Cornelissen