Anarcho-collectivisme
Stromingen
anarcho-communisme, anarcho-collectivisme, mutualisme, individualisme, anarchisme zonder adjectieven
Strategieën
anarcho-syndicalisme, insurrectionalisme, anarcho-pacifisme, propaganda van de daad
Focus
Anarcho-collectivisme, ook bekend als anarchistisch collectivisme of collectivistisch anarchisme, bepleit de afschaffing van zowel de staat als privé-eigendom van de productiemiddelen en stelt daarvoor in de plaats dat deze in collectief bezit moeten komen en beheerd of bestuurd worden door de arbeiders (de producenten) zelf.
In tegenstelling tot wat man van de term zou kunnen denken, moet het collectivistisch anarchisme als een synthese tussen het individualisme en collectivisme worden gezien. Daarbij verschaft het collectief een waarborg voor de individuele ontwikkeling, inbreng en autonomie, het individu voedt en sterkt het collectief.[1] Dit in tegenstelling tot autoritair-communistische voorstellingen waarbinnen het individu ondergeschikt wordt gemaakt aan het collectief en waar er een hoge mate van centralisatie geldt.
Om de productie te kunnen collectiviseren, voorzagen de collectivistische anarchisten dat de arbeiders in opstand zouden moeten komen om zich de productiemiddelen toe te eigenen.[2] Hierna zou geld worden vervangen door arbeidscoupons en arbeiderssalarissen zouden democratisch worden vastgesteld in organisaties waar men vrijwillig lid van zou kunnen worden of die verbonden waren aan de werkplek. De hoogte van deze 'lonen' zou zijn gebaseerd op de zwaarte van het werk en de hoeveelheid tijd die iemand heeft bijgedragen aan het de productie of dienstverlening. Deze lonen zouden dan weer kunnen worden gebruikt om in de gemeenschappelijke markt inkopen te doen.[8] Meestal vindt in deze voorstelling de regulering van de werkplek en de goederenverdeling plaats door middel van gefedereerde vakbonden, zoals in het anarcho-syndicalisme wordt voorgesteld.
Collectivistisch anarchisme verschilt zich van anarcho-communisme omdat er nog iets van een loon bestaat. Binnen het anarcho-communisme zou loonarbeid in het geheel worden afgeschaft en zouden goederen vrij uit de warenhuizen verkrijgbaar zijn volgens het principe “aan ieder naar diens behoefte.” Anarcho-collectivisme wordt over het algemeen in verbinding gebracht met Michael Bakoenin en James Guillaume uit de Internationale Arbeidersassociatie (1864) en de vroege Spaanse anarchistische beweging.[3][4]
In de 19de eeuw was het collectivistisch anarchisme de dominante stroming binnen het anarchisme, totdat het anarcho-communisme diens plaats innam.[5] Het collectivistisch anarchisme is er, als onderdeel van de anarchistische traditie, van overtuigd dat “mensen menselijke dieren zijn, die beter geschikt zijn om samen te werken voor het gemeenschappelijk goed, dan om individueel eigenbelang na te streven”, en voorstaat daarom het concept van de wederzijdse hulp.[6][7]