Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:god_is_het_kwaad

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
namespace:god_is_het_kwaad [28/04/17 08:31]
defiance
namespace:god_is_het_kwaad [12/06/17 08:34]
defiance
Regel 8: Regel 8:
 ---- ----
  
-====== God is het kwaad ======+===== God is het kwaad =====
  
 <​blockquote>​Ik bezweer u, mijn broeders, blijft der aarde getrouw en gelooft hen niet, die u van bovenaardsche hoop spreken? Giftmengers zijn het, of zij het weten of niet. <​blockquote>​Ik bezweer u, mijn broeders, blijft der aarde getrouw en gelooft hen niet, die u van bovenaardsche hoop spreken? Giftmengers zijn het, of zij het weten of niet.
Regel 130: Regel 130:
 Heine heeft het hiernamaals het mergpijpje genoemd, dat de slager cadeau geeft aan een goeden klant. Inderdaad: de bedwelming van het hiernamaals werd gretig aanvaard door wie haar in ellende behoefden. „De natuurlijke toestand van den christen”,​ zegt Pascal in zijn „Pensées”,​ „is de ziekte. Hij moet in voortdurende verwachting van den dood verkeeren.” En in 1848 (na zijn bekeering’ ) schreef Heine: „Waarlijk,​ ik ben tot den godsdienst teruggekeerd. Komt het door de morfine of door de krampen? Ik weet het niet. Maar het is zoo. Ik geloof opnieuw aan een persoonlijk god. Ziedaar waartoe men komt, als men ziek is en tot stervens toe afgetakeld. Maak me er geen verwijt van. Als het duitsche volk in zijn wanhoop den koning van Pruisen aanvaardt, waarom zou ik dan geen persoonlijk god aanvaarden? Luister naar deze groote waarheid: daar waar geen gezondheid, geen geld, geen menschelijke rede meer is - daar begint het christendom!” En reeds in 1833 had hij geschreven: „De oude spiritualistische godsdienst is zoo lang heilzaam geweest, als de meerderheid der menschen in de ellende heeft geleefd en slechts de godsdienst had van den hemel om zich te troosten.” De straf voor de zonde „dat de mensch van nature geneigd zou zijn zijn naaste te haten”, deze waanzinnig-perverse enormiteit van misvormde naturen die anderen veroordeelen „te arbeiden in het zweet huns aanschijns”,​ was aldus: lijden, dulden en berusten op aarde. Heine heeft het hiernamaals het mergpijpje genoemd, dat de slager cadeau geeft aan een goeden klant. Inderdaad: de bedwelming van het hiernamaals werd gretig aanvaard door wie haar in ellende behoefden. „De natuurlijke toestand van den christen”,​ zegt Pascal in zijn „Pensées”,​ „is de ziekte. Hij moet in voortdurende verwachting van den dood verkeeren.” En in 1848 (na zijn bekeering’ ) schreef Heine: „Waarlijk,​ ik ben tot den godsdienst teruggekeerd. Komt het door de morfine of door de krampen? Ik weet het niet. Maar het is zoo. Ik geloof opnieuw aan een persoonlijk god. Ziedaar waartoe men komt, als men ziek is en tot stervens toe afgetakeld. Maak me er geen verwijt van. Als het duitsche volk in zijn wanhoop den koning van Pruisen aanvaardt, waarom zou ik dan geen persoonlijk god aanvaarden? Luister naar deze groote waarheid: daar waar geen gezondheid, geen geld, geen menschelijke rede meer is - daar begint het christendom!” En reeds in 1833 had hij geschreven: „De oude spiritualistische godsdienst is zoo lang heilzaam geweest, als de meerderheid der menschen in de ellende heeft geleefd en slechts de godsdienst had van den hemel om zich te troosten.” De straf voor de zonde „dat de mensch van nature geneigd zou zijn zijn naaste te haten”, deze waanzinnig-perverse enormiteit van misvormde naturen die anderen veroordeelen „te arbeiden in het zweet huns aanschijns”,​ was aldus: lijden, dulden en berusten op aarde.
    
-Er zijn uit den bijbel een lange reeks citaten aan te halen over de goddelijkheid van alle gezag[1]. ​ „Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderdanig, want er is geen gezag dan van god en de machten die er zijn, zijn door god gewild"​ (Rom. 13:1) God als gezaghebber vinden we trouwens reeds in een aan Celmentius van Rome toegeschreven brief[2] uit de aanvang van de tweede aan de opgestane gemeente te Corinthe, waarin de soldaat als ideaal wordt gesteld. "Laten wij de soldaten beschouwen, die onder onze soevereinen dienen: met welk een orde, welk een stiptheid, welk een onderdanigheid voeren zij uit wat hun wordt bevolen."​ En voorts: "De groten kunnen niet bestaan zonder de kleinen noch de kleinen zonder de groten. Laat ieder onderworpen zijn aan zijn naaste volgens de rang, waarin de genade van christus hem heeft geplaatst. Laat de sterke de zwakke niet verwaarlozen,​ maar laat de zwakke de sterke toch eerbiedigen. laat de rijke barmhartig zijn jegens de arme, maar laat de arme god danken, dat deze hem iemand gegeven heeft, om aan zijn behoeften tegemoet te komen!"​ De brief eindigt met een gebed voor de vorsten "opdat we hun onderdanig zijn."+Er zijn uit den bijbel een lange reeks citaten aan te halen over de goddelijkheid van alle gezag[1]. ​"Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderdanig, want er is geen gezag dan van god en de machten die er zijn, zijn door god gewild"​ (Rom. 13:1) God als gezaghebber vinden we trouwens reeds in een aan Celmentius van Rome toegeschreven brief[2] uit de aanvang van de tweede aan de opgestane gemeente te Corinthe, waarin de soldaat als ideaal wordt gesteld. "Laten wij de soldaten beschouwen, die onder onze soevereinen dienen: met welk een orde, welk een stiptheid, welk een onderdanigheid voeren zij uit wat hun wordt bevolen."​ En voorts: "De groten kunnen niet bestaan zonder de kleinen noch de kleinen zonder de groten. Laat ieder onderworpen zijn aan zijn naaste volgens de rang, waarin de genade van christus hem heeft geplaatst. Laat de sterke de zwakke niet verwaarlozen,​ maar laat de zwakke de sterke toch eerbiedigen. laat de rijke barmhartig zijn jegens de arme, maar laat de arme god danken, dat deze hem iemand gegeven heeft, om aan zijn behoeften tegemoet te komen!"​ De brief eindigt met een gebed voor de vorsten "opdat we hun onderdanig zijn."
  
 De prediking des doods, door het staatsmilitarisme,​ vond in de godsdienst haar twee grondslagen:​ ontkenning van het levensgeluk en hiernamaalsprediking. In het teken van het kruis overwonnen Constantijn de Grote en maarschalk Foch. In Frankrijk was het Lichtenberger die uitriep: "​Moeders in de rouw, uw kinderen zijn levend onder de levenden",​ Viviani schreeuwde: "Ze zijn niet gestorven om beklaagd, maar om benijd te worden"​ en zelfs Gustave Hervé begeleid door Clemenceau spraken van "​eeuwig leven"​. Inderdaad was de kerk steeds het geestelijk zwaard van staten en god, de de ware agent van de politie[3]. Alle kruistochten en oorlogen zijn gevoerd in  "gods naam", in naam van "de opperste krijgsheer",​ "de heer van de heersbaren",​ waardoor ieder volk zich uitverkoren waande. "De goddelijke zending van Duitsland is de kruisiging van de mensheid. Bij gevolg is het de plicht van de Duitse soldaten, de tegenstanders zonder mededogen te treffen. (Philips) Wij moeten de Engelsen, Fransen en Russen met alle mogelijke middelen bestrijden, hun lijden moet ons aangenaam zijn..."​ (Loebel) Een gebed van Dietrich Vorwerk bidt: "Leidt ons niet in de verzoeking, dat we in onzen toorn te tam zouden zijn in het uitvoeren van u goddelijke wil." "​Vergeet niet, dat het Duitse volk door god is uitverkoren,​ " raast de Duitse keizer over zijn "oude Duitse nationale god". En Franse bisschoppen verheffen Jezus tot Frans patriot en god tot hater van de Duitser: hij wordt viceversa getransporteerd en aangewend, de almachtige. De prediking des doods, door het staatsmilitarisme,​ vond in de godsdienst haar twee grondslagen:​ ontkenning van het levensgeluk en hiernamaalsprediking. In het teken van het kruis overwonnen Constantijn de Grote en maarschalk Foch. In Frankrijk was het Lichtenberger die uitriep: "​Moeders in de rouw, uw kinderen zijn levend onder de levenden",​ Viviani schreeuwde: "Ze zijn niet gestorven om beklaagd, maar om benijd te worden"​ en zelfs Gustave Hervé begeleid door Clemenceau spraken van "​eeuwig leven"​. Inderdaad was de kerk steeds het geestelijk zwaard van staten en god, de de ware agent van de politie[3]. Alle kruistochten en oorlogen zijn gevoerd in  "gods naam", in naam van "de opperste krijgsheer",​ "de heer van de heersbaren",​ waardoor ieder volk zich uitverkoren waande. "De goddelijke zending van Duitsland is de kruisiging van de mensheid. Bij gevolg is het de plicht van de Duitse soldaten, de tegenstanders zonder mededogen te treffen. (Philips) Wij moeten de Engelsen, Fransen en Russen met alle mogelijke middelen bestrijden, hun lijden moet ons aangenaam zijn..."​ (Loebel) Een gebed van Dietrich Vorwerk bidt: "Leidt ons niet in de verzoeking, dat we in onzen toorn te tam zouden zijn in het uitvoeren van u goddelijke wil." "​Vergeet niet, dat het Duitse volk door god is uitverkoren,​ " raast de Duitse keizer over zijn "oude Duitse nationale god". En Franse bisschoppen verheffen Jezus tot Frans patriot en god tot hater van de Duitser: hij wordt viceversa getransporteerd en aangewend, de almachtige.
Regel 136: Regel 136:
 Men dient god, om er zich van te bedienen. En men bedient zich van hem in de tegennatuurlijke handeling. Zodra een beginsel wordt opgedrongen dat tegen de natuurlijk zeden indruist, behoeft het een sanctie, een bekrachtiging,​ een heiliging. Alle sacramenten,​ aflaten, biechten en dergelijken bij de Rooms Katholieke kerk berusten op het beginsel, dat onder dekkende vergiffenis van de kerk en haar erkenning als goddelijke instelling alles is geoorloofd. Het zegenen van de wapens en het bidden voor vaderland en vorst duidt op het inroepen van het niet-natuurlijke en niet-menselijke principes ter verstoring van een natuurlijke menselijke gesteldheid. Deze methode blijft onzedelijk, ook al zou de goddelijke sanctie worden aangewend tot daden, die wel menselijk zijn. Immers wordt er mee beoogd te suggereren, dat op zichzelf het menselijke geen waarde heeft. Men dient god, om er zich van te bedienen. En men bedient zich van hem in de tegennatuurlijke handeling. Zodra een beginsel wordt opgedrongen dat tegen de natuurlijk zeden indruist, behoeft het een sanctie, een bekrachtiging,​ een heiliging. Alle sacramenten,​ aflaten, biechten en dergelijken bij de Rooms Katholieke kerk berusten op het beginsel, dat onder dekkende vergiffenis van de kerk en haar erkenning als goddelijke instelling alles is geoorloofd. Het zegenen van de wapens en het bidden voor vaderland en vorst duidt op het inroepen van het niet-natuurlijke en niet-menselijke principes ter verstoring van een natuurlijke menselijke gesteldheid. Deze methode blijft onzedelijk, ook al zou de goddelijke sanctie worden aangewend tot daden, die wel menselijk zijn. Immers wordt er mee beoogd te suggereren, dat op zichzelf het menselijke geen waarde heeft.
  
-Behalve het inroepen van de goddelijke bekrachtiging wordt herhaaldelijk de invloed van de macht der traditie aangewend in het propageren van het //​bijbel-lezen//​. Welnu, in het volksleven ​//is de bijbel een vloek geweest''​. Hij heeft alle nieuwe gedachten verstikt indien ze niet gedekt werden door een tekst. Hij heeft de politieke huichelarij voortgebracht,​ om iedere handeling te bekrachtigen met bijbelwoorden,​ welke er niets mee hadden uit te staan. Hij heeft bevorderd, dat er tot in het oneindige gesold is met aftandse vogelverschrikkers van 2000 jaar terug, met alle domme bekrompenheid,​ ruwe wreedheid en onmenselijke propaganda. Zelfs een gelovige heeft er over geschreven: Friedricht Delitzsch schreef zijn "Die grosse Täuschung"​[4],​ een boek dat veel rumoer heeft verwekt, en waarin niet alleen de historische kritiek vernietigend is (elke trouwens ook A. Kuenen reeds gaf) en de leugens worden opgespoord, maar waarin niet het minst de wreedheid wordt gegispt. In Deuteronomium is er voortdurend sprake van verdelging, uitmoording,​ verwoesting. De profeten zijn moorddadige ophitsers, de psalmen schreeuwen om wraak. Abraham leent tweemaal zijn vrouw uit om zich rijk te stelen en Izaäk volgt hem na. En god is met de verrader van de vrouweneer en met de bedrieger! De schrijver - die ongelukkigerwijze niet vrij blijkt van antisemitisme - stelt Babel veel hoger dan de Bijbel, en terecht. Elia doet 450 Baäl-priesters uitroeien en de bloeddorst van Eliza kent geen grenzen, evenmin die van Jehu. Leugen, bedrog, roof en doodslag zijn profetische deugden.+Behalve het inroepen van de goddelijke bekrachtiging wordt herhaaldelijk de invloed van de macht der traditie aangewend in het propageren van het //​bijbel-lezen//​. Welnu, in het volksleven is de bijbel een vloek geweest. Hij heeft alle nieuwe gedachten verstikt indien ze niet gedekt werden door een tekst. Hij heeft de politieke huichelarij voortgebracht,​ om iedere handeling te bekrachtigen met bijbelwoorden,​ welke er niets mee hadden uit te staan. Hij heeft bevorderd, dat er tot in het oneindige gesold is met aftandse vogelverschrikkers van 2000 jaar terug, met alle domme bekrompenheid,​ ruwe wreedheid en onmenselijke propaganda. Zelfs een gelovige heeft er over geschreven: Friedricht Delitzsch schreef zijn "Die grosse Täuschung"​[4],​ een boek dat veel rumoer heeft verwekt, en waarin niet alleen de historische kritiek vernietigend is (elke trouwens ook A. Kuenen reeds gaf) en de leugens worden opgespoord, maar waarin niet het minst de wreedheid wordt gegispt. In Deuteronomium is er voortdurend sprake van verdelging, uitmoording,​ verwoesting. De profeten zijn moorddadige ophitsers, de psalmen schreeuwen om wraak. Abraham leent tweemaal zijn vrouw uit om zich rijk te stelen en Izaäk volgt hem na. En god is met de verrader van de vrouweneer en met de bedrieger! De schrijver - die ongelukkigerwijze niet vrij blijkt van antisemitisme - stelt Babel veel hoger dan de Bijbel, en terecht. Elia doet 450 Baäl-priesters uitroeien en de bloeddorst van Eliza kent geen grenzen, evenmin die van Jehu. Leugen, bedrog, roof en doodslag zijn profetische deugden.
  
 Het nieuwe testament is niet veel zedelijker. Hellestraf, hel-dreigementen,​ vrouwenbelediging,​ vrees voor het laatste oordeel, kastijding van het vlees - ze zijn even zovele leerlingen van de onnatuurlijkheid. En de schade, welke de Bijbel gedaan heeft aan de ziel van het kind is nòg onberekenbaarder dan die welke hij bezorgde aan de zeden van de ouderen. Het nieuwe testament is niet veel zedelijker. Hellestraf, hel-dreigementen,​ vrouwenbelediging,​ vrees voor het laatste oordeel, kastijding van het vlees - ze zijn even zovele leerlingen van de onnatuurlijkheid. En de schade, welke de Bijbel gedaan heeft aan de ziel van het kind is nòg onberekenbaarder dan die welke hij bezorgde aan de zeden van de ouderen.
Regel 151: Regel 151:
  
 ===== Voetnoten ===== ===== Voetnoten =====
-[1] Spreuken 8:15 – Titus 3:1 – I Petrus 2:1 – Psalm 97:2 + 
-[2] Ernest Renan, L'​évangile +  * [1] Spreuken 8:15 – Titus 3:1 – I Petrus 2:1 – Psalm 97:2 
-[3] Multatuli, Geschiedenissen van gezag +  ​* ​[2] Ernest Renan, L'​évangile 
-[4] In het Nederlands bewerkt door H. Bakels als "De grote begoocheling"​+  ​* ​[3] Multatuli, Geschiedenissen van gezag 
 +  ​* ​[4] In het Nederlands bewerkt door H. Bakels als "De grote begoocheling"​
  
 {{tag>​religie}} {{tag>​religie}}
namespace/god_is_het_kwaad.txt · Laatst gewijzigd: 16/10/19 10:14 (Externe bewerking)