Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:velden_fabrieken_en_werkplaatsen

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
namespace:velden_fabrieken_en_werkplaatsen [21/11/19 11:31]
defiance
namespace:velden_fabrieken_en_werkplaatsen [01/12/19 09:51] (huidige)
defiance
Regel 590: Regel 590:
 Binnen de bocht die door de Loire gemaakt wordt wanneer deze rivier Orleans voorbij gestroomd is, vinden we een ander welvarend centrum van huisindustrie,​ die met katoen in verband staat. “Van Romorantin (in Loire-et-Cher,​ ten Zuiden van Orleans) tot Argenton en Le Blanc”, zegt Ardouin Dumazet, “is alles een onmetelijke werkplaats, waar zakdoeken worden geborduurd en overhemden, manchetten, kragen en allerlei dameslinnengoed worden genaaid of geborduurd. Er is geen huis, zelfs in de kleinste gehuchten, of de vrouw is in die nijverheid werkzaam. En die arbeid moge in de streken van de wijnbouw een tijdverdrijf zijn, hier is hij de voornaamste bron van inkomsten geworden.”[11] In Romorantin zelf, waar 400 vrouwen en meisjes in een fabriek werken, zijn meer dan 1000 vrouwen thuis bezig met linnen naaien. Hetzelfde moet gezegd worden van een groep nijverheidsdorpen,​ bevolkt met lakenwevers,​ in de nabijheid van een andere Normandische stad: Elboeuf. Toen Baudrillart in 1878—1880 die dorpen bezocht, stond hij verbaasd over de ontegenzeggelijke voordelen, die aangeboden worden door die vereniging van landbouw en nijverheid. Zindelijke huizen, zindelijke kleding, en in het algemeen een welvarend uiterlijk, kenschetsten deze dorpen. Binnen de bocht die door de Loire gemaakt wordt wanneer deze rivier Orleans voorbij gestroomd is, vinden we een ander welvarend centrum van huisindustrie,​ die met katoen in verband staat. “Van Romorantin (in Loire-et-Cher,​ ten Zuiden van Orleans) tot Argenton en Le Blanc”, zegt Ardouin Dumazet, “is alles een onmetelijke werkplaats, waar zakdoeken worden geborduurd en overhemden, manchetten, kragen en allerlei dameslinnengoed worden genaaid of geborduurd. Er is geen huis, zelfs in de kleinste gehuchten, of de vrouw is in die nijverheid werkzaam. En die arbeid moge in de streken van de wijnbouw een tijdverdrijf zijn, hier is hij de voornaamste bron van inkomsten geworden.”[11] In Romorantin zelf, waar 400 vrouwen en meisjes in een fabriek werken, zijn meer dan 1000 vrouwen thuis bezig met linnen naaien. Hetzelfde moet gezegd worden van een groep nijverheidsdorpen,​ bevolkt met lakenwevers,​ in de nabijheid van een andere Normandische stad: Elboeuf. Toen Baudrillart in 1878—1880 die dorpen bezocht, stond hij verbaasd over de ontegenzeggelijke voordelen, die aangeboden worden door die vereniging van landbouw en nijverheid. Zindelijke huizen, zindelijke kleding, en in het algemeen een welvarend uiterlijk, kenschetsten deze dorpen.
  
-Gelukkig is weven niet de enige kleine nijverheid, dat geldt voor deze landstreek als voor Bretagne. Het tegendeel is waar: dorpen en steden worden verlevendigd door een aantal andere vormen van klein-nijverheid. In Fougeres (in Ille-et-Vilaine,​ ten Noordoosten van Reims) bespeurt men hoe de fabriek heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van verschillende takken van klein-nijverheid en huis industrie. In 1830 was deze stad een centrum voor de vervaardiging van gebreide sokken. Deze industrie werd gedreven in de woningen van de arbeiders, niet in fabrieken. De concurrentie van de gevangenissen heeft echter deze nijverheid te gronde gericht; doch zij werd spoedig vervangen door het vervaardigen van vilten sokken. Ook deze laatste industrie geraakte in verval, en toen begon men met de fabricatie van schoenen en laarzen, waaruit de grote schoenfabrieken ontstonden, wier aantal te Fougdres ​thans drie en dertig bedraagt, met 8000 arbeiders en een jaarlijkse opbrengst van ongeveer 5 miljoen paar. De huis industrie ging terzelfdertijd een nieuwe richting uit. Duizenden vrouwen houden zich thans in huis bezig met het naaien van het bovenleder en het borduren van fantasie-schoenen. Bovendien doken in de omtrek een aantal kleine werkplaatsen op, voor het vervaardigen van kartonnen dozen, leesten enz., naast een menigte leerlooierijen,​ grote zowel als kleine. En Ardouin Dumazet maakt de opmerking, dat men in de dorpen een veel hoger peil van stoffelijke welvaart aantreft, als gevolg van deze nijverheid — wat men in het hart van deze door en door aan landbouw gewijde streek niet zou verwachten.[12]+Gelukkig is weven niet de enige kleine nijverheid, dat geldt voor deze landstreek als voor Bretagne. Het tegendeel is waar: dorpen en steden worden verlevendigd door een aantal andere vormen van klein-nijverheid. In Fougeres (in Ille-et-Vilaine,​ ten Noordoosten van Reims) bespeurt men hoe de fabriek heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van verschillende takken van klein-nijverheid en huis industrie. In 1830 was deze stad een centrum voor de vervaardiging van gebreide sokken. Deze industrie werd gedreven in de woningen van de arbeiders, niet in fabrieken. De concurrentie van de gevangenissen heeft echter deze nijverheid te gronde gericht; doch zij werd spoedig vervangen door het vervaardigen van vilten sokken. Ook deze laatste industrie geraakte in verval, en toen begon men met de fabricatie van schoenen en laarzen, waaruit de grote schoenfabrieken ontstonden, wier aantal te Fougeres ​thans drie en dertig bedraagt, met 8000 arbeiders en een jaarlijkse opbrengst van ongeveer 5 miljoen paar. De huis industrie ging terzelfdertijd een nieuwe richting uit. Duizenden vrouwen houden zich thans in huis bezig met het naaien van het bovenleder en het borduren van luxe schoenen. Bovendien doken in de omtrek een aantal kleine werkplaatsen op, voor het vervaardigen van kartonnen dozen, leesten enz., naast een menigte leerlooierijen,​ grote zowel als kleine. En Ardouin Dumazet maakt de opmerking, dat men in de dorpen een veel hoger peil van stoffelijke welvaart aantreft, als gevolg van deze nijverheid — wat men in het hart van deze door en door aan landbouw gewijde streek niet zou verwachten.[12]
  
 In Bretagne, in de omgeving van Quimperle, zijn een aantal kleine werkplaatsen Voor de vervaardiging van vilten hoeden zoals door boeren gedragen worden. De landbouw gaat hand in hand met de nijverheid. Welvaart kenmerkt die dorpen.[13] In Hennebout (aan de Zuidkust van Bretagne) werken 1400 arbeiders in een ontzaglijk grote fabriek, waar blikken voor verduurzaamde levensmiddelen worden vervaardigd,​ en ieder jaar 22 tot 23 ton ijzer in blikken wordt veranderd, die men naar Parijs, Bordeaux, Nantes en andere plaatsen stuurt. Deze fabriek heeft echter een hele wereld van kleine werkplaatsen in het leven geroepen, in deze geheel aan landbouw gewijde streek. Er zijn kleine blikslagerswerkplaatsen,​ leerlooierijen,​ pottenbakkerijen,​ enz., terwijl de metaalslakken in kleine werkplaatsen in mest worden omgezet. Landbouw en nijverheid treden daar nevens elkaar op; en hoe belangrijk het is om deze vereniging niet te ontbinden, wordt men misschien het best gewaar te Loudeac, een kleine stad in het hart van Bretagne (departement Côtes-du-Nord). Vroeger was de nijverheid overheersend in al de dorpen van die streek; alle gehuchten werden bewoond door wevers, die het welbekende Bretonse linnen vervaardigden. Thans is deze nijverheid zeer afgenomen, en de wevers keerden eenvoudig tot de bodem terug. In plaats van een fabrieksstad,​ is Loudéac nu een markt van landbouwproducten[14];​ en het opmerkelijkste is, dat deze bevolking nieuwe terreinen ontgonnen heeft en de vroeger onvruchtbare landes (heide) herschiep in rijke korenvelden. Aan de noordkust van Bretagne, rondom Dol, wordt tuinderij gedreven op grote schaal. voor uitvoer naar Engeland, op een bodem dien men in de twaalfde eeuw aan de zee begon te ontwoekeren. Alles samengenomen,​ trekt het ten zeerste de aandacht wanneer men het werk van Ardouin Dumazet leest, hoe huisnijverheid hand aan hand gaat met allerlei landbouwwerkzaamheden:​ tuinderij, hoenderfokkerij. bereiding van vruchtensappen en confituren, enz., en hoe allerlei verenigingen voor verkoop en uitvoer gemakkelijk tot stand komen. Mans is zoals men weet een groot centrum voor de uitvoer van ganzen en allerlei gevogelte naar Engeland. In Bretagne, in de omgeving van Quimperle, zijn een aantal kleine werkplaatsen Voor de vervaardiging van vilten hoeden zoals door boeren gedragen worden. De landbouw gaat hand in hand met de nijverheid. Welvaart kenmerkt die dorpen.[13] In Hennebout (aan de Zuidkust van Bretagne) werken 1400 arbeiders in een ontzaglijk grote fabriek, waar blikken voor verduurzaamde levensmiddelen worden vervaardigd,​ en ieder jaar 22 tot 23 ton ijzer in blikken wordt veranderd, die men naar Parijs, Bordeaux, Nantes en andere plaatsen stuurt. Deze fabriek heeft echter een hele wereld van kleine werkplaatsen in het leven geroepen, in deze geheel aan landbouw gewijde streek. Er zijn kleine blikslagerswerkplaatsen,​ leerlooierijen,​ pottenbakkerijen,​ enz., terwijl de metaalslakken in kleine werkplaatsen in mest worden omgezet. Landbouw en nijverheid treden daar nevens elkaar op; en hoe belangrijk het is om deze vereniging niet te ontbinden, wordt men misschien het best gewaar te Loudeac, een kleine stad in het hart van Bretagne (departement Côtes-du-Nord). Vroeger was de nijverheid overheersend in al de dorpen van die streek; alle gehuchten werden bewoond door wevers, die het welbekende Bretonse linnen vervaardigden. Thans is deze nijverheid zeer afgenomen, en de wevers keerden eenvoudig tot de bodem terug. In plaats van een fabrieksstad,​ is Loudéac nu een markt van landbouwproducten[14];​ en het opmerkelijkste is, dat deze bevolking nieuwe terreinen ontgonnen heeft en de vroeger onvruchtbare landes (heide) herschiep in rijke korenvelden. Aan de noordkust van Bretagne, rondom Dol, wordt tuinderij gedreven op grote schaal. voor uitvoer naar Engeland, op een bodem dien men in de twaalfde eeuw aan de zee begon te ontwoekeren. Alles samengenomen,​ trekt het ten zeerste de aandacht wanneer men het werk van Ardouin Dumazet leest, hoe huisnijverheid hand aan hand gaat met allerlei landbouwwerkzaamheden:​ tuinderij, hoenderfokkerij. bereiding van vruchtensappen en confituren, enz., en hoe allerlei verenigingen voor verkoop en uitvoer gemakkelijk tot stand komen. Mans is zoals men weet een groot centrum voor de uitvoer van ganzen en allerlei gevogelte naar Engeland.
Regel 628: Regel 628:
 Het voornaamste nijverheidscentrum in dit gedeelte van de omstreken van Lyon, is zeker wel Tarare. Dertig jaren geleden, toen Reybaud zijn uitmuntend werk “Le Coton” schreef, was die stad een middelpunt voor de vervaardiging van mousseline en bekleedde in die nijverheid dezelfde plaats, als Leeds vroeger in de wolhandel. De spinnerijen en de grote fabrieken waar de goederen werden afgewerkt bevonden zich te Tarare; doch het weven en borduren van de mousseline vond plaats in de dorpen rondom de stad, vooral in het heuvelland van Beaujolais en Forez. Iedere boerenwoning,​ elke hoeve was destijds een kleine werkplaats, en men kon zien — schreef Reybaud — hoe een jongen van twintig jaar lijne mousseline borduurde, nadat hij klaar was met het schoonmaken van de stallen, zonder dat het werk enigszins leed onder een vereniging van twee zo uiteenloopende bezigheden. Integendeel,​ het fijne werk en de uitermate grote verscheidenbeid van patronen, waren een eigenschap van de mousseline uit Tarare en een reden dat zij opgang maakte. Allen waren het er over eens, dat de landbouwbevolking een zekere mate van welvaart genoot, omdat zij een steunpunt vond in de nijverheid. Het voornaamste nijverheidscentrum in dit gedeelte van de omstreken van Lyon, is zeker wel Tarare. Dertig jaren geleden, toen Reybaud zijn uitmuntend werk “Le Coton” schreef, was die stad een middelpunt voor de vervaardiging van mousseline en bekleedde in die nijverheid dezelfde plaats, als Leeds vroeger in de wolhandel. De spinnerijen en de grote fabrieken waar de goederen werden afgewerkt bevonden zich te Tarare; doch het weven en borduren van de mousseline vond plaats in de dorpen rondom de stad, vooral in het heuvelland van Beaujolais en Forez. Iedere boerenwoning,​ elke hoeve was destijds een kleine werkplaats, en men kon zien — schreef Reybaud — hoe een jongen van twintig jaar lijne mousseline borduurde, nadat hij klaar was met het schoonmaken van de stallen, zonder dat het werk enigszins leed onder een vereniging van twee zo uiteenloopende bezigheden. Integendeel,​ het fijne werk en de uitermate grote verscheidenbeid van patronen, waren een eigenschap van de mousseline uit Tarare en een reden dat zij opgang maakte. Allen waren het er over eens, dat de landbouwbevolking een zekere mate van welvaart genoot, omdat zij een steunpunt vond in de nijverheid.
  
-Sindsdien heeft de nijverheid een ingrijpende verandering ondergaan, doch steeds werken in het heuvelland nog 60.000 personen voor Tarare, hetgeen een bevolking van 250.000 zielen vertegenwoordigt. Zij weven alle soorten van mousseline, bestemd voor alle delen van de wereld, en verdienen op die wijze ieder jaar 5.760.000 gulden. Amplepuis is steeds nog een centrum voor dergelijke mousseline, ondanks de zijdefabrieken en de wonderbaarlijke abrikozencultuur,​ die men er aantreft. In het nabijgelegen Thizi maakt men allerlei voering, flanel, “Peruaanse serge”, “Oxford”,​ en andere stoffen die uit wol met katoen door elkaar bestaan. Die stoffen worden door de boeren in de bergen geweven. Niet minder dan 3000 handgetouwen zijn zodoende over 21 dorpen verspreid, en voor ongeveer ƒ7.200.000 aan verschillende stoffen worden per jaar op het platteland geweven, alleen in de genoemde streek, terwijl 15.000 machinale weefgetouwen aan het werk zijn in Thizi en de grote stad Roanne, in welke twee steden alle verscheidenheden van katoenen goederen (voering, flanellette,​ schortengoed) en zijden dekens in fabrieken geweven worden in miljoenen Meter. In Cours werken 1600 arbeiders, die dekens maken, vooral van de geringste kwaliteit (zelfs dekens die voor ƒ1,20 en zelfs voor ƒ0,50 per stuk worden verkocht, voor uitvoer naar Brazilië). Alle denkbare vodden en doeken van alle mogelijke textielfabrieken (jute, katoen, vlas, hennep, wol en zijde) worden voor die nijverheid verwerkt, waarin natuurlijk de grote fabriek zegeviert. Doch zelfs te Roanne, waar het vervaardigen van katoen een hoge niveau bereikt heeft, en 9000 machinale getouwen werken, die per jaar 30 miljoen meter afleveren — zelfs in die stad ziet men vol verbazing dat de huisnijverheid niet dood is, doch ieder jaar de aanzienlijke hoeveelheid van 10 miljoen meter goederen aflevert. In de omgeving van deze grote stad heeft het breien van fantasie-goederen ​gedurende de laatste dertig jaren zich buitengewoon ontwikkeld. In 1864 hielden zich slechts 2000 vrouwen met deze nijverheid bezig. Het aantal wordt nu geschat op 20.000; zonder dat ze de veldarbeid geheel opgeven, vinden ze tijd om, met behulp van kleine breimachines,​ allerlei wollen ​fantasie-goederen ​te breien, waarvan de jaarlijkse waarde geschat wordt op ƒ4.320.000.[24]+Sindsdien heeft de nijverheid een ingrijpende verandering ondergaan, doch steeds werken in het heuvelland nog 60.000 personen voor Tarare, hetgeen een bevolking van 250.000 zielen vertegenwoordigt. Zij weven alle soorten van mousseline, bestemd voor alle delen van de wereld, en verdienen op die wijze ieder jaar 5.760.000 gulden. Amplepuis is steeds nog een centrum voor dergelijke mousseline, ondanks de zijdefabrieken en de wonderbaarlijke abrikozencultuur,​ die men er aantreft. In het nabijgelegen Thizi maakt men allerlei voering, flanel, “Peruaanse serge”, “Oxford”,​ en andere stoffen die uit wol met katoen door elkaar bestaan. Die stoffen worden door de boeren in de bergen geweven. Niet minder dan 3000 handgetouwen zijn zodoende over 21 dorpen verspreid, en voor ongeveer ƒ7.200.000 aan verschillende stoffen worden per jaar op het platteland geweven, alleen in de genoemde streek, terwijl 15.000 machinale weefgetouwen aan het werk zijn in Thizi en de grote stad Roanne, in welke twee steden alle verscheidenheden van katoenen goederen (voering, flanellette,​ schortengoed) en zijden dekens in fabrieken geweven worden in miljoenen Meter. In Cours werken 1600 arbeiders, die dekens maken, vooral van de geringste kwaliteit (zelfs dekens die voor ƒ1,20 en zelfs voor ƒ0,50 per stuk worden verkocht, voor uitvoer naar Brazilië). Alle denkbare vodden en doeken van alle mogelijke textielfabrieken (jute, katoen, vlas, hennep, wol en zijde) worden voor die nijverheid verwerkt, waarin natuurlijk de grote fabriek zegeviert. Doch zelfs te Roanne, waar het vervaardigen van katoen een hoge niveau bereikt heeft, en 9000 machinale getouwen werken, die per jaar 30 miljoen meter afleveren — zelfs in die stad ziet men vol verbazing dat de huisnijverheid niet dood is, doch ieder jaar de aanzienlijke hoeveelheid van 10 miljoen meter goederen aflevert. In de omgeving van deze grote stad heeft het breien van luxegoederen ​gedurende de laatste dertig jaren zich buitengewoon ontwikkeld. In 1864 hielden zich slechts 2000 vrouwen met deze nijverheid bezig. Het aantal wordt nu geschat op 20.000; zonder dat ze de veldarbeid geheel opgeven, vinden ze tijd om, met behulp van kleine breimachines,​ allerlei wollen ​luxegoederen ​te breien, waarvan de jaarlijkse waarde geschat wordt op ƒ4.320.000.[24]
  
 Men moet evenwel niet denken, dat de textiel nijverheid en aanverwante vakken op die plaats de gehele klein industrie uitmaken. Er bestaan integendeel nog een massa andere bedrijven, en bijna in alle ambachten wordt de wijze van voortbrenging aanhoudend verbeterd. Toen bijvoorbeeld het maken van gewone stoelen op het platteland geen voordeel meer opleverde, ging men luxeartikelen en stoelen in stijl vervaardigen in dezelfde dorpen. Dergelijke wijzigingen treft men overal aan. Men moet evenwel niet denken, dat de textiel nijverheid en aanverwante vakken op die plaats de gehele klein industrie uitmaken. Er bestaan integendeel nog een massa andere bedrijven, en bijna in alle ambachten wordt de wijze van voortbrenging aanhoudend verbeterd. Toen bijvoorbeeld het maken van gewone stoelen op het platteland geen voordeel meer opleverde, ging men luxeartikelen en stoelen in stijl vervaardigen in dezelfde dorpen. Dergelijke wijzigingen treft men overal aan.
Regel 655: Regel 655:
 Onder dergelijke omstandigheden moeten polemieken over de kleine bedrijven en de huisnijverheid wel uiterst onvruchtbaar blijven. Toch is het een genoegen te zien, welk een grote hoeveelheid zeer nauwgezet werk gedaan is tot het onderzoeken van de kleine bedrijven in Duitsland. Naast de beschrijvingen,​ waaruit men niets anders leren kan dan dat de arbeiders in de klein-nijverheid onder ellendige levensvoorwaarden gebukt gaan, en die hoegenaamd niet verklaren waarom bedoelde arbeiders aan hun toestand de voorkeur geven boven het leven van fabrieksarbeiders — naast die beschrijvingen zijn er nog andere uitvoerige studies (zoals van Thun, Emil Sax, Paul Voigt over de meubelmakers,​ enz.) Deze laatste schetsen vergunnen de lezer om een beeld te vormen van het hele leven van deze klasse van arbeiders, op de moeilijkheden waarmee zij te kampen hebben en op de technische toestand van een of ander bedrijf. Zodoende komt men in het bezit van al wat nodig is, tot het vormen van een onafhankelijk oordeel. Onder dergelijke omstandigheden moeten polemieken over de kleine bedrijven en de huisnijverheid wel uiterst onvruchtbaar blijven. Toch is het een genoegen te zien, welk een grote hoeveelheid zeer nauwgezet werk gedaan is tot het onderzoeken van de kleine bedrijven in Duitsland. Naast de beschrijvingen,​ waaruit men niets anders leren kan dan dat de arbeiders in de klein-nijverheid onder ellendige levensvoorwaarden gebukt gaan, en die hoegenaamd niet verklaren waarom bedoelde arbeiders aan hun toestand de voorkeur geven boven het leven van fabrieksarbeiders — naast die beschrijvingen zijn er nog andere uitvoerige studies (zoals van Thun, Emil Sax, Paul Voigt over de meubelmakers,​ enz.) Deze laatste schetsen vergunnen de lezer om een beeld te vormen van het hele leven van deze klasse van arbeiders, op de moeilijkheden waarmee zij te kampen hebben en op de technische toestand van een of ander bedrijf. Zodoende komt men in het bezit van al wat nodig is, tot het vormen van een onafhankelijk oordeel.
  
-Het spreekt vanzelf. dat een aantal kleine bedrijven reeds thans gedoemd zijn om te verdwijnen: doch andere takken van klein-nijverheid tonen daarentegen grote levenskracht,​ en hebben kans om nog lange jaren te blijven bestaan en zich verder te ontwikkelen. Bij het vervaardigen van geweven goederen, die in miljoenen meter afgeleverd worden, en die het best kunnen worden voortgebracht met behulp van ingewikkelde machines, is de concurrentie van het handgetouw tegen het machinaal getouw, natuurlijk niets anders dan een overblijfsel uit het verleden, dat een tijd lang door plaatselijke omstandigheden kan blijven gehandhaafd,​ doch ten slotte moet uitsterven. Hetzelfde is waar van verschillende takken van ijzerindustrie,​ pottenbakkerij,​ enz. Doch waar de onmiddellijke tussenkomst van smaak en vindingrijkheid vereist worden; waar nieuwe modellen, die voortdurende wisseling van werktuigen en gereedschappen vereisen, telkens moeten worden ingevoerd om te voldoen aan de vraag, — zoals het geval is met alle geweven ​fantasie-goederen, zelfs al worden ze vervaardigd voor miljoenen mensen; waar een grote verscheidenheid van goederen en een onafgebroken uitvinding van nieuwe plaatsheeft — zoals bij het maken van speelgoed, instrumenten,​ uurwerken, fietsen, enz.; waar eindelijk het kunstgevoel van de arbeider als individu de beste rol speelt in het werk — zoals bij het maken van honderden kleine luxeartikelen;​ daar is een ruim veld voor kleine bedrijven, plattelandswerkplaatsen,​ huisnijverheid,​ enz. Meer frisheid, meer nieuwe denkbeelden,​ meer algemene begrippen worden in deze nijverheidstakken vereist. Waar echter op de een of andere manier het initiatief wakker gemaakt is, zien we dat de klein nijverheid zich in Duitsland opnieuw ontwikkelt, zoals we daareven zagen dat zulks in Frankrijk het geval was.+Het spreekt vanzelf. dat een aantal kleine bedrijven reeds thans gedoemd zijn om te verdwijnen: doch andere takken van klein-nijverheid tonen daarentegen grote levenskracht,​ en hebben kans om nog lange jaren te blijven bestaan en zich verder te ontwikkelen. Bij het vervaardigen van geweven goederen, die in miljoenen meter afgeleverd worden, en die het best kunnen worden voortgebracht met behulp van ingewikkelde machines, is de concurrentie van het handgetouw tegen het machinaal getouw, natuurlijk niets anders dan een overblijfsel uit het verleden, dat een tijd lang door plaatselijke omstandigheden kan blijven gehandhaafd,​ doch ten slotte moet uitsterven. Hetzelfde is waar van verschillende takken van ijzerindustrie,​ pottenbakkerij,​ enz. Doch waar de onmiddellijke tussenkomst van smaak en vindingrijkheid vereist worden; waar nieuwe modellen, die voortdurende wisseling van werktuigen en gereedschappen vereisen, telkens moeten worden ingevoerd om te voldoen aan de vraag, — zoals het geval is met alle geweven ​luxegoederen, zelfs al worden ze vervaardigd voor miljoenen mensen; waar een grote verscheidenheid van goederen en een onafgebroken uitvinding van nieuwe plaatsheeft — zoals bij het maken van speelgoed, instrumenten,​ uurwerken, fietsen, enz.; waar eindelijk het kunstgevoel van de arbeider als individu de beste rol speelt in het werk — zoals bij het maken van honderden kleine luxeartikelen;​ daar is een ruim veld voor kleine bedrijven, plattelandswerkplaatsen,​ huisnijverheid,​ enz. Meer frisheid, meer nieuwe denkbeelden,​ meer algemene begrippen worden in deze nijverheidstakken vereist. Waar echter op de een of andere manier het initiatief wakker gemaakt is, zien we dat de klein nijverheid zich in Duitsland opnieuw ontwikkelt, zoals we daareven zagen dat zulks in Frankrijk het geval was.
  
 Op het ogenblik wordt in nagenoeg alle takken van klein-nijverheid in Duitsland de toestand van de arbeiders als buitengewoon ellendig beschreven, en de talrijke bewonderaars van centralisatie,​ die we in Duitsland aantreffen, leggen steeds nadruk op deze ellende, wanneer ze voorspellen en wensen dat die “middeleeuwse overblijfselen” verdwijnen en vervangen worden door “samentrekking van kapitaal” ten voordele van de arbeider. Wanneer we echter in werkelijkheid de ellendige toestand van de arbeiders in de kleine bedrijven vergelijken met de toestand van de loonarbeiders in de fabrieken, in dezelfde streken en in dezelfde takken van nijverheid, bespeuren we dat dezelfde ellende heerst onder de fabrieksarbeiders. Zij leven van lonen, die ƒ5,40 tot ƒ6,60 bedragen, en huizen in de krotten van de steden in plaats van op het platteland. Ze werken elf uren per dag, en ze worden ook dikwijls getroffen door buitengewone ellende in tijden van werkeloosheid,​ veroorzaakt door dikwijls voorkomende slapte. Pas nadat zij alle vormen van ellende doorgemaakt hebben in de strijd tegen hun meesters, is het hier en daar aan enkele fabrieksarbeiders gelukt om hun meesters een behoorlijk loon af te persen. En dit heeft ook slechts plaats in bepaalde takken van nijverheid. Op het ogenblik wordt in nagenoeg alle takken van klein-nijverheid in Duitsland de toestand van de arbeiders als buitengewoon ellendig beschreven, en de talrijke bewonderaars van centralisatie,​ die we in Duitsland aantreffen, leggen steeds nadruk op deze ellende, wanneer ze voorspellen en wensen dat die “middeleeuwse overblijfselen” verdwijnen en vervangen worden door “samentrekking van kapitaal” ten voordele van de arbeider. Wanneer we echter in werkelijkheid de ellendige toestand van de arbeiders in de kleine bedrijven vergelijken met de toestand van de loonarbeiders in de fabrieken, in dezelfde streken en in dezelfde takken van nijverheid, bespeuren we dat dezelfde ellende heerst onder de fabrieksarbeiders. Zij leven van lonen, die ƒ5,40 tot ƒ6,60 bedragen, en huizen in de krotten van de steden in plaats van op het platteland. Ze werken elf uren per dag, en ze worden ook dikwijls getroffen door buitengewone ellende in tijden van werkeloosheid,​ veroorzaakt door dikwijls voorkomende slapte. Pas nadat zij alle vormen van ellende doorgemaakt hebben in de strijd tegen hun meesters, is het hier en daar aan enkele fabrieksarbeiders gelukt om hun meesters een behoorlijk loon af te persen. En dit heeft ook slechts plaats in bepaalde takken van nijverheid.
Regel 1182: Regel 1182:
 Graveren, boekbinden, en het maken van allerlei schrijfbehoeften,​ zowel als het vervaardigen van muziekinstrumenten en meetwerktuigen,​ zijn allemaal bedrijven waarin de Parijse werklieden uitmunten. Het mandenmaken is een belangrijke bron van inkomsten; de fijnste soorten slechts worden te Parijs gemaakt en de eenvoudiger soorten in de departementen van Haute-Marne,​ Aisne, enz. Ook borstels worden in kleine werkplaatsen vervaardigd,​ en de omzet wordt geschat op ƒ9.600.000 te Parijs en in het naburige departement van de Oise. Graveren, boekbinden, en het maken van allerlei schrijfbehoeften,​ zowel als het vervaardigen van muziekinstrumenten en meetwerktuigen,​ zijn allemaal bedrijven waarin de Parijse werklieden uitmunten. Het mandenmaken is een belangrijke bron van inkomsten; de fijnste soorten slechts worden te Parijs gemaakt en de eenvoudiger soorten in de departementen van Haute-Marne,​ Aisne, enz. Ook borstels worden in kleine werkplaatsen vervaardigd,​ en de omzet wordt geschat op ƒ9.600.000 te Parijs en in het naburige departement van de Oise.
  
-Voor meubelen zijn er te Parijs 4340 werkplaatsen met gemiddeld drie of vier arbeiders per werkplaats. In het uurwerkbedrijf vinden we 2000 werkplaatsen met slechts 6000 arbeiders en hun productie — ongeveer 12 miljoen gulden waarde — bedraagt niettemin bijna het derde deel van de gehele uurwerkproductie van Frankrijk. Het maken van fijn lederwerk geeft het hoge bedrag van 6 miljoen gulden, hoewel er slechts 1000 mensen bezigheid mee vinden, in 280 werkplaatsen. Dit hoge bedrag toont voldoende dat de Parijse ​fantasie goederen ​van leder een hoge kunstwaarde bezitten. Het juweliersbedrijf — zowel het maken van luxeartikelenals van allerlei goedkope voorwerpen — is een andere specialiteit van de Parijse klein-nijverheid. Een ander welbekend bedrijf is het maken van kunstbloemen. Tenslotte moeten we vermelden de rijtuigen en zadelproductie,​ die men aantreft in de kleine steden rondom Parijs: het vervaardigen van fijne strohoeden; het slijpen van glas en het schilderen op glas en porselein: en tal van werkplaatsen voor fantasie-knopen, sieraden van parelmoer en kleine voorwerpen van hoorn en been.+Voor meubelen zijn er te Parijs 4340 werkplaatsen met gemiddeld drie of vier arbeiders per werkplaats. In het uurwerkbedrijf vinden we 2000 werkplaatsen met slechts 6000 arbeiders en hun productie — ongeveer 12 miljoen gulden waarde — bedraagt niettemin bijna het derde deel van de gehele uurwerkproductie van Frankrijk. Het maken van fijn lederwerk geeft het hoge bedrag van 6 miljoen gulden, hoewel er slechts 1000 mensen bezigheid mee vinden, in 280 werkplaatsen. Dit hoge bedrag toont voldoende dat de Parijse ​luxegoederen ​van leder een hoge kunstwaarde bezitten. ​ 
 + 
 +Het juweliersbedrijf — zowel het slijpen ​van edelstenenalswel ​van het allerlei goedkope voorwerpen — is een andere specialiteit van de Parijse klein-nijverheid. Een ander welbekend bedrijf is het maken van kunstbloemen. Tenslotte moeten we vermelden de rijtuigen en zadelproductie,​ die men aantreft in de kleine steden rondom Parijs: het vervaardigen van fijne strohoeden; het slijpen van glas en het schilderen op glas en porselein: en tal van werkplaatsen voor bijzondere ​knopen, sieraden van parelmoer en kleine voorwerpen van hoorn en been.
  
 ==== Q. Klein-nijverheid in Duitsland ==== ==== Q. Klein-nijverheid in Duitsland ====
Regel 1223: Regel 1225:
   * Extensief, uitbreidend,​ steeds in groter mate.   * Extensief, uitbreidend,​ steeds in groter mate.
   * Fabricaat, wat men vervaardigd heeft.   * Fabricaat, wat men vervaardigd heeft.
-  * Fantasie-goederen,​ afhankelijk van wisselende smaken. 
   * Feldspath, kiezelachtige steensoort.   * Feldspath, kiezelachtige steensoort.
   * Fosfaten, verbindingen van zwavelzuur.   * Fosfaten, verbindingen van zwavelzuur.
namespace/velden_fabrieken_en_werkplaatsen.txt · Laatst gewijzigd: 01/12/19 09:51 door defiance