Emilio Covelli (1846–1915) was een socialist en anarchist uit Italië. Hij was een belangrijke figuur in de vroege socialistische beweging in Italië en werkte nauw samen met Carlo Cafiero. Covelli was lid van de Internationale Arbeidersassociatie, ook wel de Eerste Internationale. Hij leefde enige tijd vanwege repressie in ballingschap in Parijs, maar keerde vanwege gezondheidsproblemen terug naar Italië.
Emilio Covelli was goed op de hoogte van de Duitse socialistische literatuur (Dühring, Marx etc.) en introduceerde het idee van het 'wetenschappelijke socialisme' in Italië. Specifiek schreef hij hiervoor in 1874 het boek L'economia politica e la scienza (vert. Politieke economie en wetenschap) - één van de eerste theoretische socialistische titels in het Italiaans. Later zou hij in 1908 het boek Economia e Socialismo (vert. Economie en socialisme) schrijven.
In 1875 trad Covelli in Napels tot de lokale afdeling van de Eerst Internationale toe. Hij werd daarbij invloedrijk in de krant van de afdeling genaamd La Campana (vert. De Campagne). Hij werkte nauw samen met Carlo Cafiero, Errico Malatesta en Andrea Costa. Samen speelden zij een belangrijke rol in de verschuiving binnen de anarchistische beweging van anarcho-collectivisme zoals Michael Bakoenin dit voorstelde, naar het anarcho-communisme. De vier zouden in de Italiaanse Federatie van de Internationale in Florence-Tosi verantwoordelijk zijn voor het anarcho-communistische programma van de organisatie.
In 1877 Covelli deelnemen aan de mislukte opstand in Benevento, waaraan ook Malatesta, Cafiero en Sergej Stepnjak deelnamen. Na een tijd in de gevangenis verhuisde hij eerst naar Londen, waar hij betrokken was bij de oprichting van het magazine Redattori della Lotta! (vert. Redactie van de Opstand) en daarna naar Geneve, waar hij het tijdschrift I Malfattori oprichtte. Daarna zou hij terugkeren naar Italië.
Hij zou naar steeds radicaler middelen grijpen en raakte beïnvloed door de zogenaamde propaganda van de daad. Hierdoor leefde hij enige jaren op de vlucht en had in 1884 een psychologische inzinking. Hij belandde in Como in een psychiatrische inrichting, waarna hij weer naar verschillende landen verhuisde, o.a. Zwitserland, Griekenland en Turkije. De laatste 23 jaar van zijn leven bracht hij door in verschillende psychiatrische inrichtingen. Hij belandde uiteindelijk in het Nocera Inferiore, dezelfde instelling als waar ook Carlo Cafiero zich bevond, beide zouden daar sterven.
Bij zijn familiehuis is een steen ter herinnering van Emilio Covelli aangebracht. Daarop staat te lezen: “Ik zal mijzelf niet verkopen aan enige overheid of partij… Ik heb ellende, vervolging en laster geleden. Ik heb alles verloren, er is enkel over wie ik ben.”