Nicholas Lazarevitch (17 augustus 1895 - 24 december 1975) was een internationaal actieve anarchist. Hij was tijdens de Russische Revolutie in eerste instantie actief aan de zijde van de Bolsjewieken. Door zijn dissidente positie werd hij uiteindelijk echter door hen vervolgt. Na zijn vrijlating heeft Lazarevitch zich in Parijs bij de Dielo Trouda groep aangesloten. Hij zou tot zijn dood een actief anarchist zijn en felle kritiek uiten op de rol van de Bolsjewieken tijdens de Russische Revolutie.
Nicholas Lazarevitch werd geboren in België op 17 augustus 1895 in de buurt van Luik als kind van Russische revolutionaire migranten. Na in een aantal fabrieken en mijnen in Franstalig België te hebben gewerkt werd hij kort voor de Eerste Wereldoorlog een anarcho-syndicalist. Hij werkte in de 15 mijnen van het Duitse Ruhrgebied in 1916, maar vluchtte in 1917 naar Nederland. Daar sloot hij zich aan bij Russische krijgsgevangenen die ook ontsnapt waren uit Duitsland en droeg hij bij tot het opzetten van een sovjet die aandrong op hun repatriëring naar Rusland.
In februari 1919 vertrok hij samen met deze geïnterneerden naar Rusland en voegde zich daar bij het Rode Leger. Hij werd door hen uitgezonden naar Zuid-Rusland om propaganda te maken in het Franse leger. Hij werd gearresteerd, en werd slechts op het nippertje gered van een zekere executie toen het Rode leger Odessa heroverde. Op dit punt in z'n leven leunde Lazarevitch heel dicht aan bij de Bolsjewieken “van wie hij dacht dat ze qua politieke tendens zeer dicht bij de anarchisten aanleunden, maar beter georganiseerd waren”.
Hij vluchtte weg uit Odessa na de verovering van de stad door het Witte leger en belande zo in buurland Roemenië, waar hij werd geïnterneerd. Daarna trok hij verder doorheen Joegoslavië in de richting van Italië, waar hij in contact stond met enkele lokale anarchisten, hij nam er deel aan verschillende straatgevechten tegen de fascisten. Hij keerde in maart 1921 terug naar Rusland, waar hij werkte als parttime vertaler voor de Komintern (hij weigerde echter om een officiële functie in te nemen).
Na verschillende meningsverschillen met verschillende Komintern leden vroeg hij om werk in de fabriek en bracht de jaren 1921 24 door in diverse Russische fabrieken. Hij onderhield in deze periode nauwe contacten met Boris Souvarine en Pierre Pascal met wie hij samen kritiek begon te uitten op de Bolsjewistische dictatuur. “In zijn ogen lag de oplossing voor het conflict met de partij en de tamme vakbonden in de creatie van vrije arbeiders groepen, de kernen van de toekomstige onafhankelijke vakbondsorganisaties. Een vrije onafhankelijke vakbond die sterk genoeg zouden zijn om op te komen tegen de Bolsjewistische partij en tegen enige vorm van restauratie van het kapitalisme.”
Ondergrondse gedreven door z'n dissidente activiteiten, werd Lazarevitch in de herfst van 1924 gearresteerd door de geheime politie. Hij weigerde de rechtbank te erkennen en werd zonder proces vastgehouden tot 1926, hij bracht z'n tijd door met het studeren van verschillende talen. Hij werd vrijgelaten na een campagne opgezet door anarcho-syndicalisten en het syndicalistische magazine La Revolution Proletarienne. In 1926 werd hij verbannen uit de Sovjet-Unie, waarna hij zich in Parijs vestigde en er een baan als bouwvakker aannam. Hij sloot er zich aan bij de Dielo Trouda groep en werd er medeauteur van het platform van de revolutionaire anarchisten. In 1926 begon hij een campagne te voeren om de Franse arbeiders de werkelijke situatie waarin de arbeidersklasse in de Sovjet-Unie zich bevond te tonen. Hij organiseerde een vijftigtal bijeenkomsten in Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland, die vaak conflicten opleverden met de plaatselijke communisten. In 1928 zetten de Franse autoriteiten hem het land uit. Hij trekt terug naar z'n geboorteland België en gaat er aan de slag in het mijnbekken van Luik, totdat hij illegaal terugkeert naar Frankrijk waar hij in de bouw werkte. In 1931 reisden Lazarevitch en Ida Mett (ondertussen zijn vrouw) door heen Spanje. Lazarevitch was een goede vriend van Ascaso en Durruti, die hij had gekend als ballingen in België en leerde er enkele lokale anarchistische groepen kennen. Hij trok in 1932 terug Parijs en vervolgens naar Belgie vanwaar hij de gebeurtenissen in Spanje op de voet volgde en erover bericht gaf in “La Revolution Proletarienne.” In België, was hij actief in een reeks van anarcho-syndicalistische geleide stakingen en werd er bovendien een felle voorstander het anti-militarisme. Hij voerde campagne voor Victor Serge en Francesco Ghezzi in de USSR en voor rekening van buitenlandse anarchisten die door de Belgische staat uitgewezen waren.
In 1935 werd hij een jaar gevangen gezet voor zijn anti-militaristische en syndicale activiteit. In 1936 trok hij opnieuw de Franse grens over om er werk te vinden met hulp van de proeflezersvakbond.
Hij was actief betrokken bij het verzamelen van de documentatie die werd gepubliceerd in de vorm van Ida Mett's “The Kronstadt Commune”, die in 1938 gepubliceerd werd. Hij werd gearresteerd in 1940 en geïnterneerd in het kamp van Vernet (de beschuldiging luide “illegale vreemdeling”) Hij gaf de indruk alsof hij vrijwillig zou meewerken aan zijn repatriëring naar België maar ontsnapte onderweg. Hij dook onder en werkte een tijdje als landarbeider in Les Landes, waarna hij in 1942 opnieuw zijn vrouw en kinderen vervoegde in het departement Var. Hij keerde datzelfde jaar terug naar Parijs om er te werken als proeflezer bij verschillende kranten. In de jaren '50 gaf Lazarevich enkele kritische publicaties uit over de Sovjet-Unie. Hij begon Russische les te geven en gebruikte z'n contacten met verschillende studenten om meer accurate informatie te krijgen over de situatie in de Sovjet Unie.
Mei 1968, tijdens de studenten- en arbeidersopstanden, nam Lazarevitch deel aan de open vergaderingen aan de Sorbonne in Parijs. Hij stierf in Parijs op de 24ste december 1975.