Inhoud

Stemmen tellen, stemmen klinken

Door Arthur IJzerman

Deze tekst heeft gediend als inleidend woord voor een discussieavond over de verkiezingen in maart 2016, geschreven en voorgedragen door Arthur IJzerman op een avond van de Anarchistische Groep Nijmegen op 21 mei datzelfde jaar.


Verkiezingen

Morgen vinden in Nederland verkiezingen plaats waarbij Nederlandse politici stemmen binnen willen halen om de vrijgekomen zetels in het Europees Parlement te verdelen. Dat moment willen wij niet zonder reflectie voorbij laten gaan, daarom houden we vanavond een discussie avond over het verschijnsel verkiezingen. Dat thema is ruim. Wij hebben ingeschat dat de discussie aan kracht en inhoud wint als we die proberen te focussen. De focus die wij voorstellen is de focus op de vraag “Is stemmen, gebruik maken van het kiesrecht, wel of niet zinvol?”

We willen de avond beginnen met een inleiding van de discussie. Die zal bestaan uit een uiteenzetting van anarchistische kritiekpunten op parlementaire democratie en het fenomeen “stemmen” in het bijzonder.

Daarna willen we ingaan op alternatieve visies rondom politieke besluitvorming, gedacht vanuit een anarchistisch perspectief. Beide uiteenzettingen zullen ongeveer 10 minuten in beslag nemen. De uiteenzetting is niet noodzakelijkerwijs de mening van de gehele Anarchistische Groep Nijmegen (AGN).

Vervolgens zouden we de discussie aan de hand van wat stellingen willen vormgeven. Wij hebben stellingen verzameld, maar we willen jullie nadrukkelijk uitnodigen deze aan te passen of aan te vullen als dat volgens jullie van belang is.

Voordat ik een aantal (anarchistische) kritiekpunten op parlementaire democratie aan zal geven wil ik eerst kort ingaan om twee vragen: Wat is “Politiek”, en “Wat is Anarchisme”.

“Wat is politiek?”

Woordenboek van Dale geeft aan: “Politiek slaat op de regering, met name op het voeren van regeringsbeleid in gegeven omstandigheden en op de organisatie van het staatkundig leven”. Anders verwoord: Politiek slaat op zowel het leiden zelf als de manier van leiden van een gemeenschap in gegeven omstandigheden. Je zou kunnen stellen dat de vorm van politiek leiding geven zich onderscheid van het leiden van een gezin, een commune of een organisatie door manier waarop die gemeenschap samenhangt. Ze is een staatkundige, dat wil zeggen dat ze een gemeenschap is, die gevormd wordt doordat er een gezamenlijk idee is waarom die gemeenschap bij elkaar hoort. Politiek is afgeleid van het Griekse woord “Polis” dat wel wordt vertaald met “burcht, stad, staat, hoofdstad, land, volk, burgerij”

Over de betekenis van politiek zijn bibliotheken volgeschreven, in de wetenschap dat ik het begrip tekort doe, wil ik de kern weergeven als:

“Het vormen en het leiden van een groep mensen die op basis van een overeenkomst een gemeenschap vormen”

“Wat is anarchisme?”

Weer van Dale: “Leer van de verloochening en omverwerping van alle staatsgezag en de onbegrensde zelfstandigheid van elk individu” en: “Het streven naar anarchie als heersende toestand (politiek of anderszins)”. Op de vraag of van Dale politiek neutraal is zal ik niet ingaan.

Anarchie is net als politiek een woord dat haar oorsprong kent in het Grieks Anarchia, dat wordt vertaald met: “Gebrek aan leiders, regeringsloosheid, tuchteloosheid, anarchie.” Deze vertaling kan aangescherpt worden. Het woord Anarchia is gevormd uit twee woorden: ana en Archê en betekend letterlijk, “zonder grond, zonder begin, zonder oorsprong, zonder reden, zonder regering, zonder leiding, zonder overheid, zonder heerschappijen”. Anarchisme is een politieke stroming die bestrijdt dat er een legitimering is waarom iemand de leiding over iemand anders zou mogen nemen. Anarchisten zijn ervan overtuigd dat er geen enkele vanzelfsprekende reden is waarom sommigen besluiten mogen nemen over anderen. Anarchisten hebben een hartstochtelijk probleem met vanzelfsprekend genomen en opgelegde autoriteit. Nadrukkelijk wil ik hierbij de aandacht leggen op het vanzelfsprekende van machtstructuren dat voor anarchisten een doorn in het oog is. Voor anarchisten is alleen zelfbestuur te rechtvaardigen.

1e kritiekpunt:

Vanuit die vanzelfsprekendheid van de autoriteit wil ik de eerste aanklacht formuleren tegen parlementaire democratie. Sinds de val van het communisme heeft het westen zich politiek ideologisch gewenteld in zelfgenoegzaamheid. Het politieke stelsel dat in het westen is ontstaan wordt gezien als het beste politieke stelsel. Het enige stelsel dat recht van bestaan heeft en meent dat het zich niet hoeft te verdedigen tegen kritiek, omdat het zich wentelt in morele superioriteit. Helaas gaat die morele superioriteit gepaard met gedrag dat moreel zeer discutabel is. Omdat de democratie voor zo’n groot goed wordt gehouden en de landen die dat systeem niet omarmd hebben achter zijn gebleven in de geschiedenis en noodzakelijkerwijs wel “achterlijk” moeten zijn, wordt het gewapenderhand ingrijpen in andere landen door het westen gerechtvaardigd. De democratie mag, zo bleek in bijv. de oorlog van VS in Irak, gewapenderhand gebracht worden.

Hoewel dit een aanklacht is tegen het gehele stelsel en niet tegen het fenomeen “kiesrecht” en “stemmen” in het bijzonder, lijkt me dat de parlementaire democratie toch wel een dosis anarchistische kritiek kan gebruiken. Hoe kun je het doden van burgers in een ander land onder het mom van “bevrijding” ooit rechtvaardigen? Hoe kun je vrijheid ooit gewapenderhand opleggen?

2e kritiekpunt:

De tweede aanklacht tegen de parlementaire democratie is gericht tegen het mechanisme van parlementaire vertegenwoordiging. Kiesrecht is beperkt tot het kiezen van een vertegenwoordiger in het parlement. Een vertegenwoordiger die onderdeel is van een partij. Men stemt op personen, partijen, niet op beslissingen. Dat houdt echter in dat dit stelsel het mogelijk maakt, dat er besluiten worden genomen door gekozen politici die met die besluiten de belangen van hun kiezers buiten spel zetten. Hoeveel besluiten die politici nemen worden nu breed gedragen door het volk? Of is de kloof tussen het stemmen op een persoon, met een imago en een partijprogramma, die vervolgens in de consensusstrijd in het parlement zijn beloften aan de kiezers overboord gooit en aan de andere kant de daadwerkelijk genomen politieke besluiten niet inherent aan dit systeem? Is het kortom niet zo dat als je gaat stemmen, je deel neemt aan een loterij? Omdat de waan van de “realpolitiek” voortdurend wordt gebruikt om het verraad aan de achterban te legitimeren? Wie stemt neemt deel aan de staatsloterij. Maar wie wint de hoofdprijs?

3e kritiekpunt:

Tony Blair zei in 2010 in een interview door NRC: “Je kunt geen politicus zijn, als je geen verstand hebt van het bedrijfsleven”, zucht. Dan moet ik echt even tot tien tellen. Tony Blair was nota bene de leider van een politieke partij die claimt dat zij ter linkerzijde speelt. Je zou hopen dat hij beter wist. Wat Tony Blair hier doet, is iets meer dan de politieke agenda uitleveren aan het groot kapitaal. Wat Tony Blair zegt is dat politiek iets is voor experts. Voor mensen die ergens verstand van hebben. Zijn uitspraak past in een algemeen beeld dat er mensen zijn die geschikt zijn voor de politiek en mensen die geschikt zijn om politiek te ondergaan. Hij zegt dat er mensen zijn die op basis van hun verstand kunnen leiden en dat er mensen zijn die op basis van hun verstand geleid moeten worden. Hij zegt dat mensen bestaan uit herders en schapen. Die schapen mogen eens in de zoveel tijd in een stemhokje blaten. Dat is hun inbreng in de politiek. Verder moeten ze hun mond houden. Is dat nu de politieke vrijheid waar het westen zich zo op voor laat staan? Nee! Politieke vrijheid is meebepalen wat er op de politieke agenda komt, en meepraten over de besluiten. Een echte politiek stem wordt niet geteld, maar gehoord! Wie stemt accepteert de lege huls van het kiesrecht als politieke vrijheid en legt zichzelf onmondigheid op!

4e kritiekpunt:

De hedendaagse politieke agenda wordt gedomineerd door economische onderwerpen en argumenten. Haags en Europees beleid dient de BV Nederland en de NV Europa door de stormen van het kapitalistisch bestel te loodsen. Maar wacht even. Hoe had ik politiek beschreven? “Het vormen en leiden van een groep mensen die op basis van een overeenkomst een gemeenschap vormen”. Wie vormt die gemeenschap? Wie bepaalt wat er op de politieke agenda komt? Wie bepaalt over welke onderwerpen politici besluiten nemen? Wiens stemt wordt daarin gehoord? Is het niet zo dat de politieke vrijheid in Europa inmiddels is verworden tot ongelimiteerde vrijheid voor multinationals, banken, internationale beleggers en andere belangengroepen van het grootkapitaal om hun belangen te behartigen? Hoe kan dit?

- Dat komt ten eerste doordat kiezers zich monddood hebben laten maken door het argument dat politiek echt iets is voor specialisten. Maar leidt niet juist dit idee tot een grote afstand tussen kiezers en parlementaire vertegenwoordigers? Is het gemeenschappelijk belang niet het belang voor iedereen? En is het niet juist een probleem dat de politieke specialisten en de kiezers niet meer in slagen om zich te verbinden in een politiek ideaal niet de reden waarom de kiezers zich vervreemd voelen van de politiek? De politiek is tot een schouwspel geworden waar de kiezer buiten blijft staan. Dat wordt wel gezien en er wordt om het schouwspel gelachen, maar het blijft in stand zolang de kiezer blijft stemmen.

- Dat komt ten tweede omdat politici na de grote politieke ideologieën een ander verhaal moeten vertellen waarom het goed is dat zij de leiding hebben. De politieke strijd is beslist, de ideologieën zijn over. Wat nu belangrijk is, is het goed organiseren van de samenleving. Dat is echter bij uitstek een onderwerp dat een politieke ideologie nodig heeft. Is die er niet, dan verdwijnt de politiek en wordt het besturen van de staat een economische, technische bezigheid. Politiek is inmiddels verworden tot het beheren van het huishoudboekje, bij gebrek aan een beter onderwerp. Het pluche verantwoord haar handelen onder verwijzingen naar bedreigingen die afgeweerd moeten worden. Bedreigingen als “economische crisis”. Dat de oorzaken voor die crisis ook in het politiek handelen te vinden zijn (denk aan de afbraak van de regulering van de financiële markten) leidt niet tot twijfel aan het politieke systeem bij politici. Hoe denkt de kiezer? Zou die ook zo blind zijn? Ik vermoed van niet. Onverschilligheid, proteststemmen, zwevende kiezer, dalende opkomsten, zijn dat niet allemaal signalen van een toenemende ongeloofwaardigheid van de parlementaire democratie? Wordt de stem van hen die niet gaan stemmen niet steeds luider?

- Nummertje 3: Politiek wordt niet alleen inhoudelijk maar ook in de vorm gedomineerd door het marktdenken: In de verkiezingsstrijd wordt de stemmer benaderd als consument. Is het niet schrijnend dat op het moment dat kiezers hun enige politieke invloed uitoefenen zij zichzelf op zichzelf teruggeworpen in een kaal eenzaam stemhokje terug vind? Het vormen van de politieke gemeenschap is verworden tot het zwijgend aankruisen van een naam op een voorgedrukt vel. Waar is het gemeenschappelijke van politiek actief zijn gebleven? Waar is dat gemeenschappelijke in verkiezingen? Kiezers vinden geen verbinding bij elkaar. Zij zijn een markt geworden, de kiezersmarkt, de zwijgende massa die door de verkiezingsstrijd bespeelt mag worden.

De politieke vrijheid van kiezers is consumentenvrijheid. Het is niet voor niets dat het neoliberalisme met haar marktideologie niets te vrezen heeft van parlementaire democratie. Verkiezingen suggereren alleen dat er iets verandert. De werkelijke machtsverhoudingen blijven onveranderd. Verkiezingen brengen de illusie van iets nieuws, maar huldigen in werkelijkheid niets anders dan de eeuwige terugkeer van het zelfde. Stemmen, dat is kiezen voor “oude wijn in nieuwe zakken”

Ik zal het hierbij laten. Wat heb ik net betoogd?

Een anarchistisch perspectief, een anarchistisch alternatief:

Stemmen leidt tot een politieke passiviteit. Politieke vrijheid is het gemeenschappelijk leven in gezamenlijkheid vormen, samen bepalen welke onderwerpen op de agenda komen en samen bepalen welke besluiten genomen worden. Politiek is te belangrijk om uit handen te geven, omdat politieke besluiten invloed hebben op het leven van iedereen.

1e richting: Ruimte maken:

Denken aan en handelen voor politieke veranderingen buiten de bestaande verhoudingen om is niet vanzelfsprekend. Er heerst een brede consensus dat streven naar een andere politieke inrichting, onherroepelijk zal leiden tot enorm veel leed. Hierbij wordt steeds gewezen op de ervaringen uit de 20e eeuw en de mensenverslindende machines van het totalitarisme. Deze manier van denken vat ik samen als TINA: There Is No Alternative. Er is geen alternatief! “Democratie is een afgrijselijk politiek systeem”, zei Winston Churchill toen hij na de oorlog niet werd herkozen, “maar we kennen geen beter systeem.”

Dat idee heeft wortel geschoten! Wie kritiek uitoefent moet direct met een pasklaar alternatief komen. Is het geen chantage die de droom van een alternatief het zwijgen op wil leggen nog voordat het de kans heeft gekregen om een gezamenlijke droom te worden? Dat is toch de toekomst gijzelen door het verleden? Dat versta ik niet onder politieke vrijheid. Ik vind dit een minachting voor het vermogen van de mens om zichzelf, het eigen leven en de gemeenschap te vormen. Dat vermogen is ook in de 19e eeuw gebruikt om te komen tot het stelsel van parlementaire democratie, waarom mag het dan in de 21e eeuw niet ingezet worden op een alternatief te vinden op dat systeem?

Anarchisme gaat uit van volledige gelijkheid. Er is geen enkele grond die rechtvaardigt waarom iemand mag beslissen over het leven van een ander. Hoewel democratie zich voor laat staan op gelijkheid, is de gelijkheid in de politieke besluitvorming ver te zoeken. Is het niet zo dat veel meer de angst voor een alternatief, dan het geloof in de parlementaire democratie het zoeken naar een alternatief remt? Is dan niet het aanvechten van de legitimiteit van democratie een eerste stap naar een andere vorm?

Is democratie nog geloofwaardig als minder dan de helft van de bevolking gaat stemmen, zoals dat waarschijnlijk morgen gebeurd? Wanneer wordt de stem van de niet stemmers gehoord, de stem waarmee zij roepen: Het is tijd voor een alternatief?

Richting 2: anarchisme, dat wordt een puinhoop:

Toen ik mijn zus afgelopen zaterdag vertelde waarom ik niet ga stemmen en vind dat het anarchistisch alternatief een kans verdient zij ze: “Maar dat wordt toch een puinhoop?”

Bijzonder is dat, hoe anarchisme, altijd meteen wordt verbonden met puinhoop, chaos en ellende. Wat hebben we toch een vertrouwen in elkaar en onszelf! Voor mij is het helemaal niet vanzelfsprekend dat anarchisme samen gaat met chaos en wanorde. Ja, als je alles wat afwijkt van de huidige orde ziet als wanorde, dan is anarchisme wanorde, namelijk een misstand gezien vanuit de huidige orde. Anarchisten zijn goed in staat om te organiseren. Dat laten zij voortdurend in de praktijk zien. Zij organiseren alleen anders. Voor anarchisten is het nooit vanzelfsprekend dat iemand de leiding heeft of neemt. Anarchisten gaan voor zelfbestuur.

Daarnaast zie ik iets heel vreemds. Zelfbestuur als politiek mechanisme, in de vorm van anarchisme wordt in de publieke opinie niet gezien als een vruchtbare invalshoek. Dat vind ik vreemd. Bijzonder vreemd. Want als het gaat om het besturen van geldstromen, het besturen van de economie dan predikt de economische elite voortdurend voor zelfbestuur. Laisse Faire. Val ons niet lastig politiek, zo stellen zij regelmatig en heel krachtig, wij kunnen heel goed onze zaken regelen. En zo stellen zij: “dat doen we dan ook nog in het algemeen belang”. Zij, de kapitalisten, hebben er ook nog uitdrukkingen voor. Men heeft het dan over de “invisible hand of the market” Dit lied zingen ze vooral als het economisch getij hen meezit. Maar de chaos en wanorde die ik waarneem is de chas en wanorde die veroorzaakt wordt door de markt. Als de economische crisis weer eens heerst. Het wordt tijd dat we de puinhopen bij hun ware naam noemen: Kapitalisme.

Het schrikbeeld dat anarchisme automatisch leidt tot wanorde en chaos, is vooral in het voordeel van de economische elite. Dat schrikbeeld moet ons afhouden van experimenten met alternatieve politieke vormen. Maar het schrikbeeld van verpaupering door een economische crisis leidt alleen maar tot meer economische experimenten. Waarom zijn die experimenten wel toegestaan? Waarom zijn experimenten met anarchistische politieke structuren per definitie fout? Als je blijft doen wat je altijd deed krijg je de problemen die je altijd had. Nu, die problemen kennen we. Het is tijd voor een heel andere benadering!

Richting 3: Anarchistische alternatieven werken al in praktijk.

De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. Wie zoekt in de geschiedenis, komt met herhaling voorbeelden tegen van allerlei vormen van zelfbestuur die korte of langere tijd hebben bestaan. Die voorbeelden moet je echter zoeken, je krijgt ze niet zomaar aangereikt, want het verhaal van de geschiedenis is het verhaal van de overwinnaars. Het alternatief is onderdrukt en doodgezwegen. Maar dat maakt het alternatief niet onmogelijk.

Op dit moment bestaan er ook leefgemeenschappen die ingericht zijn op anarchistische leest en werken met zelfbestuur. Of neem Occupy dat werkte met een vorm van zelfbestuur en uitging van anarchistische principes.

Dat zelfbestuur werkt en succesvol is, blijkt echter ook uit een heel ander fenomeen: het bedrijfsleven werkt namelijk steeds meer met “zelfsturende teams” Dit zijn werknemers die zelf moeten plannen, doelen stellen, beslissen over de inzet van middelen en het oplossen van dagelijkse problemen. Het bedrijfsleven past deze methode toe omdat ze goedkoper is dan aansturing door managers, betere oplossingen voor problemen oplevert en leidt tot zowel meer tevredenheid bij medewerkers als bij klanten. Dat mag toch te denken geven? Natuurlijk is het zo dat de zelfsturing in het bedrijfsleven zijn grenzen kent. De voordelen zijn meestal niet voor de medewerkers. Maar het gegeven dat zelfsturende teams een managementmode geworden is voor mij een bewijs dat zelfbestuur veel levensvatbaarder is dan de publieke opinie voor mogelijk houdt.

Richting 4: Creativiteit, open source

Het hele idee dat we experts nodig hebben om politieke problemen op te lossen is gebaseerd op de veronderstelling dat creativiteit iets is wat een persoon wel of niet heeft. Problemen zijn situaties waarvoor nog geen standaardantwoord bestaat. Dat antwoord moet nog verzonnen worden. Dat geldt ook voor politieke vraagstukken. Een politiek vraagstuk vraagt om een creatieve benadering. Maar creatieve oplossingen komen niet van één persoon. Creatieve ideeën ontstaan in groepen, als mensen zich buigen over een probleem en samen zoeken naar een oplossing. Creativiteit zit niet IN mensen, creativiteit ontstaat TUSSEN mensen. Het delen van kennis, middelen en mogelijkheden leidt tot de beste oplossingen voor vraagstukken. Open source technologie, zowel in ICT als in biologie is daarvoor een voorbeeld. Is het niet zo dat veel politieke problemen die ons nu zorgen baren een creatieve benadering vragen waarvoor juist de stemmen van veel mensen GEHOORD moeten worden? Is niet juist het ontwikkelen van een alternatief buiten de bestaande parlementaire democratieën om, de grootste hoop voor ons allen?