Een inleidend basispamflet over de betekenis van anarcho-syndicalisme geproduceerd door de Solidarity Federation, ook verkrijgbaar als PDF[1].
Het anarchisme is een revolutionaire traditie die verklaart: “vrijheid zonder socialisme is privilege en onrecht, en socialisme zonder vrijheid is slavernij en bruutheid.”
Het syndicalisme is de arbeidersbeweging. Afgeleid van het Franse woord voor vakbondsbeweging[2] (syndicalisme) streeft het ernaar om arbeiders te verenigen zodat ze voor hun belangen op het werk kunnen vechten.
Het anarcho-syndicalisme is anarchisme toegepast op de arbeidersbeweging. Van kleine educatieve groepen tot revolutionaire massabonden groeit libertaire organisatie op, onder controle van van onderop.
Anarchosyndicalisten streven ernaar om zich te organiseren samen met andere strijdbare arbeiders die instemmen met humn revolutionaire doelstellingen en beginselen. Aanvankelijk neemt dit de vorm aan van plaatselijke groepen en industriële netwerken, maar naarmate ze groeien in omvang en invloed kunnen ze functies van een bond[3] aannemen, zoals het adviseren van collega-arbeiders en het op gang brengen van directe actie zoals stiptheidacties, stakingen en bezettingen.
Het is niet de rol van anarchosyndicalistische netwerken en bonden om elke arbeider proberen te recruteren, maar om te pleiten voor massabijeenkomsten van alle arbeiders die betrokken zijn bij elke strijd, en die te organiseren, zodat de arbeiders de zeggenschap behouden. Binnen deze massabijeenkomsten pleiten anarchosyndicalisten voor de principes van solidariteit, directe actie en zelf-organisatie.
Op deze wijze is anarchosyndicalisme heel iets anders dan ‘trade-unionisme’ (de gangbare vakbondsopzet, zie wederom noot 2, vertaler) dat het vertegenwoordigen van onze economische belangen beoogt, en de zogeheten ‘arbeiderspartijen’ die beogen onze politieke belangen te behartigen. In plaats daarvan streeft het anarcho-syndicalisme verenigt het economische en het politieke, en keert zich tegen vertegenwoordiging ten gunste van zelf-organisatie.
Door deze vorm van organiseren leren we om voor onszelf te handelen, waarbij we onze macht uitoefenen zonder geleid te worden door vakbondsbestuurders of politieke voorhoedes. Dit stelt de wijze waarop de maatschappij is georganiseerd ter discussie en wijst vooruit naar de wereld die we willen scheppen, zonder bazen of heersers: libertair communisme.
Anarchosyndicalisten streven ernaar de solidariteit op onze werkplekken te bevorderen en daarbuiten, waarbij arbeiders aangemoedigd worden om zich onafhankelijk van de regering, bazen en bureaucraten te organiseren om te vechten voor onze belangen als een klasse. Ons uiteindelijke doel is een staatloze, klassenloze samenleving gebaseerd op het principe ‘van ieder naar vermogen, aan ieder naar behoefte’ – een systeem van vrije raden gevormd door terugroepbare afgevaardigden vanuit werkplekken en gemeenschappen. Dit is libertair communisme.
We zien zo’n maatschappij gebaseerd op onze behoeften geschapen worden uit onze stukken strijd van de arbeidersklasse om onze behoeften in het hier en nu kracht bij te zetten. Onze activiteit is er daarom op gericht om zulke stukken klassenstrijd te bevorderen, te ondersteunen en te ontwikkelen, stukken strijd die ons nu ten goede komen en ons dichterbij de maatschappij brengen die we willen creëren. We doen dit in overeenstemming met de volgende principes:
Anarcho-syndicalisten zijn betrokken bij een breed scala van strijd op de werkplek en in de gemeenschap, sommigen zeer direct, sommige meer op de lange termijn. Deze omvatten:
Organiseren op de werkplek – rond zaken van loon tot arbeidsuren tot werkmethoden en omstandigheden.
Organiseren in de gemeenschap – van openbare diensten tot huisvesting tot het milieu.
Solidariteit bij staking en bezetting – het bemensen van stakingsposten, geld inzamelen, benodigdheden brengen.
Steun aan arbeiders – het organiseren van demonstraties, pickets en directe acties ter ondersteuning van individuele arbeiders die op één of andere manier tot slachtoffer gemaakt zijn[4]
Netwerken met andere strijdbare arbeiders – bijvoorbeeld via het National Shop Stewards Network en het Education Workers’ Network[5]
Het organiseren van openbare bijeenkomsten – over de economie, oorlog, klimaatsverandering en andere zaken die de arbeidersklasse raken.
Het produceren en verspreiden van propaganda – van regelmatige weggeefbladen en magazines tot éénmalige pamfletten, het verspreiden van de ideeën van solidariteit, directe actie en zelforganisatie.