Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:taal_-_oorsprong_en_betekenis

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Volgende revisie
Vorige revisie
namespace:taal_-_oorsprong_en_betekenis [26/11/19 18:23]
defiance aangemaakt
namespace:taal_-_oorsprong_en_betekenis [10/12/19 12:07] (huidige)
defiance
Regel 2: Regel 2:
 //Door [[John Zerzan]]// //Door [[John Zerzan]]//
  
-  * Originele titel: +  * Originele titel: ​Language - Origin and Meaning 
-  * Verschenen:​ +  * Verschenen: ​1989 
-  * Bron:+  * Bron: [[https://​verbodengeschriften.nl/​html/​taal-oorsprong-en-betekenis.html|Taal - Oorsprong en betekenis]],​ Verbodengeschriften.nl
   * Vertaling: onbekend   * Vertaling: onbekend
  
Regel 19: Regel 19:
 In vrijwel dezelfde betekenis als waarin de geobjectiveerde tijd als essentieel werd beschouwd voor het bewustzijn – Hegel noemde dat “de noodzakelijke vervreemding”- is de taal dat ook en even onjuist. Taal zou eigenlijk gezien kunnen worden als de fundamentele ideologie, misschien als een even intense scheiding van de natuurlijke wereld als de op zichzelf bestaande tijd. En als tijdloosheid een einde maakt aan de splitsing tussen spontaniteit en bewustzijn, zou taalloosheid daar even noodzakelijk voor kunnen zijn. In vrijwel dezelfde betekenis als waarin de geobjectiveerde tijd als essentieel werd beschouwd voor het bewustzijn – Hegel noemde dat “de noodzakelijke vervreemding”- is de taal dat ook en even onjuist. Taal zou eigenlijk gezien kunnen worden als de fundamentele ideologie, misschien als een even intense scheiding van de natuurlijke wereld als de op zichzelf bestaande tijd. En als tijdloosheid een einde maakt aan de splitsing tussen spontaniteit en bewustzijn, zou taalloosheid daar even noodzakelijk voor kunnen zijn.
  
-Adorno schreef in Minima Moralia: "Voor geluk geldt hetzelfde als voor waarheid: je hebt dat niet, maar het zit in je.” Dat zou kunnen doorgaan voor een uitmuntende beschrijving van de mensheid, zoals wij bestonden voor de opkomst van tijd en taal, voor de scheiding en het uiteenvallen,​ die een einde maakte aan authenticiteit.+Adorno schreef in //Minima Moralia//: "Voor geluk geldt hetzelfde als voor waarheid: je hebt dat niet, maar het zit in je.” Dat zou kunnen doorgaan voor een uitmuntende beschrijving van de mensheid, zoals wij bestonden voor de opkomst van tijd en taal, voor de scheiding en het uiteenvallen,​ die een einde maakte aan authenticiteit. 
 Het onderwerp van deze verkenning is de taal, opgevat in haar vergiftigende betekenis. Een citaat van Nietzsche beschrijft haar belangrijkste rol: “Woorden verwateren en stompen af; woorden maken onpersoonlijk;​ woorden maken het ongewone gewoon.” Het onderwerp van deze verkenning is de taal, opgevat in haar vergiftigende betekenis. Een citaat van Nietzsche beschrijft haar belangrijkste rol: “Woorden verwateren en stompen af; woorden maken onpersoonlijk;​ woorden maken het ongewone gewoon.”
  
Regel 66: Regel 67:
  
 Volgens mij is echter de kern van de zaak de veronderstelling dat taal is ontstaan met het begin van de technologie – dat wil zeggen in de zin van arbeidsverdeling en wat daarmee gepaard gaat, zoals het standaardiseren van dingen en gebeurtenissen en de feitelijke macht van deskundigen over anderen. Het lijkt heel moeilijk om de arbeidsverdeling – “de bron van de beschaving” in de woorden van Dürkheim – in elk stadium los te maken van de taal, misschien nog het allerminst in het begin. Arbeidsverdeling maakt een betrekkelijk ingewikkelde controle van de activiteit van de groep noodzakelijk;​ in feite vereist het dat de hele gemeenschap georganiseerd en gestuurd wordt. Dat gebeurt door het uiteenvallen van functies, die eerst door iedereen werden verricht, tot een steeds grotere differentiatie van taken en vandaar van rollen en verschillen. Volgens mij is echter de kern van de zaak de veronderstelling dat taal is ontstaan met het begin van de technologie – dat wil zeggen in de zin van arbeidsverdeling en wat daarmee gepaard gaat, zoals het standaardiseren van dingen en gebeurtenissen en de feitelijke macht van deskundigen over anderen. Het lijkt heel moeilijk om de arbeidsverdeling – “de bron van de beschaving” in de woorden van Dürkheim – in elk stadium los te maken van de taal, misschien nog het allerminst in het begin. Arbeidsverdeling maakt een betrekkelijk ingewikkelde controle van de activiteit van de groep noodzakelijk;​ in feite vereist het dat de hele gemeenschap georganiseerd en gestuurd wordt. Dat gebeurt door het uiteenvallen van functies, die eerst door iedereen werden verricht, tot een steeds grotere differentiatie van taken en vandaar van rollen en verschillen.
 +
 Terwijl Vlahos van mening was dat taal al heel vroeg ontstond, naar aanleiding van eenvoudige stenen gereedschappen en de vervaardiging daarvan, heeft Julian Jaynes misschien een interessantere vraag opgeworpen, die wordt verondersteld in zijn tegendraadse mening dat de taal veel later optrad. Hij vraagt zich af hoe het komt dat, als de mensheid een paar miljoen jaar de beschikking over taal had gehad, er in feite toch geen ontwikkeling van de technologie is geweest. De vraag van Jayne houdt in dat er een inherente utilitaire waarde in de taal zit, een verondersteld loslaten van latente ontwikkelingsmogelijkheden met een positief karakter. Maar gezien de destructieve dynamiek van arbeidsverdeling – waar hierboven al naar is verwezen, – zou het kunnen dat, terwijl taal en technologie inderdaad met elkaar samenhangen,​ duizenden generaties lang aan beiden weerstand is geboden. ​ Terwijl Vlahos van mening was dat taal al heel vroeg ontstond, naar aanleiding van eenvoudige stenen gereedschappen en de vervaardiging daarvan, heeft Julian Jaynes misschien een interessantere vraag opgeworpen, die wordt verondersteld in zijn tegendraadse mening dat de taal veel later optrad. Hij vraagt zich af hoe het komt dat, als de mensheid een paar miljoen jaar de beschikking over taal had gehad, er in feite toch geen ontwikkeling van de technologie is geweest. De vraag van Jayne houdt in dat er een inherente utilitaire waarde in de taal zit, een verondersteld loslaten van latente ontwikkelingsmogelijkheden met een positief karakter. Maar gezien de destructieve dynamiek van arbeidsverdeling – waar hierboven al naar is verwezen, – zou het kunnen dat, terwijl taal en technologie inderdaad met elkaar samenhangen,​ duizenden generaties lang aan beiden weerstand is geboden. ​
  
Regel 85: Regel 87:
 De vroege mensheid werd niet afgehouden van de taal door de druk van de onophoudelijke zorgen om te overleven; er was tijd genoegen voor nadenken en linguïstische ontwikkeling,​ maar die weg werd duidelijk duizenden jaren lang verworpen. Ook was het niet zo dat de beslissende overwinning van de landbouw, de hoeksteen van de beschaving, plaats vond ( in de vorm van de Neolithische omwenteling) vanwege voedseltekorten of de druk van overbevolking. In feite, zoals Lewis Binford heeft geconcludeerd,​ “Is de vraag niet waarom landbouw en manieren van voedselopslag niet overal tot ontwikkeling kwamen, maar waarom dat toch gebeurde.” De vroege mensheid werd niet afgehouden van de taal door de druk van de onophoudelijke zorgen om te overleven; er was tijd genoegen voor nadenken en linguïstische ontwikkeling,​ maar die weg werd duidelijk duizenden jaren lang verworpen. Ook was het niet zo dat de beslissende overwinning van de landbouw, de hoeksteen van de beschaving, plaats vond ( in de vorm van de Neolithische omwenteling) vanwege voedseltekorten of de druk van overbevolking. In feite, zoals Lewis Binford heeft geconcludeerd,​ “Is de vraag niet waarom landbouw en manieren van voedselopslag niet overal tot ontwikkeling kwamen, maar waarom dat toch gebeurde.”
  
-De overheersing van de landbouw, waaronder het bezit van eigendommen,​ wetten, steden, wiskunde, overschotten,​ blijvende hiërarchie en specialisatie,​ en schrift, om maar een paar elementen daarvan op te noemen, was geen onvermijdelijke stap in de “vooruitgang” van de mens; de taal was dat ook niet. De werkelijkheid van het Neolithische leven geeft blijk van het verval of nederlaag van wat over het algemeen wordt gezien als een enorme stap voorwaarts, een bewonderenswaardig overtreffen van de natuur, enz. In dit licht worden veel inzichten van Horkheimer en Adorno in de Dialektik der Aufklärung (zoals het verband tussen de ontwikkeling van de instrumentele beheersing en de achteruitgang van gevoelsmatig ervaren) dubbelzinnig,​ door hun onjuiste conclusie dat “mensen altijd moesten kiezen tussen hun onderwerping aan de natuur of de onderwerping van de natuur aan het Zelf.”+De overheersing van de landbouw, waaronder het bezit van eigendommen,​ wetten, steden, wiskunde, overschotten,​ blijvende hiërarchie en specialisatie,​ en schrift, om maar een paar elementen daarvan op te noemen, was geen onvermijdelijke stap in de “vooruitgang” van de mens; de taal was dat ook niet. De werkelijkheid van het Neolithische leven geeft blijk van het verval of nederlaag van wat over het algemeen wordt gezien als een enorme stap voorwaarts, een bewonderenswaardig overtreffen van de natuur, enz. In dit licht worden veel inzichten van Horkheimer en Adorno in de //Dialektik der Aufklärung// (zoals het verband tussen de ontwikkeling van de instrumentele beheersing en de achteruitgang van gevoelsmatig ervaren) dubbelzinnig,​ door hun onjuiste conclusie dat “mensen altijd moesten kiezen tussen hun onderwerping aan de natuur of de onderwerping van de natuur aan het Zelf.”
  
 "​Nergens wordt de beschaving zo volmaakt weerspiegeld als in de taal,” merkte Pei op, en op een aantal zeer belangrijke manieren heeft de taal niet alleen verschuivingen in het menselijke leven weerspiegeld maar ook bepaald. De grote, krachtige breuk, die werd aangekondigd door het ontstaan van de taal, was, nog maar 10.000 jaar geleden, een voorafschaduwing en overschaduwing van het op het toneel verschijnen van beschaving en geschiedenis. In het bereik van de taal, “is het geheel van de Geschiedenis verenigd en volledig aanwezig, op de manier van een Natuurlijke Ordening,​” zegt Barthes. "​Nergens wordt de beschaving zo volmaakt weerspiegeld als in de taal,” merkte Pei op, en op een aantal zeer belangrijke manieren heeft de taal niet alleen verschuivingen in het menselijke leven weerspiegeld maar ook bepaald. De grote, krachtige breuk, die werd aangekondigd door het ontstaan van de taal, was, nog maar 10.000 jaar geleden, een voorafschaduwing en overschaduwing van het op het toneel verschijnen van beschaving en geschiedenis. In het bereik van de taal, “is het geheel van de Geschiedenis verenigd en volledig aanwezig, op de manier van een Natuurlijke Ordening,​” zegt Barthes.
  
 Mythologie, zoals Cassirer opmerkt, die “vanaf het begin een potentiële religie” is, kan opgevat worden als een functie van de taal en is, als elk ideologisch product, onderworpen aan haar eisen. De negentiende-eeuwse linguïst Muller beschrijft mythologie juist op die manier als een “ziekte van de taal;” taal vervormt het denken door haar onvermogen om dingen rechtstreeks te beschrijven. “Mythologie is onvermijdelijk,​ het is natuurlijk, het is een inherente noodzaak van de taal…(Het is) de donkere schaduw die over het denken valt, en die nooit kan verdwijnen tenzij de taal geheel zal samenvallen met het denken, wat nooit zal gebeuren.” Mythologie, zoals Cassirer opmerkt, die “vanaf het begin een potentiële religie” is, kan opgevat worden als een functie van de taal en is, als elk ideologisch product, onderworpen aan haar eisen. De negentiende-eeuwse linguïst Muller beschrijft mythologie juist op die manier als een “ziekte van de taal;” taal vervormt het denken door haar onvermogen om dingen rechtstreeks te beschrijven. “Mythologie is onvermijdelijk,​ het is natuurlijk, het is een inherente noodzaak van de taal…(Het is) de donkere schaduw die over het denken valt, en die nooit kan verdwijnen tenzij de taal geheel zal samenvallen met het denken, wat nooit zal gebeuren.”
-Het is dus een klein wonder dat de oude droom van een lingua Adamica, een "​echte"​ taal, die niet uit conventionele tekens bestaat, maar uitdrukking geeft aan de rechtstreekse,​ spontane betekenis van dingen, een integraal deel is geweest van de hunkering van de mensheid naar een verloren oorspronkelijke toestand. Zoals hierboven al is opgemerkt, is de Toren van Babel een van de blijvende aanduidingen van deze hunkering naar een echte gemeenschap met elkaar en met de natuur.+ 
 +Het is dus een klein wonder dat de oude droom van een //lingua Adamica//, een "​echte"​ taal, die niet uit conventionele tekens bestaat, maar uitdrukking geeft aan de rechtstreekse,​ spontane betekenis van dingen, een integraal deel is geweest van de hunkering van de mensheid naar een verloren oorspronkelijke toestand. Zoals hierboven al is opgemerkt, is de Toren van Babel een van de blijvende aanduidingen van deze hunkering naar een echte gemeenschap met elkaar en met de natuur.
  
 In die aanvankelijke (maar langdurende) toestand vormden natuur en gemeenschap een samenhangend geheel, onderling verbonden met de innigste banden. De stap van het deel uitmaken van de natuur naar religie, hield een losmaken van krachten wezens in, naar een uiterlijk en omgekeerd bestaan. Deze scheiding nam de vorm aan van godheden, en de religieuze vakman, de sjamaan, was de eerste specialist. In die aanvankelijke (maar langdurende) toestand vormden natuur en gemeenschap een samenhangend geheel, onderling verbonden met de innigste banden. De stap van het deel uitmaken van de natuur naar religie, hield een losmaken van krachten wezens in, naar een uiterlijk en omgekeerd bestaan. Deze scheiding nam de vorm aan van godheden, en de religieuze vakman, de sjamaan, was de eerste specialist.
Regel 98: Regel 101:
 Aan het eind van het Vroege Stenen Tijdperk, toen een geleidelijk afnemend aantal werkwoorden in de taal, de afname weerspiegelde van unieke en vrij gekozen daden ten gevolge van de arbeidsverdeling,​ beschikte de taal nog steeds niet over tijdsvormen. Hoewel het tot stand brengen van een symbolische wereld de voorwaarde was voor het bestaan van tijd, waren er geen veranderingen tot ontwikkeling gekomen, voordat het jager-verzamelaars-leven was vervangen door de landbouw van het Nieuwe Stenen Tijdperk. Maar als elk werkwoord een tijdsvorm toont, “eist de taal lippendienst van de tijd, zelfs als tijd in ons denken het verst weg ligt.” (Van Orman Quine 1960) Vanuit dit standpunt zou je je af kunnen vragen of tijd onafhankelijk van grammatica kan bestaan. Toen de taal eenmaal de tijd in zich opnam en daardoor bij elke uitdrukking bezield wordt door de tijd, vernietigde de arbeidsverdeling de eerder bestaande werkelijkheid definitief. Met Derrida, kan nauwkeurig vastgesteld worden dat “taal de oorsprong van de geschiedenis is.” Taal is op zichzelf al onderdrukking en tijdens haar ontwikkeling neemt de onderdrukking alleen maar toe – net als bij ideologie en arbeid – om de verleden tijd teweeg te brengen. Zonder tijd zou de hele geschiedenis verdwijnen. Aan het eind van het Vroege Stenen Tijdperk, toen een geleidelijk afnemend aantal werkwoorden in de taal, de afname weerspiegelde van unieke en vrij gekozen daden ten gevolge van de arbeidsverdeling,​ beschikte de taal nog steeds niet over tijdsvormen. Hoewel het tot stand brengen van een symbolische wereld de voorwaarde was voor het bestaan van tijd, waren er geen veranderingen tot ontwikkeling gekomen, voordat het jager-verzamelaars-leven was vervangen door de landbouw van het Nieuwe Stenen Tijdperk. Maar als elk werkwoord een tijdsvorm toont, “eist de taal lippendienst van de tijd, zelfs als tijd in ons denken het verst weg ligt.” (Van Orman Quine 1960) Vanuit dit standpunt zou je je af kunnen vragen of tijd onafhankelijk van grammatica kan bestaan. Toen de taal eenmaal de tijd in zich opnam en daardoor bij elke uitdrukking bezield wordt door de tijd, vernietigde de arbeidsverdeling de eerder bestaande werkelijkheid definitief. Met Derrida, kan nauwkeurig vastgesteld worden dat “taal de oorsprong van de geschiedenis is.” Taal is op zichzelf al onderdrukking en tijdens haar ontwikkeling neemt de onderdrukking alleen maar toe – net als bij ideologie en arbeid – om de verleden tijd teweeg te brengen. Zonder tijd zou de hele geschiedenis verdwijnen.
  
-Pre-historie is pre-schrift;​ elke manier van schrijven is een teken dat de beschaving is begonnen. "Je krijgt de indruk,’ schreef Freud in Die Zukunft einer Illusion, "dat beschaving iets is dat aan een tegenstribbelende meerderheid werd opgelegd door een minderheid, die begreep hoe je je meester kon maken van de machts- en dwangmiddelen.” De kwestie van tijd en taal kan dan wel problematisch lijken, maar het schrift, als een stadium van de taal, verschijnt op het toneel door op een nog onbedektere manier bij te dragen aan onderwerping. Freud zou heel terecht de geschreven taal aan hebben kunnen wiizen als de hefboom waarmee de beschaving werd opgelegd en verstevigd.+Pre-historie is pre-schrift;​ elke manier van schrijven is een teken dat de beschaving is begonnen. "Je krijgt de indruk,’ schreef Freud in //Die Zukunft einer Illusion//, "dat beschaving iets is dat aan een tegenstribbelende meerderheid werd opgelegd door een minderheid, die begreep hoe je je meester kon maken van de machts- en dwangmiddelen.” De kwestie van tijd en taal kan dan wel problematisch lijken, maar het schrift, als een stadium van de taal, verschijnt op het toneel door op een nog onbedektere manier bij te dragen aan onderwerping. Freud zou heel terecht de geschreven taal aan hebben kunnen wiizen als de hefboom waarmee de beschaving werd opgelegd en verstevigd.
  
 Rond 10.000 v.C. had de uitgebreide arbeidsverdeling het soort sociale controle voortgebracht,​ dat wordt weerspiegeld in steden en tempels. De vroegste geschriften zijn aantekeningen van belastingen,​ wetten en uitspraken over arbeidsdienst. Deze geobjectiveerde overheersing kwam dus voort uit de feitelijke behoeften van een politieke economie. Het toenemende gebruik van letters en kleitabletten stelden de machthebbers binnen korte tijd in staat om nieuwe hoogtepunten te bereiken in macht en verovering, zoals geïllustreerd wordt door de nieuwe bestuursvorm die bevolen werd door koning Hammurabi van Babylon. Zoals Claude Lévy-Strauss dat stelde: “het schrift is ontwikkeld om het mogelijk te maken grote menigten van mensen administratief manipuleerbaar te maken…Het stond dus in dienst van het uitbuiten van de mens, vóór het zijn geest “verlichtte”…. De primaire functie van de geschreven mededeling bestond dus uit het vergemakkelijken van de onderwerping. De toepassing van het schrift ten dienste van onbaatzuchtige oogmerken, ten behoeve van intellectuele en esthetische bevrediging,​ is een secundair resultaat, dat niet zelden middel wordt om het primaire te versterken, te rechtvaardigen of te verdoezelen.” Rond 10.000 v.C. had de uitgebreide arbeidsverdeling het soort sociale controle voortgebracht,​ dat wordt weerspiegeld in steden en tempels. De vroegste geschriften zijn aantekeningen van belastingen,​ wetten en uitspraken over arbeidsdienst. Deze geobjectiveerde overheersing kwam dus voort uit de feitelijke behoeften van een politieke economie. Het toenemende gebruik van letters en kleitabletten stelden de machthebbers binnen korte tijd in staat om nieuwe hoogtepunten te bereiken in macht en verovering, zoals geïllustreerd wordt door de nieuwe bestuursvorm die bevolen werd door koning Hammurabi van Babylon. Zoals Claude Lévy-Strauss dat stelde: “het schrift is ontwikkeld om het mogelijk te maken grote menigten van mensen administratief manipuleerbaar te maken…Het stond dus in dienst van het uitbuiten van de mens, vóór het zijn geest “verlichtte”…. De primaire functie van de geschreven mededeling bestond dus uit het vergemakkelijken van de onderwerping. De toepassing van het schrift ten dienste van onbaatzuchtige oogmerken, ten behoeve van intellectuele en esthetische bevrediging,​ is een secundair resultaat, dat niet zelden middel wordt om het primaire te versterken, te rechtvaardigen of te verdoezelen.”
Regel 116: Regel 119:
 Er schuilt een diepe waarheid in de uitspraak dat “verliefden geen woorden nodig hebben.” Het punt is dat we een wereld van verliefden moeten hebben, een wereld van oog-in-oog, waarin zelfs namen vergeten kunnen worden, een wereld die weet dat betovering het tegenovergestelde is van onwetendheid. Alleen een strategie die taal en tijd uitwist en op het overdrevene af visionair is, heeft enige betekenis. Er schuilt een diepe waarheid in de uitspraak dat “verliefden geen woorden nodig hebben.” Het punt is dat we een wereld van verliefden moeten hebben, een wereld van oog-in-oog, waarin zelfs namen vergeten kunnen worden, een wereld die weet dat betovering het tegenovergestelde is van onwetendheid. Alleen een strategie die taal en tijd uitwist en op het overdrevene af visionair is, heeft enige betekenis.
  
 +{{tag>​primitivisme taal}}
namespace/taal_-_oorsprong_en_betekenis.1574792623.txt.gz · Laatst gewijzigd: 26/11/19 18:23 door defiance