Door Coördinatie van Autonome Groepen in Spanje
De laatste tijd zijn wij dankzij de “democratische” pers getuige van een niet aflatende aanklacht tegen de omstandigheden waarin de Baskische politieke gevangenen verkeren in de gevangenis van Soria en — zij het minder heftig — tegen die van de gevangen leden van de GRAPO in Mamora; waar wij niets tegen in te brengen hebben. Maar de pers boycot ons en b.ewaart een volstrekt stilzwijgen als het om de omstandigheden van de andere politieke en gewone gevangenen gaat In het huidige systeem van de democratische dictatuur van het kapitaal is de journalistieke politie de rol toebedeeld dat deel van zijn repressieve natuur te laten zien dat toonbaar is als een waar, om wat in de andere gevangenissen gebeurt beter de kop in te drukken en te doen vergeten.
Inrichtingen als het gevangenis-graf van Herrera de la Mancha, bestemd om er diegenen die men absoluut onbruikbaar acht voor het kapitaal, te laten vegeteren. De celgevangenissen van Burgos, Ocana en Puerto de Santa Maria, die nog voor die van Soria en Mamora militair zijn bezet en waar knuppelslagen en het spuiten met verstikkende gassen dagelijkse praktijk zijn. Om de verveling te verdrijven en hun bestaan te rechtvaardigen vinden de huurlingen van de repressie er niets beters op dan er in het wilde weg op los te slaan onder het zingen van liederen als “Cara al sol”, “Montanas Nevadas” of “Yo tenía un camarada” (“Ich hatte einen Kameraden”).[1] Zo klinkt de gebruikelijke “dialoog” die oproerpolitie en gevangenisbewaarders bezigen als “therapie van sociale heraanpassing”.
Dat is de werkelijkheid van de hervormingen zoals de gevangenen die ondervinden die hebben meegevochten voor amnestie met de schaarse middelen waarover ze konden beschikken. Dat hebben zij bereikt najaren van strijd, opstanden, zelfverwondingen, hongerstakingen, enzovoort. Volgens García Valdés zijn deze centra voor “onaangepasten” bedoeld. Waaraan zij zich inderdaad niet willen aanpassen, zijn zijn beruchte akkoorden en nieuwe democratische methoden. Wat zij aanklagen met hun onaangepastheid is de lichamelijke en psychische vernietiging van het individu, de langzame dood, dagelijks en in stilte geprogrammeerd.
Terwijl men aan de ene kant hervormingen voorwendde op zuiver spectaculair en publicitair niveau met “idolen” als El Lute of Daniel Pons, en andere sterren van de COPEL, bleven vele gevangenen in dezelfde omstandigheden achter in hun cel, in het diepst van de vergetelheid. De hervorming was met deze individuele gevallen afgesloten.
Op parlementair niveau is de uitvoering van de hervorming in iedere gevangenis afzonderlijk overgelaten aan de grillen en interpretaties van de respectievelijke directeuren en besturen: het briefgeheim constant geschonden; contact met de buitenwereld beperkt en schaars; kranten, boeken en tijdschriften die buiten de gevangenis vrij worden verspreid, gecensureerd of niet toegelaten, hoewel daar geen enkel criterium of regel voor bestaat; clandestiene circulaires van de directie van het gevangeniswezen die teniet doen wat in’het openbaar is toegezegd; sexueel verkeer systematisch geweigerd, enzovoort.
Het verschil tussen de franquistische en de democratische gevangenissen is dat het in het eerste geval de bewaarders waren die martelden terwijl het nu, in de gevangenissen die militair zijn bezet of daarmee worden bedreigd, de oproerpolitie is die het martelen op zich heeft genomen (af en toe krijgt zij daarbij hulp van enkele bewaarders).
Wat de gevangenis van Segovia betreft, die volgens Garcia Valdés voor libertairen is bestemd: zonder aanwijsbare redenen en zonder dat er enig motief voor sancties bestond, werden in de vroege ochtend van 30 en 31 juli tien gevangenen ontvoerd, waarbij de gevangenis militair werd bezet, zonder dat de andere kameraden daar ook maar iets tegen konden doen: vier van hen waren bij de “Scala”-affaire betrokken (drie werden naar Ocaña overgeplaatst en één naar Burgos), drie hoorden bij de Autonome Groepen (waarvan twee naar Ocaña en één naar Burgos), twee gewone gevangenen werden naar Burgos overgeplaatst en één ging er naar een psychiatrische strafinrichting. Daarbij komen nog andere kameraden: twee van de Autonome Groepen in Puerto de Santa Maria en zes van de CNT in Burgos.
De libertaire gevangenen zijn, evenals de “onaangepasten” onder de gewone gevangenen, overgebracht naar de meest harde gevangenissen. Het zijn dus de libertairen waarop in de eerste plaats de politiek van criminalisering van de klassenstrijd wordt toegepast: op juridisch gebied (door het eisen van ongehoord hoge straffen) en op het gebied van de omstandigheden in de gevangenis.
De staat van het kapitaal, die momenteel wordt beheerd onder verantwoordelijkheid van rechts, links en extreem-links, tracht de gevangen leden van de Autonome Groepen en de libertairen - evenals hun daden, die altijd waren gericht op de afschaffing van de moderne slavernij, de loonarbeid, de waar en de staat — voor te stellen alsof zij onder de gewone misdaad vallen: als delinquenten en bandieten. Zonder dat dit enig gewetensbezwaar oproept op het “toneel van de politiek”, laat hij daarmee zijn ware natuur zien: de selectieve onderdrukking.
Met de recente goedkeuring van het statuut van Guernica en het daaruit voortvloeiende pact op het niveau van de politikeke bureaucratie, blijft er een mogelijkheid open voor een nieuwe amnestie voor de Baskische politieke gevangenen; wat prompt en onbeschaamd wordt geëist door de ETA político-militar, die hierover onderhandelt door bemiddeling van haar politieke orgaan, de Euskadiko Ezkerra. Door haar geringschatting van en opzettelijke onbekendheid met de strijd die door de andere politieke en gewone gevangenen van de Spaanse staat gevoerd wordt, bewijst de ETA politico-militar dat zij slechts de radicale vleugel vormt van de Baskische kleine en middelgrote bourgeoisie en haar populistische nationalisme. Lang geleden reeds gleed zij af van de moderne sociale oorlog naar het terrein van de politiek met duidelijk zuiver publicitaire acties, die als zodanig door het systeem konden worden ingekapseld. Wij kunnen stellen dat de mensen van de ETA político-militar de rol is toebedeeld de toekomstige stoottroepen te vormen voor de politietaken in de extreem-linkervleugel van het Baskische kapitalisme, en dus de rol van verdedigers van de contrarevolutie, die reeds in opmars is tegen wie het kapitalisme verloochenen: de proletariërs die geen proletariër meer willen zijn.
Volledige amnestie!
Vernietiging van de gevangenissen! Afschaffing van de loonarbeid en de waar!
Autonome Groepen (augustus 1979)