Ersilia Cavedagni (2 April 1862 – na 1941) was een Italiaans-Amerikaanse anarcha-feministe, schrijfster en redactrice. Ze speelde als één van de weinige vrouwen een prominente rol in de anarchistische beweging in Noord-Italië en stond bekend als een goed spreekster.
Cavegadni werd in Noord-Italië geboren, haar ouders waren Francesco en Anrica Amadei. Ze trouwde op jonge leeftijd met de anarchist Guilio Grandi uit Bologna, met wie zij een dochter kreeg, Edvige. De woning van de familie Grandi zou voor anarchisten een belangrijke plek om samen te komen worden en militanten als P. Gori en Vivaldo Lacchini onderdak bieden.
Cavedagni (toen nog Grandi) was één van de weinige vrouwen in de regio die een prominente rol binnen de anarchistische beweging speelden en schreef propaganda en hield toespraken voor vrouwen uit de arbeidersklasse. Ze stond bekend als zeer intelligent en creatief. In 1894 werd ze gearresteerd vanwege haar politieke activiteiten, en zat van september tot april gevangen in de gevagenenis van Bassano Veneto.
Ergens in de jaren 1890 kraag ze een relatie met Giuseppe Ciancabilla, een bekende va Errico Malatesta. Vanwege de repressie van de arbeidersbeweging moest het paar Italië ontvluchten en woonde in o.a. Zwitserland, België en Frankrijk, van haar partner aan meerdere kranten werkte.
In 1898 verhuisden Cavedagni en Ciancabilla naar de Verenigde Staten naar Peterson, New Jersey. Hier bevond zich een grote anarchistische gemeenschap uit Italië. In deze periode had ze veel invloed op de jonge anarchiste Ernestina Cravello, met wie zij ook bevriend raakte. Ze sloot zich aan bij het Teatro Sociale, een theatergroep die stukken voordroeg over vrouwenemancipatie. Haar partner Ciancabilla had de krant L'Aurora opgericht, waar zij, naar in Cronaca Sovversiva voor schreef.
Na de moord op president McKinley in 1901 door de anarchist Leon Czolgosz, moest het paar Paterson verlaten. Ciancabilla was gearresteerd en er werd jacht gemaakt op de anarchisten in de regio.
Het paar verhuisde naar Chicago en daarna naar San Francisco, waar ze door de Italiaanse autoriteiten nauw in de gaten werden gehouden. Cavedagni werd beschouwd als een “zeer gevaarlijke anarchiste,” met “beperkte formele scholing maar veel durf”[2] Ciancabilla werd plotseling ziek en stierf in 1904 op 32-jarige leeftijd.
Er is vrij weinig bekend over Cavedagni uit de periode na Ciancabillas dood. Er is bekend dat ze nog altijd lid was van verschillende anarchistische kranten en schreef met verschillende anarchisten. Hieruit is op te maken dat ze in haar latere leven nog in Philedelphia, New York, Vancouver en San Francisco woonde. In 1912 woonde ze met de Spaanse anarchist Leon Morel in Seattle. Volgens een Italiaan politierapport woonde ze in 1941 nog steeds “in het buitenland”.[1]