Pszisko Jabocs (Haarlem 24 juli 1917 - Haarlem 26 april 1999) was schrijver, vertaler en anarchist. Hij heeft van jongs af aan van nabij de anarchistische beweging gevolgd en hier talloze publicaties aan gewijd.
Pszisko Jacobs werd in 1917 in Haarlem geboren. Zijn moeder was een vurig aanhangster van Domela Nieuwenhuis. Na zijn HBS-tijd in Haarlem en Amsterdam evolueerde hij tot kantoorbediende, mislukt werkloze en mislukt handelaar in tweedehandsboeken, tot deelnemer aan studiekamp en werkkamp voor jongere werklozen, tot arbeider en kantoorbediende in Duitsland (Hannover). Na inmiddels getrouwd te zijn met een Poolse van origine lukte het via een verblijf in een krankzinnigengesticht terug te keren naar Haarlem, waar hij voor de rest van zijn leven zou blijven wonen. Na de oorlog gaf hij lessen in talen om na een tijdelijk ambtenaarschap toch weer kantoorbediende te worden, nu in een bouwbedrijf. Aldaar kwam de metamorfose tot stand tot algemeen vertaler en calculator.
Intussen raakte hij steeds dieper betrokken bij het schrijven en publiceren, zowel in literaire als opiniërende vorm. Na een eerste verblijf in Polen groeide zijn belangstelling voor dit land. Dat resulteerde in een groot aantal artikelen, reisbeschrijvingen, verhalen, recensies en vertalingen. Begin 1972 werd definitief afscheid genomen van het bouwbedrijf. Via technisch en commercieel vertaalwerk en enig literair vertaalwerk plus natuurlijk schrijven, publiceren e.d. voorzag hij in zijn onderhoud.
Jacobs belangrijkste publicaties zijn Verdorie (roman), Hamer (roman), Theodoor Jonkheer (novelle), Hoeveel tijd vergt literair vertaalwerk? (studie), Het Anti-Oorlogscomité (essay), De Protestmars 1937 (essay), De Vrije Jeugd Organisatie (verhandeling), alsmede essays over Wilhelm Reich, Simone de Beauvoir, Witold Gombrowicz, Ernst Toller, Max Stimer, Erich Mühsam. In 1986 kwam er van zijn hand de biografie Henk Eikeboom, anarchist uit en heeft hij gewerkt aan een opdracht van het Fonds voor de Letteren over de Nederlandse anarchistische poëzie. Verhalen van zijn hand verschenen o.a in De Nieuwe Stem, Symbiose, Rekenschap, Mandala, Argus, Nieuw Vlaams Tijdschrift, Maatstaf en Dietsche Warande.
Belangrijkste vertalingen waaraan Jacobs gewerkt heeft zijn De bokser en de dood en De wet en de vuist (beide van Józef Hen), Litause klavieren en Het muizenfeest (beide van Johannes Bobrowski), Anus Mundi (van Wieslaw Kielar), De geliefden van Marona (van Jaroslaw Iwaszkiewicz),De Keizer en De Sjah aller Sjahs (beide van Ryszard Kapuscinski) en werk van Marian Pankowski.