Vsevolod Michailowitsch Eichenbaum (11 Augustus 1882 – 18 September 1945), die zichzelf later Voline noemende (soms ook geschreven als Volin of Wollin), was een leidende anarchist uit Rusland die actief deelnam aan de Russische en Oekrainse Revolutie voordat hij door de Bolsjewistische regering werd verbannen. Hij was een belangrijke voorvechter van de anarchistische organisatievorm bekend als 'synthese anarchisme' (ook wel bekend als anarchisme zonder adjectieven)[1].
Voline wordt in 1882 in het district Wonoresch in Rusland geboren als zoon van een artsenechtpaar. Hij studeerde in st. Petersburg rechten, was sinds 1901 actief in de Russische arbeidersbeweging en trad in 1905 toe tot de Sociaal-Revolutionaire Partij.
In hetzelfde jaar wordt hij wegens revolutionaire activiteiten tot verbanning veroordeeld, maar kon nog naar Parijs vluchten. Daar maakte hij kennis met bekende anarchisten en sloot zich bij hun beweging aan. In 1915 veroordeelde de Franse autoriteiten hem tot een gevangenisstraf, maar ook hier weet hij aan te ontkomen door naar de VS te vluchten. In New York wordt hij medewerker van Golos Truda (vert. Stem van de Arbeid), het orgaan van de anarcho-syndicalistische Bond van Russische Arbeiders in de Verenigde Staten en Canada, die rond de 10.000 leden had.
Na zijn terugkeer naar Rusland in juli 1917 nam Voline de leiding over van nieuw opgerichte anarcho-syndicalistische Propaganda-Bond in Petrograd, later in Moskou. De bond gaf onder de naam Golos Truda een wekelijkse en sinds oktober 1917. een dagelijkse krant uit. Deze krant was de belangrijkste spreekbuis van de anarchisten in revolutionair Rusland. Eind 1918 had Voline een belangrijk aandeel in de aaneensluiting van de anarchistische organisaties in Zuid-Rusland in de anarchistische federatie van Oekraïne Nabat.
In augustus 1919 sluit Voline zich in Odessa vervolgens aan bij het boerenleger van Nestor Makhno, die in strijd waren tegen de Witte Legers, de contrarevolutionaire troepen van generaal Denekin. Tot begin 1920 leidde Voline de 'Verlichtingsafdeling' voor de Makhnovshchina, een educatie- en propaganda-orgaan. Peter Arshinov, een van de nauwste vertrouwelingen van Makhno en de geschiedschrijver van de beweging, stelde dat Voline “één van de intelligentste en theoretisch onderwezen anarchisten” van hun tijd was die zich “bewust bij de beweging had aangesloten en zijn vaardigheden, kracht en kennis volledig tot hun dienst had gesteld.”[2]
Na een kortstondige samenwerking tussen het Revolutionair Opstandig Leger van Oekraïne (Makhnovshchina) en het Rode Leger tegen de contrarevolutionaire troepen van de Witte Legers, begon het Rode Leger in januari 1920 met een tweede aanval tegen de anarchisten. Ook Voline wordt door de Bolsjewieken vastgenomen. Hij werd vanaf maart in Moskou vastgehouden en werd persoonlijk door Trotski aangeklaagd. Toch kwam hij midden maart weer vrij door een hernieuwde samenwerking tussen de Bolsjewieken en de Machnovshchina, ditmaal in de strijd tegen de legers van generaal Wrangel. De nieuw herwonnen vrijheid zou echter maar enkele weken duren. Nadat de legers van Wrangel zware verliezen hadden geleden, braken de Bolsjewieken op 26 november 1920 de overeenkomst met Makhno. Dit resulteerde in een bloedige botsing tussen het Rode Leger en de Makhnobeweging. Om de gewelddadigheden te bezweren werd er een conferentie georganiseerd op de Krim, waarbij de commandanten van de Makhnobeweging waren uitgenodigd. De bijeenkomst bleek een hinderlaag, en de afgevaardigden van de Machnovshchina werden gevangengenomen en standrechtelijk geëxecuteerd. Op dezelfde dag nam de Tsjeka (de geheime dienst van de Bolsjewieken) in de door hen gecontroleerde Zuid-Russische gebieden alle bekende anarchisten en anarcho-syndicalisten vast, wat de voorbode was van de definitieve liquidatie van het Russische anarchisme[3].
Deze rode terreur kwam tot een hoogtepunt in het begin van 1921, volgend op de Kronstadt-opstand, nabij Petrograd. Als in de zomer van 1921 aan de Rode Vakbonds-Internationale (Profintern) een delegatie van buitenlandse anarcho-syndicalistische organisaties in Moskou deelneemt, gaan de daar gevangen anarchisten, waaronder Voline, over tot een hongerstaking. Met de kijk op het congres besluit de regering de anarchisten vrij te laten en zet hen het land uit.
Voline verhuisd na deze episode eerst naar Berlijn, waarna hij zich in 1924 in Parijs vestigt. Hier zette hij zich in als publicist, onder andere als medewerker aan de door Sébastien Faure uitgegeven Encyclopédie Anarchiste. Hiervoor schreef hij onder andere over klassenstrijd, historisch materialisme, antisemitisme, en synthese anarchisme. In 1931 organiseerde bij een speciale uitgave van Le Libertaire over de repressie onder Stalin. Later leefde Voline nog in Nimes en Marseille. Op 18 september 1945 is hij in Parijs gestorven.
Twee jaar na zijn dood verschijnt in 1947 het driebandige werk La Revolution inconnu[4], de meest uitgebreide vertelling van de voorgeschiedenis, geschiedenis en afloop van de Russische Revolutie vanuit een anarchistisch perspectief. Waardevol in dit boek zijn vooral de talrijke anekdotes en details over de rol van de anarchisten in deze revolutie en hun latere lot, zoals de gedetailleerde beschrijving van de Makhnobeweging en de opstand van Kroonstadt[5].
Voline was een succesvol schrijver en anarchistisch intellectueel, en speelde een belangrijke rol in de organisatie en het bestuur van de Nabat Confederatie van Anarchistische Organisaties. Nabat was een anarchistische organisatie die tussen 1918 en 1920 een prominente rol speelde in Oekraïne. Het gebied waar het de meeste invloed had wordt ook wel omschreven als de Vrije Zone[6], al had Nabat in bijna alle grote steden in Zuid-Oekraïne afdelingen.
Voline was aangewezen om voor Nabat een platform te schrijven waarmee alle grote stromingen van het anarchisme mee in zouden kunnen stemmen - meest belangrijke stromingen zijnde het anarcho-syndicalisme, anarcho-communisme en anarcho-individualisme. Er is nooit daadwerkelijk met de tekst voor het platform voor Nabat ingestemd, maar Voline heeft wat hij heeft geschreven uiteindelijk als inspiratie gebruikt voor de verdere ontwikkeling van zijn idee van het synthese anarchisme. Het voorgestelde platform voor Nabat bevatte de volgende drie centrale regels: “Deze drie elementen (syndicalisme, communisme en individualisme) zijn drie aspecten van eenzelfde proces; het bouwen van een organisatie van de arbeidersklasse (syndicalisme), van de anarcho-communistische samenleving welke niet meer is dan de materiële basis nodig voor de volledigheid van het vrije individu.”
Twee teksten als reactie op het Platform, elk met het voorstel voor een ander organisatorisch model, werden samen de basis voor wat bekend werd als de organisatie van de synthese of, simpelweg, “synthesisme”[7]. Voline publiceerde in 1924 een tekst waarin hij opriep voor de “anarchistische synthese”. Zijn hoofddoel hiermee was om de anarchistische beweging, die in de meeste landen verdeeld was in drie hoofdstromingen (anarcho-communisme, anarcho-syndicalisme en individualistisch anarchisme), te verenigen. De anarchistische synthese zou hiervoor uitkomst moeten bieden.[8]