Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:compliment_en_lachspiegel_-_over_de_zoveelste_weerlegging_van_het_anarchisme_deel_5

Compliment en lachspiegel – over de zoveelste ‘weerlegging’ van het anarchisme (deel 5)

Door Peter Storm

Dit is het vijfde en laatste artikel in een reeks van 5 artikelen als reactie op een artikel genaamd: “Anarchisme gaat ons de revolutie niet brengen”.[1]


Compliment en lachspiegel – over de zoveelste ‘weerlegging’ van het anarchisme (deel 5)

We naderen het einde van onze gang door het artikel “Anarchisme gaat ons de revolutie niet brengen”. Even volhouden nog, geachte opponenten, medestanders en meelezers. Dit is deel vijf, en daarmee sluit ik de serie af.P. Storm

De auteur schrijft: “Nog afgezien dat anarchisten geen helder idee hebben hoe je de bourgeoisie van de troon stoot: wat als dat eenmaal gelukt is? Dan ontstaat er een machtsvacuüm.” Natuurlijk. Afgezien dan van het zelf-organiseren van stakingen, bedrijfsbezettingen, sabotageacties, kleine en grote demonstraties, pleinbezettingen, straatgevechten, het opwerpen en verdedigen van barricades, het opzetten van arbeidersmilities en guerrilla-eenheden, het bestormen en platbranden van politiebureaus, het aanvallen van kazernes om soldaten over te halen met wapen en al over te lopen naar de opstandige menigten, het op touw zetten van landbezettingen en het verjagen van grootgrondbezitters, afgezien van het zo snel mogelijk in zelfbeheer op gang krijgen van noodzakelijke activiteiten zoals voedselvoorziening en vervoer, hebben we inderdaad geen enkel helder idee hoe je de bourgeoisie van de troon stoot. Anders nog iets, inpakken of gaat het zo mee?

En dan dat machtsvacuüm. “Wat doe je daarmee? Laat je die leeg, omdat je de macht afwijst? Dan komt de bourgeoisie gewoon weer terug…” Nee, we laten dat vacuüm niet leeg, want we wijzen de zelf-organiserende macht van onderop dus niet af. Waarmee het ‘vacuüm’ dan wordt gevuld willen zien? Met wijkcomités, buurtraden, bedrijfsraden, assemblees op allerlei gebied, gebundeld in federaties via gedelegeerden die overleggen, met allerlei basisnetwerken, allemaal verdedigd verdedigd door een in milities gebundelde gewapende bevolking zelf. Met zelfbestuur, vrije associaties en zelfverdedigingscomités, zoals de Spaanse CNT die in 1936 al had klaarstaan [2] om terug te vechten toen Franco zijn staatsgreep begon. Met macht-van-onszelf-samen, macht van onderop, want nogmaals, dat het anarchisme de macht categorisch afwijst is categorisch onzin. Anarchisten gebruiken er alleen soms andere woorden voor, want velen van ons associëren ‘macht’ vooral met wat ik macht-van-bovenaf, opgelegde autoriteit, zou noemen.

Mikhail Bakoenin, één van de grondleggers van het anarchisme, geeft een summiere schets van de beoogde post-revolutionaire maatschappij, met trekken die je in varianten bij tal van anarchisten terug ziet komen. Hij pleitte voor “de vrije organisatie van het leven van het volk, in overeenstemming van hun behoeften – niet vanaf de top, zoals we dat in de Staat hebben, maar van de bodem naar boven, een organisatie gevormd door de bevolking zelf, los van alle regeringen en parlementen, een vrij verbond van associaties van agrarische en industriële arbeiders, van communes, regio en naties, en de economische, volledig vrije, organisatie van de mensen, een organisatie van onder naar boven, door middel van een federatie.”[3] Sommige woorden, zoals ‘naties’ bijvoorbeeld, zou een hedendaagse anarchist graag vermijden, en Bakoenin dacht al wel voorbij staat en kapitaal, maar nog niet voorbij de moderne industrie waarvan tenminste sommige anarchisten stellen dat die ook na onteigening van de kapitalisten niet ongemoeid zal blijven. Bakoenin was verre van perfect, en natuurlijk gewoon ook een kind van zijn tijd. Maar de kernprincipes – zelforganisatie waar voorheen het kapitaal en de staat domineerden en regeerden – zijn hart en ziel van datgene waarmee anarchisten dat ‘vacuüm’ graag gevuld willen zien.

Waar het vacuüm alleen niet mee gevuld gaat worden als het aan ons ligt, is met een professioneel leger, politieapparaat, geheime dienst, staatsbureaucratie, gevangenissen, concentratiekampen en folterkamers. Anarchisten zijn dus niet tegen een georganiseerde en desnoods gewapende verdediging van de revolutie. Wel zijn we tegen het overdragen van die taak aan een instantie die met haar geweldsmonopolie boven de maatschappij staat en zich keert, niet enkel tegen de externe contrarevolutie maar juist ook tegen de klassen namens welke die ‘revolutionaire’ staat regeert. Zo’n staat, elke staat, is inherent contrarevolutionair.

Naar het slot van het hier besproken artikel toe worden de verdraaiingen grotesk. “Anarchisten (…) doen alsof je in één stap kunt gaan van een maatschappij die is doordrenkt van geïnstitutionaliseerde, gemondialiseerde macht (kapitalisme, imperialisme, patriarchaat) naar een samenleving zonder enige vorm van macht.” Wederom: waar haalt JW het vandaan? Ik ken geen enkele anarchist die zoiets zegt of aantoonbaar zelfs maar denkt. Ik ken wel anarchisten die weten dat revolutie een proces is, dat er niet bent met de val van de oude macht, dat er alle kans is dat er, zeer tegen de zin van anarchisten, dan een ‘revolutionaire’ nieuwe staat ontstaat die je echter óók weer zult moeten bestrijden als we waarlijk vrij willen zijn, dat oude gedragspatronen niet zomaar zijn verdampt en ga zo maar door.

Dan komt als climax het verwijt: “dat anarchisten van de revolutie een utopie hebben gemaakt”. Zo “blijf je dromen van de perfecte samenleving, in plaats van er in concrete stappen naar toe te werken. Je berooft jezelf van de mogelijkheid om onderzoek te doen naar de meest dringende vraagstukken, te analyseren wat de grootste problemen zijn binnen een gegeven context, te leren van geslaagde en mislukte historische wereldrevoluties…” Ja ja, we dromen wat af in onze subcultuur. Alleen het bier en de punk – of de LSD en de Doors – ontbreken in deze karikatuur.

Maar onderzoek naar de meest dringende vraagstukken, is dat echt wat er bij anarchisten ontbreekt? Vraagstukken zoals het imperialisme misschien, waar de anarchist Noam Chomsky – ook buiten anarchistische subculturen toch best bekend – nogal wat over schreef? Onderwijs, waar de anarchist Paul Goodman zijn gedachten en praktijkervaring in een reeks boeken over onder woorden bracht, vol concrete voorbeelden?[4] Misdaad en straf, waar de anarchist Alex Comfort een prachtig boekje over maakte?[5] Leren van wereldrevoluties? Zoals Voline en Gregori Maximov en Alexander Berkman, die de mislukte Russische revolutie probeerden te doorgronden?[6] Zoals Vernon Richards, José Peirats, Sam Dolgoff en Gaston Leval en talloze anderen die hetzelfde probeerden met de Spaanse revolutie?[7] Allemaal anarchisten die precies probeerden wat anarchisten volgens de auteur nalaten vanwege ons ‘utopisme’: leren van revoluties, oftewel van episodes in ‘wereldrevoluties’.

Kloppen de analyses allemaal? Welnee, we slaan de plank vaak genoeg faliekant mis, en dan is er snel genoeg een andere anarchist – of een relatief verstandige marxist, het komt voor – die ons daarop wijst. Maar dat is hier de discussie niet. De discussie is dat anarchisten wordt verweten dat we allerlei urgente zaken niet onderzoeken en niet doordenken en geen strategische concepten ontwikkelen en door maar een eind heen te dromen onszelf beletten om ons in concrete revoluties te verdiepen om er wat van op te steken. Dat verwijt is verbijsterend onrechtvaardig en onjuist, zoals een groot deel van het artikel verbijsterend onrechtvaardig en onjuist is. Met de analyses, conclusies en concepten die anarchisten trekken kun je het grondig oneens zijn. Maar serieuze discussie begint dan wel met erkennen dat die analyses, conclusies en concepten op zijn minst bestáán.

Het is best mogelijk om daar achter te komen. Een keertje in Buiten de Orde bladeren – disclosure: ik help dat blad te maken – zou die erkenning iets dichterbij kunnen brengen. Je kunt ook eens een kijkje gaan nemen op het weblog In Dystopia Levend van Hadrian Ferran.[8] Ook daar wordt anarchistisch nagedacht over sommige van “de meest dringende vraagstukken” en van “de grootste problemen (…) binnen een gegeven context”. Iets soortgelijks geldt voor Grutjes, dat zich met anarchistische eigenzinnigheid “contrapolitiek blog” noemt.[9] De goede verstaander weet dan genoeg, maar ook anderen zitten maar een muisklik verwijderd van actuele analyses vol anarchistische inspiratie. Ben ik het met alles wat daar staat eens? Vergeet het maar. Maar het verschaft stof tot nadenken, biedt inzichten en laat zien dat er in anarcho-kringen geanalyseerd wordt dat het een lieve lust is. En veel van die analyses zijn verbonden met praktijken van solidariteit, maatschappijverandering en strijd. Het is echt niet zo moeilijk om te ontdekken dat anarchisten méér doen dan dagdromen alléén.

Op één punt heeft JW wel gelijk: geslaagde historische wereldrevoluties bestuderen we als anarchisten tamelijk weinig. Maar ja, geslaagde wereldrevoluties zijn er eigenlijk ook niet echt, en wat niet bestaat, kunnen zelfs utopische anarchisten niet onderzoeken. We doen echter ons best om in het gebrek aan geslaagde wereldrevoluties, op onze onuitstaanbare kleinschalige autonome utopische wijze, verandering te helpen brengen. Intussen bedank ik de auteur voor het compliment, maar leg ik de lachspiegel die het artikel toch voornamelijk is nu toch graag terzijde.

Voetnoten

  • [2] Zie Agustin Guillamon, “Ready for Revolution – The CNT defense committees in Barcelona, 1933-1938”
  • [4] Twee van de boeken van Paul Goodman over dit onderwerp zijn “Compulsory Miseducation” en “The Community of Scholars”. Op het gebied van genderrollen enorm gedateerd. Op andere punten kraakhelder, stof tot nadenken voor de post-Maagdenhuisgeneratie
  • [5] Alex Comfort, “Authority and Delinquency – a study in the psychology of power”
  • [6] Voline, “The Unknown Revolution”, 1917-1921, “Book One. Birth, Grownth and Triumph of the revolution”, Voline, idem, “Book Two. Boshevism and Anarchism”, Voline, idem, “Book Three. Struggle for the Real Social Revolution”Gregori Maximov, “The Guillotine at Work” en Alexander Berkman, “Russian Revolution and the Communist Party”
  • [7] Vernon Richards, “Lessons of the Spanish Revolution”; José Peirats, “Anarchists in the Spanisch Revolution” Sam Dolgoff (ed.) “The Anarchist Collectives – workers’ self-management in the Spanish Revolution”
namespace/compliment_en_lachspiegel_-_over_de_zoveelste_weerlegging_van_het_anarchisme_deel_5.txt · Laatst gewijzigd: 16/10/19 10:14 (Externe bewerking)