Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Door Thomas Decreus
Op zaterdag 7 maart sprak de internationaal vermaarde antropoloog David Graeber in het bezette Amsterdamse Maagdenhuis. DeWereldMorgen.be luisterde mee.
—-
Graeber is niet alleen een invloedrijke antropoloog. Ook als activist heeft hij reeds heel wat op z'n palmares. Zo lag hij mee aan de basis tot wat zou uitgroeien tot Occupy Wallstreet. De slogan 'we are the 99%' zou door hem bedacht zijn. Voordien was hij actief in de Britse protesten tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld in 2010. Waar protest is Graeber, zo lijkt het wel.
Nog voor de komst van Graeber loopt de centrale hal van het Maagdenhuis reeds aardig vol. Een bont gezelschap van studenten, beroepsactivisten, docenten en sympathisanten neemt de vloer in. Er wordt rustig gekeuveld, de sfeer is veeleer gemoedelijk dan strijdbaar. Tot Graeber het woord neemt.
Wat van aanvang duidelijk is: Graeber heeft lak aan conventies. Hij geeft aan geen klassieke academische lezing te willen geven. Wat hem betreft moet er een open gesprek plaatsvinden waaraan zoveel mogelijk mensen kunnen participeren. Graeber voegt de daad bij het woord en gaat in kleermakerszit tussen de toehoorders zitten.De sfeer is meteen gezet wanneer Greaber aangeeft dat directe actie wel degelijk werkt. “In tegenstelling tot wat vaak gesteld wordt, is directie actie zowat de beste methode die je kan bedenken. Directe actie ondernemen door bijvoorbeeld een gebouw als dit te bezetten, doet ons beseffen dat er alternatieven zijn op de bestaande situatie. Het doet ons nadenken over hoe we onszelf en de samenleving willen organiseren. Het leidt tot reflectie. Wanneer mensen experimenteren beseffen ze plots dat er veel meer mogelijk is dan ze aanvankelijk beseften. Een plek als deze bewijst dat een radicale democratie mogelijk is, dat het uitvoerbaar is. Het opent perspectieven.”Nauwelijks is Graeber begonnen, of iemand uit het publiek neemt het woord. Er wordt gealludeerd op zijn nieuwe boek, The Utopia of Rules On Technology, Stupidity, and the Secret Joys of Bureaucracy. Hoe hangen de opkomst van een nieuwe bureaucratie en de hegemonie van het neoliberalisme samen? En wat leert ons dat over de universiteit, wil iemand weten. Graeber steekt van wal:“We zijn opgegroeid met een fictie. Een fictie die steeds opnieuw herhaald wordt en die we daardoor voor waar zijn gaan aannemen. We gaan ervan uit dat er conflict bestaat tussen markt en staat. De staat zou zogezegd staan voor een toenemende bureaucratie en onvrijheid, terwijl de markt administratieve vereenvoudiging en vrijheid bewerkstelligt. Dat klopt niet. De hoop dat een vrije markt en een terugdringing van de staat zouden leiden tot minder bureaucratie en meer vrijheid bleek een ijdele hoop. Ieder zogenaamd terugdringen van de staat ten voordele van de vrije markt heeft enkel geleid tot meer bureaucratie.”
“Vandaag leven we in volledig gebureaucratiseerde samenleving. Private en publieke bureaucratie lopen door elkaar. Om een voorbeeld te geven: mijn bankrekening werd recent afgesloten omwille van veiligheidsredenen. Ik was vergeten iets te registreren of aan te geven. Toen ik probeerde om opnieuw toegang te krijgen tot mijn rekening, wezen private bank en staat naar elkaar voor het bestaan van die regels en veiligheidsvoorschriften.”
“Ik vraag me eigenlijk steeds meer af of we wel leven in een kapitalistisch systeem. Volgens Marx bestond de kern van het kapitalisme hierin: de kapitalist buit de arbeider uit door hem een loon te geven en zich de meerwaarde van de arbeid toe te eigenen. Maar in tijden van financieel kapitalisme loopt die analyse mank.“
“Ik denk dat het correcter is om te spreken over een nieuw soort feodalisme. Financiële instellingen komen gewoon naar ons toe en eisen geld. Net zoals een feodale heerser naar de boeren ging om een deel van de oogst op te eisen.”
“Wall Street teert op een systeem van schulden, tegoeden, interesten en boetes die het int. Een gemiddeld huishouden in de VS staat twintig tot veertig procent van zijn maandelijkse inkomsten onmiddellijk af aan banken. Wie die schulden niet langer kan betalen, wordt geconfronteerd met bruut geweld. Op dat vlak zijn financiële instellingen en de staat gewoon twee handen op één buik. Eigenlijk vormt het interieur van een doordeweekse bank de perfecte metafoor voor hoe het huidige bestel werkt. Een bank ziet er tegenwoordig clean, minimalistisch en afstandelijk uit. Als designwinkels waarin niets verkocht wordt. Het enige wat je ziet zijn computerschermen en gewapende mannen die de boel beschermen. Cijfers en repressie. Daar komt het op neer.”
Volgens Graeber verkeert het kapitalisme in een permanente crisis sinds 2008. Het is een crisis waar het kapitalisme zelf nog geen antwoord op heeft gevonden. Sterker nog: “Ondanks het feit dat het systeem geen enkele legitimiteit meer geniet sinds 2008, blijven machthebbers verdergaan op het ingeslagen pad. Toen iedereen wist waar een financialisering en privatisering toe leidden, besloot de Britse regering in 2010 om het onderwijs verder te privatiseren en te financialiseren. Britse studenten moeten zich tegenwoordig in torenhoge schulden werken om hun studie te kunnen betalen. En dat terwijl het systeem van publiek en goedkoop onderwijs perfect werkt.”
“We leven in vreemde tijden. Tegenwoordig ben je radicaal links wanneer je net de verdediging van conservatie waarden opneemt. Eigenlijk proberen wij vast te houden aan wat een universiteit in wezen is. De universiteit ontstond in de middeleeuwen, het was toen gestructureerd als een gilde van kenniswerkers. Vanuit het idee dat kennis een waarde op zichzelf is die moet beschermd worden. Het gaat om het bewaren en het doorgeven van de beschaving zelf. Maar dat wordt tegenwoordig ondermijnd door politici en universiteitsbestuurders. De grap is dat de universiteit in de middeleeuwen democratischer was dan de universiteit van nu. De universiteit heeft sinds de middeleeuwen vele eeuwen overleefd zonder haar kerntaak uit het oog te verliezen. Maar nu, na al die eeuwen, staat die kerntaak op de helling.”
Maar wat moeten de studenten die dit gebouw bezetten dan doen, werpt een toehoorder op. Graeber antwoordt aanvankelijk aarzelend. Hij benadrukt dat het de strijd van de studenten zelf is, dat vooral zij het initiatief moeten nemen. Maar Graeber waarschuwt wel voor de vaak voorkomende vallen waarin je als actievoerder kunt tuimelen:
“Het werkt meestal als volgt. Op een bepaald moment zal het universiteitsbestuur enkele mensen als woordvoerder beschouwen. Zij zullen als contactpersoon tussen bestuur en actievoerders worden opgevoerd. Zij zullen uitgenodigd worden op vergaderingen, er zullen kleine of vage toegevingen gedaan worden en de woordvoerders zelf zullen bepaalde privileges krijgen. Op de manier zal de universiteit het protest proberen te breken. Trap niet in die val. Laat je niet meesleuren in de werking van het systeem.”“Maar probeer ook flexibel en dynamisch te blijven als actievoerders. Zorg ervoor dat je eigen procedures en democratische werking geen fetisj worden. Want daar zul je heel veel energie aan verliezen. Zorg ervoor dat je blijft groeien, dat je de spanning erin houdt. Maar probeer tegelijk niet uit het oog te verliezen dat het protest en de bezetting zelf een voorafspiegeling moeten zijn van de samenleving waarin je wil leven.”
En dan komt de onvermijdelijke vraag: wat is het alternatief? Welke samenleving komt er na de kapitalistische, of feodalistische, waarin we nu leven? Hoe kunnen we een andere en betere samenleving creëren? Graeber krabt zich even achter de oren, maar begint dan een lang exposé:
“Misschien moeten we ons vooral de vraag stellen of we wel nog in een kapitalistische samenleving leven? Zoals ik al zei vertoont dit systeem op sommige vlakken de kenmerken van een feodaal systeem. Misschien zal er later in geschiedenisboeken naar onze periode verwezen worden als de periode waarin het kapitalisme reeds verdwenen is, een post-kapitalistische periode.”“In ieder geval, het kapitalisme of hoe het je ook wil noemen, zal sowieso verdwijnen. Dat is een zekerheid. Het systeem zoals we dat nu kennen, geef ik maximaal vijftig jaar. Maar dat is op zich geen nieuws. Waar we ons vooral moeten bekommeren, is wat er na het kapitalisme zal komen. Het is zeker niet gezegd dat het kapitalisme automatisch zal vervangen worden door een beter systeem. Het zal erop aankomen om dat beter systeem mee te helpen scheppen.”“Communisme of anarchisme zijn geen idealen die we misschien in een verre toekomst zullen realiseren. In zekere zin ontwikkelen zich reeds vormen van anarchisme en communisme binnen onze samenlevingen. Alleen zien we ze vaak niet. Het was een inzicht dat ik opdeed toen ik eind jaren tachtig in Madagascar verbleef voor onderzoek. Ik vertoefde in een stadje dat volledig buiten de gevestigde staatsorde functioneerde. In eerste instantie zag ik dat niet. Er waren wel enkele overheidsgebouwen en daardoor leek het alsof de staat er aanwezig was. Maar na enkele weken had ik door dat dit schijn was. Het stadje opereerde op zichzelf, was autonoom. Er was geen centraal gezag. En het werkte allemaal. Alleen, vanaf het moment dat je een vlag zou plaatsen op het hoogste gebouw en aankondigen dat het om een autonome zone ging, zou de staat meteen het stadje binnenrollen.”
“Er zijn nog andere voorbeelden te bedenken. Kijk naar de interne werking van een bedrijf. Eigenlijk beantwoordt de samenwerking tussen collega's aan een communistische logica. Je vraagt geen bedrag aan de collega die je pen even leent. Nee, je werkt samen en het eigendom is collectief. En dat is niet verwonderlijk, de primaire logica waarop de samenleving rust, is een communistische logica. Een zeker communisme vormt de basis van onze sociale interactie. We wisselen voortdurend zaken op vrijblijvende wijze uit, zonder rekening te houden met private eigendomsbetrekkingen. Zonder zou de samenleving niet mogelijk zijn. Iedere vrije overeenkomst die mensen bereiken buiten de staat of de markt om, beantwoordt aan het ideaal van het communisme of het anarchisme. Het komt erop aan die logica verder uit te breiden.”
“Maar we moeten ook nadenken over concrete maatregelen die ervoor zorgen dat we in een andere logica terechtkomen. Ik pleit duidelijk voor arbeidsduurvermindering. We werken allemaal te veel en te lang, hebben geen tijd meer voor zaken die echt van belang zijn. De meeste van onze jobs zijn volstrekt nutteloos. Het zijn bullshitjobs die niets bijbrengen aan de maatschappij, niet nuttigs creëren.”
“Daarnaast pleit ik voor een basisinkomen. Ik zie echt niet in waarom we daar geen strijd voor zouden leveren. Laat ons het leger aan bestraffende en beboetende ambtenaren waarmee de afgezwakte welvaartsstaat zich in stand houdt, afbouwen. De meeste jobs die deze mensen uitvoeren brengen toch niets voort. Geef ze een basisinkomen, laat ze musiceren, poëzie schrijven. Het zal nuttiger zijn dan wat ze nu doen. Het basisinkomen is een manier om mensen hun autonomie en vrijheid terug te geven. Het is een middel om mensen onafhankelijker te laten worden ten opzichte van de markt en de staat. Ik ben er helemaal voor.”