Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Sinds de economische crisis in 2007 uitbrak is er in Nederland, net als in veel andere Europese landen, hard bezuinigd. In 2013 bedroegen de bezuinigingen sinds het begin van de economische crisis al meer dan 46 miljard euro[1]. Omdat de economie weer zou aantrekken is het kabinet nu van plan 5 miljard euro aan ‘lastenverlichting’ door te voeren. Dit is echter niet meer dan een sigaar uit eigen doos. De ingrepen in de sociale voorzieningen de afgelopen jaren zijn zo extreem, dat het kabinet nu geld over heeft gehouden. Nu probeert men met een strategische zet aan populariteit te winnen en politiek te scoren. Wie zegt er immers ‘nee’ tegen zo’n “cadeautje” van staatssecretaris van financiën Erik Wiebes (VVD). In werkelijkheid laat het voorstel echter vooral de cynische splijting in onze samenleving zien. Het cadeautje van het kabinet is de kroon op het beleid van de opeenvolgende neoliberale regeringen.
In dit beleid wordt de structuur van de samenleving fundamenteel omgevormd – en niet op de manier waarop wij dit zouden willen zien. We worden tot losstaande economische verdieners gemaakt. Wie werk heeft en goed verdiend wordt beloond, wie een minimumloon verdiend of werkloos is trekt aan het kortste eind.
Terwijl de bezuinigingen van de afgelopen jaren de onderlaag van de samenleving het hardst getroffen hebben, zien we de inkomensverschillen de afgelopen jaren alleen maar sterker groeien. In de periode van de economische crisis is in Nederland, net als wereldwijd, het aantal miljonairs en superrijken alleen maar gegroeid. Dat geld moet ergens vandaan komen: het komt onder andere omdat door 0-urencontracten, ZZP-constructies, flexwerk, participatiebanen en het verminderen van vaste banen leiden tot meer winstmogelijkheden voor bedrijven. Deze politiek leidt eveneens tot een stijgende werkdruk voor diegenen die nog wel een vaste baan hebben omdat zij voor hetzelfde loon meer werk doen. De winst gaat volledig naar beleggers, investeerders en andere opportunisten.
Het cadeautje dat dit kabinet uitdeelt heet “lastenverlichten”. Het cadeau ziet er als volgt uit: De bulk van de ‘lastenverlichting’ waarover nu wordt gesproken zal besteed worden aan een “arbeidskorting van circa 700 euro per jaar voor middeninkomens. Kosten: 2,5 miljard euro.”[2] Dit leid dus niet tot een lastenverlichting tot de mensen onderaan de inkomensladder – de minimumloners. Er is wel een groep die van belastingschijf 2 naar schijf 1 gaat, maar ook voor hen (zie tabel) is de ‘lastenverlichting’ minder dan die van de hogere inkomens. De 5 miljard die komend jaar ‘over’ is, wordt niet gebruikt om diegene die door de crisis en de bezuinigingen op sociale voorzieningen het hardst getroffen worden tegemoet te komen. Nee, het wordt gebruikt om de midden- en hoge inkomens te paaien. Voor hen komt er een verschuiving in het “inkomstenbelastingtarief van 42 procent naar 40 procent.” Daarnaast stijgt de “inkomensgrens naar volgende schijf met 8.000 euro” [ii]. Hierdoor wordt de belasting op arbeid met 1 miljard euro verlaagt. Als we kijken naar de belastingschijven zoals we die nu kennen zal dit er als volgt uit komen te zien:
Bron: rijksoverheid.nl Wat hier direct bij opvalt is dat mensen met inkomens tussen de € 57.856 en € 65.585 euro nu dus ook 40% belasting betalen in plaats van de 52% van voorheen. Dit is 12% minder. Dit terwijl de inkomens die bijvoorbeeld eerder in schijf 2 vielen en nu in schaal 1 slechts 5,5% minder belasting betalen. Maar nog schandaliger is de verdeling voor de echt lage inkomens. Zij hebben namelijk in het geheel geen voordeel van deze herstructurering.
De inkomens die eerder al 36,5% belasting betaalden, blijven namelijk hetzelfde betalen. Dit terwijl voor hun de kosten de afgelopen jaren net zo goed gestegen zijn. Sterker nog, voor hen is de impact van de stijging in de lasten de afgelopen jaren het grootst geweest. Zij hebben immers minder te besteden waardoor de procentuele stijging in de lasten voor hen het grootst geweest is. Voor iemand die € 65.000 euro per jaar verdient, is de impact van 100 euro per maand extra lasten aanzienlijk minder dan voor iemand met een minimumloon van grofweg € 18.000 euro per jaar. Bij de “lastenverlichting” die dit kabinet nu invoert hoeven de lasten van werklozen en slecht betaalden blijkbaar niet “verlicht” te worden.
In plaats van dat het kabinet ervoor kiest om de gaten te repareren die met de bezuinigingen in de algemene sociale voorzieningen zijn gevallen, wordt er gekozen voor een financieel cadeautje voor de midden- en hoge inkomens. Hiermee wordt een overduidelijk neoliberaal arbeidsmoraal doorgevoerd met als de “hardwerkende Nederlander” en de “participatiemaatschappij” stimuleren. In deze visie, die gelijkenissen toont met de ‘American Dream’, wordt er vanuit gegaan dat je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen welvaren. Als je goed verdiend heb je dit aan jezelf te danken en dat mag beloond worden. Helaas gaat die vlag niet op. Het vaak saaie, zware en belastende werk wordt immers het minst beloond. Als je minder fortuinlijk bent en voor een minimumloon werkt, werkeloos, arbeidsongeschikt of niet mag werken omdat je geen papieren hebt, kan je fluiten naar maatschappelijke ondersteuning - ongeacht of dit ‘je eigen schuld’ is. Met dit beleid ondergraaft het kabinet actief de onderlinge solidariteit.
Hoewel de minimuminkomens de gevolgen al jaren direct in de portemonnee voelen zijn de gevolgen van het huidige politieke beleid niet alleen van financiële aard. Het collectieve psychologische effect is maatschappelijk gezien misschien nog wel het schadelijkst. In plaats van de logica van een samenleving waar iedereen bijdraagt naar vermogen en daarvoor wordt voorzien in diens (primaire) behoeften, zien we meer en meer dat mensen onderaan tegenover elkaar komen te staan.
De politieke analyse die ons wordt voorgeschoteld faalt. Een strakke bezuinigingspolitiek leidt niet tot een betere economie. Ze leidt tot grotere inkomensverschillen. Dit beleid is in het voordeel van een minderheid die het economisch toch al voor de wind gaat. De schuldigen voor deze economische wanverdeling zijn prima aan te wijzen. Het zijn de beleidsmakers, politici, de financiële elite, de investeerders. Dit beleid moet fundamenteel aangevallen worden. Rechtvaardigheid ziet er voor ons anders uit. Wij vinden het niet dat de topinkomens zwaarder moeten worden belast, er zouden sowieso geen topinkomens moeten bestaan. Zie ook ‘samen tegen de verdeel-en-heers politiek’