Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Het interview in de brochure van ABC-Gent is een vertaling van een interview met Lorenzo Kom’boa Ervin dat in 1994 werd gepubliceerd in het tijdschrift “The Blast”. ABC-Gent heeft deze vertaling gemaakt omdat Ervin de woelige en vaak dramatische jaren 90 van onderop belicht. Hij gaat daarbij vaak in tegen de officiële geschiedschrijving en heeft vanuit zijn eigen ervaring en positie een scherpe kritiek op de anarchistische beweging, doch ook hoop op verbetering.
The Blast: Wat heeft jou geradicaliseerd en geleid naar een leven van politiek activisme? Wat heeft jou tot het anarchisme gebracht?
Lorenzo Kom'boa Ervin: Ik ben opgegroeid in het “oude Zuiden” voor de komst van de Burgerrechten Beweging van de jaren 1950 en 1960. Hoewel de protesten reeds in 1954 begonnen en verder gingen in steden over heel het Zuiden, was het pas met de Montgomery (Alabama) bus-boycot dat zij echt meer dan een lokaal fenomeen werden, en nationaal belang verwierven. De bus-boycot werd zelfs een gebeurtenis van wereldfaam, en maakte van Dr. Martin Luther King een internationale figuur. De boycot was een basisbeweging die mijzelf en miljoenen andere Afrikanen in Amerika beïnvloedde, en weerspiegelde het verlangen van de Zwarte massa’s om de blanke racistische staatsinstellingen die toentertijd in het Zuiden bestonden omver te werpen.
Veel van de geschiedenis omtrent de Montgomery bus-boycot is wel bekend, maar zoals je zou kunnen verwachten, bestond de strijd voor de burgerrechten uit meer dan Dr. King, ook al is het nu een nationale mythe geworden dat hij maar enkele redevoeringen diende te houden voor de vertrapte Zwarte massa’s in Montgomery en een beweging was geboren, en zijn kreet werd gehoord door John Kennedy, de “grote blanke leider” in Washington, D.C., die dan een reeks van burgerrechten in de wet liet vastleggen. Deze simplistische versie is regeringspropaganda met als bedoeling de vijandigheid en inactiviteit van de federale regering te verbergen, alsook de macht van de beweging die toegevingen wist af te dwingen van de regering en haar steunpilaren in het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld, waarom werd E.D. Nixon, de lokale leider van de NAACP en een basisorganisator in Montgomery gedurende vele jaren, uit de geschiedenis weggelaten. Het antwoord op deze vraag is zeer belangrijk omdat het aantoont hoe het verdoezelen van figuren en massabewegingen in de geschiedenis, en het herschrijven van die geschiedenis, gebruikt worden als ideologische wapens om de volgende generaties te verlammen.
Maar mijn radicalisering begon pas echt met de studenten/jeugd sit-in beweging, die begon in Greensboro, North Carolina in het jaar 1960, toen vier Zwarte studenten van het North Carolina A&T college in een Woolworth winkel binnengingen, zich neerzetten aan de bar en vroegen om bediend te worden. Voor het allemaal eindigde maakten 5000 studenten, jongeren en mensen van de gemeenschap deel uit van het protest, dat binnen enkele dagen over heel de staat North Carolina uitbrak. De pure kracht en furie van de protesten dwongen uiteindelijk de blanke stadsbestuurders toe te geven en op zijn minst tijdelijk de segregatiemaatregelen in te trekken.
Deze overwinning inspireerde gelijkaardige acties die uitbraken over heel het Zuiden; Louisville (KY), Richmond (VA), Baltimore (MD), Nashville (TN) en andere steden. In feite, volgens schattingen van historici werden er binnen de eerste twee weken na de gebeurtenissen in Greensboro meer dan 69 steden getroffen door gelijkaardige protesten.
The Blast: Een van de meest interessante delen van jouw speech hier in Minneapolis was je discussie over de antiautoritaire vleugel van de burgerrechtenbeweging in de jaren '60 in het Zuiden, en hoe haar geschiedenis werd weggeduwd door de geschiedenis van de reformistische vleugel. Kun je wat meer vertellen over het belang van die weinig bekende antiautoritaire vleugel? Welke lessen kunnen we vandaag leren van de antiautoritaire strijd voor de burgerrechten?
Ervin: Ja, weinigen weten dat de strijd van de studenten van de eerste dag een zelfgeleide strijd was. Het was niet gepland, zelfs de gebeurtenissen in Greensboro kwamen voort uit wat stoerdoenerij de vorige nacht en het feit dat iemand ook echt besliste het uit te voeren was een verrassing voor iedereen. Maar uit deze spontane gebeurtenissen kwam een beweging die gedurende de maand februari als een prairiebrand over het Zuiden zwiepte, en de burgerrechtenbeweging nieuw leven inblies. Burgerrechtenbeweging die was ingedommeld na de Montgomery gebeurtenis en bureaucratische en leiderschapsmethodes had aangenomen. De overwinningen in andere steden hadden een beweging geïnspireerd, en ging een organisatie inspireren.
Ella Baker, in die tijd de rechterhand van Dr. King, zag het belang van de studenten/jongerenstrijd in en handelde als tussenpersoon tijdens een bijeenkomst van jongeren in Raleigh, North Carolina in april 1960. Die meeting verzamelde 300 Zwarte vertegenwoordigers van het Zuiden en 100 blanke studenten uit het Noorden (van deze laatsten waren velen linksen, zoals de kern van de Students for a Democratie Society, wiens programma direct zal beïnvloed worden door SNCC). Uit deze massabijeenkomst ontstond het Student Non-violent Coordinating Committee. SNCC was enkel opgezet als een organiserend project, zeker niet als een bureaucratische beweging; en het had inderdaad geen sterke leiders, zelfs Bob Moses, de eerste voorzitter, was niet meer dan een organisator zonder reële macht. Het was een totaal niet-hiërarchische structuur waar de beslissingsmacht in de handen van de leden was. Deze bijeenkomst nu, riep op tot de oprichting van totaal autonome lokale groepen, verbonden in een brede federatie. Er werd op deze meeting, en op andere die erop volgden, overeengekomen dat SNCC een directe actie organisatie zou zijn bestaande uit organisators, eerder dan een bureaucratische structuur zoals King's Southern Christian Leadership Council.
Heel belangrijk is dat er tussen SNCC en SCLC een volledig verschillend idee bestond over hoe de strijd gevoerd diende te worden. De SCLC was afhankelijk van King en andere nationale leiders die naar de mensen kwamen om hen te “leiden”. Meermaals negeerden zij de lokale leiders volledig, en sloten deals met de lokale blanke machtsstructuur die extreem vijandig stond ten opzichte van de lokale bevolking, die dan de gevolgen mocht ondergaan terwijl zijzelf terug waren in hun veilige middelklasse haven in Atlanta. SNCC's eerste doelstelling daarentegen was de creatie van autonome organisaties en lokale leiders aan de basis om de massastrijd te leiden. Het zouden de lokale mensen zijn die de agenda bepalen, de protesten leiden en de overwinning behalen. SNCC activisten moesten daar zijn om technische ondersteuning te verlenen, niet om de lokale strijd over te nemen. Wij prezen het lokale initiatief en de spontaniteit boven alles.
Alhoewel velen binnen het SNCC in de beginjaren werden gemotiveerd door de religie, was het een seculiere organisatie die neerkeek op priesters en prekers, zelfs op King zelf! Ik denk dat deze weigering om leiderschap te verheerlijken het SNCC meer dan enige andere organisatie voor of na de jaren zestig kenmerkte. Deze organisatie leidde de meest belangrijke veldslagen van de burgerrechtenbeweging en behaalde de meest betekenisvolle overwinningen: stemrecht, desegregatie van het interstatelijke openbaar vervoer, gelijke publieke voorzieningen, en andere, maar het behield haar antiautoritaire structuur. Het was enkel toen ze deze structuur opgaf en een bureaucratie aannam met een machtige voorzitter (in de persoon van Stokeley Camichael), een centraal comité, en een permanente staf dat mijns inziens de organisatie verzwakte en begon te sterven. Dit was in 1967.
We weten dus dat er een antiautoritaire (zo niet anarchistische) en zwarte organisatie bestond in dit land, die zeer succesvol was. Er waren steeds anarchisten actief binnen het SNCC, en vriend en vijand noemden het “anarchistisch”, zij het voor verschillende redenen. We zouden eigenlijk SNCC met een fijne kam moeten bestuderen, haar successen en mislukkingen, haar campagnes en effecten op de samenleving moeten bekijken. Het is duidelijk dat het ons ergens een model verschaft voor de organisatie van activisten die we in deze tijd nodig hebben. Een organisatie waarvan we weten dat we ze, aangezien ze kon overleven onder de meest moeilijke omstandigheden en met zeer beperkte middelen, opnieuw kunnen oprichten onder de huidige meer gunstige omstandigheden.
The Blast: In welke zin heeft het blanke Europese anarchisme gefaald in haar begrip van hoe ze zich kan engageren in en steun kan bieden aan de strijd van onderdrukte volkeren in dit land? Hoe kan de anarchistische beweging echte steun bieden in plaats van valse liberale, door schuldgevoelens bepaalde steun?
Ervin: Je vraagt me naar het “Europese Anarchisme” en hoe het zich kan inzetten voor de strijd van de onderdrukte volkeren in dit land. Dat wil dan zeggen: niet enkel de blanke arbeidersklasse, maar vooral de Zwarten en andere raciale groepen die super uitgebuit worden. Wel, laat me vooreerst zeggen dat je moet begrijpen dat de rol van de blanken in dit systeem de instandhouding is van onderdrukking en racisme door kapitalistische instellingen. Ik denk niet dat het de blanke radicalen in hun eigen organisaties zullen zijn die een voorhoede zullen leiden om het kapitaal te verslagen, maar eerder een klasse-voorhoede van de meest onderdrukte arbeiders in de “communities of color” (en dit is mijn enige toegeving aan de “politiek correcte” terminologie). Dit segment zou zich kunnen verbinden met andere ontevreden segmenten van de samenleving zoals homo’s, vrouwen, arbeiders, en anderen om een massale tegenbeweging te vormen in staat om de kapitalistische macht te verslagen.
Dus, vandaag moeten blanke radicalen beginnen verbanden aan te gaan met kleurlingen, ons te helpen met materiële en politieke steun om een nieuwe beweging op te bouwen, voortgaan met het opbouwen van een “antiracistische” massabeweging in de blanke gemeenschap die de blanke suprematie en de klasse collaboratie onder blanke werkers ondermijnt, en bereid zijn geleid te worden door kleurlingen, in plaats van mensen te “leiden” die verschillende behoeften kunnen hebben, een verschillende agenda, en een andere sociale realiteit.
Bijvoorbeeld: de blanke mannelijke “leiding” van de zogenaamde anti-racistische beweging doet niets om de omgeving veiliger te maken voor kleurlingen, en is in feite niets meer dan liberaal gemoraliseer en op de borst geklop. In feite spelen wij geen enkele rol in de organisatie van deze beweging en hebben wij een totaal verschillende opvatting over wat racisme is. Deze misverstanden bestaan omdat anarchisten de wisselwerking tussen ras, klasse en kapitalisme fundamenteel niet begrijpen. Zij denken dat ras en klasse-onderdrukking marginale kwesties zijn, of externe of onafhankelijke fenomenen, eerder dan intrinsiek aan de regels en vorm van sociale controle van dit systeem zelf.
Anarchisten en blanke progressieven in het algemeen zijn historisch niet betrokken geweest in de strijd van Zwarte arbeiders, zijn bijna allen van de middenklasse, en begrijpen niets van de kleurlingengemeenschappen, ook al pretenderen ze het allemaal zo goed te weten. Zij zouden zich moeten engageren, niet om die strijd te manipuleren of te leiden of omwille van schuldgevoelens, maar als directe participanten, hun leven op het spel zettend. En het zijn de plaatselijke mensen die jou zullen zeggen hoe je kan deelnemen en je zal hen moeten overtuigen dat je eerlijk gemotiveerd bent en niet de zoveelste blanke linkse manipulator.
The Blast: Uiteraard is het belangrijk voor hedendaagse anarchisten om hun politiek uit te werken en te verspreiden opdat anarchistische ideeën gemeenschappelijke kennis worden. Welke rol zouden anarchisten moeten spelen in de educatie van de mensen die niet betrokken zijn bij het anarchisme?
Ervin: We moeten uit het anarchistische getto breken en “puristische” dogma’s laten vallen om een doeltreffende beweging op te bouwen. Deze beweging heeft niet eens één weekblad om haar ideeën uit te drukken, en het wordt beschouwd als niets anders dan een tegenculturele tendens van verwende blanke kinderen die revolutietje spelen. Er zijn uitzonderingen, maar over het algemeen vinden niet veel mensen het anarchisme een serieuze tendens. Ook het feit dat anarchistische publicaties niet wijd verspreid worden (enige uitzonderingen daargelaten) leiden er toe dat fascisme, kapitalisme of marxisme de enige gezichtspunten zijn die mensen kennen. De anarchistische publicaties die dan wel bestaan doen weinig om datgene wat in de wereld gebeurt te verklaren in libertair socialistische termen of te fungeren als organiserende instrumenten; het zijn meestal tegenculturele vodjes voor marginale culturele en sociale tendensen. De gewone mens weet niet wat anarchisme is, maar wat je zal verbazen is dat zij er gewoonlijk niet vijandig tegenover staan, als het hen wordt voorgesteld.
The Blast: Hoe ziet volgens jou een revolutionaire arbeidersbeweging er uit? Is deze verschillend van de arbeidersbewegingen die we in het verleden hebben gezien? In welke opzichten?
Ervin: Allereerst moeten we kijken naar “beweging”, in het algemeen vaak tegenover “organisatie” gesteld. Het is voor mij niet duidelijk wat je precies bedoelt, ze zijn niet noodzakelijk identiek. Er bestaan allerlei vormen van organisatie, sommigen noemen zichzelf revolutionair, maar we kunnen ons niet laten leiden door hoe een revolutie zichzelf noemt maar door wat ze doet. Een beweging daarentegen heeft een heel eigen leven en wereldbeeld. Vele elementen kunnen een sociale beweging uitmaken, sommige militanter dan andere, met een beperkte of brede agenda. Anarchisme wordt verondersteld een sociale beweging te zijn, maar volgens mij is het op dit moment slechts een tendens.
Maar een revolutionaire arbeidersbeweging in de jaren '90 kan zich niet meer uitsluitend baseren op de werkplaats, maar moet een sociale revolutionaire beweging zijn. Zowel het sociale leven van de gemeenschappen als de economische activiteiten van de arbeiders als productieve eenheden, moeten in hun totaliteit bekeken worden. Er bestaan vandaag sociale problemen en bewegingen die 20 jaar geleden niet bestonden. De aard van het werk zelf is veranderd en de arbeidersklasse is veel meer gediversifieerd; met vrouwen, Zwarten, Aziaten, en anderen, talrijker dan ooit tevoren. Maar ook de gemarginaliseerde sector is groter dan ooit sinds de grote depressie: de daklozen, werklozen, de mensen met te weinig werk, de super armen - al dit ondanks de zogenaamde welvaartsstaat. Het is duidelijk dat het kapitalisme alle hervormingen heeft uitgeprobeerd, en in een diepe crisis zit, wat revoltes op grote schaal onvermijdelijk maakt.
Een revolutionaire arbeidersbeweging zou de vakbonden en elk ander reformisme voorbijstreven, en de muren slopen tussen arbeid en spel, en uiteindelijk alle hervormingen verwerpen, behalve diegene afgedwongen van de kapitalisten en die de strijdlust van de mensen versterken.
Aangezien uitbuiting en klasse georiënteerde politiek nog steeds bestaan, zou de beweging moeten “geleid” worden door degenen uit de laagste, meest wanhopige, sectoren van de arbeidersklasse, als we niet nog meer sociaal reformisme willen. Als toegelaten wordt dat de ideeën van de geprivilegieerde klassen de theorie van de beweging domineren, dan zullen er limieten ingebouwd worden om hun klasse te beschermen tegen het volk. Daarenboven moet de nieuwe beweging een directe actie beweging zijn, democratisch (antiautoritair), diffuus, en toch goed georganiseerd. Opnieuw, gebruik SNCC als een voorbeeld om te bestuderen, maar niet noodzakelijk om mechanisch gekopieerd te worden want het was geen revolutionaire beweging qua opzet. Ik vind dat zo'n beweging gebaseerd zou moeten zijn op de armste lagen van de arbeidersklasse als ze de revolutie wil doorvoeren, eerder dan op gedeclasseerde intellectuelen of ontevreden segmenten van de kleinburgerij.
Een revolutionaire beweging kan enkel serieus worden genomen als ze vecht voor totale sociale verandering, in plaats van gedeeltelijke hervormingen, ook al kunnen hervormingen belangrijk zijn. Niemand kan het geheel voorspellen of een waslijst voorleggen van wat moet en niet moet worden gedaan; dat zal voor een deel in de strijd duidelijk worden, ook al houdt men de uiteindelijke idealen duidelijk voor ogen. Later moeten we in staat zijn rond de tafel te gaan zitten en onze ideeën uit te wisselen, maar dan gebaseerd op feitelijke gebeurtenissen en gegronde theorie.
The Blast: In jouw lezing hier had je het over het herdefiniëren van ras en klasse. Je schrijft ook over “klasse-zelfmoord” (class suïcide) en “rassenverraad” (race treachery). Kun je ons zeggen wat dit betekent? Hoe plegen we rassen-verraad en klasse-zelfmoord? Hoe werken mensen met verschillende klasse-achtergronden samen in een revolutionaire beweging? Kort, hoe zou je de relatie tussen ras en klasse in Amerika in de jaren 90 karakteriseren? In welk opzicht is deze relatie uniek ten opzichte van andere landen en andere tijdstippen in de Amerikaanse geschiedenis?
Ervin: Als ik het heb over het herdefiniëren van racisme en de arbeidersklasse, dan heb ik het in zekere zin over hetzelfde. We moeten af van die onwetenschappelijke, nogal gevoelsmatige manier om de dynamiek van het racisme in Amerika te bestuderen, en tot een meer wetenschappelijke, materialistische benadering komen. Bijvoorbeeld, ik blijf erbij dat de blanke arbeidersklasse een geprivilegieerde, opportunistische klasse in Amerika is. Ook al wordt zij onderdrukt onder het kapitalisme, het is niet dezelfde als de super-uitgebuite Afrikaanse of Latino arbeidersklasse. De Amerikaanse staat gebruikt de blanke mensen om het systeem van klasse-privileges voor de rijken te behouden door hen belangrijke materiële en sociale voordelen te verschaffen. Ikzelf en vele andere activisten zijn begonnen met nog meer onderzoek op dit gebied te verrichten, dus sommige van mijn ideeën kunnen veranderen, maar niet fundamenteel. Maar we moeten deze materie goed begrijpen willen we de arbeidersklasse verenigen en de heerschappij van het kapitaal omverwerpen. We mogen niet blijven geloven dat de blanke arbeidersklasse de voorhoede is van de hele arbeidersklasse. Dit is dodelijk naïef, een politieke vergissing, en cultureel chauvinisme.
Klasse-zelfmoord en rassenverraad voor blanken is wanneer leden van deze categorieën weigeren zich te identificeren met de blanke machtsstructuur, en zich zelfs beginnen in te zetten voor de nederlaag van die autoriteit. Het is een bewuste keuze om alle beveiligingen, privileges, en voordelen van blanke mensen in deze samenleving af te werpen en een revolutionair te worden, werken om het kapitaal en het zogenoemde blanke ras te vernietigen, zich aansluiten bij de niet-blanke mensheid om de blanke suprematie omver te werpen.
Geen ander land is gestructureerd zoals de Verenigde Staten, met zijn eigen interne kolonie, klassecollaboratie door de blanke arbeidersklasse, en geschiedenis van slavernij en raciale onderdrukking. Mensen met een verschillende klasse-achtergrond kunnen een bijdrage leveren tot het succes van een sociale revolutionaire beweging, maar de kleinburgerlijke filosofie kan niet de dominante ideologie zijn van de organisatie. Peter Kropotkin, Michael Bakoenin en anderen kwamen van de geprivilegieerde klassen, maar speelden toch een belangrijke revolutionaire rol.
Rassen- en klasseonderdrukking zijn altijd de spil geweest van de onderdrukking in Amerika. Dit land werd gegrondvest op de institutie van de slavernij, en heeft zich steeds in stand gehouden door blanken te bevoordelen en door super-uitbuiting van Afrikaanse arbeid, zij het door loonverschillen voor hetzelfde werk, waarbij Afrikanen tot het reserveleger van de armen werd gemaakt met hogere graden van werkloosheid en armoede, of door regelrechte politierepressie van de gemeenschappen. De levensstandaard van de blanke middenklasse is niet gebaseerd op hoger intellect, onderwijs of geboorterecht, maar eerder door het feit dat zij materieel voordeel halen uit het systeem van onderdrukking.
Dit betekent niet dat alle blanken rijk zijn of dat er geen klassenverschillen zijn binnen de blanke meerderheid, het betekent dat blanken - gewild of ongewild - meewerken aan de onderdrukking van Afrikaanse mensen. Dit is de bijzonder akelige kant van Amerikaanse kapitalisme, gebaseerd op de slavernij en de superonderdrukking van niet- blanke volkeren. Nu mag dit kapitalisme in de jaren 90 neokolonialisme zijn, met Zwarte gezichten op hoge posten, burgemeesters, ondernemers, vicevoorzitters van bedrijven, etc., maar ik zie niet in wat nieuw is aan dit “nieuwe kapitalisme”. Het is niet nieuw, het is gewoon geherstructureerd.
The Blast: Wat inspireerde je om terug te komen tot het anarchisme na zoveel racisme te hebben ervaren in de anarchistische beweging in de late jaren 70 en 80. Wat is er vandaag veranderd en wat is hetzelfde gebleven?
Ervin: Ik was enorm gedesillusioneerd in de anarchistische beweging in de V S. toen ik erbij kwam in het midden van de jaren '70 omdat ze weigerde het racisme te bestrijden en geen serieuze klassenstrijd stroming was. Ikzelf en Zwarte anarchisten zoals Mark Cook, Martin Sostre en anderen die ik rekruteerde, werden aangevallen als een “nationalistische” tendens toen we het hadden over de Klan en Nazi’s als een gevaar waartegen zij zich zouden moeten organiseren en omdat we het principe “gelijke rechten voor blanken” verwierpen, principe waarvan we nu weten dat het 't standaardprincipe is van de fascisten. Wij eisten dat blanken antiracistisch zouden zijn, Nazi’s en Klanleden bevechten op de werkvloer en in de gemeenschappen, en het racisme in de beweging zelf zouden aanpakken. Eén van die zogenaamde “sociaal revolutionaire” anarchisten had zelfs een Klanslid als hoofd van zijn vakbond, en zag daar “niets verkeerd” in.
Dit was waanzin, en uiteindelijk werd het me allemaal teveel zodat ik de beweging verliet en er bijna voor een decennium wegbleef. Ik heb samengewerkt met John Johnson, een blanke anarchist in Chattanooga, en we richtten de Ad Hoc Coalition Against Racism and Police Brutality (vert. Coalitie tegen Racisme en Politiegeweld) op in 1992. John was lid van Love and Rage en op een zekere dag toonde hij mij het Love and Rage tijdschrift, het nummer waarin Nazi’s en racisten werden ontmaskerd, het overdonderde mij werkelijk. Daarop zei ik tegen mezelf: misschien is er toch hoop voor de anarchistische beweging, en ik schreef onmiddellijk naar L&R. Mijn brief werd gepubliceerd, verschillende mensen namen contact op met mij, en ik werd opnieuw actief.
Ik ben nog steeds ontgoocheld dat niet meer Zwarten en andere Kleurlingen in de beweging werden gebracht, en dat er een soort van defaitisme of fatalisme hieromtrent lijkt te bestaan. Dat stoort me echt, en dan vragen onnozelaars mij nog waarom Zwarten zich aansluiten bij de Revolutionary Workers League of de Socialist Workers Party. Mijn antwoord: er is geen anarchistisch alternatief dat heeft aangetoond dat zij geïnteresseerd zijn in de zaak van Zwarten of Kleurlingen of die niet-blanke leden heeft. Deze ultra-democratische positie heeft men mij pogen uit te leggen, maar het ruikt naar paternalisme en gemakzuchtige nonsens. De idee zelf om de Zwarten het lidmaatschap van een anarchistische organisatie of het moeilijke werk van rekrutering “te besparen”, is superdom en beledigend.
Dit is hoe blanken datgene wat er omgaat in de hoofden van de Zwarten verkeerd inschatten. Geloof mij, zij houden zich niet bezig met zulke nonsens, zij zijn op zoek naar serieuze politieke alternatieven, en wat hen beledigt is dat blanken hen behandelen als kinderen die de anarchistische begrippen niet begrijpen. Alle mensen die zo behandeld worden, zullen woedend reageren.
Maar goed, ondanks dit alles is er weinig vergelijking mogelijk met de jaren '70. Toen was de openlijke racistische positie in de meerderheid, nu is het een minderheidspositie of wordt ze op zijn minst niet openlijk geuit. Iedereen moet op zijn minst lippendienst bewijzen aan het antiracisme.
The Blast: Wat zijn volgens jou de belangrijkste zwakke punten van de hedendaagse anarchistische beweging?
Ervin: De hedendaags anarchistische beweging is te blank, te anti-intellectueel, teveel middenklasse, te jong, en te weinig serieus. Er blijkt ook hevige tegenstand te zijn tegen het zich organiseren op een stevige basis, wat me perplex doet staan. Er worden geen niet-anarchisten aangetrokken, er is teveel een kudde-mentaliteit, teveel “purisme”, en teveel politieke navelstaarderij en gezwaai met “historische figuren” of bekende publicisten zoals Murray Bookchin, tegen wie ik niets heb, maar ik beschouw hem niet als een revolutionair. Ik vind ook dat de beweging te pacifistisch en te idealistisch is, en bang van personen die het niet eens zijn met hun opvattingen of die ze moeten overtuigen. Ze zijn slaven van de spontaniteit, zelfs met betrekking tot organisatorische kwesties. Tenslotte denk ik dat de beweging teveel tegencultureel is, eerder dan politiek.
The Blast: Kun je wat uitbreiden over de idee om een duale macht te creëren en waarom is het belangrijk voor de revolutionaire activiteit?
Ervin: Als je me vraagt iets te zeggen over hoe een revolutionaire duale macht er zou uitzien, neem ik aan dat je me vraagt te speculeren over de natuur van de postkapitalistische samenleving zoals ik die zie, alsook over de opstandige aard van communes en arbeidersraden terwijl het kapitalisme nog bestaat. Ik heb het hier veel over in mijn boek Anarchism and the Black Revolution, maar laat me gewoon zeggen dat, hoewel ik spreek over een coöperatieve Gemenebest in de vorm van een zelfbeherende commune in een postrevolutionaire samenleving, ik het niet heb over een socialistische staat of voorlopige regering, maar eerder over vrijwillige associaties die zich willen verenigen. Hiermee bedoel ik dat een Zwarte commune waarschijnlijk verschillend zal zijn van die in blanke gebieden vanwege de gedeelde culturele en historische ervaringen. Ik spreek niet over raciale segregatie omdat die steeds door de staat werd opgelegd, maar ik heb het over overeenkomsten.
In de eerste plaats heb ik het over de constructie van rebellerende, anti-kapitalistische communes in de steden hier en nu, als deel van de strijd. Vrije steden, afgescheiden regio’s, opstandige buurten verloren voor de regering, zijn tot op een zekere hoogte reeds een realiteit maar op dit moment nog niet politiek georganiseerd. South Central Los Angeles is een voorbeeld.
Wat ik wil zeggen is dat we nu deze infrastructuur kunnen beginnen op te bouwen op een grotere en stevigere basis dan ooit tevoren. We moeten het bestaansrecht van de staat aanvallen en onze ideeën uitproberen in het reële sociale leven. Ik weet dat het anarchisme niet zomaar op een glorieuze dag zal komen, het zal al kleinschalig moeten aanwezig zijn in de samenleving van vandaag. We moeten dag na dag de staat bestrijden en verzwakken, terwijl we eraan werken de staat definitief omver te werpen in één felle slag. We moeten ook de mensen zien te winnen voor de populaire opvatting van een revolutionaire anarchistische levenswijze, als een alternatief voor het huidige verziekte sociale systeem. Mensen vechten voor hoop voor de toekomst, niet enkel voor een aantal ideeën. Zij hebben een visie nodig over hoe het leven kan zijn, en daarom bouwen we communes in de buik van het beest. Ik heb het niet enkel over de “opgezette communes” of “utopische communes” zoals die hebben bestaan in Amerika. Zij zijn te klein, verscheiden en niet-politiek. Neen, ik heb het over het ondermijnen van bestaande instituties, tegelijkertijd duidelijk makend dat de staat niet in staat is om in de behoeften van de mensen te voorzien.
The Blast: Waarom staat de staat de bevrijding van de onderdrukten in de weg? Waarom kan bijvoorbeeld een “arbeidersstaat” niet leiden tot een vrije en rechtvaardige samenleving?
Ervin: Ik heb dit allemaal uitgelegd in mijn boek, maar laat mij gewoon zeggen dat een staat, elke staat, inherent ondemocratisch is. De kleinburgerij zal dan over de massa heersen, zoals gebeurd is op de meeste plaatsen in de wereld: Angola, Mozambique, Cuba, en andere landen met zogenaamde “revolutionaire regeringen”. In geen tijd zullen ze alle oppositiebewegingen uitschakelen, en niet enkel de bourgeoisie maar ook ideologische tegenstanders. Dit betekent dat zij even slecht zijn als de kapitalistische bourgeoisie.
Stelt u Louis Farrakhan in zijn Zwarte staat voor; het zou de ergste feodale, religieus fundamentalistische, anti-vrouw en klasse- bevooroordeelde plaats zijn die je je kan voorstellen, en hij zou zijn ideologische tegenstanders in de kortste keren laten opsluiten en vermoorden. Anarchisten zouden onmiddellijk worden vervolgd, samen met de weerspannige armen, die dachten dat alles beter zou zijn.
De staat is een instrument voor klasseheerschappij en dictatuur. Heel zeker zullen mensen als ik tot de verkeerde klasse blijken te horen, en snel worden bestempeld als “vijand van de staat en zijn leider” als ik zelfs maar even gromde over de rijkdom van de Eerwaarde Farrakhan terwijl wij armen verkommeren; het zou mij de dood of de gevangenis opleveren. Dit soort van xenofobe nationalistische bewegingen zijn niet revolutionair, maar conservatief tot op het bot, en bieden geen antwoord.
The Blast: Waarom denk je dat het Zuiden van de V.S., ondanks alle stereotypen, rijp is voor revolutionaire organisatie en activiteiten?
Ervin: Ik geloof niet dat de strijd in het Zuiden beëindigd is: de hoge werkloosheid, laagste lonen, meeste gevangenissen en staatsexecuties, de “recht op arbeid” wetten, en politieke repressie zijn nog steeds een realiteit in het Zuiden. De regio heeft een andere geschiedenis en economisch fundament, die bijna noodzakelijk moet leiden tot een nieuwe uitbarsting van strijd geleid door Zwarte arbeiders, en de strijd in het Zuiden zal opnieuw de weg bereiden voor een nieuwe generatie van strijd. Een sociaal revolutionaire beweging, die “antiracistisch” is, maar een bredere agenda heeft, kan zeer effectief zijn in het leiden van de beweging in de V.S. Ik geloof dat anarchisten op dit moment kunnen interveniëren, als we onze geschiedenis bestuderen, waarvan naar mijn mening de SNCC gedurende de jaren '60 een onderdeel is.
We moeten de infrastructuur creëren voor serieuze strijd in deze belangrijke regio. Ik ben een voorstander van de oprichting van een Zuiderse anarchistische organisatie, gebaseerd in Atlanta, Georgia, die kan tussenkomen in de strijd van arbeiders, Zwarten en andere sociale conflicten in het Zuiden. Ik geloof ook dat een instituut voor Nationale Zwarte Gemeenschapsorganisatie kan opgezet worden in Atlanta, om de Zwarte jeugd te bereiken en een nieuwe generatie van basisactivisten te vormen. Beide instituties zouden antiautoritaire ideeën en onze opvattingen over de strijd verspreiden. Ik hoop dat ik zowel financiële als politieke steun krijg van anarchisten voor het opbouwen van deze organisatie in deze regio.
Ik weet niet naar welke stereotypes je verwijst vandaag in 1993, en hoop dat mensen het Noorden zullen verlaten om naar Atlanta te komen, net zoals blanke studenten dat deden in 1964 toen ze gevraagd werden hun geprivilegieerde leven op te geven en de strijd te vervoegen. Die ervaring radicaliseerde hen voor het leven. Denk daaraan.