Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:een_reactie_op_over_het_organisatorisch_platform

Een reactie op ‘Over het 'Organisatorisch Platform'’

Door Errico Malatesta

  • Oorspronkelijke titel: Risposta a Nestor Makhno
  • Verschenen: november 1929
  • Bron: Reply to Nestor Makhno, NestorMakhno.info; Risposta a Nestor Makhno, Il Risveglio (Genève), december 1929
  • Vertaling: Emma

Een reactie op ‘Over het 'Organisatorisch Platform'’

Malatesta’s antwoord aan Makhno

Beste kameraad,

Ik heb eindelijk de brief gelezen die je me een jaar geleden stuurde over mijn kritiek op het project tot het organiseren van een Algemene Bond van anarchisten. Die tekst werd gepubliceerd door een groep Russische anarchisten in het buitenland en staat in onze beweging bekend als het ‘Platform’.

Aangezien je op de hoogte bent van mijn situatie, zul je wel begrepen hebben waarom ik niet eerder antwoordde.[1] Ik kan niet deelnemen aan discussies over de vragen die ons het meest aanbelangen, zoals ik dat zou willen. Censuur verhindert dat ik als subversief beschouwde publicaties of brieven over sociale en politieke thema’s kan ontvangen. Pas na lange intervallen en met veel geluk bereiken mij de stervende klanken van wat mijn kameraden zeggen en doen. Zo komt het dat ik wel wist dat het Platform en mijn kritiek erop op grote schaal bediscussieerd werden, maar dat ik nauwelijks op de hoogte was van wat er precies wordt gezegd; jouw brief is het eerste geschreven document over het onderwerp dat ik onder ogen heb kunnen krijgen.

Als we vrijelijk konden corresponderen, zou ik je nog voor ik aan de discussie deelneem vragen om je ideeën te verduidelijken. Die komen op mij namelijk ten dele nogal obscuur over, maar dat ligt misschien aan een imperfecte vertaling van Russisch naar Frans. Gezien de huidige omstandigheden zal ik echter reageren op wat ik heb begrepen en hoop ik dat ik je antwoord dan zal kunnen lezen.

Je bent verbaasd door mijn afwijzing van het principe van collectieve verantwoordelijkheid, dat volgens jou een fundamenteel principe is dat sturend is en moet zijn voor de revolutionairen uit het verleden, het heden en de toekomst.

Van mijn kant vraag ik me af wat die notie van collectieve verantwoordelijkheid ooit kan betekenen als hij wordt gebezigd door een anarchist.

Ik weet dat het leger de gewoonte heeft om groepen rebellerende soldaten, of soldaten die zich misdragen hebben in een confrontatie met de vijand, te decimeren door willekeurig op ze te schieten. Ik weet dat de legerleiding er geen problemen mee heeft, om dorpen of steden te verwoesten en zo de hele bevolking, inclusief kinderen, af te slachten omdat iemand probeerde om zich te verzetten tegen hun invasie. Ik weet dat overheden door de eeuwen heen op verschillende manieren met het systeem van collectieve verantwoordelijkheid gedreigd hebben en het toegepast hebben om rebellen te remmen, belastingen te eisen enzovoorts. En ik begrijp dat dit een effectief middel tot intimidatie en onderdrukking zou kunnen zijn.

Maar hoe kunnen uitgerekend mensen die strijden voor vrijheid en rechtvaardigheid spreken over collectieve verantwoordelijkheid? Zij kunnen zich toch enkel iets gelegen laten liggen aan morele verantwoordelijkheid, of daar nu materiële sancties op volgen of niet?

Als bijvoorbeeld in een conflict met een gewapende vijand de man naast mij zich als een lafaard gedraagt, kan het zijn dat hij mij en alle anderen schade berokkent, maar toch is hij de enige voor wie het passend is om schaamte te voelen voor zijn gebrek aan moed om de taak te vervullen die hij op zich nam. Als één van de samenzweerders in een samenzwering zijn metgezellen verraadt en ze in de gevangenis doet belanden, zijn diegenen verraden werden dan verantwoordelijk voor het verraad?

Het ‘Platform’ stelde: ‘De gehele Bond is verantwoordelijk voor de revolutionaire en politieke activiteit van elk lid en elk lid dient verantwoordelijk te zijn voor de revolutionaire en politieke activiteit van de Bond.’

Kan dit verzoend worden met de principes van autonomie en het vrije initiatief dat de anarchisten voorstaan? Ik antwoordde toen: ‘Als de Bond verantwoordelijk is voor wat elk lid doet, hoe kan deze diens individuele leden en subgroepen dan nog de vrijheid geven om het gemeenschappelijk programma toe te passen op de manier die hen het beste lijkt? Hoe kan men verantwoordelijk zijn voor een actie, zonder de middelen te hebben om die te voorkomen? Daartoe zou de Bond, en in diens naam het Uitvoerend Comité, de actie van zijn individuele leden moeten monitoren en hen moeten bevelen wat te doen en wat te laten; en aangezien afkeuring na een gebeurtenis een eerder op zich genomen verantwoordelijkheid niet recht kan zetten, zou niemand in staat zijn om ook maar iets te doen voordat ze groen licht, toestemming van het comité gekregen zouden hebben. En andersom: kan een individu verantwoordelijkheid nemen voor de handelingen van een collectief nog voordat hij of zij weet wat deze zal doen? En hoe moet die persoon voorkomen dat het collectief iets doet dat hij of zij afkeurt?’

Natuurlijk accepteer en steun ik de zienswijze, dat eenieder die zich met anderen verenigt en met hen samenwerkt voor een gemeenschappelijk doel, de noodzaak moet voelen om diens acties af te stemmen op die van de andere leden en niets moet doen dat het werk van anderen kan schaden – en daarmee dus ook het gemeenschappelijke doel. Gemaakte afspraken moeten worden gerespecteerd, behalve wanneer er oprecht de wens bestaat om de associatie te verlaten als ontstane meningsverschillen de samenwerking onmogelijk of ongepast maken. Net als dat ik erbij blijf dat diegenen die deze plicht niet voelen en naleven, uit de associatie zouden moeten worden gegooid.

Misschien bedoel je, wanneer je het hebt over collectieve verantwoordelijkheid, precies die overeenstemming en solidariteit die aanwezig moet zijn tussen de leden van een associatie. En als dat het geval is, komt je uitdrukking in mijn ogen neer op incorrect taalgebruik. Dan zou het slechts een onbelangrijke kwestie zijn en zouden we snel een overeenstemming kunnen bereiken.

De echt belangrijke vraag die je stelt in je brief, betreft de rol van anarchisten in de sociale beweging en de manier waarop ze die willen uitvoeren. Dit is een fundamentele kwestie die het bestaansrecht van het anarchisme aanbelangt en we moeten heel helder zijn in wat wij bedoelen.

Je vraagt of de anarchisten een sturende en daarom verantwoordelijke rol zouden moeten opnemen in de revolutionaire beweging en de communistische organisatie van de samenleving, of dat ze zich moeten beperken tot de rol van onverantwoordelijke hulptroepen.

Ik sta perplex van je vraag, omdat hij precisie mist. Het is mogelijk om door middel van advies en het goede voorbeeld richting te geven, zodat mensen – voorzien van de mogelijkheden en middelen om zich in hun eigen noden te voorzien – onze methodes en oplossingen kunnen overnemen als deze beter zijn, of lijken te zijn, dan die die door anderen worden voorgesteld en uitgedragen. Maar het is ook mogelijk om te sturen door de leiding over te nemen, dat wil zeggen door een regering te worden en je eigen ideeën en belangen door middel van politiemethoden op te leggen.

Op welke manier wil je leiding geven?

We zijn anarchisten omdat we geloven dat regering (elke regering) een kwaad is en dat het niet mogelijk is om vrijheid, solidariteit en rechtvaardigheid te verwerven, zonder diezelfde vrijheid. We kunnen er daarom niet naar streven om te regeren en we moeten al het mogelijke doen om anderen – klassen, partijen of individuen – te beletten om de macht te grijpen en overheden te worden.

De verantwoordelijkheid van de leiders, een notie waarmee je volgens mij wilt garanderen dat het publiek beschermd wordt tegen hun misbruik en fouten, zegt mij niets. De machthebbers kunnen enkel echt verantwoordelijk worden gehouden wanneer ze geconfronteerd worden met een revolutie, en we kunnen niet elke dag voor een revolutie zorgen. Bovendien vindt die over het algemeen pas plaats nadat de regering al zoveel mogelijk kwaad heeft gedaan.

Je zult wel begrijpen dat ik zeker niet van mening ben dat anarchisten er genoegen mee zouden moeten nemen om slechts hulpjes te zijn van andere revolutionairen die, aangezien het geen anarchisten zijn, er van nature naar streven om een regering te vormen.

Integendeel, ik geloof dat wij, anarchisten die overtuigd zijn van de correctheid van ons programma, ernaar moeten streven om een overweldigende invloed te verkrijgen zodat we de beweging in de richting van de realisatie van onze idealen kunnen doen bewegen. Maar zulke invloed moet gewonnen worden door meer te ondernemen en het beter te doen dan anderen en zal enkel zinvol zijn als hij op die manier wordt verworven.

Vandaag de dag moeten we onze ideeën uitdiepen, ontwikkelen en propaganderen en onze krachten coördineren met het oog op gemeenschappelijke actie. We moeten actief zijn in de arbeidersbeweging om te verhinderen dat deze ingeperkt en gecorrumpeerd wordt door het uitsluitend nastreven van kleine verbeteringen die passen binnen het kapitalistische systeem. We moeten handelen op een manier die bijdraagt aan de voorbereidingen voor een complete sociale transformatie. We moeten werken met de ongeorganiseerde – en wellicht niet te organiseren – massa om een revolutionair sentiment en het verlangen naar en de hoop op een vrij en gelukkig leven te doen ontwaken. We moeten initiërende en ondersteunende rol vervullen bij alle bewegingen die de macht van de staat en het kapitalisme verzwakken en die de mentale en materiële omstandigheden van de arbeiders verbeteren. We moeten ons, kort samengevat, moreel en materieel voorbereiden op de revolutionaire actie die het pad naar de toekomst voor ons zal openen.

Daarna, tijdens de revolutie, moeten we energiek (en indien mogelijk eerder en effectiever dan anderen) deelnemen aan de essentiële materiële strijd en deze tot zijn uiterste opvoeren, om alle onderdrukkende staatsmachten te vernietigen. We moeten de arbeiders aanmoedigen om bezit te nemen van de productiemiddelen (landbouwgrond, mijnen, fabrieken en werkplaatsen, transport middelen enz.) en de voorraden geproduceerde goederen; dit om onmiddellijk zelf een eerlijke verdeling van consumptiegoederen te organiseren, tegelijkertijd in de bevoorrading van producten voor de handel tussen communes en regio’ te voorzien en de productie en alle diensten die nuttig zijn voor de bevolking voort te zetten en te intensiveren. We moeten, op alle mogelijke manieren en in overeenstemming met de lokale omstandigheden en mogelijkheden, de acties van arbeidersassociaties, de coöperatieven, de groepen vrijwilligers bevorderen. Dit om de opkomst van nieuwe autoritaire machten, nieuwe overheden, te verhinderen, hen met geweld bestrijden als dit nodig is, maar boven alles door ze overbodig te maken. En waar we niet voldoende consensus onder de bevolking vinden en de heroprichting van de staat en zijn autoritaire instituties en dwingende organen niet kunnen voorkomen, moeten we weigeren om daaraan deel te nemen of om die staat te erkennen, rebelleren tegen diens bepalingen en volledige autonomie eisen voor onszelf en alle dissidente minderheden. We moeten, in andere woorden, in een feitelijk of potentiële rebellerende toestand blijven, en als we momenteel niet kunnen winnen, ons op z’n minst voorbereiden voor de toekomst.

Is dit wat jij ook bedoelt met de rol die anarchisten moeten spelen in de voorbereiding en uitvoering van de revolutie?

Afgaande op wat ik weet over jou en jouw werk, ben ik geneigd om te geloven dat dat het geval is.

Maar wanneer ik dan zie dat de Bond die jij steunt een uitvoerend comité heeft om ideologische en organisatorische richting te geven aan de associatie, bekruipt mij de twijfel of je dan ook in de algemene beweging een centraal orgaan zou willen zien dat op een autoritaire manier het theoretische en praktische programma van de revolutie zou dicteren.

Als dat het geval is, zijn we mijlenver van elkaar verwijderd.

Jouw organisatie of jouw bestuursorganen kunnen dan wel bestaan uit anarchisten, maar ze zouden dan niets anders dan een regering worden. De leden ervan zouden, in de overtuiging – compleet te goeder trouw –, geloven dat ze onmisbaar zijn voor het slagen van de revolutie. Ze zouden er prioriteit van maken te zorgen dat ze goed gepositioneerd en sterk genoeg zouden zijn om hun wil op te kunnen leggen. Ze zouden daarvoor een gewapende eenheid creëren ter materiële verdediging en een bureaucratie voor het uitvoeren van hun bevelen. En in dat proces zouden ze de volksbeweging verlammen en de revolutie de nek omdraaien.

Ik geloof dat dat is wat er gebeurd is met de bolsjewieken.

Ik ben van mening dat het belangrijkste niet de overwinning is van onze plannen, onze projecten, onze utopieën, die in elk geval de bevestiging van de ervaring nodig hebben en die aangepast kunnen worden op basis van die ervaring, zodat ze ontwikkeld en aangepast worden met het oog op de daadwerkelijke morele en materiële omstandigheden van die tijd en plek. Het belangrijkste is dat alle mensen, elke persoon, hun schaapachtige instincten en gewoontes kwijtraken die door duizenden jaren slavernij bij hen zijn ingeprent, en dat ze vrijelijk leren denken en handelen. Aan deze grootse onderneming van morele bevrijding zouden anarchisten zich in het bijzonder moeten wijden.

Ik bedank je voor de aandacht die je hebt besteedt aan wat ik geschreven en stuur je mijn hartelijke groeten, verblijvend met de hoop dat ik meer van je zal horen.

Voetnoten

  • [1] Malatesta stond in Rome van 1926 tot zijn dood in 1932 onder huisarrest.
namespace/een_reactie_op_over_het_organisatorisch_platform.txt · Laatst gewijzigd: 26/10/21 11:09 door defiance