Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Door Tommy Ryan
Deze tekst is een bijdrage aan de discussie die in de Buiten de Orde in #1 van 2019 werd gevoerd over 'de actualiteit van het anarchisme' en de maatschappelijke relevantie heden ten dage.
‘De aanname dat datgene wat momenteel bestaat noodzakelijkerwijs bestaan moet, is het zuur dat elk visionair denken corrodeert.’ Murray Bookchin
Al een aantal jaren wordt vanuit verschillende hoeken geconcludeerd dat ‘links’ zich in een crisis bevindt. Daarover zijn de afgelopen jaren vele analyses verschenen – ook uit linksradicale en anarchistische hoek. En dat past, want de linkse beweging heeft een lange traditie in het analyseren van de politieke en economische situatie. Dit heeft ertoe geleidt dat men zich vanuit de linkse, en daarmee ook anarchistische traditie, vaak in de rol van oppositie plaatst en protest aantekent tegen diegenen die op dat moment aan de macht zijn.
Wat betreft de staat van de eigen beweging is er helaas een vergelijkbaar patroon te bespeuren. Aan analyses over wat niet goed is geen gebrek, maar er zijn slechts weinig concrete aanzetten tot verandering.[1] Het grote verschil is echter, dat we het in dit geval over onszelf hebben. Die verandering, net als bredere politieke verandering overigens, zullen we zelf moeten bewerkstelligen.
Het is duidelijk dat de parlementaire weg als model voor het streven naar een vrije en klasseloze samenleving heeft gefaald. De middelen die de heersende klasse zichzelf verschaft heeft om de maatschappij en de economie te kunnen blijven beheren in de overgang van vorstendommen en feodalisme naar natiestaten en kapitalisme kunnen enkel overheersing als uitkomst hebben – dat kunnen we inmiddels historisch bewijzen. Het is daarom van expliciet belang dat we vrije en revolutionaire perspectieven nieuw leven inblazen. Maar juist het geloof in vrije en revolutionaire perspectieven is bij veel ‘revolutionairen’ in het Westen zo laag. Dit terwijl deze juist het beste antwoord zijn op de nog altijd voortdenderende sociale en economische overheersing, het wereldwijd opkomende fascisme en de ondergang van de natuur waar wij als mensen ook allen van afhankelijk zijn.
Hoe kunnen we, dat wetende, en de stand van de beweging kennende, de constructieve aanzetten maken die nodig zijn om deze cyclus te beëindigen?
Allereerst is het, denk ik, van belang een onderscheid te maken tussen ‘het anarchisme’ als ideeënwereld, en ‘de anarchistische beweging’ die zich in de praktijk manifesteert. Als de anarchistische beweging momenteel maatschappelijk niet veel heeft in te brengen, wil dat niet per se zeggen dat de ideeën van het anarchisme tekort schieten. Het kan immers ook betekenen dat de anarchistische of andere eenvoudige organisatorische of sociologische basisprincipes, niet goed gehanteerd worden. De reden waarom anarchistische principes bijvoorbeeld weinig maatschappelijk weerklank vinden, kan ook te maken hebben met het feit dat de anarchistische beweging weinig uitwisseling met de samenleving heeft. Dat is eerder een organisatorisch vraagstuk dan een gebrek in de anarchistische ideeënwereld.
Als we willen dat de anarchistische principes – waarvan ik overtuigd ben dat ze het fundament kunnen bieden voor een gezonde samenleving en een duurzame relatie tussen de mens en de rest van de natuur – maatschappelijke realiteit worden, dan is het van belang dat we proberen om de vele verschillende kennisdomeinen (economie, sociologie, psychologie, milieukunde, organisatorische vraagstukken et cetera) die bij revolutionaire organisatie en transformatie komen kijken, met elkaar in harmonie proberen te brengen.
Als we aansluiting bij de samenleving willen vinden is het van belang dat we grip krijgen op hoe politieke processen functioneren. Er wordt binnen links vaak veel aandacht besteed aan argumentatie, maar als we naar de politieke ontwikkelingen van het moment kijken is het overduidelijk dat dit er eigenlijk weinig toe doet. Emotie en voorkomen lijken veel belangrijker, en lijken voort te bouwen op een aloude machiavellistische les: ‘Iedereen ziet wat je schijnt, weinigen voelen wat je bent.’[2] Ik wil daarmee niet zeggen dat we ons anders moeten voordoen dan we daadwerkelijk zijn.[3] We moeten echter goed nadenken over hoe we onszelf presenteren om te zorgen dat we überhaupt gehoord en gezien worden. Onze presentatie moet onze doelen dienen, en niet onze persoonlijke voorkeur in triviale zaken.
De eerder in dit stuk benoemde crisis binnen ‘links’ geldt niet alleen voor Nederland, maar voor veel plekken in de wereld. Er liggen naar mijn idee meerdere factoren aan deze teloorgang ten gronde. Eén daarvan is het verraad dat de sociaaldemocratie tientallen jaren geleden heeft gepleegd door een verbond te sluiten met de statelijke en kapitalistische orde. De uitwerking hiervan is pas op de langere termijn zichtbaar geworden, maar heeft zeer grote gevolgen gehad voor het maatschappelijke vertrouwen in ‘linkse’ ideeën en het vermogen tot zelforganisatie en solidariteit binnen de samenleving. Een andere factor die mijns inziens aan te wijzen is, is de doodlopende weg die de radicale bewegingen in West-Europa zijn ingeslagen na de kleine opstandige piek van de jaren zeventig en tachtig. De ondergang van deze bewegingen heeft daarnaast een sterke wisselwerking gehad met de razendsnelle herstructurering van de samenleving die gelijktijdig plaats vond onder het neoliberalisme (dat werd omarmd door de sociaaldemocraten die indertijd aan de macht waren).
Gelukkig is er een aantal interessante initiatieven die proberen te breken met deze neerwaartse spiraal. De tekst genaamd 11 Thesen – Over organiseren en revolutionaire praktijk voor een fundamentele heroriëntatie van links-radicale politiek[4] van de groep Kollektiv uit Bremen is hiervoor in het Duitse taalgebied een belangrijke aanzet geweest. Omdat ik van mening ben dat de ideeën die in deze tekst worden gepresenteerd ook in Nederland van grote betekenis kunnen zijn heb ik afgelopen zomer besloten deze tekst te vertalen. In de elf stellingen neemt Kollektiv een reeks problemen beet die zij als fundamenteel zien voor de teloorgang van de linksradicale (waaronder ook de anarchistische) beweging. Zij proberen daarbij echter niet alleen een analyse en kritiek te bieden, maar doen ook aanzetten tot constructieve oplossingen.
De onderwerpen die door Kollektiv worden aangesneden vormen naar mijn idee een belangrijke schakel voor de verdere ontwikkeling van de anarchistische beweging in Europa (en daarbuiten). Door de enigszins programmatische benadering maken zij de tekst ook praktisch hanteerbaar en blijft het geen filosofische tekst waarvan de praktische aanwending moeilijk te vinden is.
Centraal in de tekst staan een aantal basisprincipes: het vertrouwen in de mogelijkheid tot maatschappelijke verandering (door de maatschappij zelf), jezelf zien als onderdeel van die samenleving, en de noodzaak van het ontwikkelen van revolutionaire strategieën en methodes die daarop voortbouwen.
Door revolutionaire strijd in relatie tot de maatschappij te zien, en als militanten in de samenleving geworteld te zijn, zorgen we ervoor dat we een goede voeling hebben met de staat van de samenleving en een goed begrip hebben van waar de samenleving aan wordt blootgesteld. Zo kunnen we beter zoeken naar geschikte methodes waarop verandering in de samenleving tot stand kan worden gebracht. Tevens kunnen we zo voorkomen dat revolutionairen als geïsoleerde vreemdelingen worden gezien en daarmee ook een minder kwetsbaar doelwit zijn voor repressie en laster door onze tegenstanders.
Een belangrijk onderdeel van een nieuw organisatieproces is naar mijn mening ook het ontwikkelen van een concretere visie van waar we met onze beweging heen willen. Momenteel wordt maar al te vaak onze politiek bepaald door het reageren op discussies en plannen die vanuit de parlementaire politiek op de samenleving worden afgevuurd. Hierdoor blijven de ideeën voor hoe de samenleving zich kan ontwikkelen telkens weer binnen het kader van de natiestaat en het kapitalistische systeem gevangen. Door vanuit een radicaal vertrekpunt naar de problematiek van het dagelijks leven te kijken breken we dit kader en kunnen we radicaal democratische, socialistische en confederalistische antwoorden bieden. Door een concretere visie en heldere antwoorden kunnen mensen een veel beter beeld vormen op wat anarchistische ideeën voor hun eigen dagelijks leven zouden kunnen betekenen. Zo verschaffen we een reden waarom mensen ook daadwerkelijk achter onze ideeën zouden kunnen staan.
Hoe ziet onderwijs of de zorg er in zo’n samenleving bijvoorbeeld uit? Hoe denken we het mogelijk te maken dat iedereen daar goede toegang toe heeft en dat dit niet de voortzetting van een klassensamenleving dient? Hoe zou wonen kunnen worden georganiseerd op een manier waarbij we weg bewegen van individueel bezit en de schulden die daarbij komen kijken? Hoe zorgen we dat goede woningen voor iedereen toegankelijk worden en niet alleen voor diegene met de grootste beurs? Wat betekent een slogan als ‘No Border’ daadwerkelijk en wat zou zowel de sociale als economische uitwerking hiervan zijn? Wat zijn de voorwaarden hiervoor? En wat betekent voor ons als anarchisten een begrip als ‘vrijheid’, dat maar al te vaak in de burgerlijke zin wordt uitgelegd als ‘lekker doen waar je zelf zin in hebt’ (helaas zelfs door mensen die zichzelf ‘anarchist’ noemen).
Om hier concreter in te worden is natuurlijk durf nodig en het vraagt om serieuze verdieping. Ik denk echter dat dit momenteel nog niet zo’n probleem is. Vanuit oppervlakkigere concepten, kunnen later ook diepgaandere analyses ontstaan. De huidige samenleving is dan misschien wel geletterd, maar lijdt wel aan een soort politieke bloedarmoede. Dit is ook de reden dat we vaak zulke grote tegenstrijdigheden zien op het moment dat protesten opborrelen. In het prille stadium waarin onze beweging zich momenteel bevindt is het vooral van belang eerst weer een basisbegrip onder de bevolking te verschaffen. Daarbij is het van groot belang te kijken wat door mensen als daadwerkelijk voor belangrijk wordt geacht, want daar valt aansluiting te vinden. Dit moeten we niet baseren op de sensatieberichten in de media, maar door in gesprek te gaan met mensen op straat.
Twee jaar na het verschijnen van de 11 Thesen is er in Duitsland een serieus organisatieproces op gang gekomen. In verschillende steden en wijken verschijnen initiatieven waarbij men probeert linksradicale politiek terug in de samenleving te positioneren. Daarbij tracht men te breken met de dominante subcultuur die de afgelopen decennia is ontstaan. Waar kraken in de hoogtijdagen een functie in de gemeenschap had als oplossing voor de woningnood, zijn kraakpanden en autonome centra meer en meer verworden tot ontoegankelijke oorden waar slechts een zeer specifieke groep mensen zich thuis voelt. Deze plekken zijn door deze overheersende cultuur vaak verworden tot plekken voor ‘linkse’ mensen, in tegenstelling tot plekken van zelforganisatie van de wijk of buurt zelf.
In een aantal projecten heeft men nieuwe locaties opgericht, Kiezkommunen (wijkcommunes), van waaruit men maatschappelijke functies in de wijk probeert te combineren met radicale analyses en organisatiemethodes. Men heeft bij de keuze voor een locatie zorgvuldig gekeken naar wijken waar de staat weinig invloed heeft en waar sociale voorzieningen nalatig zijn zodat men meer kans van slagen heeft. Er wordt daarbij goed nagedacht hoe er een relatie met de buurt kan worden opgebouwd. Buren worden bijvoorbeeld niet via binnen links gebruikelijke kanalen benaderd, maar men gaat echt van deur naar deur, belt aan, deelt flyers uit en probeert krantjes te verspreiden bij de lokale supermarkt, snackbar, kiosk, school en zorgcentrum. Dit doet men niet alleen om door de interactie te werken aan herkenbaarheid, maar ook om zelf een goed inzicht te krijgen in de samenstelling en dynamieken in de wijk. Wie staat potentieel aan onze kant, en wie juist niet?
Tevens heeft men wekelijkse cafés waar thee en koffie geschonken wordt. Het idee hierachter is om een plek te verschaffen waar de buurt zich kan treffen. Hier wordt ook advies gegeven rondom huurrecht et cetera. Bij een huurconflict wordt er hulp geboden via een advocaat, maar men gaat ook bij andere bewoners van een gebouw langs om te kijken of er meer mensen dezelfde problematiek hebben. Zo wordt gewerkt aan meer samenhang in de buurt en gebouwd aan een strijdbare cultuur van onderop.
Om te voorkomen dat dit initiatief ten onder gaat aan een te lokale focus, tracht men door middel van een regio-overstijgend platform de Kiezkommunen en andere groepen en initiatieven met elkaar te verbinden. Dit lijkt sterk geïnspireerd op de ervaringen en ideeën van het democratisch confederalisme van de Koerdische bevrijdingsbeweging, wat ook sterke gelijkenissen toont met de federalistische ideeën uit de anarchistische beweging.[5]
Het hele proces van de Kiezkommunen is natuurlijk nog in ontwikkeling en brengt ook nieuwe vragen en problemen met zich mee. Daar wordt onder andere aan gewerkt door middel van collectieve scholingen en discussiebijeenkomsten. Zo wordt ook gepoogd meer ideologische samenhang en wederzijds begrip te creëren.
Maatschappelijke relevantie moeten we zelf verschaffen Het is tijd om ook hier een volgende stap te zetten in hoe wij onszelf begrijpen en de organisatiemethodes die we hanteren om zo weer eigenaar van ons eigen organisatieproces te worden.
Als we ons van dit systeem willen bevrijden, zullen we onszelf én de maatschappij daarvan moeten bevrijden. Dat kunnen we alleen als we alternatieve instituties weten te scheppen die de oude vervangen. Daarvoor hebben we het vertrouwen, de steun en betrokkenheid van de samenleving nodig. En om dat voor elkaar te krijgen zullen we een sterke en zelfbewuste beweging moeten opbouwen. Daarvoor zijn wij zelf verantwoordelijk.