Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:nationaal_catechismus

Nationale catechismus

Door Michael Bakoenin

  • Oorspronkelijke titel: onbekend
  • Bron: De Internationale Broederschap, Michael Bakoenin, Iris Uitgeverij 2002
  • Digitalisering: a-bieb.nl

Belangrijkste punten uit de nationale catechismussen

De nationale catechismussen van de verschillende landen zullen op alle secundaire punten kunnen verschillen.

Maar er zijn essentiële en fundamentele punten die voor alle nationale organisaties van alle landen evenzeer verplicht moeten zijn en die bijgevolg de gemeenschappelijke basis moeten vormen van alle nationale catechismussen.

Deze punten zijn:

a) Een geïsoleerde nationale revolutie kan onmogelijk succesvol zijn en bijgevolg is een verbond en een revolutionaire federatie van alle volkeren die de vrijheid willen noodzakelijk.

b) Zo'n federatie of bondgenootschap is onmogelijk zonder een gemeenschappelijk programma dat in gelijke mate voldoet aan de legitieme rechten en behoeften van alle naties en dat, zonder ook maar enigszins rekening te houden met zogenaamde historische rechten, met datgene wat wordt aangeduid als de behoeften of het welzijn van de staat, met nationale roem, of met enige andere ingebeelde pretentie om te overheersen of macht uit te oefenen -allemaal zaken die een volk moet verwerpen als het werkelijk vrij wil zijn- als enig principe en als enige basis de gelijke vrijheid voor allen en rechtvaardigheid zal hebben.

c) Een dergelijk programma, alsmede vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, een regering die weinig kost, het welzijn en de werkelijke emancipatie van de werkende klassen, zijn onverenigbaar met het bestaan van centralistische, militaristische en bureaucratische staten. Het is absoluut noodzakelijk alle staten die thans in Europa bestaan -met uitzondering van Zwitserland- te vernietigen, evenals alle politieke, militaire, administratieve, gerechtelijke en financiële instituties die op dit moment het leven en de macht van die staten vormen.

d) Afschaffing van alle staatsreligies en staats- of door de staat gesubsidieerde kerken, confiscatie van alle roerende en onroerende goederen van de kerken ten gunste van de provincies en de gemeenten, met dien verstande dat alle vormen van religie volledig vrij zijn en uitsluitend het eigen geweten van ieder individu aangaan, en dat elke eredienst alleen door de leden van de kerk in kwestie onderhouden zal worden.

e) Voor elk land dat deel wil uitmaken van deze vrije federatie van volkeren is het absoluut noodzakelijk om in eigen land de centralistische, bureaucratische en militaire organisatie te vervangen door een federale organisatie die alleen berust op absolute vrijheid en op de autonomie van gewesten, provincies, gemeenten, associaties en individuen, met ambtenaren die gekozen worden en verantwoording schuldig zijn aan het volk, en met een nationale bewapening, dat wil zeggen door een organisatie die niet meer zoals nu, op basis van een eenheidsprincipe, opgebouwd zal zijn van boven naar beneden en van het centrum naar de periferie, maar van beneden naar boven en van de periferie naar het centrum, op basis van een beginsel van vrije federatie, uitgaande van vrije individuen die de associaties, de autonome gemeenten zullen vormen; van autonome gemeenten die de autonome provincies zullen vormen; van provincies die gewesten zullen vormen en van gewesten die door zich in vrijheid met elkaar te federeren landen zullen vormen, die op hun beurt vroeg of laat de universele en wereldomvattende federatie zullen vormen.

f) Het is noodzakelijk het absolute recht van afscheiding toe te kennen aan alle landen, aan alle gewesten, aan alle provincies, aan alle gemeenten, aan alle associaties, alsmede aan alle individuen, uitgaande van de overtuiging dat als het recht van afscheiding eenmaal is erkend, afscheidingen in de praktijk onmogelijk zullen worden, omdat de nationale eenheden niet meer het product zullen zijn van geweld en de historische leugen, maar in vrijheid gevormd zullen worden door de behoeften en de verwantschap die binnen elk van de deelnemende partijen ervan bestaan.

g) Politieke vrijheid zonder politieke gelijkheid is een onmogelijkheid. Politieke gelijkheid zonder economische en sociale gelijkheid is een onmogelijkheid.

h) De noodzaak van een sociale revolutie.

De omvang en de draagwijdte van deze revoluties zullen per land in meerdere of mindere mate verschillen, naargelang de politieke en sociale situatie en de graad van de revolutionaire ontwikkeling in elk ervan.

Toch zal men in alle landen bepaalde uitgangspunten proclameren die heden ten dage als enige in staat zijn de volksmassa's te interesseren en in opstand te brengen, wat ook het niveau van hun ontwikkeling is.

Dat zijn de volgende beginselen:

  • De aarde is van iedereen. Maar alleen zij die de aarde met hun handen bewerken mogen er de vruchten van plukken. Afschaffing van de pacht;
  • Omdat alle maatschappelijke rijkdommen alleen door arbeid kunnen worden verkregen, is hij die maatschappelijke rijkdom bezit zonder te werken een dief;
  • Politieke rechten zullen slechts mogen toebehoren aan fatsoenlijke mensen, dat wil zeggen aan hen die werken;
  • Het kapitaal en de werktuigen zullen in bezit komen van hen die ze zullen gebruiken voor het produceren van rijkdom door hun eigen werk, zonder dat sprake is van beroving, maar uitsluitend door de inspanningen en de economische capaciteiten van de arbeidersassociaties;
  • Ieder mens moet met zijn werk in zijn onderhoud kunnen voorzien en aan het beginsel van rechtvaardigheid zal pas voldaan zijn wanneer de maatschappij zo georganiseerd is dat eenieder er bij zijn geboorte dezelfde middelen voor levensonderhoud, opvoeding en onderwijs aantreft, en later dezelfde maatschappelijke mogelijkheden om zijn eigen welzijn te creëren door zijn eigen werk;
  • In elk land zal zoveel mogelijk het huwelijk bevrijd worden van de bevoogding van de maatschappij -en zullen vrouwen dezelfde rechten krijgen als mannen.

i) In geen enkel land kan heden ten dage een revolutie succesvol zijn als het niet tegelijkertijd een politieke en een sociale revolutie is. Elke revolutie die uitsluitend een politieke revolutie is -of het nu een nationale revolutie is die uitsluitend gericht is tegen buitenlandse overheersing, of een binnenlandse constitutionele revolutie, zelfs als deze het uitroepen van de republiek als doel zou hebben -en bijgevolg niet als voornaamste doelstelling de onmiddellijke politieke en economische vrijmaking van het volk heeft- zal een denkbeeldige, leugenachtige, onmogelijke, funeste, reactionaire en contra-revolutionaire revolutie zijn.

j) De revolutie moet niet alleen plaatsvinden voor het volk, zij moet ook plaatsvinden door het volk, en zij zal alleen kunnen slagen als zij tegelijkertijd alle massa\'s van het platteland en die van de steden in beweging brengt.

k) Aldus verenigd door de idee en het programma dat voor alle landen gelijk is; verenigd door een geheime organisatie die niet alleen alle delen van een land, maar bovendien vele, zo niet alle, landen in één enkel actieplan zal samenbrengen; bovendien verenigd door de gelijktijdigheid van de revolutionaire bewegingen in vele dorpen en steden, zal de revolutie voortaan een lokaal karakter krijgen en houden, in die zin dat zij niet zal moeten beginnen met een grote concentratie van alle revolutionaire krachten van een land op één enkel punt en evenmin ooit het romantische en burgerlijke karakter moet aannemen van een zogenaamde revolutionaire expeditie, maar op alle plaatsen tegelijkertijd zal moeten ontvlammen en zo het karakter zal krijgen van een echte volksrevolutie, waaraan eveneens vrouwen, oude mensen en kinderen zullen deelnemen, en die daardoor onoverwinnelijk zal worden.

l) Deze revolutie kan heel goed bloedig en wraakzuchtig zijn gedurende de eerste dagen waarin sprake zal zijn van volksgerichten. Maar dit karakter zal zij niet lang houden, en zij zal nooit het karakter krijgen van een systematisch en koelbloedig terrorisme. Zij zal veel meer oorlog voeren tegen situaties en dingen dan tegen mensen, omdat zij er zeker van is dat dingen en de bevoorrechte en antisociale posities die zij creëren veel machtiger zijn dan deze individuele personen, en daarom het karakter en de kracht van haar vijanden vormen.

m) De revolutie zal er dus mee beginnen overal alle instituten en instellingen, kerken, parlementen, gerechtshoven, bestuurslichamen, legers, banken, universiteiten enz., die het wezen en het bestaan van de staat vormen, te vernietigen. De staat moet radikaal worden afgebroken en bankroet worden verklaard, niet alleen in financieel opzicht, maar ook op het gebied van de politiek, het overheidsapparaat, het leger, justitie en politie. Maar wanneer de staat bankroet is gegaan, zelfs opgehouden heeft te bestaan en niet bij machte is zijn schulden te betalen, dan zal de staat niemand meer kunnen dwingen zijn schulden te voldoen -dat zal iedereen uiteraard naar zijn eigen eer en geweten moeten regelen. -Tegelijkertijd zal in de gemeenten en de steden alles wat had toebehoord aan de staat in beslag genomen worden en ten goede komen aan de revolutie; ook de goederen van alle reactionairen zullen geconfisqueerd worden, alle akten -zowel inzake processen en eigendom, als met betrekking tot schuldenzullen verbrand worden, de hele burgerlijke, strafrechtelijke, justitiële en overheidspapierwinkel die men niet heeft kunnen vernietigen zal van nul en generlei waarde verklaard worden en men zal iedereen laten houden wat hij op dat moment heeft. -Op die manier zal de sociale revolutie plaatsvinden, en als aan de vijanden van de revolutie eenmaal de middelen om haar schade te berokkenen ontnomen zullen zijn zal het niet meer nodig zijn ertoe over te gaan bloedige maatregelen jegens hen te nemen, want dergelijke maatregelen zijn des te rampzaliger omdat ze altijd vroeg of laat leiden tot een rampzalige reactie.

n) Omdat de revolutie zich overal plaatselijk zal voltrekken, zal zij onvermijdelijk een federatief karakter krijgen.

Direct nadat de gevestigde overheid ortiver is geworpen, zullen de gemeenten zich revolutionair moeten reorganiseren, leiders moeten aanstellen, een administratie en revolutionaire rechtbanken moeten vormen, op basis van algemene verkiezingen en uitgaande van het principe dat alle ambtenaren werkelijk verantwoording schuldig zijn aan het volk. Om de revolutie te verdedigen zullen hun vrijwilligers tegelijkertijd een gemeentelijke militie vormen. -Maar als een gemeente afzijdig blijft, zal zij zich nooit kunnen verdedigen. Het zal dus voor elke gemeente noodzakelijk zijn om de revolutie naar buiten toe te verbreiden, alle naburige gemeenten tot opstand te brengen en zich, naargelang deze in opstand komen, met hen te federeren om een gezamenlijke verdediging op te zetten.

Noodzakelijkerwijze zullen zij onderling een federatieve overeenkomst sluiten die zowel op de solidariteit van alle gemeenten als op de autonomie van elk ervan gebaseerd zal zijn. Deze overeenkomst vormt het handvest van de provincie. Om de gemeenschappelijke zaken te regelen zal men noodzakelijkerwijze een provinciale overheid en een provinciale assemblee of parlement vormen. Dezelfde revolutionaire behoeften brengen de autonome provincies ertoe zich te federeren in gewesten, de gewesten in nationale federaties, de naties in internationale federaties. -En de orde en de eenheid die gebaseerd waren op geweld en despotisme zullen vernietigd zijn, en uit de vrijheid zullen een nieuwe orde en eenheid ontstaan.

o) Om deze revolutie voor te bereiden is het noodzakelijk samen te zweren en een sterke geheime organisatie te hebben die zich richt naar een revolutionair centrum.

namespace/nationaal_catechismus.txt · Laatst gewijzigd: 10/06/24 08:33 door defiance