Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Door Alexander Berkman
Nestor Makhno, die jaren lang de leider was van de opstandige boerenbevolking der Oekraïne, overleed op 25 Juli in het Tenon-hospitaal na een maandenlange ziekte. Het stoffelijk overschot werd verascht op het kerkhof van Père-Lachaise te Parijs.
Nestor Makhno was een leidende figuur in de russische revolutie, een in vele opzichten merkwaardig man. Op zeer jeugdigen leeftijd vatte hij belangstelling op voor de revolutionaire beweging en toen hij 17 jaar was, werkte hij reeds als actief lid van een anarchistische groep in de Oekraïne. In 1908 veroordeelde de tsaristische regeering hem ter dood, maar met het oog op zijn jeugd werd het vonnis gewijzigd in levenslange gevangenisstraf. Hij werd gevangen gezet in de beruchte Butirki-gevangenis te Moskou, vrijwel de ergste hel van het russische strafstelsel, waar zijn van nature opstandige geest er aanleiding toe was, dat hij herhaaldelijk streng gestraft werd. Desondanks wist de jonge Nestor zich zijn gevangenschap ten nutte te maken: het grootste gedeelte van zijn tijd besteedde hij aan de studie en aan de verbetering van de gebrekkige opleiding, die hij als jongen ontvangen had. De Februari-revolutie opende voor hem, evenals voor duizenden andere slachtoffers van het tsarisme, de poorten der gevangenis.
Makhno keerde terug naar zijn geboorteland, de Oekraïne, en wijdde zich daar aan de revolutionaire bewustmaking der massa's. Schitterend organisator en succesvol agitator als hij was, wierp zijn arbeid spoedig resultaten af. Hij werd bijzonder geliefd onder de boerenbevolking van het Zuiden. Tijdens de bezetting der Oekraïne door de Duitsch-Oostenrijksche strijdkrachten, organiseerde Makhno met veel succes een guerilla-oorlog tegen de invallers. Aanvankelijk een handjevol gewapende lieden, die voor hun geweren en munitie waren aangewezen op den vijand, nam zijn vertrouwde aanhang voortdurend toe in aantal en kracht, tot op een gegeven oogenblik het boerenleger van Makhno uit 40.000 tot 60.000 man bestond, waaronder cavallerie en artillerie. Volbloed anarchist als Makhno was, voerde hij oorlog tegen alle machten, die de Oekraïne aan nieuwe tyrannie en uitbuiting wilden onderwerpen. Om deze reden vocht hij zoowel tegen de Witten als tegen de Bolsjewiki, toen de laatsten een zoogenaamd „revolutionair” despotisme in het Zuiden trachtten te vestigen. Makhno zag duidelijk het verschil tusschen de belangen van de Revolutie en van de massa's, tegenover die van het bolsjewistische partij-régime. Hij en zijn povstantsi (opstandige boeren) beschouwden als hun uiteindelijk doel de bevrijding van de Oekraïne uit tyrannie en heerschappij in eiken vorm, mocht deze wit of rood zijn. Makhnojrtchina, zooals de opstand der Makhno-boeren in de Oekraïne werd genoemd, was een door en door revolutionaire beweging der massa's in het Zuiden van Rusland van de allergrootste beteekenis. Nestor Makhno was de spil en de ziel van deze grootsche beweging. Door zijn groote capaciteiten als leider, zijn persoonlijke moed en bijna roekelooze toewijding aan zijn anarchistische vrijheids-idaal, vielen hem het vertrouwen, de achting en de bewondering der massa's in de Oekraïne ten deel. Zijn revolutionaire onbaatzuchtigheid en ongewoon krijgskundig inzicht dreven zijn leger tot daden van bijna ongeloofelijke heldhaftigheid en zelfopoffering ten behoeve van de revolutionaire zaak. Zijn volgelingen gaven hem den bijnaam „Batjka” Makhno (dierbaar vadertje), hoogste uitdrukking voor zijn aanzien en bemindheid onder het volk.
Maar ofschoon Makhno vocht tegen de invoering van het bolsjewistisch régime in de Oekraïne, aarzelde hij nooit de bolsjewiki te hulp te komen, wanneer de belangen van de revolutie dit eischten. Zoo was het in 1919 feitelijk het Makhno-leger, dat Moskou redde uit het gevaar door generaal Denikin te worden ingenomen, toen deze de bolsjewistische strijdkrachten vrijwel vernietigd had. In 1920 was het wedorm Makhno en zijn povstantsi, die Wrangel en zijn witte legers de beslissende nederlaag hielpen toebrengen.
De bolsjewiki deden steeds een beroep op Makhno om hen te helpen, wanneer hun eigen militaire krachten niet in staat waren den voortgang van het witte leger te stuiten. Maar ondanks het feit, dat de bolsjewiki meermalen hun behoud te danken hadden aan de Makhnovitsi, waren zij er voortdurend op uit, hem en zijn leger te vernietigen. Getrouw aan de psychologie van alle despotisme, kon het bolsjewistisch gouvernement zich niet neerleggen bij het feit, dat een groot deel van Rusland — feitelijk de geheele Oekraïne — weigerde het régime der Bolsjewiki te erkennen. Zeer goed wetende, dat Makhno een overtuigd Anarchist was, wiens streven het was het Zuiden te bevrijden van elke tyrannie en ondanks de groote diensten die Makhno's leger aan de Revolutie had bewezen, stelden de Bolsjewiki het voor alsof Makhno en zijn boeren-volgelingen bandieten en contra-revolutionairen waren. Zij stelden een prijs op Makhno's hoofd, dood of levend en verlaagden er zich zelfs toe om heimelijk lieden naar zijn kamp te zenden om hem te vermoorden. Ondanks alle gevaren en moeilijkheden van deze revolutionaire periode en ondanks het herhaalde verraad der Bolsjewiki, diende Makhno gedurende 4 jaren onwankelbaar de revolutionaire zaak. Hij had gevochten tegen de duitsche indringers en hij ging voort te vechten tegen elke revolutionaire macht, die het volk der Oekraïne trachtte te onderwerpen, waaronder de legers van Denikin. Skoropadsky, Petlura, Grigorief en anderen. De Witten, evengoed als de Bolsjewiki haatten Makhno en zijn boeren-opstandelingen met een doodelijke en onverzoenlijke haat. En terecht, want was het feit zelf van het bestaan van de Makhno-beweging niet een uitdaging en een uittarting aan alle regeering en onderdrukking?
Met het belasteren van Makhno gingen de Bolsjewiki zelfs nog verder dan de Witten. Toen geheime samenzweringen en openlijke militaire aanvallen er niet in slaagden Makhno en zijn aanhangers te vernietigen, besloten de Bolsjewiki hem moreel ten onder te brengen. Zij waren het, die het eerst de leugen rondstrooiden, dat Makhno een pogromsjtsjik, een Jodenvervolger was en dat zijn leger zich schuldig maakte aan pogroms tegen de Joden. Maar het volk in de Oekraïne wist wel beter. Zij wisten dat geen bolsjewistisch generaal de Joden ooit tegen pogroms verdedigd had met de energie en de ijver van Makhno. Zij wisten, dat Makhno een Anarchist en internationalist was, en dat hij meedoogenloos elk teeken van rassenhaat onderdrukte. Eenige van zijn meest intieme vrienden waren Joden en een aantal bekende russisch-joodsche anarchisten waren zijn meest vertrouwde raadgevers en maakten deel uit van de onderwijsafdeeling van het Makhno-leger. Het is juist, dat een enkele maal, ofschoon uiterst zelden, gevallen waren voorgekomen van aanvallen op Joden in het gebied, dat bezet werd door de strijdkrachten van Makhno. Maar in al die gevallen was komen vast te staan, dat deze buitensporigheden waren bedreven door alleenstaande aanhangers en dat Makhno deze misdrijven zonder genade strafte. In dit verband moge er aan herinnerd worden, dat het bolsjewistische roode leger in dit opzicht ook niet vrij uitging, terwijl toch niemand er aan zal denken de leiders van het bolsjewistische leger er van te beschuldigen pogroms aan te moedigen. Wat Makhno betreft, in eigen persoon en in het openbaar schoot hij Grigorief neer, het hoofd van een Witte bende van beruchte Jodenvervolgers, als een duidelijke les voor zijn heele leger en de geheele bevolking der Oekraïne.
Een overtuigd Anarchist, een groot revolutionair leider der massa's ging voor ons verloren door den dood van Nestor Makhno. Hij stierf arm, eenzaam en vrijwel verlaten, ver van het volk dat hij liefhad en zoo trouw diende. Maar zijn geest bleef altijd bij de massa's in Rusland en tot zijn laatste ademtocht was hij er vast van overtuigd, dat eens de dag zou komen waarop dit onderdrukte, zwaar beproefde volk zou opstaan om voor goed af te rekenen met de tyrannie en het despotisme van het Bolsjewisme.
ALEXANDER BERKMAN.