Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Door Walter Benjamin
De onderstaande tekst omvat een voetnoot uit de tekst The work of art (in the age of technical reproduction) van Walter Benjamin. De voetnoot werd enkel gepubliceerd bij een tweede uitgave van die tekst en is dus niet in veel vertalingen opgenomen.
“De toenemende proletarisering van de moderne mens en de toenemende totstandkoming van massa's zijn twee aspecten van eenzelfde proces. Fascisme poogt de nieuw tot stand gekomen proletarische massa's te organiseren, zonder te raken aan de eigendomsverhoudingen die deze massa's teniet streven te doen. Fascisme ziet haar redding erin, om hen niet hun recht te geven, maar in plaats daarvan, de kans om zich uit te drukken.” Walter Benjamin, Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid
Het proletarische klassenbewustzijn, dat als zodanig het meest heldere is, transformeert op fundamentele wijze de structuur van de proletarische massa. Slechts van buitenaf beschouwd, dat wil zeggen in de waarneming van haar onderdrukkers, vormt het klassenbewuste proletariaat een compacte massa. Op het moment dat ze een gevecht voor haar bevrijding aanvangt, heeft deze schijnbaar compacte massa zich in werkelijkheid al aanmerkelijk losser gemaakt. Ze houdt op onder het juk te gaan van zuiver reactieve houdingen; ze gaat tot de actie over. Het losser maken van de proletarische massa's is het werk van de solidariteit. In de solidariteit, die vorm geeft aan proletarische klassenstrijd, is de dode, ondialectische tegenstelling tussen individu en massa afgeschaft; deze bestaat niet tussen strijdkameraden onderling. Hoe bepalend de massa's ook zijn voor elke revolutionaire voortrekker, is het diens grote verdienste om niet de massa's achter zich aan te leiden, maar zelf steeds opnieuw deel van hen uit te maken, om voor hen steeds weer slechts één te midden van honderdduizenden te zijn. De klassenstrijd zorgt dat de compacte massa van proletariërs losser wordt; doch het is dezelfde klassenstrijd, die de massa's van kleinburgers juist samendrukt. De massa als ondoordringbare en compacte entiteit, zoals die door Le Bon en anderen tot onderwerp van hun massapsychologie gemaakt is, gaat daarom over de kleinburgerlijke massa. Het kleinburgerdom is geen klasse; het is inderdaad slechts een massa en wel eentje die des te compacter wordt, hoe groter de druk is die uitgeoefend wordt door het conflict tussen de antagonistische klassen van bourgeoisie en proletariaat. In deze massa is inderdaad het emotionele moment, waarvan in de massapsychologie sprake is, beslissend. Maar precies om deze reden vormt de compacte massa de tegenpool voor het raamwerk van de collectieve ratio dat eigen is aan het proletariaat. In deze massa is inderdaad het reactionaire moment, waarvan in de massapsychologie sprake is, de beslissende factor. Maar juist daarom vormt deze compacte massa met haar onbemiddelde reacties de tegenpool van het raamwerk van proletariaat en van haar acties, die elk op zich door een specifieke opgave, hoe kortstondig ook, ingegeven worden. Daartegenover nemen de uitingen van de compacte massa vrijwel zonder uitzondering een panische vlucht - of het nu is in oorlogsgeestdrift, jodenhaat of in de drift tot zelfbehoud. Hebben wij eenmaal het onderscheid verhelderd tussen de compacte, welgenoemd kleinburgerlijke massa, en de klassenbewuste, proletarische massa, dan is ook haar toepasbare betekenis duidelijk. Het onderscheid demonstreert nergens helderder haar gelijk dan in de allesbehalve zeldzame gevallen, waar aanvankelijke ongeregeldheden die uitgaan van een compacte massa binnen de kortste keren, als gevolg van revolutionaire omstandigheden, omslaan in de revolutionaire actie van een klasse. Het kenmerkende aan dit soort waarlijk historische gebeurtenissen is, dat de reactie van een compacte massa voor zichzelf een schok teweegbrengt, die ervoor zorgt dat ze zich losser maakt en haar de gelegenheid geeft zich om te vormen tot een vereniging van een klassenbewuste soort. Wat een dergelijke razendsnelle ontwikkeling feitelijk behelst, is hetzelfde als wat in het tactische denken van communisten 'het overhalen van de kleinburgerlijke lagen' genoemd wordt. Het verhelderen van dit proces heeft voor hen nog een bijkomend belang. Ontegenzeggelijk heeft een dubbelzinnig begrip van de term massa, en het vrijblijvende gebruik ervan in besprekingen over het gemoed van deze massa's dat in de Duitse revolutionaire pers de regel is geweest, beslist illusies bevorderd die desastreuze gevolgen hebben gehad voor het Duitse proletariaat. En daartegenover is het zo dat het fascisme deze patronen - of het die nu werkelijk doorzag of niet - op uitmuntende wijze ter nutte heeft gemaakt. Het begrijpt: hoe compacter de massa's die het op de been brengt, hoe groter de kans dat de contrarevolutionaire instincten van het kleinburgerdom haar reacties zullen bepalen. Het proletariaat daarentegen, bereidt zich voor op een maatschappij waar de objectieve noch de subjectieve omstandigheden waarop de totstandkoming van massa's gebaseerd is, nog langer voorhanden zullen zijn.