Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:anarchisten_in_het_midden-oosten

Anarchisten in het Midden-Oosten

Door Anoniem

Dit artikel verscheen in de zomer van 2010 in de Directe Actie. Het betreft een reisverslag van een anarchist van de Anarchistische Groep Amsterdam (AGA) welke in 2009 een rondreis maakte in het Midden-Oosten. Het verslag geeft dus een indruk van het anarchisme in de regio van vóór de opstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, welke over het algemeen bekend zijn als de 'Arabische Lente'. Deze begonnen begin 2010 in Tunesië.


Anarchisten in het Midden-Oosten

Ontmoetingen en impressies tijdens een reis door het Midden-Oosten

De laatste paar jaar duiken af en toe berichten op over anarchisten in Arabische landen. De groepen zijn klein, we horen er weinig van en tasten in het duister wat betreft de impact en omvang van hun activiteiten. De regio heeft een onbekend maar rijk anarchistisch verleden, waarvoor we terug moeten naar de eerste decennia van de twintigste eeuw. Tijdens mijn reis door het Midden-Oosten en Noord-Afrika in het najaar van 2009, heb ik in Libanon, Jordanië en Egypte anarchisten ontmoet. Na een korte historische inleiding volgt een verslag van mijn ontmoetingen.

Vroege 20ste eeuw: radicalen en anarchisten in Syrië, Libanon en Egypte

De landen die nu het Midden-Oosten en Noord-Afrika uitmaken, bestonden aan het begin van de twintigste eeuw nog niet in hun huidige vorm. Het Ottomaanse Rijk strekte zich nog uit van het huidige Tunesië, Libië en Egypte tot het Arabisch Schiereiland. Naar het noorden toe liep het via de Balkan tot aan Boedapest en van Anatolië tot de Kaspische Zee. De anarchisten bevonden zich vooral onder de diverse nationaliteiten en etnische groepen die onder het Rijk vielen. Zij verzetten zich tegen de Ottomaanse overheersing. Opvallend is bijvoorbeeld de vroege aandacht van de Armeense anarchisten voor de problematiek van nationale bevrijdingsstrijd en anarchistisch-communistische grondprincipes.

Belangrijke anarchistische invloed ging ook uit van de migrantengemeenschappen in de havensteden langs de Middellandse Zee. De Italiaanse immigranten in Egypte zijn daarvan wel het meest opvallende voorbeeld. Maar daarover later meer.

Syrië-Libanon

Het Syrisch-Libanese netwerk van Daud Muja'is drukte zijn stempel op de vroeg radicale beweging in de regio. Het netwerk bestond vooral uit ‘autochtonen'. Daud Muja'is was van 1904 tot 1908 redacteur van het in Alexandrië (Egypte) gevestigde blad Al-Nur (Het Licht), en van 1909 tot waarschijnlijk 1910 van Al-Hurriyya (De Vrijheid). Deze radicale bladen maakten een ontwikkeling in anarchistische richting door.

In 1908 vond een staatsgreep plaats in het Ottomaanse Rijk. Een groep officieren, de Jonge Turken, zette de sultan af. Zij gingen regeren met een nationalistisch en seculier program. De machtswisseling deed in eerste instantie hoop op positieve verandering ontstaan. Na de mislukte tegen-coup van de sultan in 1909, voerden de Jonge Turken de repressie op en verboden stakingen en dreigden de autonome status van de provincie Libanon op te heffen.

Als reactie hierop ontwikkelde het Daud Muja'is netwerk zich in een steeds uitgesprokener anarchistische richting. In Al-Hur-riyya verscheen ‘De filosofie van bommen' geschreven door ene Stavinsky Polikivich wiens analyse geënt was op revolutionaire anarchistische en nihilistische praktijken. In 1910 schreef Khairallah Khairallah een stuk waarin hij opriep tot een niet-kapitalistische klassenloze maatschappij.

Het netwerk was tevens verantwoordelijk voor de eerste 1 mei-viering in Dbayeh, net onder Beirut. Ze organiseerde leeskamers en avondscholen in de Ottomaanse provincie Libanon. In 1909 organiseerde ze een toneelstuk over Francisco Ferrers martelaarschap dat in de regio op verschillende plaatsen werd opgevoerd.

Toen aan het van de Eerste Wereldoorlog het Ottomaanse Rijk uiteengevallen was, kwamen Syrië en Libanon in 1920 onder Frans Mandaat. De rol van het netwerk was toen al uitgespeeld.

Egypte

In Egypte lijken het vooral de Italiaanse immigranten te zijn geweest die het anarchisme hier introduceerden. Al in 1877 verscheen Il Lavatore, dat later gevolgd werd door La Questione Sociale. Al in 1895 verschenen de eerste Arabischtalige boeken over anarchisme. In Alexandrië en Caïro vormde zich een multi-etnisch netwerk rondom de in 1901 opgerichte Vrije Volksuniversiteit. In 1908 richtten ze de Internationale Liga van Sigarettenwerkers en Molenaars van Caïro op. Eind 19de eeuw zocht Errico Malatesta enige tijd een veilig heenkomen in Egypte na de mislukte aanslag op koning Umberto I. Hij vertegenwoordigde Egypte al tijdens de oprichting van de Zwarte Internationale in 1881.

De anarchistische ideeën verspreidden zich vanuit de Italiaanse immigrantengemeenschap naar de Griekse. Griekse immigranten richtten een anarchistisch georiënteerde schoenmakersvakbond op in Alexandrië. Er is echter weinig bewijs dat de ideeën ook ingang vonden bij de Egyptische bevolking. Er wordt aangenomen dat het anarchisme in de jaren twintig aan populariteit inboette door de opkomst van het Arabisch nationalisme en de herverdeling van de regio die na de val van het Ottomaanse Rijk plaatsvond. Er is mij niets bekend over anarchistische activiteit in het gebied dat nu Jordanië heet.

Eind 20ste eeuw: herintrede anarchisme

In andere landen in de regio zijn ook later nog anarchisten actief, onder andere in Algerije, ten tijde van de onafhankelijkheidsstrijd begin jaren vijftig en in Iran in de jaren zeventig, voorafgaand aan de Islamitische Revolutie. Maar in de bovenstaande landen laat het anarchisme pas sinds de jaren negentig weer voor het eerst van zich horen.

Libanon - Al-Badil Al-Chouii Al-Taharruri (ACT, Libertair Communistisch Alternatief)

Al-Badil Al-Chouii Al-Taharruri (ACT) is ontstaan in de eerste jaren na de Libanese burgeroorlog, die in 1990 eindigde. De groep is sinds die tijd wisselend actief geweest. Enkele jaren geleden brachten ze met financiële steun van het Franse Alternative Libertaire, een Arabische vertaling van Daniel Guerins Het anarchisme uit. Ook mengden ze zich in de protesten in reactie op de moord op Rafik Hariri. Na de moord op premier Hariri, waarvan men vermoedde dat er pro-Syrische krachten achter zaten, ontstonden twee bredere sociale bewegingen. Een keerde zich vooral tegen inmenging van Syrië in de Libanese politiek, de 14 maart-beweging. De ander, die pro-Syrisch was, bestond onder meer uit de christelijke volgers van de gepensioneerde pro-Hezbollah generaal Michel Aoun. Al-Badil sloot zich aan bij het 14 maart kamp.

Ten tijde van de Israëlische bombardementen op Zuid-Libanon en Beirut in 2006, spral Al-Badil zich in een verklaring uit tegen de Israëlische agressie en de Amerikaanse bemoeienis met Israël en het Midden-Oosten, in een poging om voet aan de grond te houden in de regio. Anderzijds keerde de groep zich tegen het gebruikelijke gelauwerde verzet tegen Israël; de Hezbollah. Ze ziet Hezbollah als een kracht die reactionair is, pro-Iraans, religieus en vrijheidsbeperkend.

Al-Badil is een atheïstische groep. Ten tijde van mijn reis heb ik verschillende leden van de groep ontmoet. Ze spraken enthousiast over het plan voor een nieuwe publicatie in het Arabisch, maar de activiteiten lagen op dat moment stil. Mijn indruk was dat ze op het moment weinig op straat aanwezig waren en dat voor iedereen de dagelijkse beslommeringen vrijwel alle tijd in beslag namen. Op mijn vraag of het zomaar mogelijk zou zijn een eigen lokaaltje te openen, werd door een van hen geantwoord dat hij meende dat dat niet kon. In ieder geval niet in zijn eigen buurt, een christelijke. De Libanese Strijdkrachten worden vooral gesteund vanuit de christelijke gemeenschap en heeft daarom veel controle in christelijke buurten. Hij verwachtte dan ook dat zij zo'n lokaal niet zouden tolereren, ook al zouden ze niet eens precies begrijpen wat voor ideeën Al-Badil er op nahoudt. De vier grote religieuze stromingen hebben allemaal gegarandeerd een belangrijke positie in de overheid. Dat betekent dat de Maronieten (christenen), de Soennieten, de Sjiieten en de Druzen verzekert zijn van een plek in de macht. Maar voor andere religieuze groepen of groepen met andere sociale ideeën is het moeilijk om invloed op de maatschappij uit te oefenen. Libanon leek mij vooral een land beheerst door politieke spanningen.

'Jordanian Anarchists'

In Amman ontmoette ik leden van een groep die zichzelf in internationale publicaties 'Jordanian Anarchists' noemt. De groep bestaat pas een paar jaar en heeft zo'n tien leden. In Jordanië bestaat geen vrijheid van politieke organisatie. De enige erkende oppositiegroepering is de 'social left movement'.

Deze beweging heeft een eigen kantoor in Amman, bestaat uit zeer diverse groepen, naast de anarchisten, onder andere ook maoïsten, studenten en marxisten. Door deel te worden van de beweging genieten de anarchisten enige mate van juridische bescherming. Er staat drie jaar gevangenisstraf op lidmaatschap of betrokkenheid bij de oprichting van niet door de overheid erkende politieke groepen. De anarchisten hebben ook een zetel in de raad van de beweging. Op hun voorstel hebben de jeugd- en studentengroepen in de beweging een non-hiërarchische organisatievorm geïmplementeerd. Ze zijn gericht bezig door praktische voorbeelden van anarchistische ideeën te populariseren. Daartoe mengen ze zich in stakingen, doen ze flyeracties in de stad en ook in de Palestijnse vluchtelingenkampen. Ondanks de juridische bescherming die de beweging hen biedt, zijn ze allemaal wel eens opgepakt. Sommigen zijn daarom ook met hun werk voor de groep gestopt. Ik sprak een jongen die gearresteerd was bij een flyeractie en eerst een week spoorloos in de cel van één van de zeven geheime diensten had gezeten. Daar was hij geblinddoekt vier verdiepingen van de trap gegooid. Daarna had hij nog een week in de politiecel gezeten, alvorens ze hem op straat zetten met de mededeling dat hij nog maar eens goed moest nadenken of hij dit nu echt wilde.

De middag dat ik op het kantoor in Amman was, waren twee jongens en twee meiden van de beweging een toneelstuk aan het repeteren dat ze zelf geschreven hadden. Zij meenden dat in discussies over gender de verschillende kampen vaak standpunten innemen en die blijven verdedigen zonder echt naar elkaar te luisteren. Dat beeldden ze uit in het stuk. Ze zouden het stuk opvoeren op een bijeenkomst van linkse groepen en organisaties uit het Midden-Oosten in Diyarbakir, Turks-Koerdistan.

Ik was zeer onder de indruk van deze groep jonge en geïnspireerde mensen die onder zulke moeilijke omstandigheden hun ideeën proberen vorm te geven en uit te dragen. Aan het eind van de middag onder het genot van een biertje op de rand van een van de vele tafelbergen in Amman, heb ik genoten van gesprekken over het hoofddoek-verbod, de overgevoeligheid van moslims voor belediging en of Hezbollah nu wel of niet gesteund moest worden in hun verzet tegen Israëlische agressie. Zo werd mij voor het eerst duidelijk dat het Palestijnse recht op terugkeer niet per se betekent dat alle Palestijnen naar het huidige Palestina toegaan, maar dat daar ook onder wordt verstaan dat delen van Syrië en Jordanië weer onderdeel worden van Palestina. Vandaar dat er wrijvingen zijn tussen de autochtone Jordaanse bevolking en het grote aantal Palestijnen.

Egypte - solidariteit met Gaza en bloggers

De reis leidde ons verder naar Caïro. We logeerden bij een van de Egyptische kameraden. In Egypte zijn geen georganiseerde anarchistische groepen. Wel zijn er individuen die met elkaar in contact staan. Net als de andere landen in de regio is Egypte feitelijk een dictatuur. Dat betekent dat er weinig vrijheid van politiek handelen bestaat. In de jaren twintig en dertig kende Egypte een sterke, goed georganiseerde arbeidersbeweging. Nasser vestigde in de jaren vijftig een ronduit fascistoïde regime. Daarmee kwam een eind aan vrije organisatie. De vakbonden werden onder staatscontrole geplaatst en verwerden tot gele, verticale bonden. De gevolgen van dat beleid zijn ook onder het regime van Mubarak nog duidelijk te merken.

Een van de anarchisten die ik ontmoette is journalist en blogger. Hij schrijft voor de kritische krant Al-Masry Al-Youm. Onderwerpen die hij zowel in de krant als op zijn blog onder de aandacht brengt, zijn de strijd voor onafhankelijke vakbonden in Egypte en de recente voorbeelden van Egyptische arbeiders die fabrieken in zelfbeheer overnemen nadat de eigenaar gevlucht is.

Mijn indruk was dat vooral de blog-cultuur een belangrijke vorm van alternatieve informatieverspreiding is in Egypte (en ook andere landen in de regio). Daarbij veroorloven de bloggers zich relatief veel vrijheid. Deze tolerantie is een niet helemaal te begrijpen schijnvertoning. Er zijn waarschijnlijk honderden radicale bloggers die vrijelijk hun gang lijken te kunnen gaan. Maar tegelijkertijd zijn op alle blogs wel oproepjes te zien voor de vrijlating van opgepakte bloggers. Voor zover de anarchisten zich openlijk op straat manifesteren gebeurt dit binnen de grote protestdemonstraties van de Kefaya beweging. Dit is een coalitie van verschillende grassroots groepen. De beweging ontstond in 2004 en kende haar hoogtepunt in 2005 toen de presidentiële verkiezingen plaatsvonden en er een referendum was voor grondwetsaanpassingen. Inmiddels heeft de beweging haar momentum verloren door interne meningsverschillen, problemen bij de wisseling van het leiderschap en de algemene frustratie over het feit dat de oppositie niet in staat is de snelheid van de hervormingen te doen toenemen.

Ten slotte roeren de Egyptische anarchisten zich nog in de acties in solidariteit met de Palestijnen in de Gazastrook. Sinds Hamas er in juni 2007 de macht in handen kreeg, is Gaza door Israël vrijwel volledig afgesloten van alle (economische) contact met de buitenwereld. Dit betekent dat dit stukje zeer dichtbevolkt Midden-Oosten gebukt gaat onder armoede, honger en een slechte infra-structuur. Dit wordt nog verergerd door diverse militaire acties van Israël tegen Hamas in het bijzonder en de inwoners van de Gazastrook in het algemeen. Illegale handel vindt vooral plaats door tunnels onder de grens van Gaza met Egypte. Egypte heeft plannen om hier een muur te bouwen om zo een eind te maken aan deze handel. Ten tijde van mijn bezoek waren enkele anarchisten betrokken bij de organisatie van de Gaza Freedom March en een Aid March die, gesteund door de Artsenvakbond, medische hulp zou afleveren in de Gazastrook. Dergelijke acties bij de Gazastrook vinden met enige regelmaat plaats en worden gekenmerkt door een grote betrokkenheid en invloed van internationale activisten op de organisatie. Sommige van de activisten studeren aan de American University of Caïro (AUC).

De Gaza Freedom March werd georganiseerd om de aandacht te vestigen op het feit dat Israel een jaar eerder een 22 dagen durende aanval op de Gazastrook uitvoerde en meer dan 1400 Palestijnen doodde en ruim 5000 verwondde. Hoewel de invasie technisch gezien beëindigd is, wordt de situatie in de Gazastrook zelf alleen maar erger. Er worden geen bouwmaterialen toegelaten en meer dan 80 procent van de inwoners is afhankelijk van gratis voedselverstrekking. Het plan was om op 27 december de Gazastrook binnen te gaan via de grensovergang bij Rafah. Daarna zou men met zo'n 50.000 Palestijnse inwoners van Gaza naar de Erez grensovergang met Israël lopen om daar het einde van de ‘belegering' te eisen. Enkele dagen ervoor ontzegde president Mubarak 1200 internationale deelnemers aan de mars de toegang tot de Gazastrook, slechts 100 leden mochten de grens over. De rest hield in Caïro een protestdemonstratie en manifestatie.

Net als in veel landen in de wereld is de anarchistische beweging in het Midden-Oosten klein. Daarbij zijn de onderlinge contacten minimaal, Al-Badil bijvoorbeeld stond niet met de anarchisten in Jordanië of die in Egypte in contact. Dat betekent dat ervaringsuitwisseling moeilijk is. Voor een deel is er contact met westerse groepen, maar dat heeft beperkte mogelijkheden. De sociaal-maatschappelijke en economische omstandigheden waaronder veel westerse anarchistische groepen opereren is heel anders dan die in het Midden-Oosten. Alle landen in de regio zijn in een of andere vorm een dictatuur, autoritaire regimes die politieke tegenstanders en nieuwe spelers in het politieke veld het liefst zo snel mogelijk op non-actief zetten.

De samenleving is er doordrongen van religie, vooral de islam natuurlijk maar ook het christendom. Dat betekent dat een atheïstische boodschap moeilijk te verkondigen is, omdat het een vrijwel nieuw idee is. De ontkenning van het bestaan van een god is een volstrekt onbekend concept, dat tot onbegrip leidt. Toch weten de anarchisten zich af en toe serieus op de kaart te zetten. In dat opzicht was de ontmoeting met de Jordaanse anarchisten erg inspirerend. Zij hadden een praktijk die nog het meest aan die van groepen hier in Europa deed denken. Daarvoor moeten ze wel ernstige vormen van intimidatie door de overheid trotseren.

Mijn indruk was dat in het Midden-Oosten een sterk gepolariseerde strijd speelt tussen conservatieve religieuze krachten enerzijds en liberale kapitalistische anderzijds. Het is te hopen dat in de sociale strijd anarchisten de kop op blijven steken en ideeën kunnen propageren en soms zelfs verwezenlijken die hiervoor een uitweg bieden.

Enkele links voor de groepen die in dit artikel besproken worden zijn:

namespace/anarchisten_in_het_midden-oosten.txt · Laatst gewijzigd: 09/04/20 08:35 door defiance