Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Clara Thalmann, geboren als Clara Ensner, (24 september 1908, Basel, Zwitserland - 27 januari 1987, Nizza, Frankreich) was een anarchiste en sportzwemster uit Zwitserland. Oorspronkelijk marxiste sloot ze zich tijdens de Spaanse Burgeroorlog en Revolutie bij de Durruti-colonne aan.
Ze was een van tien kinderen uit een arbeidersfamilie in Basel. Haar vader was socialist en internationalist maar ook zeer autoritair en ze verliet al op 14-jarige leeftijd het ouderlijk huis. Ze sloot zich in 1918 aan bij de na de Russische Revolutie nieuw gevormde Communistische Partij van Zwitserland.
Ze verhuisde naar Frankrijk en werkte daar in de jaren 20 voor de Franse communistische krant L'Humanité. Met de dood van Lenin in 1924 en de machtsovername van Stalin in 1928 brak ze met het orthodoxe Marxisme. Ze keerde terug naar Basel waar ze haar toekomstige echtgenoot Paul Thalmann leerde kennen. Ook hij was steeds verder gedesillusioneerd geraakt en werkte in Zwitserland met groepen dissidenten samen. Vanwege hun kritiek op Stalins poltiek werden beiden in 1929 uit de Zwitserse Communistische Partij gezet. Clara Thalmann zou vanaf 1932 redactrice worden van de arbeiderskrant in Schaffhause, waarvoor ze nauw samenwerkte met Trotskisten en links-communisten.
Met het uitroepen van de Republiek in Spanje in 1931 reisden Clara en Paul Thalmann 5 maanden door het land. Na de terugkeer in Zwitserland zette Thalmann zich in voor de oppositie in Duitsland. Zo smokkelde ze illegaal gedrukt drukwerk over de grens na de machtsovername door Adolf Hitler in 1933. In 1934 sloot ze zich aan bij de Marxistische Aktion der Schweiz (MAS). Thalmann was ook sportzwemster en ze was lid van de Zwitserse arbeiderzwemclubs.
Na in 1936 naar Spanje afgereisd te zijn om als zwemster deel te nemen aan de Volksolympiade in Barcelona[1], sloot ze zich aan bij de Durruti-colonne en vocht aan anarchistische zijde mee in de Spaanse Burgeroorlog en Revolutie. Tijdens de Meidagen in Barcelona was Thalmann betrokken bij de Agrupación de los Amigos de Durruti (vert. Vrienden van Durruti) en verspreidde flyers voor de groep.
Met het verliezen van de Revolutie en Burgeroorlog zou ze naar Frankrijk vluchten. Tijdens haar vlucht werd ze samen met haar partner Paul Thalmann door de geheime dienst van de Communistische Partij van Spanje (Partido Communista Espeña, PCE) - welke onder leiding van de geheime dienst van de Sovjet Unie stond - gevangengenomen. De gevangenen van de PCE werden slecht behandeld; mensen werden ondervoed, er was geweld tegen gevangenen en zelfs folter en gevangenen werden bijv. 's nachts verhoord.
Na enige tijd zou ze zich vanuit Parijs inzetten voor het Hulpcomité Spanjestrijders. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de bezetting door de Nazi's zou ze zich mengen in het verzet en bood met haar man Paul Thalmann o.a. onderduikadressen aan Joden en hielp mensen naar veilige gebieden te vluchten.
Na de oorlog zou ze in 1953 samen met haar man in de buurt van Nizza een commune genaamd La Séréna oprichten. Daar zou zij tot het einde van haar leven blijven wonen. Ze zou begin jaren 80 samen met Augustin Souchy nog een documentaire maken over de Spaanse Revolutie. Na haar dood gingen haar archieven naar het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam.
Die lange Hoffnung (1984), documentaire met Clara Thalmann en Augustin Souchy.
Clara Thalmann werkte mee aan twee films over haar ervaringen tijdens de Spaanse Burgeroorlog en Revolutie.