Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Lucy Eldine Gonzalez Parsons (1851 - 7 maart 1942), geboren Lucia Carter, was een vakbondsorganizer, anarcho-communiste en feministe uit de Verenigde Staten en stond bekend als een zeer krachtig spreekster. Parsons was o.a. betrokken bij de bekende krant The Alarm. Ze zou, na de executie van haar man Albert Parsons in relatie tot de Haymarket-affaire, een van de leidende radicale socialistische activisten in de Verenigde Staten worden. Parsons was medeoprichtster van de Industrial Workers of the World (IWW) en actief binnen verschillende andere politieke organisaties.
Lucy Parsons in 1851 in Virginia werd geboren als Lucia Carter. Over haar achtergrond is vrij weinig bekend omdat Parsons hierover niet in het openbaar over wilde praten. Parsons ontkende zelf da zij de dochter was van een voormalige slaaf van Afrikaanse afkomst. Ze claimde zelf dat ze in Texas geboren was en dat haar ouders van Mexicaanse en inheems-Amerikaanse oorsprong waren en omschreef zichzelf als een “Spaans-Indiaanse jonge dame”.[1][2] Tijdens de Burgeroorlog verhuisde ze naar Waco in Texas. Er is vrij weinig bekend over haar tijd daar. Ze werkte op jonge leeftijd als naaister en als kok voor witte families.[3] Voor 1870 leefde zij samen met Oliver Gathing, het is onbekend of zij met hem getrouwd was. Met Gathing kreeg Parsons een kind, maar deze stierf bij de geboorte. In 1871 trouwde ze met Albert Parsons, een voormalig soldaat van de Confederatie, wiens naam zij aannam. In 1973 vluchtte het paar vanuit Texas naar het noorden vanwege de intolerante reacties op hun interraciale huwelijk. Tijdens deze reis veranderde Parsons haar voornaam van Lucia in Lucy. Ze zouden zich daarna vestigen in Chicago, Illinois.[4]
Parsons en haar partner waren zeer effectieve anarchistische organizers geworden. Ze waren in 19de eeuw vooral actief binnen de arbeidersbeweging, maar hielden zich ook bezig met politieke gevangenen, racisme, daklozen en positie van de vrouw. Parsons begon te schrijven voor The Socialist en The Alarm, de krant van de International Working Peoples Association (IWPA) - soms bekend als de “Zwarte Internationale” - welke zij samen met Albert Parsons en anderen in 1833 had opgericht. In deze periode werkte Lucy Parsons nauw samen met haar vriendin en kameraad Lizzie Holmes. De twee leidde samen o.a. demonstraties van naaisters in Chicago.
In 1886 werd haar man gearresteerd in wat later bekend zou staan als de Haymarket-Affaire. Hij werd ter dood veroordeeld onder de beschuldiging van het organiseren van de Haymarket-Riot (vert. Haymarket-Opstand). Albert Parsons was zeer actief in de strijd voor een 8-urige werkdag, en de veroordeling wordt over het algemeen beschouwd als een politiek proces waarbij de beschuldigingen in feite op flinterdun bewijs steunden. Lucy Parsons was verteld dat ze haar man man had kunnen zien voor de executie, was met haar kinderen naar de gevangenis gekomen. Daar werd ze van het kastje naar de muur gestuurd en uiteindelijk met haar kinderen het het politiebureau in Chicago-Avenue gestuurd. Hier werden zij gedwongen zich uitkleden en werden doorzocht en in de kelders gescheiden van elkaar gevangengezet tot na de executie.[5] Albert Parsons werd op 11 november 1887 worden geëxecuteerd. De Haymarket-Affaire zou de aanleiding worden voor de Internationale Eerste Mei.
Lucy Parsons zou niet lang na het drama op de Haymarket schrijven:
Was ik daar geweest, had ik die moordenaars van de politie aan zien komen, had ik de schaamteloze vordering gehoord om uit elkaar te gaan, had ik Fielden horen zeggen 'Kapitein, dit is een vreedzame bijeenkomst', had ik de vrijheden van mijn medemensen met de voet getreden zien worden, dan zou ik de bom zelf hebben gegooid.[…]
[…] Ik sta hier niet om me te verkneukelen over de de moord op die politieagenten. Ik verafschuw moord. Maar als de kogel van een politieagent doodt dan is dat moord, net als de dood veroorzaakt door een bom.Lucy Parsons, I am an Anarchist, 1886
Na deze gebeurtenissen werd Parsons door de Franse krant Les Temps Nouveaux uitgenodigd om voor hen te schrijven. In 1888 werd ze voor een bijeenkomst in Groot-Brittannië uitgenodigd om daar naast William Morris en Peter Kropotkin te komen spreken.
In 1892 publiceerde Parsons kortstondig de krant Freedom: A Revolutionary Anarchist-Communist Monthly (vert. Vrijheid: een revolutionair anarcho-communistische periodiek). Ze gaf veelvuldig openbare toespraken en verspreidde anarchistische literatuur en werd daarbij ook regelmatig gearresteerd. Hoewel ze zich voor het anarchistische ideaal bleef inzetten, kwam ze regelmatig op ideologisch vlak conflict met andere anarchisten, waaronder met Emma Goldman. Deze viel haar aan omdat ze vond dat Parsons de klassenstrijd boven gender en seksuele bevrijding stelde - iets waarvan Emma Goldman vond dat deze even belangrijk waren.[6]
In 1905 was Lucy Parsons één van de initiatiefnemers tot de oprichting van de Industrial Workers of the World (IWW) en werd redactrice voor Liberator, een anarchistische kant welke de IWW in Chicago ondersteunde. Parsons aandacht verschoof zich rond deze tijd richting armoede en werkeloosheid en ze organiseerde in Chicago in januari 1915 een reeks Hongerdemonstraties. Over de ontwikkeling van de staking zei Parsons: “Mijn opvatting van de staking van de toekomst is geen staking om de straat op te gaan en te verhongeren, maar om te staken en binnen te blijven en beslag te leggen op de nodige productiemiddelen.” Parsons nam deel aan de sits bij stakingen in de Verenigde Staten en later in de fabrieksbezettingen in Argentinië.
In 1925 werkte Parsons samen met het nationale comité van de International Labor Defense. Dit was een organisatie die zich inzette voor de verdediging van arbeidsactivisten en valselijk beschuldigde zwarte Amerikanen zoals de 'Scottborrow Nine' en Angelo Herndon. De organisatie werd door communisten geleid en er wordt algemeen aangenomen dat Parsons tegen deze tijd lid was van de Communistische Partij.[8]
Parsons bleef zich zelfs op latere leeftijd actief inzetten voor haar idealen. Één van haar laatste grote publieke optreden was in februari 1941. Toen gaf ze een toespraak voor de stakende arbeiders bij het bedrijf International Harvester (de opvolger van de McCormick Harvesting Machine Company, waarvan de arbeiders een belangrijke rol hadden gespeeld bij de Haymarket-Affaire).
Parsons overleed op 7 maart 1942 op 91 jarige leeftijd bij een brand in haar huis in Chicago. Haar toenmalige partner George Markstall probeerde haar nog te redden, wat niet lukte. Hij raakte hierbij zelf ook zwaargewond en overleed de volgende dag. Lucy Parsons ligt naast haar partner begraven op de Forest Home-begraafplaats in Chicago, vlak bij het Haymarket-monument.
Na haar dood werden door de politie haar persoonlijke geschriften en ongeveer 1500 boeken in beslag genomen. Het is onduidelijk was hiermee is gebeurd. De politie van Chicago had ooit gesteld dat Parsons “gevaarlijker was dan 1000 relschoppers”.
Lucy Parsons en Emma Goldman representeerden twee verschillende opvattingen van het anarchisme. Dit resulteerde in een zowel een ideologisch als persoonlijk conflict tussen de twee. Carolyn Ashbaugh schreef in haar boek Lucy Parsons: American Revolutionary over de onenigheid:
“Lucy Parsons feminisme, welke de onderdrukking van de vrouw onderzocht als een functie binnen het kapitalisme, was gebaseerd op arbeidersklasse-waardes. Emma Goldmans feminisme was veel abstracter van aard met vrijheid voor vrouwen in alle bereiken, ten alle tijden en overal; haar feminisme kwam los was diens oorsprong in de arbeidersklasse. Goldman representeerde het feminisme zoals dit in de anarchistische beweging van de late jaren 90 van de achttiende eeuw en daarna werd gepropageerd. De intellectuele anarchisten trokken Lucy Parsons opvattingen over de vrouwenkwestie in twijfel.”[9]
In The Firebrand schreef Parsons “Mr. [Oscar] Rotter, [een voorvechter van de vrije liefde], probeert de vreselijke troep van de 'Verscheidenheid' op te graven en deze te verbinden aan de prachtige opgebloeide arbeidersemancipatie tegen het loonsysteem en noemt hen één en dezelfde. Verscheidenheid in seksuele relaties en economische vrijheid hebben niets met elkaar gemeen.”[10]
Parsons was vooral gericht op de bevrijding van de arbeidersklasse en veroordeelde Emma Goldman ervoor dat zij een “groot middenklasse-publiek toesprak.” Goldman beschuldigde daarentegen Parsons ervan dat zij op het martelaarschap van haar man probeerde mee te liften.[11] Emma Goldman reageerde hierop:
Het succes van de bijeenkomst werd helaas verstoord door Lucy Parsons wie, in plaats van de aanvallen van Comstock-wetten[12] en de arrestatie van anarchisten te veroordelen […], een standpunt tegen de redacteur van The Firebrand [Henry] Addis innam omdat hij artikelen over vrije liefde had geaccepteerd. […] Naast het feit dat het anarchisme niet alleen leert over de economische en politieke vrijheid, maar ook over sociale en het seksuele leven, heeft L. Parsons de minste reden om bezwaar aan te tekenen over de stukken over vrije liefde. […] Ik sprak na Parsons en het was moeilijk voor mij om de onaangename sfeer die haar opmerkingen creëerde om te keren, maar het lukte mij toch om de sympathie en algemene materiële steun van de aanwezige mensen te krijgen […][13]
Parsons reageerde hierop: “De lijn wordt scherp getrokken bij persoonlijkheid, en zoals we weten verlichtten deze niemand en doet oneindig veel meer schade dan goeds.”[14] In de biografie van Goldman schrijft ze nauwelijks over haar botsingen met Parsons en noemt Lucy en Albert Parsons kort als de aanwezigen bij een arbeiderscongres in Chicago. Verderop in haar boek maakt Goldman een rare racistische toespeling waarbij ze de stap van Albert Parsons van het socialisme naar het anarchisme toejuicht en hem looft voor zijn “huwelijk met een jonge mulatto”, een denigrerend of beledigende term voor mensen met een gemengde etnische achtergrond.[15]