Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:bart_de_ligt

Dit is een oude revisie van het document!


Bart de Ligt

Portret Bart de Ligt

Bart de Ligt (Schalkwijk, 17 juli 1883 - Nantes, 3 september 1938) was pacifist en antimilitarist. Van 1909 tot 1919 was hij een christen-socialist en daarna keerde hij zich tot het anarchisme.

Biografie

Bart De Ligt werd op 17 juli 1883 in Schalkwijk geboren. Hij groeide op in een rechtzinnig milieu waar de klassieke calvinistische waarheden onaantastbaar waren. Een groot deel van zijn jeugd bracht hij door in Rhenen waar zijn vader in 1885 predikant was geworden. Van Rhenen verhuisde het gezin naar Middelburg, waar De Ligt het gymnasium bezocht en begon te lezen over onder andere de Tachtigers en het anarchisme. Het was de eerste aanwijzing voor de verwijdering van het streng gelovig milieu waarin hij opgroeide.

Toen hij in 1903 in Utrecht theologie ging studeren, ontwikkelde hij een eigen levens- en wereldbeschouwing. De universiteit viel hem bitter tegen. Hij stoorde zich aan het autoritaire karakter en aan de bekrompen geestelijke wereld. De Ligt bestudeerde intensief werken van de grote Duitse denkers als Kant, Fichte en Nietzsche. Ook met Tolstoj maakte hij kennis en zijn belangstelling voor de - in Nederland onder socialistische en religieuze invloed ontstane – militaire dienstweigeringsbeweging werd gewekt. Zijn eerste artikel in de studentenpers was een verdediging van de dienstweigeraar Jan Terwey.

De Ligt raakte bevriend met J.W. Kruyt, Truus Kruyt-Hogerzeil en Année R. de Jong. Met de laatste twee trad hij toe tot de redactie van ‘Wereldvrede’, een blad dat werd gekenmerkt door een christelijk-sociale gezindheid. ‘Wereldvrede’ was echter maar een kort leven beschoren.

Na zijn afstuderen in 1910 had De Ligt moeite een gemeente te vinden die hem als predikant wilde hebben. Hij stond immers als ‘rood’ bekend. Uiteindelijk werd hij benoemd in de kleine hervormde gemeente in Nuenen, Noord-Brabant. Eerder dat jaar trad hij toe tot de ‘Bond van Christen-Socialisten’ (BvCS). Hij publiceerde veelvuldig in het bondsorgaan ‘Opwaarts’, waarvan hij later redacteur werd. Zijn ideeën vonden in de kerk echter weinig weerklank. Verscheidene aanvaringen en conflicten zorgden uiteindelijk, na een antimilitaristische preek in 1915, voor een verbanning uit de zuidelijke provincies en leidde tot zijn verwijdering uit het kerkelijk ambt.

Vooral door De Ligt’s invloed sprak de BvCS zich in 1915 als eerste politieke partij uit voor demobilisatie. Ook was hij actief bij het opstellen van het dienstweigeringsmanifest (september 1915), wat leidde tot repressieve maatregelen van regeringszijde. Hij werd daarop veroordeeld tot een gevangenisstraf.

De Ligt besefte dat hij geen kans had om naar Nuenen terug te keren en wijdde zich geheel aan de revolutionaire propaganda. Dat leidde ertoe dat hij in het voorjaar van 1917, na een reeks lezingen, ook uit Overijssel en Gelderland werd verbannen.

De Ligt bleef veel lezingen houden en maakte kennis met Clara Wichmann en zijn latere vrouw Catharina L. van Peski-van Rossem. Met anderen in de BvCS maakte hij een diepe geestelijke crisis door, die uiteindelijk tot gevolg had dat hij bedankte voor het predikantschap. Het christendom was voor hem niet meer het hoogste en hij vond het daarom niet meer waarachtig lid van de kerk te blijven.

Na de Russische Revolutie heerste er alom een revolutionaire en verwachtingsvolle stemming. De Ligt meende dat intellectuelen een speciale taak hadden in de revolutionaire opbouw. Zij behoorden hun denken aan te wenden voor onder andere kritische bestudering van de revolutie. Hij was betrokken bij de oprichting van de ‘Bond van Revolutionair-Socialistische Intellectuelen’ (BvRSI), waarvan hij een tijd voorzitter was. Het officiële orgaan was ‘De Nieuwe Amsterdammer’. Bart De Ligt en Clara Wichmann traden tot de redactie toe. Bij het verflauwen van de geestdrift voor de revolutie werden zowel de Bond als dit orgaan opgeheven.

Om een beter inzicht te krijgen in de Russische Revolutie ging hij in 1921 naar Berlijn. Hij ontmoette in dit revolutionaire brandpuntveel anarchisten en syndicalisten. Wat hij hoorde over de mishandeling van anarchisten en anderen bevestigde zijn bange vermoeden. De revolutie ontaardde in machtscentralisatie en militarisme. Tegen het rode militarisme en het ‘machtshongerende’ bolsjewisme had De Ligt zich altijd fel gekant. Dit standpunt leidde tot een breuk met de ‘gezagscommunisten’, waaronder vrienden uit de Eerste Wereldoorlog. Op het anarchistencongres in Berlijn (december 1921) keerde hij zich tegen degenen die meenden dat in een revolutionaire situatie het doel de middelen heiligt. Wel zou hij de wereldhistorische betekenis van deze revolutie blijven onderkennen.

In datzelfde jaar was De Ligt een van de initiatiefnemers van het ‘Internationaal Anti-Militaristisch Bureau’ (IAMB). In 1924 werd hij redacteur van: ‘De Wapens Neder’ het orgaan van de IAMV.

In 1921 werden Bart de Ligt en Albert de Jong tot gevangenisstraf van respectievelijk 27 en 29 dagen veroordeeld wegens poging tot opruiing tijdens de acties rond de dienstweigeraar Herman Groenendaal. Die acties versnelden uiteindelijk het tot stand komen van de dienstweigeringswet van 1923. De Ligt had overigens grote bezwaren tegen deze wet. Het verrichten van vervangende arbeid (burgerdienst) betekende immers het erkennen van de staat die de militaire dienstplicht oplegt.

Om weer aan echte studie toe te komen en vanwege de zwakke gezondheid van hun dochter besloten De Ligt en zijn vrouw naar Zwitserland te vertrekken. Hoewel als tijdelijk gepland, werd het een afscheid van Nederland. Na enkele omzwervingen verhuisden ze in 1925 naar Petit Lancy dichtbij Genève, een plaats van internationale activiteit, mede omdat de Volkenbond er gevestigd was. Genève werd het uitvalspunt voor de internationale reizen die De Ligt, mede tot activering van de vredesbeweging, maakte. Zijn invloed in Nederland werd minder. Wel maakt hij elk jaar wekenlange tournees door Nederland voor vergaderingen, lezingen en cursussen.

In Genève schreef hij zijn hoofdwerk ‘Vrede als Daad’ en zijn biografie van Erasmus.

In 1927 werd in Brussel het Congres tegen Koloniale Onderdrukking gehouden. De Ligt zag dit als een echte start van een volkenbond. Hij had zich altijd fel uitgesproken tegen elke vorm van kolonialisme. Ook pleitte hij tegen het eenzijdig Europees denken waarin de Europeaan als de enige mens werd gezien. Samenwerking van het blanke proletariaat met de gekleurde volken was nodig om de gezamenlijke vijanden - kapitalisme en imperialisme - te breken.

Inmiddels was De Ligt medewerker geworden van het blad ‘Bevrijding’, het orgaan van de ‘Bond van Religieuze Anarcho-Communisten’ (BRAC). In 1930 werd hij daarvan redacteur. Van de BRAC werd hij geen lid. Pas toen het ‘religieuze’ uit de naam verdween en de Bond van Anarcho-Socialisten (BAS) in 1932 het levenslicht zag, trad hij toe.

De jaren dertig werden gekenmerkt door censurerende overheidsmaatregelen en een teruggang van de vredesbeweging. Een radiorede van De Ligt op 3 maart 1934 werd beknot. In datzelfde jaar werden door de minister van Defensie alle geschriften van De Ligt voor het personeel van land- en zeemacht verboden.

In zijn rede ‘Oorlog aan den oorlog’ (februari 1933) voor de ‘Studenten Vredes Actie’ werkte hij een concreet actieplan tegen de oorlog uit. Het werd uitgebreider behandeld op het congres van de ‘War Resisters International’ (WRI; vert: Internationaal oorlogsverzet) in 1934: ‘Mobilisatie tegen den oorlog’. De plannen werden zowel in Nederland als daarbuiten onderwerp van discussie en studie. Hij was ook actief betrokken bij de ‘Rassemblement International contre la Guerre et le Militarisme’ (internationale gemeenschap tegen oorlog en militarisme). Een concentratie van allerlei groepen die voor militaire ontwapening waren en streden tegen militaire dienstplicht en voor politieke, economische en maatschappelijke gerechtigheid als wezenlijke voorwaarde tot allesomvattende vrede. Het eerste congres werd in augustus 1937 te Parijs gehouden. De Ligt zag deze bundeling als een uiterst belangrijke zaak en een bekroning van jarenlange pogingen daartoe.

Alle inspanningen tastten zijn toch al zwakke gezondheid aan. Werkend aan een plan voor een internationale werkgroep die zich zou gaan bezighouden met de ‘wetenschap van de vrede’, stierf hij op 3 september 1938 op het station van Nantes.

Teksten

Over De Ligt

Bronnen

namespace/bart_de_ligt.1554714106.txt.gz · Laatst gewijzigd: 16/10/19 09:41 (Externe bewerking)