Navigatie
Bijdragen & info
Navigatie
Bijdragen & info
Door Kristel Cuvelier
'Men praat over HIS-story, wij willen HER-story vertellen.'Necibe
De Koerdische guerrillastrijdsters die in Syrië en Irak zo heldhaftig in de frontlinie staan tegen de jihadisten van de Islamitische Staat spraken in het westen, meteen tot de verbeelding. Foto's van deze dappere vrouwelijke strijders gingen vlot de wereld rond. Minder aandacht was er echter voor de ideologie die deze vrouwen voorstaan en voor hun politieke strijd, een strijd die veel breder is dan het verslaan van Islamitische Staat, die vanaf midden 2014 onnoemelijk veel vernieling, leed en bloedvergieten over de Koerdische regio's uitstortte. Noch wordt de vraag gesteld hoe het kond dat vrouwen vandaag zo'n prominente plaats innemen binnen de politieke beweging in de Koerdische regio's van Syrië en Turkije, regio's waar de man tot voor kort de plak zwaaide en waar dc rol van de vrouw beperkt was (en soms nog steeds is) tot de kinderen en het huishonden. Voor de Koerdische guerrillastrijders is het doel niet enkel de nog bestaande vrouwonvriendelijke gewoontes uit te bannen, zoals polygamie en gearrangeerde huwelijken op zeer jeugdige leeftijd, ze willen vrouwen uit hun huishoudelijk isolement halen en hen betrekken in het dagelijkse bestuur van de samenleving. Meer nog, hun strijd voor vrouwenrechten is slechts de hoeksteen van een volledig nieuw samenlevingsmodel dat de beweging in de praktijk vorm wil geven.
Dat vrouwen zo'n prominente plaats innemen in de Koerdische politieke bewegingen in Syrië en Turkije is inherent aan de ideologie die deze bewegingen aanhangen, namelijk het 'democratisch confederalisme' dat uitgewerkt werd in de gevangenisgeschriften van Abdullah Öcalan. De in 1999 gevangengenomen leider van de Partiya Karkerên Kurdistanê (vert. Arbeiderspartij van Koerdistan, PKK) heeft zowel in Turkije als in Syrië - en in mindere mate ook in Irak en Iran - nog altijd zeer veel aanhang onder de Koerden, die hem eren als belangrijk ideologisch leider en als symbool van verzet. De grootste Koerdische partijen uit deze regio's - de Democratische Eenheidspartij (PYD) in Rojava (West-Koerdistan, Syrië) en de Democratische Partij der Volkeren (HDP) in Bakur (Noord-Koerdistan, Turkije) - varen weliswaar een afzonderlijke politieke koers, wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze zich laten inspireren door de ideeën van Öcalan.
Onder impuls van 'Apo', zoals de koosnaam van Öcalan luidt, evolueerde de PKK van een klassieke marxistisch-leninistische en nationalistische guerrillagroep naar een ruimere politieke beweging, die afstand deed van zowel het staatsdenken als van het enge nationalisme. De beweging zegt niet langer de staatsmacht te willen veroveren om vervolgens een onafhankelijke Koerdische staat op te richten. In plaats daarvan ijveren ze voor het 'democratisch confederalisme': een basisdemocratische samenleving met regionale autonomie - geïnspireerd door onder meer Murray Bookchin - die niet louter gebaseerd is op de Koerdische identiteit, maar waarin ook andere etnisch-religieuze bevolkingsgroepen een plaats hebben. Ecologie, antikapitalisme en feminisme zijn enkele zeer belangrijke waarden hierbinnen.
Meer zelfs, Öcalan ziet de revolutie van de vrouw als de belangrijkste motor voor verandering in het Midden-Oosten. Het lijkt een beetje alsof hij in de Marxistische theorie de 'arbeidersklasse' vervangen heeft door de 'vrouw', die hij omschrijft als de 'eerste kolonie'. De 'ver-huisvrouw-lijking' van de vrouw ziet hij als de basis van alle andere vormen van onderdrukking en slavernij. Zonder gendergelijkheid kan er geen sprake zijn van een democratische samenleving, aldus Öcalan. Daartoe dient de 'dominante man gedood te worden'. Niet letterlijk uiteraard. Hiermee wordt bedoeld dat de ongelijke machtsverhoudingen tussen man en vrouw vernietigd moeten worden, want alleen zo kan ook de man vrij zijn. Daartoe is een drastische mentaliteitswijziging nodig bij zowel mannen als vrouwen, waarbij het essentieel is dat mannen afrekenen met dominante karaktertrekken. Die mentaliteitswijziging doorvoeren is een belangrijk streefdoel van de beweging.
De bevrijding van de vrouw staat dus centraal in de ideologie van de Koerdische politieke bewegingen in Rojava en Bakur. Dit is ook te zien in de praktijk. Zo worden alle bestuursfuncties in organisaties, communes, ministeries, partijbesturen of milities in Rojava gedeeld door een man en een vrouw die covoorzitters zijn. In de steden en dorpen van Bakur waar de DBP, de lokale zusterpartij van de HDP, de laatste gemeenteraadsverkiezingen won, wordt een (niet door de Turkse regering toegelaten) systeem van co-burgemeesterschap gehanteerd. Verder worden quota ingevoerd van minstens veertig procent van de mandaten die voorbehouden zijn voor vrouwen, wat een pak meer is dan hier in het westen. Ook werden, naast de gemengde brigades, milities opgericht die enkel bestaan uit vrouwen, zoals de Yekîneyên Parastina Jinê (YPJ) in Syrië, en worden vrouwen verkozen voor belangrijke leidinggevende functies in zowel het leger als bij de politie. Hel offensief om Raqqa te bevrijden van IS wordt bijvoorbeeld geleid door een vrouwelijke commandant.
Om de bevrijding van de vrouw te institutionaliseren achtte Öcalan het noodzakelijk om de studie van de vrouw en haar sociale strijd tot een wetenschappelijke discipline te maken. Daarbij moet, zo stelt hij, ook de geschiedschrijving herbekeken worden, waarbij hij terecht opmerkt dat de geschiedenis geschreven wordt door de overwinnaars, namelijk de heersende klasse én de dominante gender. Voor de vrouw is er nauwelijks aandacht in de geschiedschrijving. Die nieuwe wetenschappelijke studie noemde hij de 'Jineologie'.
Om meer te weten te komen over dit Koerdische feminisme sprak ik af met Necibe en Viyan, twee leden van het gloednieuwe Jineologie-Comité dat in januari 2017 in Brussel werd opgericht. Ik ontmoet hen in een Koerdisch ontmoetingscentrum ('dernek') in Anderlecht. De vrouwen leggen uit dat in de verschillende delen van Koerdistan en in Europa Jineologie-Comités zijn opgericht, die verbonden zullen worden aan een nieuwe academie in Rojava. 'Jineologie is een kritiek op de sociale wetenschappen die geen oog hebben voor de geschiedenis van de vrouw. Het doel is onderzoek te verrichten naar deze verborgen geschiedenis en naar de oorzaak van slavernij en onderdrukking in het Midden-Oosten. Men praat over HIS-story, wij willen HER-story vertellen legt Necibe uit. 'Daartoe zoeken we ook contact met andere linkse groeperingen hier in het westen, waaronder feministische en anarchistische groepen. We kunnen veel van elkaar leren. Zo vertelden Spaanse vrouwen ons over de Mujeres Libres en hun strijd tijdens de Spaanse burgeroorlog, wat interessant was voor ons. We willen in de toekomst een archief maken over de sociale strijd van vrouwen en hun dromen over een nieuwe samenleving, met de bedoeling daaruit te kunnen leren zodat we deze strijd zo goed mogelijk voort kunnen zetten. Ons hoofddoel is kennis te produceren die in dienst staat van de samenleving en niet ten dienste van de machthebbers, een van onze voornaamste kritieken op de klassieke wetenschappen.'
'Het belangrijkste concept is samenleven in vrijheid,' gaat Necibe verder, 'we streven naar partnerschappen die gebaseerd zijn op vrije wil, zonder ongelijke machtsposities. Dit geldt niet enkel voor de relatie tussen man en vrouw, maar voor alle intermenselijke relaties.' Necibe wil benadrukken dat hun strijd ruimer is dan de strijd voor vrouwenrechten. 'Het is niet onze ambitie om even hoog in de hiërarchie op te klimmen als de man of om mannen te smeken of we deel mogen uitmaken van het patriarchale systeem. We willen een vrije samenleving creëren Daartoe hebben we nood aan een nieuw sociaal contract.' De vraag over hoe de ideale relatie tussen man en vrouw (of andere genders) er volgens hen in de praktijk uitziet, blijkt moeilijker te liggen. Ik krijg een uitgebreide uiteenzetting over het gezin dat een gevangenis is voor de vrouw en dat de hoeksteen vormt van de onderdrukking door de staat. Pas nadat ik de vraag naar hun praktische oplossing voor dit gegeven vier keer opnieuw gesteld heb, krijg ik het antwoord dat de Koerdische beweging vandaag het gezin niet langer wil vernietigen, zoals dat in de jaren negentig door Öcalan gepropageerd werd, maar dat men het gezin wil democratiseren. Necibe legt uit: 'Wat we met de Koerdische vrouwenbeweging proberen te bereiken in de families is in de eerste plaats een mentaliteitsverandering, zowel bij de vrouw als bij de man. We willen de vrouwen bewustmaken van hun rol en positie, zodat ze hun eigen macht kunnen opbouwen.'
Viyan vult aan dat de beweging vrouwen wil helpen zich te organiseren zodat ze weerbaarder worden. Dat gaat van hel oprichten van vrouwenmilities in Syrië tot de organisatie van vrouwen in de diaspora-gemeenschappen in Europa die op verschillende manieren actievoeren tegen bijvoorbeeld geweld op vrouwen. Door zich te organiseren leren vrouwen dat ze hun lot niet weerloos en lijdzaam moeten ondergaan, een punt waarde beweging veel belang aan hecht en dat beide vrouwen met verve verdedigen. Viyan vertelt over de Mala Jin, de vrouwenhuizen in Rojava, die een belangrijke functie vervullen in de emancipatie van de vrouw. 'Wanneer vrouwen te maken krijgen met huishoudelijk geweld kunnen ze nu met hun klachten terecht in de Mala Jin, die onderdeel uitmaken van een soort alternatief rechtssysteem. Bij klachten over geweld worden niet enkel de partners gehoord, de hele buurt wordt bij de zaak betrokken. Er wordt de buurtbewoners bijvoorbeeld gevraagd waarom ze niet ingegrepen hebben als ze getuige waren van geweld. Op die manier werken ze niet enkel aan de zaak van de betrokkenen, maar aan een verandering in de hele samenleving. Ook de vrouwencoöperaties spelen een belangrijke rol in de emancipatie. Net als de functies die vrouwen vervullen in het dagelijks bestuur van de communes. Het doel is vrouwen letterlijk uit hun huizen te krijgen. Na jarenlange huishoudelijke slavernij, worden vrouwen nu opgenomen in het bestuur en kunnen ze met hun problemen terecht in de Mala Jin.'
Wat de Koerdische politieke beweging weet te verwezenlijken in Syrië en Turkije en de strijd die zij dagelijks moet leveren tegen de meest onvoorstelbare onderdrukking en wreedheden, is zonder twijfel indrukwekkend en bewonderenswaardig. Maar, zoals veel westerlingen, word ik persoonlijk een beetje afgeschrikt door de personencultus rond de figuur van Öcalan. Overal verschijnt zijn portret en er kan geen interview of gesprek voorbijgaan waarin Öcalan niet minstens drie keer vermeld en uitgebreid geciteerd wordt, wat voor niet-ingewijde westerlingen nogal dogmatisch overkomt. Ik kan het dan ook niet laten de vraag te stellen of ze het niet vreemd vinden dat een vrouwenbeweging die claimt anti hiërarchisch te zijn non-stop refereert naar een man als leider (Serok Apo betekent leider Öcalan).
Necibe legt uit dat Öcalan voor de Koerdische politieke beweging niet langer gezien wordt als een persoon, maar als een instituut, een symbool. 'Öcalan deed ten eerste enorm zijn best om ook de mening van anderen te vertolken, dus het gaat niet enkel om zijn persoon alleen. Ten tweede stelde hij dat iedereen in de eerste plaats bij zichzelf te rade moet gaan en stelde hij zo zijn eigen leidersrol in vraag. Daarnaast spelen ook vrouwen een leidinggevende rol in de beweging, zoals Sakine Cansiz (één van de oprichtsters van de PKK, in 2013 in Parijs vermoord samen met twee andere activistes). Öcalan verblijft tot slot sinds 1999 in isolatie. De vrouwenbeweging heeft zich al die tijd op eigen kracht ontwikkeld. Het leiderschap van Öcalan is hoofdzakelijk politiek-ideologisch van aard, niet praktisch.'
Viyan, die zelf geen Koerdische is maar een Duitse, snapt die westerse kijk: Tn het begin begreep ik dit ook niet. Dat veranderde pas nadat ik een tijd met de Koerdische gemeenschap optrok. Het is gewoon een onderdeel van de gemeenschap. Dat Turkije Öcalan blijvend in isolatie opgesloten houdt maakt natuurlijk ook dat de aandacht op hem gevestigd blijft. Dezelfde dynamiek kreeg je bijvoorbeeld toen verschillende Koerdische vlaggen verboden werden in Duitsland. Aangezien het portret van Öcalan niet verboden was en hij een belangrijk symbool is, zag je toen plots overal die (ondertussen ook verboden) vlag met zijn foto opduiken.'
Öcalan baseert zijn gedachtegoed op het idee dat er in het neolithicum een matriarchale samenleving bestaan zou hebben in het Midden-Oosten. Het zou een meer egalitaire samenleving geweest zijn waarbinnen de vrouw meer invloed had en gerespecteerd werd omwille van haar kennis en kunnen. De vruchtbaarheidsbeeldjes die teruggevonden werden uit deze tijdsperiode en de mythes rond de moeder-godin zouden getuigen van de betere status die vrouwen genoten in deze samenleving. Hoewel dit idee van een 'oercommunisme' allesbehalve aanvaard wordt in de klassieke geschiedenis, is Öcalan lang niet de enige die deze theorie uitdraagt. Marx en Engels bijvoorbeeld hadden gelijkaardige uitgangsideeën, net als verschillende feministische schrijfsters.
Ik frons mijn wenkbrauwen en geef te kennen dat ik niet meteen overtuigd ben van het bestaan van een dergelijke ideale samenleving in een ver en myhisch verleden. 'Natuurlijk ben je vrij om te geloven wat jij wilt,' reageert Necibe, 'maar ga maar eens kijken naar Koerdistan!' Vervolgens noemt ze een paar oude gebruiken op uit de Koerdische samenleving, waaruit moet blijken dat de vrouw ooit meer aanzien genoot. 'Zo gooien vrouwen in sommige bergdorpen nog steeds hun haar niet weg als ze dat knippen,' vertelt Necibe, 'maar zoeken ze holtes in de muren van hun huis om hun lokken in weg te stoppen.' Dit oude gebruik zou moeten getuigen van het respect voor het vrouwenlichaam dat vroeger als heilig werd gezien. Necibe verwijst ook naar Koerdische klaagzangen (hora) waarin vrouwen weeklagen over het verlies van hun macht. Ook zijn er archeologische opgravingen in de Koerdische regio's van artefacten die vrouwen in gelijke positie afbeelden als mannen. Dat alles wordt gezien als een ondersteuning van de theorie dat vrouwen vroeger een gelijke of zelfs hogere positie innamen in de samenleving. Een aantrekkelijk idee, dat zoals gezegd ook door verschillende andere politieke denkers verwoord werd, maar dat verre van algemeen aanvaard is en dat sowieso nagenoeg onmogelijk te bewijzen of te weerleggen valt.
Of men nu gelooft in dit mythische oercommunisme of niet, het doet op zich weinig afbreuk aan de hedendaagse sociale strijd van de Koerdische beweging, een zeer harde strijd voor nobele doelstellingen die alle steun verdient. Het Koerdische feminisme is een boeiende en actuele materie, waarvan ook wij in het westen nog veel kunnen leren en waarover nog veel gepraat en geschreven kan worden.